Supplies

Een Amerikaan, een Hollander en een Japanner spoelen aan op een onbewoond eiland. De Amerikaan begint meteen de baas te spelen en zegt: ‘I take care of the food.’ Tegen de Hollander zegt hij: ‘You take care of the wood.’ En tegen de Japanner zegt hij: ‘You take care of the supplies.’

Ze gaan alle drie weg. Tegen de avond komen de Amerikaan en Nederlander elkaar weer tegen op de afgesproken plaats, maar nog geen spoor van de Japanner. Ze besluiten om te wachten. En ze wachten…. en wachten… en wachten….. Maar de Japanner komt niet opdagen. ‘Zo, dan beginnen wij alvast te eten,’ zegt de Hollander tegen de Amerikaan. ‘Okay,’ zegt de Amerikaan. Opeens komt de Japanner uit de boom gesprongen, terwijl hij roept: ‘Supplies!’ .

Similar Posts

  • JANTJE MET SCHOOL NAAR DE POLITIE

    Jantje mag met de klas naar het politiebureau voor een praktijk klas. Op een bord ziet hij foto’s van de 10 meest gezochte criminelen. Een van de kinderen stopt bij een bepaalde foto en vraagt of dat werkelijk de afbeelding was van de gezochte persoon. “Ja”, zegt een agent, “we zijn erg hard naar hem aan het zoeken”. Jantje vraagt: “Waarom hield je hem dan niet vast toen je de foto maakte?”

  • Zwijgen

    Bij Henk valt een briefkaart in de bus. Hij zwaait ermee naar Wim en zegt “’t Is van mijn broer”.

    “Ja maar” repliceert Wim “Hoe wee je dat, er staat helemaal niks op geschreven!”

    “Ja juist daarom”, zegt Henk. “We spreken al jaren niet meer tegen elkaar!”

  • Een dode hond bij de dierenarts

    Een man komt met zijn hond bij de dierenarts. “Volgens mij is mijn hond dood.” ” Leg hem maar even op de behandel tafel” zegt de dokter. Als de hond er ligt doet de dierenarts een luikje open waar een kat uitkomt. De kat springt op de behandeltafel, rent over de hond en verdwijnt weer achter het luikje. De hond reageert niet. “Inderdaad, uw hond is dood.” zegt de dokter. “Dank u, dierenarts, het is helaas niet anders, wat kost dit consult?” “895 euro.” “Hé? Waarom is dat zo duur.” vraagt de man. “5 euro bureaukosten en 890 voor de cat-scan.”

  • Pas getrouwd

    Nadat een pas getrouwd bruidspaar de bruidssuite van het hotel
    heeft betreden, doet de bruidegom zijn broek uit en geeft het aan zijn
    kersverse bruidje met de woorden ‘Trek deze broek van mij eens aan’.
    Met een ietwat verbaasd gezicht doet ze wat hij zegt en merkt even later op:
    ‘Zie je nou wel, die broek past mij toch niet!!!’
    De bruidegom ziet dat tafereel geamuseerd aan en zegt dan heel doordringend: ‘Heel goed, onthoud dus dat
    IK de broek draag en niet jij.’
    Even later geeft het bruidje haar slipje aan haar bruidegom en zegt:
    ‘Dan wil ik nu graag, dat jij ook even mijn slipje past’.
    Hij gaat argeloos op haar verzoek in.
    Het komt echter niet verder dan zijn rechter bovenbeen en moet dan wel
    opmerken: ‘Ik kom helemaal niet in je slipje.”Juist.’, zegt het bruidje , ‘en als jouw houding niet verandert, dan blijft dat ook zo!’

  • Aan de hemelpoort

    Er komt een prostituee bij de hemelpoort.
    Petrus vraagt wat ze vroeger geweest is.
    De vrouw bekent dat ze prostituee is geweest.
    ‘Dan mag je hier niet naar binnen, ‘ zegt Petrus, ‘ga daar maar even op het bankje zitten.’

    De vrouw gaat op het bankje zitten huilen.
    Komt er een oud baasje bij de hemelpoort met een enorme zak op zijn rug.
    Hij loopt naar het huilende vrouwtje op het bankje, en vraagt wat er aan scheelt.
    Ze legt uit: ‘Ik ben vroeger prostituee geweest, en nu mag ik niet naar binnen.’

    ‘Is dat het ?’ , zegt de man. ‘Ik ben kleermaker geweest. Weet je wat ?
    Ik heb een zak met oude kleren op mijn rug.
    We gooien de kleren eruit en jij gaat in die zak zitten.
    Dan smokkel ik jou de hemel in !’
    Zo gezegd, zo gedaan.

    De kleermaker loopt naar de hemelpoort, en Petrus vraagt de man wat hij vroeger geweest is.
    ‘Ik ben kleermaker geweest,’ zegt de man.
    ‘Dan mag je naar binnen,’ zegt Petrus.
    Als de man voorbij loopt, vraagt Petrus : ‘Maar wat zit er in die zak?’
    Zegt de kleermaker: ‘O, een oude naaimachine!

    ˜OK, loop maar door!

  • Een Belg op de fiets

    Er komt een man op een fiets aangereden, vanuit België, Nederland binnen. Op de bagagedrager een zak met zand. Nederlandse douanebeambte: “Heeft u iets aan te geven?” Zegt de Belg: “Nee.” Douane: “Een Belg die niets smokkelt, asjemenou, wat heeft u dan in die zak?” Zegt de Belg: “Zand.” Tijdens de controle blijkt dat het inderdaad om zand gaat. Een week lang komt de man elke dag met zijn fiets bij de grens met een zak op de bagagedrager. Op de 8e dag wordt de douanebeambte toch wantrouwend. Douane: “Wat vervoert u in die zak?” Zegt de Belg: “Zand.” Douane: “Mmmmm, even kijken.” Deze keer wordt het zand gezeefd. Uitslag: alleen maar zand. Elke dag passeert de man met zijn fiets en een zak de grens. Na twee weken wordt het de douanier toch te bont en hij stuurt het zand naar een laboratorium voor nader onderzoek. Resultaat: het is alleen maar zand! Na twee verdere maanden van zandtransport houdt de douaneman het niet meer uit en hij zweert: “Ik geef u zwart op wit dat ik u niet zal aangeven, maar ik voel aan mijn klompen dat u iets smokkelt. Wat is het?” De man antwoordt: “Zoals u ziet, ik vervoer slechts een kleine hoeveelheid zand.”. De Nederlander is gefrustreerd en woedend en laat zich overplaatsen naar een andere grensovergang, specialiseert zich in zandsoorten en smokkeltrucs en het leven gaat verder. Na vijftien jaar wordt hij gepensioneerd en de dag nadien gaat hij de fietsende Belg bezoeken. “Nou zeg, luister eens. Jij hebt m’n leven grondig vergald, ik ben nu met pensioen, jij hebt gewonnen. Wil je me nou is precies vertellen wat jij eigenlijk smokkelde?!” 

    De Belg: “Fietsen!”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *