Ouderenzorg

Oma komt in het rusthuis terecht en iedereen staat klaar om haar te helpen. De verpleegsters wassen haar, geven haar een uitgebreid ontbijt en zetten haar in de stoel voor het venster met zicht op de prachtige tuin. Alles lijkt perfect tot Oma ineens lichtjes naar rechts begint over te hellen.Onmiddellijk storten twee verpleegsters zich op haar en zetten haar terug goed recht in haar zetel. Alles lijkt zich terug te normaliseren tot Oma naar links begint over te hellen. Weer snellen de verpleegsters toe om haar terug in de correcte houding te hijsen. Enkele dagen later komt de familie op bezoek om te zien hoe Omaatje het maakt

“Hoe bevalt ‘t Oma”? Vragen ze geïnteresseerd?.Ze antwoordt: “Het is hier nog niet zo slecht, behalve dat je geen kans krijgt om een scheet te laten” !

Similar Posts

  • Sollicitatie

    Blondjes solliciteren voor de laatste beschikbare plaats bij de Politie. De inspecteur die de selectieprocedure leidde keek naar de drie blondjes voor hem en vroeg: ‘Zo, jullie willen allemaal politie-detective worden hé?’ De blondjes knikten alle drie heftig. ‘Goed’ zei de agent. Hij stond op, haalde een ordner uit de kast en nam er een dossier uit. Toen hij weet zat opende hij deze, nam er een foto uit en zei: ‘Om detective te kunnen worden, moet je kunnen DETECTEREN. Je moet in staat zijn om in een oogopslag kleine maar belangrijke details te zien zoals littekens, vlekken, haarkleur enz.’ Hij hield plots de foto vlak voor het gezicht van de eerste blondine en trok deze terug na twee seconden. ‘En’ zei hij, ‘ heb jij iets bijzonders opgemerkt aan deze man?’ Het blondje zei direct, ‘Ja natuurlijk. Hij heeft maar één oog!’ De agent schudde zijn hoofd en zei: ‘Natuurlijk heeft hij maar één oog op deze foto! Het is een profielfoto, een zijaanzicht! Jij bent afgewezen!’ Het blondje liet haar hoofd tussen de schouders zakken en schuifelde naar buiten. De agent draaide zich naar het tweede blondje, hield opnieuw de foto twee seconden voor haar gezicht, trok deze weg en vroeg: ‘En jij? Heb jij iets bijzonders aan deze man gezien?’ ‘Jazeker, hij heeft maar één oor!!’ De man sloeg met zijn hand tegen zijn hoofd en riep: ‘Heb je dan niet gehoord wat ik tegen die andere dame zei?’ Dit is een PROFIEL van die man zijn gezicht. Natuurlijk kan je maar één oor zien! Jij bent ook afgewezen, verdwijn maar!’ Schaapachtig vertrok ook het tweede blondje. De agent draaide zich naar het derde en laatste blondje en mompelde: ‘Dit is waarschijnlijk tijdverlies, maar alla….’ Hij hield ook bij haar de foto enkele seconden voor haar gezicht, trok deze weg en zei: ‘OK, viel jou iets bijzonders op aan deze man?’ Het blondje antwoordde: ‘Het viel mij direct op dat deze man contactlenzen draagt.’ De agent fronste de wenkbrauwen, keek nog eens naar de foto en begon toen tussen de documenten van het dossier te zoeken. Hij keek naar het blondje met een stomverbaasde uitdrukking op zijn gezicht en zei: ‘Je hebt het absoluut goed!’ Zijn daderprofiel zegt inderdaad dat hij contactlenzen draagt! ‘Hoe kon jij dat in godsnaam zien op deze foto?’

    Het blondje zuchtte, rolde met haar ogen om zoveel onbegrip en zei: ‘Pfoeh! Met maar één oog en één oor kan hij geen bril dragen…!!’

  • Zwijgen

    Bij Henk valt een briefkaart in de bus. Hij zwaait ermee naar Wim en zegt “’t Is van mijn broer”.

    “Ja maar” repliceert Wim “Hoe wee je dat, er staat helemaal niks op geschreven!”

    “Ja juist daarom”, zegt Henk. “We spreken al jaren niet meer tegen elkaar!”

  • Ambtenaren

    • Twee ambtenaren zitten te zuchten en kreunen op het werk. Ze zouden zo graag een dagje verlof nemen, maar de directeur heeft alle verlof opgeschort omdat er teveel werk is. Plots springt een van de twee recht. “Ik weet een manier om enkele dagen verlof te krijgen!” roept hij. “Hoe dan?” vraagt de ander. De man kijkt snel rond – niets te zien van de directeur. Hij klimt op zijn bureel, neemt enkele tegels van het valse plafond uit, klimt in het plafond. Dan slaat hij zijn benen over een metalen pijp, laat zich zakken en hangt zo met zijn kop naar beneden in het kantoor. Binnen enkele seconden staat de directeur er. “Wat is dat hier allemaal?” wil hij bars weten. “Ik ben een lamp” zegt de man. “Ik denk dat jij een beetje overspannen bent. Maakt dat je wegkomt, en dat is een bevel! Ik wil je hier minstens twee dagen niet zien!” “Ja meneer de directeur” antwoordt de man heel gedienstig; hij springt naar beneden, zet zijn computer af en verdwijnt door de deur. De tweede man zet zijn pc uit en staat ook recht, klaar om te vertrekken. “Hela, waar ga jij naartoe?” vraagt de directeur. “Naar huis. Ik kan niet werken in het donker…”
  • Kleine Bennie

    Kleine Bennie zit in de slaapkamerkast van zijn ouders met zijn pluchen beer te spelen. Zijn moeder komt met een vreemde man de slaapkamer binnen, ook om te spelen. Onverwachts komt Bennie’s vader thuis, de vreemde man wordt halsoverkop in de kast verstopt.
    Bennie fluistert: “Ik heb een pluchen beer en als je hem niet voor tien gulden van me koopt, ga ik huilen.” De man betaalt en een paar minuten later zegt Bennie: “Geef mijn beer terug, of ik ga huilen.”
    De beer verwisselt opnieuw van eigenaar. Even later begint Bennie van voren af aan: “Ik heb een pluche beer en als je hem niet voor tien gulden van me koopt, ga ik huilen.”
    Het spel herhaalt zich. Geruime tijd later is de kust vrij, de vreemde man verlaat de kast, 120 gulden armer en zonder beer. De volgende dag vertelt Bennie zijn moeder wat zich in de kast afgespeeld heeft. Zijn moeder stuurt Bennie onmiddellijk ter biecht. In de biechtstoel steekt Bennie van wal: “Ik heb een pluchen beer… “
    Van achter het gordijn: “Grote God! Begin je nu alweer!!!”

  • Alcoholist

    Een alcoholist komt een bar binnen en neemt een borrel. Hij kijkt in zijn binnenzak en bestelt opnieuw een drankje. Hij kijkt weer in zijn binnenzak en bestelt opnieuw een drankje etc. De barkeeper zegt: “Wat zit er toch in je jaszak?” De man zegt: “Dat is een foto van mijn vrouw. Zodra zij er goed uit begint te zien, dan weet ik dat het tijd is om naar huis te gaan.”

  • Moos

    Moos gaat voor het eerst in zijn leven skiën. Les nemen vindt hij zonde van het geld, dus suist hij bij zijn eerste afdaling, niet geremd door enige kennis of vaardigheid, met een noodgang over de zwarte piste.
    Waardoor hij een bordje ‘Lawine gevaar’ niet ziet. Als Moos, na een adembenemende afdaling, dankzij een bovenmenselijke inspanning nog net voor een vreselijk diep ravijn tot stilstand weet te komen, slaakt hij een diepe zucht van verlichting.
    Dat had hij beter niet kunnen doen.
    Tien tellen later ligt hij onder drie meter sneeuw. Onmiddellijk rukken de reddingswerkers uit. Zodra Moos gelokaliseerd is, steken ze een lange pijp in de sneeuw om Moos wat lucht te verschaffen. Moos ziet de pijp vlak boven zijn hoofd door de sneeuw verschijnen. “Wie is daar?” roept hij.
    “Het Rode Kruis,” roept men van boven.
    Waarop Moos zegt: “Maar, daar heb in Amsterdam al voor  gegeven.”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *