Supplies

Een Amerikaan, een Hollander en een Japanner spoelen aan op een onbewoond eiland. De Amerikaan begint meteen de baas te spelen en zegt: ‘I take care of the food.’ Tegen de Hollander zegt hij: ‘You take care of the wood.’ En tegen de Japanner zegt hij: ‘You take care of the supplies.’

Ze gaan alle drie weg. Tegen de avond komen de Amerikaan en Nederlander elkaar weer tegen op de afgesproken plaats, maar nog geen spoor van de Japanner. Ze besluiten om te wachten. En ze wachten…. en wachten… en wachten….. Maar de Japanner komt niet opdagen. ‘Zo, dan beginnen wij alvast te eten,’ zegt de Hollander tegen de Amerikaan. ‘Okay,’ zegt de Amerikaan. Opeens komt de Japanner uit de boom gesprongen, terwijl hij roept: ‘Supplies!’ .

Similar Posts

  • De Moraal

    Kinderen van een lagere school krijgen les over moraal. Ze krijgen als opdracht thuis aan hun ouders te vragen een verhaal te vertellen waaraan een moraal hangt. Wanneer ze terug in de klas komen, mogen ze dat verhaal vertellen.
    Mieke vertelt:
    “Mijn ouders zijn kippenboeren, ze hebben een legbatterij. Op een dag hadden ze in de auto een mand eieren staan. Ze reden over een grote bobbel in de weg, waardoor de eieren braken”.
    De moraal luidt: “Wees zeer voorzichtig met fragiele voorwerpen”.
    Elsje vertelt:
    “Mijn ouders hebben ook een kippenboerderij, maar zij kweken kuikentjes. Op een dag hadden ze wel twintig eitjes. Ze verwachtten dus ook twintig kuikentjes. Ze verzorgden de eitjes heel goed, maar er zijn er maar vijftien van uitgekomen”.
    De moraal luidt: “Tel je kuikentjes pas als ze uitkomen”.
    Dan vraagt de juf aan Ellen:”En hebben jouw ouders ook een verhaal verteld?”
    “Ja”, antwoordt Ellen, mijn papa heeft ons verteld over zijn zus, tante Annie.
    Onze tante Annie woont in Amerika en is daar bij het leger. Ze is piloot bij de luchtmacht en heeft meegevochten in Irak. Op een dag werd haar vliegtuig geraakt en moest ze springen. Het enige dat ze bij zich had was een fles whisky, een machinegeweer en een zakmes. Terwijl ze aan haar parachute bengelde, dronk ze de fles whisky leeg, dan was ze die alvast kwijt.
    Toen ze beneden kwam, werd ze omsingeld door wel zeventig Irakezen. Ze pakte haar machinegeweer en schoot er vijftig van neer, toen waren haar kogels op.
    Met haar zakmes kon ze er nog vijftien doden, toen brak het mes af.
    De vijf laatste heeft ze met haar blote handen gedood.
    De juf kijkt Ellen ontdaan aan en vraagt na enige stilte: “En heeft je papa je ook een moraal bij dat verhaal verteld?”
    Ellen antwoordt: “Jazeker, je kunt beter uit de buurt van tante Annie blijven als ze gezopen heeft.

  • VERBLIJF IN DE HEMEL

    Komen een slechte priester en een slechte buschauffeur bij de hemelpoort en samen worden ze naar hun verblijf gebracht. Eerst wordt de chauffeur meegenomen naar zijn kamer. Over de top luxe: jacuzzi, groot bed, mooi uitzicht en een onuitputbare minibar.De priester kijkt verrukt en denkt: “zo als dat voor de chauffeur is, dat beloofd wat.” Vervolgens komen ze aan bij de kamer van de priester. Een kleine kamer, met een klapbed en een metalen pot in de hoek. De priester kijkt verbaasd en vraagt: “hoezo krijg ik dit en de chauffeur zo een luxe kamer?” En het antwoord dat hij krijgt: “Die chauffeur heeft veel meer mensen aan het bidden gekregen dan jij!”

  • God

    Co Adriaanse, Guus Hiddink en Johan Cruyff gaan alledrie op de zelfde dag dood. Op het moment dat ze in de hemel aankomen staat God op hen te wachten. Hij zegt “Jongens, als jullie kunnen zeggen wat voor goeds jullie hebben gedaan in je carriere, zal ik jullie een plaats aan mijn zijde geven.”
    Co Adriaanse zegt meteen “Ik heb AZ een topclub gemaakt”, en hij mag links van god gaan staan. Guus Hiddink zegt “Ik heb PSV naar de kwart finale van de champions league gebracht, en ook nog eens goed werk verricht met Zuid-Korea” en hij mag rechts naast god gaan staand.

    “Helaas Johan Cruyff, maar beide plaatsen zijn nu bezet” zegt God, waarop Johan antwoord “Helaas? Ik denk dat jij op mijn plek staat!”

  • Gedronken?

    Ik werd laatst met mijn auto aangehouden op de Almelosestraat. Vraagt die agent: “Meneer, heeft u gedronken?” Ik zeg: “Wat zegt u, ober?” Foutje natuurlijk, dus die agent vraagt nogmaals of ik gedronken heb. “Een biertje of dertig, een paar whisky’s en een paar glazen wijn.” Zegt die agent: “Dan moet u toch even blazen.” Ik zeg: “Hoezo? Geloof je me niet?”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *