Moos

Moos gaat voor het eerst in zijn leven skiën. Les nemen vindt hij zonde van het geld, dus suist hij bij zijn eerste afdaling, niet geremd door enige kennis of vaardigheid, met een noodgang over de zwarte piste.
Waardoor hij een bordje ‘Lawine gevaar’ niet ziet. Als Moos, na een adembenemende afdaling, dankzij een bovenmenselijke inspanning nog net voor een vreselijk diep ravijn tot stilstand weet te komen, slaakt hij een diepe zucht van verlichting.
Dat had hij beter niet kunnen doen.
Tien tellen later ligt hij onder drie meter sneeuw. Onmiddellijk rukken de reddingswerkers uit. Zodra Moos gelokaliseerd is, steken ze een lange pijp in de sneeuw om Moos wat lucht te verschaffen. Moos ziet de pijp vlak boven zijn hoofd door de sneeuw verschijnen. “Wie is daar?” roept hij.
“Het Rode Kruis,” roept men van boven.
Waarop Moos zegt: “Maar, daar heb in Amsterdam al voor  gegeven.”

Similar Posts

  • Vakantie

    Er waren eens 2 onderbroeken in de wasmand. Zegt de ene onderbroek: “ik ga binnenkort op vakantie.” Zegt de andere onderbroek: “Ik hoef al niet meer op vakantie, want ik ben al bruin genoeg!”

  • Ik ben een jongetje

    Twee baby’s (een meisje en een jongetje) liggen in hun bedje. Zegt het jongetje: “Ik ben een jongetje!” Daarop reageert het meisje: “Hoe weet je dat?” “Nou, als onze moeders weg zijn, zal ik het je laten zien.” Als even later de moeders de slaapkamer hebben verlaten vraagt het meisje: “Laat je me nou zien, dat je een jongetje bent?” “Natuurlijk!” Het jongetje doet de dekentjes opzij…….. “Kijk maar, blauwe sokjes!”

  • Een vrije dag

    Twee medewerkers van een bedrijf zitten te zuchten en kreunen op het werk. Ze zouden zo graag een dagje verlof nemen, maar de baas heeft alle verlof opgeschort omdat er teveel werk is. Plots springt een van de twee op. “Ik weet een manier om enkele dagen verlof te krijgen!” roept hij. “Hoe dan?” vraagt de ander. De man kijkt snel rond – niets te zien van de baas. Hij klimt op zijn buro, neemt enkele tegels van het valse plafond uit, klimt in het plafond. Dan slaat hij zijn benen over een metalen pijp, laat zich zakken en hangt zo met zijn kop naar beneden. Binnen enkele seconden staat de baas er. “Wat is dat hier allemaal?”. “Ik ben een lamp,” zegt de man. “Ik denk dat jij een beetje overspannen bent. Maakt dat je wegkomt, en dat is een bevel! Ik wil je hier minstens twee dagen niet zien!” “Ja meneer de baas,” antwoordt de man heel gedienstig. Hij springt naar beneden en verdwijnt door de deur. De tweede man staat op en loopt ook snel naar de deur. “Hela, waar ga jij naartoe?” vraagt de baas. “Naar huis. Ik kan niet werken in het donker…”

  • Vliegtuig reis

    Een jaar of tien geleden nam ik in de luchthaven van Buenos Aeres een vliegtuig richting Frankrijk. De kapitein nam de micro en zei : “Ik verwelkom iedereen aan boord voor de vlucht naar de luchthaven Charles De Gaulle in Parijs. De vlucht zal verlopen zonder incidenten en ik raad de passagiers aan om na de film even de ogen te sluiten om…..” Plots werd de verbinding enkele seconden verbroken en dan hoorden we een verschrikkelijke gil en de kapitein die riep : “Oei oei oei !!!! Oh mijn God ! ” Daarna was alles stil. Ik en de andere passagiers bekeken elkaar angstig. De hostesses liepen heen en weer. Nochtans bleef het vliegtuig op dezelfde hoogte. Plots hoorden we gekraak in de micro en we hoorden terug de kapitein. “Dames en Heren, mijn oprechte verontschuldigingen. Maar een hostess heeft een tas kokende koffie op mijn schoot laten vallen. Je moest de voorkant van mijn broek eens zien !” 

    “Dat is niks !”, schreeuwde ik terug , “Je moet die van mij langs achter eens zien !!!”

  • Sleeën

    Het sneeuwt in het park en na school gaan alle kinderen op het heuveltje in het park sleeën. Als Jantje wil gaan sleeën, vraagt Keesje: ‘Mag ik meedoen?’ Zegt Jantje: ‘Ja is goed! Doen we om de beurt, jij neemt hem mee naar boven en ik naar beneden.’

  • Twee pastoors

    Twee pastoors lopen op straat te wandelen en de een vraagt de ander: ‘Denk je nou werkelijk dat we het nog zullen beleven, dat het Vaticaan ons toestemming geeft om te trouwen?’ Waarop de andere pastoor ontkennend z’n hoofd schudt en zuchtend antwoordt:

    ‘Wij niet… onze kinderen misschien wel.’

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *