Tabaksplant

Op de markt koopt een vrouw een tabaksplant. De marktkoopman overhandigd haar de plant en zegt: ‘En als er klachten zijn, komt u maar terug.’ Na drie weken komt de vrouw weer bij de marktkoopman en zegt: ‘U heeft me kort geleden die tabaksplant verkocht.’ ‘Kan wel’, zegt de man, ‘wat is er mee?’ ‘Kunt u me ook zeggen wanneer de sigaren eraan komen?’

Similar Posts

  • God allemachtig

    Drie vrienden zitten op de scheppen. Zegt de eerste: “Mijn oom is pater en als hij over straat loopt zegt iedereen tegen hem: Eerwaarde. Zegt de tweede: “Mijn oom is kardinaal en als hij over straat loopt zegt iedereen tegen hem: Eminentie”. Zegt de derde: “Ach dat is toch niks. Mijn oom weegt 225 kilo een als hij over straat loopt zegt iedereen tegen hem : GODALLEMACHTIG!”.

  • Nederlandse les

    Nederlandse les en de juf vraagt: Wie kan er een zin vormen met de woorden ‘waarschijnlijk’ en ‘want’ ?’ Peter steekt zijn vinger in de lucht en zegt: WAARSCHIJNLIJK gaan wij naar Disneyland, WANT mijn vader heeft kaarten gekocht. Zeer goed ! zegt de juf, ‘Wie kan dat ook?’ Pietje steekt ook zijn vinger in de lucht ! Juffrouw slaat haar ogen ten hemel en denkt al: ‘Wat nu weer ?! Ja Pietje, probeer maar’, zegt ze bemoedigend. En Pietje zegt; ‘Mijn moeder ging met de krant naar ‘t toilet…’ Maar Pietje toch ! Dat heeft er helemaal niets mee te maken !’ Wacht, wacht ik ben nog niet klaar!’ roept Pietje. ……WAARSCHIJNLIJK moest ze poepen, WANT lezen kan ze niet.’

  • Straf

    De directeur stapt de lawaaierige klas binnen.
    Hij wil nu eindelijk die herrieschoppers eens straffen.
    ‘Geert, wat heb jij uitgespookt?’
    ‘Ik heb krijt naar het bord gegooid.’
    ‘Honderd strafregels! En jij Wim?’
    ‘Ik heb een punaise op de stoel van de meester gelegd.’
    ‘Wat?! Tweehonderd strafregels. En jij, Peter?’
    ‘Ik heb snippers door het raam gegooid.’
    ‘Oh nou…, dat valt wel mee; geen strafregels!’
    Op dat ogenblik komt er een jongen binnen, vol blauwe plekken en schrammen.
    ‘En wat doe jij daar?’, vraagt de directeur boos, ‘Hoe heet jij?’
    ‘Swen Snippers, meneer.’

  • DE MINNARES

    Een man en vrouw dineren samen in een heel sjiek restaurant, wanneer een verblindend mooie jongedame naar hun tafeltje komt, de man een dikke zoen geeft, zegt dat ze hem straks wel zal zien en terug wegwandelt. De vrouw staart naar haar man en zegt: ‘Verdomd, wie is dat ???’ ‘Oh’, zegt de man, ‘dat is mijn minnares…’ ‘Wel’, zegt de vrouw, ‘dat doet de deur dicht, ik wil scheiden!’ ‘Ik kan dat begrijpen’, zegt de man, ‘maar denk eraan dat, wanneer wij gaan scheiden, er geen inkoopreisjes naar Parijs meer komen, geen wintervakantie meer op Barbados, geen zomerverblijf meer in Toscane, geen Ferrari of Mercedes meer in de garage en geen zeiljacht meer… Aan jou om te beslissen.’ Juist op dat ogenblik, komt er een vriend van het paar het restaurant binnen met een stoot van een babe aan de arm. ‘Wie is die vrouw bij Jim?’ vraagt de vrouw. ‘Dat is zijn minnares’, zegt haar man. Antwoordt zijn vrouw:

    ‘De onze is mooier hé’ !!!

  • OP DE ZESDE DAG SPRAK GOD

    Op de zesde dag sprak God tot de aartsengel Gabriel: “Vandaag ga ik een land creëren, genaamd Nederland. Het zal een land zijn van buitengewone natuurlijke schoonheid, met grote bossen, vol met herten, zwijnen en eekhoorns. Grote rivieren, gevuld met alle mogelijke soorten levende wezens. Het zal een binnenzee krijgen met enorme hoeveelheden vis en ook aan een buitenzee komen te liggen, die men van prachtige goudgele stranden kan overzien.” God ging verder: “Ik zal het land rijk maken door de landbouw en de inwoners zullen grote welvaart kennen. Sommige van hun vrouwen zullen van verblindende schoonheid zijn. Ze zullen bekend worden als Hollanders. En ze zullen het vriendelijkste volk op aarde zijn. En als slagroom op de taart maak ik van het zuiden van Nederland een lieflijk heuvellandschap waar vriendelijke mensen zullen wonen, die bekend zullen staan als Limburgers.” “Maar Heer,” zegt Gabriel, “denkt U niet dat u een beetje te genereus bent voor deze Hollanders?” “Niet echt,”, antwoordt God, “moet je eens opletten wie ze als oosterburen krijgen!”

  • Veertien Kinderen

    Een vrouw komt met haar veertien kinderen bij de pastoor op bezoek. De kleinste van twee jaar oud loopt naar de pastoor.
    De pastoor: En jongen hoe heet jij?” Jongetje: “Jantje.”
    De volgende komt binnen.
    Pastoor: “En jongen hoe heet jij?” Jongetje: “Jantje.”
    Pastoor: “Ah, heet jij ook jantje?”
    De oudste komt binnen (14 jaar). 
    Pastoor: “En hoe heet jij jongen?” Jongen: “Jantje.”
    Pastoor tegen moeder: “Heten al jouw zoontjes misschien Jantje?”
    Moeder: “Ja, dat is heel gemakkelijk, als ik roep: ‘Jantje opstaan’ staan ze allemaal op, 
    als ik roep: ‘Jantje eten,’ komen ze allemaal eten, 
    als ik roep: ‘Jantje slapen,’ dan gaan ze allemaal slapen.”
    Pastoor: “En als je maar één iemand nodig hebt, hoe doe je dat dan?”
    Moeder: “Dan roep ik gewoon hun familienaam.”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *