Waterput

Twee mannen lopen over een heide en zien een waterput. Ze lopen er naartoe en vragen zich af hoe diep die put eigenlijk is. Ze pakken een steentje, gooien het in de put, maar horen het niet de bodem raken. “Vreemd”, zegt de een. “Zou ‘ie zó diep zijn?” Ze gaan een grotere steen zoeken en gooien die ook in de put. Ze buigen voorover om te horen wanneer de steen de bodem raakt. Wéér geen geluid. Nu zien ze een hele grote zware steen, een grote rots, liggen en pakken die met z’n tweeën op. Ze strompelen naar de put en weten de rots over de rand te kieperen. Ze luisteren vol spanning en horen ineens hoefgetrappel achter zich. Ze draaien zich om en zien een geit keihard aan komen rennen en die duikt zo de put in. Stomverbaasd kijken ze elkaar aan. Na een kwartier komt er een herder aanlopen. “Hebben jullie mijn geit gezien?” “Nou”, zegt de een, “er dook hier net wel een geit met een rotgang deze put in.” “Nou”, zegt de herder, “dat kan niet want die zat aan een rots vast.”

Similar Posts

  • Treinkaatje

    Man: Een treinkaartje naar Amsterdam, een ticket voor mij en m’n vrouw.
    Loketbediende: Eerste of tweede?
    Man: Ik weet niet waarom u zo nieuwsgierig bent? Het is nog altijd mijn eerste vrouw.

  • Supermarkt

    Er komt een man een supermarkt binnen, loopt naar de afdeling dierenvoeding, pakt twee blikken hondenvoer en loopt vervolgens naar de kassa. Vraagt de kassière: “Meneer heeft u een hond?” Hierop antwoordt de man: “Ja, natuurlijk heb ik een hond, anders had ik die twee blikken toch ook niet nodig?” Zegt de kassière: “Het spijt me meneer, maar vanaf deze week mag ik niemand meer dierenvoeding meegeven tenzij ik zelf kan zien dat de persoon een huisdier heeft… U zult de hond dus moeten meenemen…”

    De man vloekt een paar keer vanwege deze absurde nieuwe regeling, smijt de twee blikken op de grond en loopt kwaad weg.

    De volgende dag is hij weer terug, loopt naar de afdeling dierenvoeding, pakt twee blikken kattenvoer en gaat naar de kassa.

    Vraagt die kassière: “Meneer, heeft u een kat?” Waarop de man, zichtbaar geïrriteerd, antwoordt: “Ja natuurlijk heb ik een kat, ik kom deze blikken toch niet voor mezelf halen?”

    De kassière: “Meneer, dit vind ik nou niet slim van u.

    U was hier gisteren ook, dus had u kunnen weten dat ik u geen dierenvoed….”

    De kassière is nog niet uitgesproken of de man is de winkel al luid vloekend en tierend uitgelopen… De blikken bij de kassière achterlatend.

    De dag daarop komt de man met een bruine papieren zak in z’n hand de winkel binnen, loopt direct door naar de kassa en zegt tegen de kassière:

    “Mevrouw, steekt u hier uw hand eens in.” De kassière doet dit en roept vervolgens: “He, het is zacht en warm…” “Ja”, zegt de man, “Ik had graag drie rollen WC papier!”

     

  • Kanibalen

    De meester vertelt dat er menseneters hebben bestaan. Vraagt hij: “In welke streken kwamen die voor?” “In Volendam.” beweert Marieke.

    “Hoe kom je daar nu bij?” vraagt de meester hoogst verbaasd.

    “Dat staat in het aardrijkskundeboek.” antwoordt Marieke.

    “Daar staat dat de bewoners daar leven van de toeristen!”

  • Gevangenis

    Rechter : Beklaagde sta recht. Wat doet u voor werk?

    Beklaagde : Dit en dat.

    Rechter : Waar werkt u?

    Beklaagde : Hier en daar.

    Rechter : Wanneer werkt u?

    Beklaagde : Nu en dan.

    Rechter : Hoe werkt u?

    Beklaagde : Zus en zo.

    Rechter : Dan leg ik u een gevangenisstraf op.

    Beklaagde : De gevangenis, en wanneer kom weer vrij?

    Rechter : Vroeg of laat.

  • Opstel Maken

    De onderwijzer gaf als onderwerp voor een opstel:

    “Als ik algemeen directeur van een groot bedrijf was …….”.

    Alle kinderen bogen zich over hun schrift en begonnen te schrijven, allemaal op één na.

    “Jantje, wanneer begin jij?” vroeg de onderwijzer.

    “Mijn secretaresse is er nog niet”, antwoordde Jantje.

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *