Waterput

Twee mannen lopen over een heide en zien een waterput. Ze lopen er naartoe en vragen zich af hoe diep die put eigenlijk is. Ze pakken een steentje, gooien het in de put, maar horen het niet de bodem raken. “Vreemd”, zegt de een. “Zou ‘ie zó diep zijn?” Ze gaan een grotere steen zoeken en gooien die ook in de put. Ze buigen voorover om te horen wanneer de steen de bodem raakt. Wéér geen geluid. Nu zien ze een hele grote zware steen, een grote rots, liggen en pakken die met z’n tweeën op. Ze strompelen naar de put en weten de rots over de rand te kieperen. Ze luisteren vol spanning en horen ineens hoefgetrappel achter zich. Ze draaien zich om en zien een geit keihard aan komen rennen en die duikt zo de put in. Stomverbaasd kijken ze elkaar aan. Na een kwartier komt er een herder aanlopen. “Hebben jullie mijn geit gezien?” “Nou”, zegt de een, “er dook hier net wel een geit met een rotgang deze put in.” “Nou”, zegt de herder, “dat kan niet want die zat aan een rots vast.”

Similar Posts

  • Assepoester

    • Fons ligt languit op de zetel met een blikje Jupiler in de hand naar de voetbal te kijken.
      Zijn vrouw komt woedend de living in , zet de poetsemmer krachtig op de grond en gooit de borstel en de dweil woedend in een hoek en roept tegen Fons: Potverdomme , gij ligt daar maar te zuipen en naar de T. V. te kijken en ik heb vandaag al de kamers boven gepoetst , de vensters gewassen ,de afwas gedaan het avondeten al voorbereid en was nog juist bezig met de veranda nog op te wassen…..
      ik voel mij echt ASSEPOESTER hier !
      Fons kijkt lachend naar zijn vrouwke en zegt :- ziet ge wel he schatteke , ik heb u gezegd toen we trouwde dat ons leven een SPROOKJE zou worden !
  • Oudste Beroep

    Een timmerman, metselaar en een elektricien zitten tegen elkaar op te snijden over wie het oudste beroep heeft. De timmerman: “Weet je nog: Jezus. Die lag in een stalletje, en dat stalletje is gebouwd door, jawel, een timmerman.” Zegt de metselaar: “Nou en, de piramiden stonden er toen al eeuwen en die zijn toch gemetseld.” Zegt die elektricien: “Jullie moeten niet zo ruziën want wij hebben toch het oudste beroep.” “Op de eerste dag zei god: ‘er was licht!’ en toen hadden wij de leidingen al liggen.”

  • Wandelaars

    Een parkwachter gaf instructies aan een groep wandelaars. Hij waarschuwde: “Het is niet uitgesloten dat u een grizzlybeer tegen komt. Maar grizzly’s gaan mensen meestal uit de weg, en daarom is het goed als u een aantal belletjes aan uw rugzak bevestigt. Dan horen ze u aankomen en krijgen ze de kans om te vluchten. In de kampwinkel kunt u belletjes kopen voor twee Euro per stuk. Als u uitwerpselen van een grizzlybeer op uw pad vindt, kunt u maar beter maken dat u wegkomt!” “Maar hoe weten we of het de poep van een grizzly is?” vroeg een van de wandelaars. “Oh, geen probleem. Dat ziet u meteen. Uitwerpselen van de grizzly’s zitten namelijk vol met belletjes”.

  • Bijbel

    De baas van een uitgeverij zoekt iemand die 500 bijbels wilt verkopen. Omdat een stotterende man de enige is die zich aangemeld heeft, krijgt hij het baantje. Tot grote verbazing van de baas verkoopt hij de volgende dag in een keer alle bijbels! Dus hij vraagt aan de stotteraar:”Hoe heb je nou zoveel biijbels in een dag kunnen verkopen?” Zegt de stotteraar:”Nnou, iikkk zzzzzzei ttegen ddde mmmensen: wwwwilt uu ddirect eeen bbijbel kkkopen of zzzal ikk hhhemm eeerst vvvvoorlezen?

  • 2 belgen op een brug

    2 belgen staan op een brug boven een rivier in de verte te kijken. In de verte zien ze iets verschijnen op de rivier. Zegt die ene Belg: “Hé kijk, een boot”. Zegt die andere Belg: “Dat is geen boot, dat is een hovercraft.” Zegt die ene Belg weer: “Nee dat is een boot!!” Zegt die andere Belg weer: “Nee dat is een hovercraft!! Zegt die ene belg weer: Nee dat is een boot! (spellen) B-O-O-T !! Zegt die andere Belg weer: “Nee dat is een Hovercraft! (spellen) H-O-….? Ow nee je hebt gelijk, het is toch een boot!”

  • Goochelaar

    Een goochelaar zat op een cruiseschip en deed allerlei trucjes. Jante keek toe met arendsogen en doorzag iedere truc van de goochelaar, hij zei dan ook steeds hoe de truc in elkaar stak, het ging ongeveer zo: “De kaart zit in je broekzak!” of “Dat konijn kwam uit die doos!” … Die goochelaar was het na een tijdje helemaal zat dat Jantje de hele tijd zei hoe zijn trucs in elkaar zaten, dus stopte hij maar mee.  De dag erop verging het schip en alleen de goochelaar en Jantje konden zich redden door te dobberen op een stuk drijvend hout.  Na een uur of 3 uur zei Jantje: “Ok, ik geef het op, waar heb je het schip gelaten?”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *