Rapport
Jantje komt thuis met een slecht rapport.
“Voor zo’n rapport lijkt een flink pak slaag wel op zijn plaats!” zegt vader boos.
Jantje antwoordt:
“Dat lijkt me een goed idee, pa. Ik weet wel waar de meester woont.”
Jantje komt thuis met een slecht rapport.
“Voor zo’n rapport lijkt een flink pak slaag wel op zijn plaats!” zegt vader boos.
Jantje antwoordt:
“Dat lijkt me een goed idee, pa. Ik weet wel waar de meester woont.”
Een Belg komt bij Petrus aan de hemelpoort. Petrus vraagt hem of hij tijdens zijn leven op aarde ooit een goede daad gedaan heeft, waardoor hij zonder twijfel in de hemel thuishoort.
“Ik kan mij wel zoiets herinneren”, zegt de Belg. “Ik passeerde een parkeerplaats langs de autosnelweg waar een groep Hell’s Angels bezig waren een paar vrouwen lastig te vallen. Ik riep dus dat ze daarmee moesten ophouden, maar dat hielp niet echt. Toen ben ik op de grootste Hell’s Angel toegestapt, heb hem van zijn motor gesleurd, hem op de grond gesmeten, een slag op zijn neus verkocht en zijn neuspiercing uitgetrokken. Ik heb zijn helm afgetrokken, vol geplast, terug op zijn kop gezet en gezegd dat hij een grote zeiker was. Toen heb ik zijn motor omvergeduwd en ben erop beginnen springen tot die helemaal ingedeukt was en naar de andere Hell’s Angels geroepen: ‘En nu oprotten jullie!'”
Petrus was onder de indruk en vroeg: “Wanneer was dat precies?”
Antwoordt de Belg: “Een paar minuten geleden, denk ik.”
Jonas loopt langs het huis van de burgemeester en spuugt tegen het raam. De burgemeester komt boos naar buiten en vraagt: “Wat zou jouw moeder ervan vinden als ik bij jullie tegen het raam spuug?” Jonas : “Dat zou ze heel knap vinden, wij wonen op de zevende verdieping!”
“Hoe heet uw hond?” vraagt de doelman aan de scheidsrechter. “Ik heb helemaal geen hond.” Antwoord de scheidsrechter. Doelman: “Wat verschrikkelijk! Blind en toch geen hond!”
Twee Belgen hebben allebei een koe gekocht. Zegt de ene Belg tegen de ander: “Hey, hoe gaan wij de koeien nou onderscheiden?” Zegt de andere Belg: “Weet je wat, ik snij een oor van mij koe er af.” Wat gebeurt er een week later de andere koe blijft met zijn oor tussen het prikkeldraad en nu missen ze allebei een oor. Zegt de Belg weer: “Hey wat gaan we nu doen?” Zegt de andere Belg: “Oke, dan haal ik de staart van mijn koe er wel af.” Paar weken later bijt de ene koe de staart van de andere af en nu missen ze allebei een staart. Zegt de Belg: “Nu ben ik het echt zat, ik maak een klein krasje boven het oog van mijn koe. Zo weten we dat die van mij is!” Drie dagen later. Ja hoor, de koe valt op zijn oog en er zit een krasje boven zijn oog op de zelfde plek als bij de andere koe. De Belg word laaiend. Hij zegt: “Weet je wat, ik ben het helemaal zat! De zwarte koe is van jou en de witte is van mij!”
Ne belastinginspecteur kwam an de duure bie ne boer. Hij wol ’t spulke taxeern, “Ie doat mar wat nit loatn kunt”, zeg den boer. Toen den keal kloar was met ziene inspectie wolle nog efkes ’t gröslaand taxeren. “Ik zöl doar neet an begin’n a’k oe was” zeg den boer. Doar mös den taxateur toch efkes um lachen. “Kiek”, zeg den inspecteur en hij haaln ’n pasje oet zien tuk. “Met disse vergunnige mag ik bie iedereene alns controleern, dus met dit pasje mut elk eene mien gezag opvolgen”! “Ie doat mar waj neet loatn kunt” zeg den boer aandermoal en ’n taxateur gung gestrits oaver ‘n weiredroad hen woer jammer genog toevallig gén stroom opstun. Met ziene krek gepoetste skoone stunne al gauw miln in drek. Hij dee ’n paar trad veerder de weire in en toen kwam Herman d’r anloopn. Dat was ’n boer ziene bolle. Ziene fokstier za’k mar zegn. Herman begun rondjes te loopn um ’n taxateur hen. ‘n Taxateur prebeern vöt te komn op ziene duure skoone. “Wat mu’k toch doon” skreewn ’t inspecteurtje, “Ik kan naans hén, ik zitte vaste in ’n drek”! “Och”, zeg ’n boer, dewiel hij ’n sjekkie an ’t dreajn was, “dan loat ie ‘m toch gewoon efkes oen pasje zeen…..”?