BRAM

Rond sluitingstijd staat een agent bij een café te wachten, om te zien of hij nog wat mensen kan betrappen, die met een slok of twee teveel op achter het stuur willen kruipen. Op een gegeven moment strompelt er een vent zo blauw als een balletje, strontlazarus de kroeg uit, struikelt over de drempel, schopt de kat nekbrekend de stoep af, zwalkt rond over de parkeerplaats, probeert zijn sleutel op 5 verschillende auto’s uit in alle gaatjes, voor hij zijn eigen auto gevonden heeft en is nog zeker 10 minuten bezig om zijn sleutel in de deurslot te proppen. Alle overige bezopen bezoekers zijn intussen al lang en breed zwalkend vertrokken. Eindelijk lukt het hem om in de auto te komen. Als hij uiteindelijk al startend, hortend en stotend met de auto wil wegrijden, laat de agent de bestuurder zo kwaad als het kan stoppen en laat hem een blaastest ondergaan. Zelfs na meerdere pogingen en andere batterijen geeft het apparaat nog steeds 0,0 promille aan. De agent vraagt stom verbaasd aan de man hoe dat in hemelsnaam mogelijk is, Waarop de man antwoordt: “Vanavond was ik Bram”. Agent: “Bram??????” Man: “Bewust Rijdend Afleidings Manoeuvre

Similar Posts

  • Ooit kom je jezelf tegen!!

    Een ober ligt op de operatietafel.

    Er komt een chirurg langs die hij herkent als een vaste gast uit zijn restaurant.

    “Oh, dokter, help me alstublieft”, steunt hij.

    “Spijt me”, grijnst de chirurg,

    “Dit is helaas mijn tafel niet. Maar mijn collega komt zo!”,

  • Een Held

    Een Belg komt bij Petrus aan de hemelpoort. Petrus vraagt hem of hij tijdens zijn leven op aarde ooit een goede daad gedaan heeft, waardoor hij zonder twijfel in de hemel thuishoort.
    “Ik kan mij wel zoiets herinneren”, zegt de Belg. “Ik passeerde een parkeerplaats langs de autosnelweg waar een groep Hell’s Angels bezig waren een paar vrouwen lastig te vallen. Ik riep dus dat ze daarmee moesten ophouden, maar dat hielp niet echt. Toen ben ik op de grootste Hell’s Angel toegestapt, heb hem van zijn motor gesleurd, hem op de grond gesmeten, een slag op zijn neus verkocht en zijn neuspiercing uitgetrokken. Ik heb zijn helm afgetrokken, vol geplast, terug op zijn kop gezet en gezegd dat hij een grote zeiker was. Toen heb ik zijn motor omvergeduwd en ben erop beginnen springen tot die helemaal ingedeukt was en naar de andere Hell’s Angels geroepen: ‘En nu oprotten jullie!'”
    Petrus was onder de indruk en vroeg: “Wanneer was dat precies?”
    Antwoordt de Belg: “Een paar minuten geleden, denk ik.”

  • Te LAAT VOOR EEN SCHRIFTELIJK EXAMEN

    Vier studenten aan de hogeschool arriveerden maar liefst twintig minuten te laat op een belangrijk schriftelijk examen. De betrokken hoogleraar, die zelf surveilleerde, deelde de studenten mee dat ze te laat waren en om die reden niet meer aan het examen konden deelnemen. De studenten probeerden de hoogleraar te vermurwen en voerden als excuus aan, dat ze gevieren met de auto waren gekomen en dat deze een lekke band had gehad. In dat geval, zo vond de hooggeleerde, verdienden de vier heren een extra kans; een schriftelijk examen bij hem thuis, de week daarop, op hetzelfde tijdstip. Vanzelfsprekend was het viertal die dag stipt op tijd. Elke student kreeg een aparte kamer toegewezen met een stoel en tafel, waarop een gesloten omslag lag met de examenvragen. Het gevreesde examen bestond uit slechts één vraag: ”Welke band was lek?”

  • Klein duimpje

    Klein Duimpje zegt tegen zijn moeder: “De burgemeester was vandaag op school.” Vraagt moeder: “En, had hij zijn ketting om?” “Nee hoor, hij liep gewoon los.”

  • Lezen

    Lees de zinnen achter elkaar hardop voor.

    ik zo kat
    ik hou kat
    ik je kat
    ik een kat
    ik sukkel kat
    ik ongeveer kat
    ik veertig kat
    ik seconde kat
    ik van kat
    ik zijn kat
    ik werk kat
    ik af kat

    dit slaat nergens op die zinnetjes.

    Lees nu van de zinnen de middelste woorden achter elkaar op.

  • VISSEN

    Om 7 uur ‘s ochtends zit ik lekker te vissen langs het Amsterdam Rijnkanaal. De damp staat nog op het water. Ik zit net, komt er een man achter mij staan kijken. Het wordt acht uur, negen uur, tien uur, twaalf uur. Ik neem ’n boterhammetje en koffie en nog steeds staat die kerel achter mij naar m’n dobber te staren. Om 2 uur ‘s middags staat hij er nòg. Als ik om 7 uur ‘s avonds mijn spullen inpak, staat die vent nòg achter me. Ik zeg: “Meneer, u heeft nu 12 uur lang achter mij staan kijken. Waarom koopt u geen hengel? Kunt u zelf gaan vissen.” Zegt die man: “Sorry hoor, maar daar heb ik echt geen geduld voor . . . ”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *