The Flying Arrows
The Flying Arrows uit Enschede deze week op de voorgrond. Misschien kunnen onze lezers ons meer informatie geven over deze band. Stuur uw info s.v.p. naar: dehelenas@gmail.com

The Flying Arrows uit Enschede deze week op de voorgrond. Misschien kunnen onze lezers ons meer informatie geven over deze band. Stuur uw info s.v.p. naar: dehelenas@gmail.com

Paul “Paulchen” Kuhn (Wiesbaden, 12 maart 1928 – Bad Wildungen, 23 september 2013) was een Duits pianist, bandleider en zanger.
Kuhn bleek al jong muzikaal talent te hebben. Als scholier trad hij al op voor gasten in het Wiesbader Wijnlokaal Eimer. Na zijn opleiding door Kurt Thomas bij het Musischen Gymnasium Frankfurt am Main ging Kuhn als 17-jarige naar het conservatorium in Wiesbaden. Naast deze studie werkte hij al als professioneel jazzpianist. Met de opkomst van muziekprogramma’s, uitgezonden door de omroep, werd Kuhn een veel geziene gast op de televisieschermen.
Schlagerzanger: Als schlagerzanger werkte Kuhn mee aan titels als Der Mann am Klavier (1954), Es gibt kein Bier auf Hawaii (1963) en Die Farbe der Liebe. In 1957 nam hij met het lied Das Klavier über mir deel aan de Duitse voorronde voor het Eurovisiesongfestival, maar hij bereikte hiermee slechts de derde plaats.
Pianist: Als pianist rekent Kuhn Art Tatum en George Shearing evenals – door de bijzonder stilistische noten- akkoordzetting – Hank Jones tot zijn voorbeelden. Uitstapjes naar de bebop maakte hij met stukken als Stitt’s tune (2002) en Ornithology (1999).
Bandleider: Voor Kuhn als arrangeur en bandleider was Count Basie het grote voorbeeld, “Basie is de basis” volgens Kuhn. Zijn belangrijkste werk als arrangeur en bandleider was vanaf 1968 van bigbandleider van de Sender Freies Berlin.
Producent: Als producent zocht Kuhn aan het eind van de vijftiger jaren naar jonge talenten – vond onder andere Ralf Bendix, Rocco Granata, Howard Carpendale – en produceerde hun opnamen.
Entertainer en acteu: Als acteur en entertainer trad Kuhn in diverse televisieseries op, bijvoorbeeld Biedermann und die Brandstifter (1958), Spiel mit Vieren, Hallo Paulchen en Paul’s Party.
Informatie Bron: Wikipedia

Hermien Timmerman-van der Weide (De Krim (Overijssel), 25 juli 1943 – Enschede, 23 mei 2003), was een Nederlands zangeres.
Hermien van der Weide groeide op in De Krim en in Slagharen (beide gemeente Hardenberg) en ging in Slagharen naar de middelbare school. Rond 1960 werd ze actief als zangeres (amateur) en werd ze fan van de reeds bekende zanger Gert Timmerman (1935-2017). Begin 1963 maakte ze kennis met Timmerman na een concert van hem in Vriezenveen. Eind 1963 huwden de twee.
In april 1999 scheidde het koppel. In mei 2003 overleed Hermien van der Weide op 59-jarige leeftijd in een ziekenhuis te Enschede aan een nierziekte. Zij werd begraven op de algemene begraafplaats in Oldenzaal. Haar graf is in 2013 bovengronds geruimd.
Met haar echtgenoot vormde ze vele jaren – van 1963 tot 1997 – het duo Gert en Hermien. Hun bekendste nummer is Alle duiven op de Dam (Shalalie shalala, 1972). Rond 1970 trad Hermien ook wel solo op, met als hits Rode Anemonen (1965) en Blacky (1968). Van 1974 tot 1993 richtten Gert en Hermien zich volledig op het christelijk geloof en in de jaren tachtig brachten zij religieuze liederen geschreven door Margje Jonkman en kregen hiervoor een gouden plaat. Zowel het zangduo als de tekstschrijver. Zij traden vrijwel alleen nog in christelijke kringen op. In 1990 openden zij zich weer voor de buitenwereld, allereerst in een optreden met de rockgroep Normaal. Na een hartaanval op het podium in 1997 trok Hermien zich terug uit de artiestenwereld.
Info Wikipedia

Christian Anders (15 januari 1945, Bruck an der Mur) is een Oostenrijks schlagerzanger en componist. Zijn echte naam is Antonio Augusto Schinzel-Tenicolo.
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog weken zijn ouders uit naar Italië, het land van zijn vader en woonde er negen jaar op het eiland Sardinië. Toen hij tien jaar was verhuisde hij met zijn ouders naar Offenbach am Main in Duitsland. In 1968 kreeg hij een platencontract, maar het duurde nog een jaar vooraleer hij groot succes kende. Met Geh’ nicht vorbei had hij een grote hit in 1969. De plaat ging een miljoen keer over de toonbank en stond op 1 in de Duitse hitparade en bereikte plaats drie in de Zwitserse en Oostenrijkse en de 22ste in de Nederlandse. In 1971 richtte hij in Berlijn zijn eigen platenstudio op, Chranders Records. Hij stond vaak in de ZDF-Hitparade en de hitparade van Radio Luxemburg. Anders scoorde vele hits, maar hij kon na Geh’ nicht vorbei nog maar één keer de hoogste plaats in de hitparade wegkapen en dat was in 1972 toen hij met Es fährt ein Zug nach nirgendwo, zijn bekendste lied, opnieuw een hit had.
Bron: Wikipedia

De band Les Scalas uit Apeldoorn deze week op de voorpagina.
| Les Scalas | Apeldoorn | Nol | van der Meer | Trompet / Zang |
| Les Scalas | Apeldoorn | Gerrit | Overbeek | Gitaar / Zang |
| Les Scalas | Apeldoorn | Jopie | Kersen | Drum / Zang |
| Les Scalas | Apeldoorn | Wim | Jonker | Toetsen / Zang |


Deze week ontvingen wij van Jos Jambor een foto van The Sparkling Stars. Aan de foto te zien is dit in de vijftiger of zestiger jaren van de vorige eeuw. Als je ziet dat men toentertijd maar 2 microfoons hadden was het hard werken voor de mannen. 
The Lighttown Skiffle Group opgericht door Ibe Hundling. De eerste bezetting bestond uit Ibe Hundling (bas/leider) Wim Bartelings (vc) Wim Jongenelen (banjo/gitaar) Johan Slimmen (gitaar) Cas Mulder (banjo) Jan Huyboom (drums). Hun bekendste platennummers: – The Cotton Song, later ook wel bekend als Cotton Fields (Beach Boys, Creedence Clearwater Revival); – Troela, oh troela, hou je nog van mij; – Doe het maar in een emmertje, doe het maar in een teil. Een aantal bandleden ging in de 60’s verder als The Dutch Bluegrass Boys. Ibe Hundling overleed op 16 april 1988.

