Ik ben een lamp

Een gek is ontslagen uit het gekkenhuis en gaat bij zijn broer op bezoek. De broer is ook niet helemaal honderd procent. De gek is nog geen kwartier bij zijn broer of hij staat al op de tafel te roepen “Ik ben een lamp, ik ben een lamp!”. Zijn broer belt naar het gekkenhuis en klaagt “Mooie boel is dat, mijn broer is nog geen kwartier binnen en hij staat al op de tafel te roepen dat hij een lamp is”. – “Stuur hem maar weer terug” zegt de telefoniste van het gekkenhuis. De broer reageert “Ja daag, dan heb ik geen licht meer!”

Similar Posts

  • Erin geluisd

    Een jongeman merkt in supermarkt dat een oud dametje hem al geruime tijd bekijkt. Uiteindelijk spreekt ze hem aan: “Ik hoop dat ik je niet lastigval, maar je lijkt zo ontzettend op mijn overleden zoon Zou je als ik de winkel verlaat, Dag moeder willen roepen en naar mij wuiven?” De man ziet er niks verkeerd in en als ze langs de kassa loopt, roept hij dag moeder en wuift. Tevreden over zijn goeie daad wil hij zijn boodschappen afrekenen. “Dat is dan € 121,85 “, zegt de kassier. “Hoezo“, zegt hij verbaasd, “Ik heb maar vijf dingen”. “Uw moeder zei dat u haar boodschappen ook zou afrekenen”!!

  • Blond?

    Een klein, blond meisje komt op een avond thuis van school. Ze loopt naar haar moeder en zegt: “Mama, vandaag hebben we leren tellen op school. Alle andere meisjes konden maar tot 5 tellen, maar luister eens naar mij: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 !

    Dat is toch heel goed hé, niet?” “Jazeker lieverd, heel flink.” “Is dat omdat ik blond ben, mama?” “Jazeker lieverd, dat is omdat je blond bent.”

    De volgende dag komt ze opnieuw van school en zegt tegen haar moeder: “Mama, vandaag hebben we het alfabet geleerd op school. Alle andere kinderen raakten maar tot aan de D, maar luister eens naar mij: A, B, C, D, E, F, G, H, I, J, K !

    Da’s toch goed van mij hé?” “Jazeker lieverd, heel flink.” “Is dat omdat ik blond ben, mama?” “Jazeker lieverd, dat is omdat je blond bent.”

    De volgende dag komt ze huilend terug van school: “Mama, vandaag zijn we gaan zwemmen. Geen van de andere kinderen heeft borsten, maar kijk eens naar mij!” Ze opent haar blouse en toont haar indrukwekkende D-cups aan haar moeder.

    “Is dat ook omdat ik blond ben, mama?” “Neen lieverd, dat is omdat je 25 bent.”

  • Controle van een Priester

    Een oudere priester heeft een jongere collega op bezoek. Tijdens het avondeten bemerkt de jonge priester het bevallige figuur van de huishoudster. Hij weet niet wat hij zich bij de relatie van de oudere priester met diens huishoudster moet voorstellen. De oude priester bemerkt de blik in de ogen van de jonge priester en verzekert hem dat er niets gaande is tussen hem en zijn huishoudster.

    Een week later merkt de huishoudster op dat er al een week een sauslepel ontbreekt. De oudere priester schrijft hierop een brief naar zijn jonge collega: “Ik zeg niet dat je de sauslepel hebt meegenomen, maar ik zeg ook niet dat je hem niet hebt meegenomen; een feit is wel dat hij nu al een week ontbreekt.”

    Enkele dagen later ontvangt de oudere priester een antwoord: “Ik zeg niet dat je met je huishoudster slaapt en ik zeg ook niet dat je niet met haar slaapt, maar feit is wel dat als je in je eigen bed sliep, je hem nu al wel gevonden zou hebben.”

  • De Hoed

    Een man zoekt al dagen naar z’n hoed. Uiteindelijk is die niet te vinden. Hij beslist dan maar om zondags naar de kerk te gaan en achteraan plaats te nemen. Tijdens de dienst zou hij dan er vanonder muizen en een van de hoeden nemen die achteraan worden geplaatst. Die zondag gaat hij naar de kerk en zet zich achteraan. De dienst ging over de 10 geboden. De man bleef de gehele dienst zitten i.p.v. vroeger door te gaan en na de dienst gaat hij nog even bij mijnheer pastoor. ‘Vader,’ zegt hij, ‘ik moet wat bekennen. Ik kwam hier vandaag om een hoed te stelen, maar na jouw preek heb ik beslist dit niet meer te doen, waarvoor dank.’ De priester zei hem: ‘God zegene u mijn zoon! Was het tijdens m’n uiteenzetting over: ‘gij zult niet stelen’, dat je het besef kreeg dat je verkeerd zat?’

    ‘Neen,’ zegt de man, ‘het was tijdens je preek over overspel. Toen je daarover begon,  wist ik weer waar ik hem had gelaten.’

  • Een Haas

    Een Nederlander en een Duitser zijn aan het jagen in een groot bos. Ze zien allebei een haas en schieten direct. Als ze bij de haas zijn zegt die Duitser: “Das ist mein haas, habe ich geschossen.” “Nou nee, ik dacht het van niet” zegt de Nederlander, “Jij hebt ‘m in zijn poot geraakt, en dat schot door zijn kop is van mij”. “Nein!” zegt die Duitser.“Echt wel!” zegt de Nederlander weer.

    Ze komen er niet uit op deze manier. Dan zegt de Nederlander: “Ik stel voor dat we dit als mannen onder elkaar oplossen.” “Ok,” zegt de Duitser, “einverstanden. Wie dan?”

     “Nou, kijk dan doen we zo, we gaan allebei een keer met de benen gespreid staan, en geven om de beurt de ander een enorme schop tussen de benen, wie het hardst schopt heeft gewonnen en die krijgt de haas. “Ok” “Ok, machen wir,”

    “Ik begin”, zegt de Hollander. Dus de Duitser gaat wijdbeens staan en krijgt me toch een schop … Huilend en rollend gaat ‘ie door het gras, na een kwartier staat ‘ie weer op, nog een beetje krom maar het ging wel weer.

    “So.” zegt ie “und jetzt ist mein beurt.” “Nou”, zegt de Hollander, “neem jij die haas maar…”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *