Riem en Ruud de Wolff kwamen in 1949 met hun ouders naar Nederland en zongen in hun tienerjaren op schoolfeesten in bandjes als The String Extase Boys en The Cool Cats. Het repertoire bestond voornamelijk uit covers van The Everly Brothers. In 1960 stond hun uitvoering van de song Ramona uit, dat in 1927 geschreven was, maandenlang in de hitlijsten, en ook in veel andere landen was het nummer een grote hit. Andere succesnummers uit die tijd waren onder andere Oh Carol en Little Ship.
Begin jaren zestig toerden de broers samen met Anneke Grönloh door Indonesië, terwijl in Nederland en andere Europese landen verschillende nummers de hitparade haalden. Voor Ramona ontvingen de broers een Edison uit handen van Wim Sonneveld, nadat er zeven miljoen exemplaren waren verkocht. Ook in de jaren zeventig brachten The Blue Diamonds diverse singles uit, maar het stormachtige succes van Ramona werd niet meer geëvenaard. Dat trof als eerste hun versie van Save the last dance for me.
Begin jaren tachtig namen zij in Indonesië diverse platen op in het Maleis, waarvan miljoenen exemplaren over de toonbank gingen.
Tot de dood van Ruud de Wolff in december 2000 bleven The Blue Diamonds platen maken en optreden. Echt grote successen bleven uit, maar de typische Blue Diamonds sound bleef populair.
(bovenstaande tekst is uit Wiklipedia gekopieerd waar nog meer te vinden is over deze jongens)
Han Wellerdieck was een Nederlandse zanger die in 1945 is geboren. Han heeft in diverse bandjes gespeeld maar het langst in The Lights. Hierna is hij in 1972 met een solo carrière begonnen totdat hij in 2000 vanwege een herseninfarct moest stoppen. Bijgevoegd hebben we een nummer van hem “Holland wat ben je mooi”. Dit nummer is een vertaalde versie van Roger Whittaker.
Mieke, artiestennaam van Mieke Gijs (Turnhout, 8 mei 1957),
is een Belgische schlagerzangeres.
Jaren 70
Mieke begon al op
jonge leeftijd met zingen. Toen ze elf jaar oud was, deed ze in Arendonk mee
aan haar eerste zangwedstrijd, die ze ook won met een vertolking van Mama van Heintje.
In de jaren hierna was ze veelvuldig actief bij diverse andere zangwedstrijden.
In 1971, op dertienjarige leeftijd, bracht ze op het platenlabel RCA haar
eerste single uit: Susa Nina. Het nummer werd echter geen hit, net
zomin als de volgende singles Tien rode rozen en Fijn
dat jij er bent.
In 1973 werd Mieke in
contact gebracht met Pierre Kartner, alias Vader Abraham, die na zijn
successen met het kindsterretje Wilma op zoek was naar een nieuwe
jonge zangeres. Samen namen zij het duet Wat een prachtige dag op,
een vertaling van de hit What a wonderful world van Louis
Armstrong. De single bereikte de tipparade van de Nederlandse
Top 40. Een jaar later beleefde Mieke haar doorbraak met het door Kartner
geschreven lied Een kind zonder moeder, dat zowel in Vlaanderen als
in Nederland een hit werd. Ook het gelijknamige album werd een succes.
Gedurende het midden
van de jaren zeventig scoorde Mieke nog een aantal hits, zoals Zomertijd, M’n
beste vriendin en Het leger van werkelozen. Dit laatste
nummer was wederom een duet met Pierre Kartner, in samenwerking met het Weesper
Mannenkoor en De Kermisklanten. Met Kartner bleef ze intensief
samenwerken; hij schreef de meeste van haar liedjes en was tevens haar
producer.
In 1976 verscheen het
album Zo tussen dromen en ontwaken. De singles die hiervan werden
uitgebracht hadden echter weinig succes. In 1978 scoorde Mieke wel een hit met
het nummer Charlie Chaplin, afkomstig van haar album Horen
zien en zingen. In 1979 trad Mieke in het huwelijk met BRT-regisseur
Hugo Dewaersegger.
Jaren 80
Toen Pierre Kartner
zich steeds meer ging concentreren op zijn eigen carrière, werkte Mieke korte
tijd samen met Cees de Wit. Begin jaren tachtig werd Dries Holten haar
nieuwe producer. Met hem maakte ze onder andere de singles Dromenland en Als
ik jou niet had, beide van oorsprong Duitse schlagers die geschreven waren
door Ralph Siegel. In dezelfde periode bracht Mieke in Duitsland enkele
Duitstalige singles uit. Dat was niet voor het eerst, want in 1976 had ze ook
al eens een Duitse single gemaakt: Liebe Mutter.
In 1982 werd de
samenwerking met Holten stopgezet en kwam Mieke opnieuw onder begeleiding van
Pierre Kartner te staan. Er volgden enkele jaren zonder grote successen en
midden jaren tachtig werd de rol van Kartner overgenomen door producer Ad
Kraamer. In 1985 bereikte Mieke opnieuw de hitparades met de single Zaterdagavond,
een duet met Dennie Christian. Dit nummer, een cover van Ich komm’
bald wieder van Cindy & Bert, stond zes weken genoteerd in de
Nederlandse Top 40. Gedurende de rest van de jaren tachtig nam Mieke nog
verschillende andere platen op met Christian, later aangevuld met Micha
Marah en/of Freddy Breck. Samen traden zij veelvuldig
op tijdens het Schlagerfestival.
In 1988 bracht Mieke
de single Kom weer terug bij mij uit, een vertaling van het
lied Ne partez pas sans moi, waarmee Céline Dion dat jaar
het Eurovisiesongfestival gewonnen had. Het nummer presteerde echter
matig en ook de volgende singles flopten.
Jaren 90
Onder de hoede
van Roger Baeten, die Ad Kraamer als producer verving, nam Mieke in 1990
de single Vlinders in je buik op, een cover van Chanson
populaire van Claude François. Het nummer werd een hitje in
Vlaanderen en leidde tot een optreden in het televisieprogramma Tien om te
zien. Hierna volgden singles als Vrij als ‘n vogel en Om
je hart te voelen slaan (een cover van Pour un flirt van Michel
Delpech), maar deze haalden de hitlijsten niet.
In 1993 nam Mieke
deel aan Eurosong, de Vlaamse voorronde voor het Eurovisiesongfestival.
Met het nummer Waarom zou er vrede zijn eindigde ze hierbij op
de zevende plaats. Een jaar later bracht ze met weinig succes de singles Soms
is liefde… (een duet met Jo Vally) en Laat me alleen (een
cover van Rita Hovink) uit. Haar album Voor jou verscheen
in 1995. In 1996 ondernam Mieke een tweede poging om voor België naar het
Eurovisiesongfestival te gaan. Tijdens de selectieshow De Gouden
Zeemeermin werd ze met haar nummer Op dit moment echter
uitgeschakeld.
Na het overlijden van
haar man zette Mieke haar carrière tijdelijk op een laag pitje. In 1998 bracht
ze nog wel een album uit met naar het Nederlands vertaald repertoire van Dolly
Parton.
Jaren 00 tot heden
Hoewel grote hits
uitbleven, bleef Mieke na de millenniumwisseling regelmatig nieuwe singles uitbrengen.
Zo verscheen in 2001 Zoiets als liefde, een cover van een nummer
van Michelle. In 2002 nam zij, op aandringen van Pierre Kartner, weer een
duet op met Dennie Christian, getiteld Ik ben verliefd, jij bent
verliefd. Zowel Christian als zijzelf vonden de tekst van het lied
eigenlijk te puberaal, maar de single werd desondanks toch uitgebracht, met een
flop als gevolg.
In 2004 vierde Mieke
haar dertigjarig artiestenjubileum. Ter gelegenheid hiervan werd een album
uitgebracht: Dertig jaar Mieke, het complete hitoverzicht. Behalve
vier nieuwe nummers bevatte dit album ook een dvd. Twee jaar later, in 2006,
dook ze met de single Boom bang-a-bang (origineel gezongen
door Lulu) voor het eerst sinds 1989 weer op in de Nederlandse hitparade.
Dit nummer, waarvoor zij zelf de Nederlandstalige tekst schreef, was afkomstig
van haar album Vliegen als een vogel. Ook Pierre Kartner en Salim
Seghers schreven aan dit album mee.
Samen met Dennie Christian, Christoff en Lindsay bracht Mieke in 2009 een nieuwe versie uit van het nummer Zaterdagavond. Net als in 1985 werd het opnieuw een hit; in de Vlaamse Ultratop bereikte de single de vijfde plaats. In de periode hierna nam Mieke ook materiaal op met andere artiesten, zoals Liliane Saint-Pierre, Bart Kaëll en vooral Luc Van Meeuwen. Met Van Meeuwen nam ze vanaf 2013 verschillende singles op, die in 2016 verschenen op een album. In 2017 volgde de cd Parels, waarvan enkele nummers al eerder op single waren uitgebracht. Dit album bevat ook drie duetten met Bandit.
Het Telstar Combo deze week in de spotlights. Aan de kleding te zien komt deze foto uit eind zestiger of begin zeventiger jaren van de vorige eeuw. Als u meer van deze band weet te vertellen dan horen we dat uiteraard graag.
The Tremeloes is een Britse groep die vooral succes had in de jaren zestig. Ze waren oorspronkelijk de begeleidingsband van Brian Poole.
Als Brian Poole & the Tremeloes hadden zij in Engeland vanaf 1961 een reeks hits, waarvan Do you love me in 1963 aldaar de eerste plaats van de hitparade bereikte. Toen het niet meer boterde tussen de leden van de begeleidingsband en hun voorman, gingen ze in 1965 elk hun eigen weg. Brian Poole verdween al snel in de anonimiteit. De Tremeloes (Alan Blakley, Len ‘Chip’ Hawkes, Rick West en Dave Munden) waren echter regelmatig in de internationale hitparades te vinden.
The Tremeloes begonnen in 1967 aan een half decennium van hits, te beginnen bij het door Cat Stevens geschreven Here comes my baby. Er volgden meer successen, waarvan Silence is Golden (1967) en My little Lady (1968) de grootste waren. De groep kenmerkte zich voornamelijk door pretentieloze uptempo songs, zoals Even the bad times are good (1967), Helule helule (1968) en Once on a Sunday morning (1969).
Het nummer Yellow River werd hen aangeboden door componist Jeff Christie, maar ze brachten het aanvankelijk niet zelf uit. De band Christie – rond Jeff Christie en de broer van gitarist Alan Blakley – werd speciaal gevormd om het nummer uit te brengen, waarbij de zangpartij van Jeff Christie werd toegevoegd aan de reeds ingespeelde begeleiding van The Tremeloes. Het resulteerde in 1970 in een grote hit. The Tremeloes zongen ook You en What Can I Do? van Raymond O’Sullivan (die later bekend zou worden als Gilbert O’Sullivan). Begin jaren zeventig probeerden The Tremeloes een iets ‘ruiger’ image aan te meten met rockachtige singles als Blue Suede Tie. De laatste hit is ook uit die tijd, maar toch meer ‘poppie’: I Like it That way (1972).
Net als veel andere bands uit de jaren zestig en zeventig zijn ook The Tremeloes bij tijd en wijle in ‘revivaloptredens’ terug te vinden. Dave Munden is in al die jaren de enige constante factor geweest, hoewel tegenwoordig ook Rick West (die zich weer Rick Westwood noemt) deel uitmaakt van de groep. Chip Hawkes heeft de groep een paar keer verlaten om vervolgens weer terug te keren, maar hij maakt de laatste jaren deel uit van de groep Class of ’64 met oud-leden van Smokie en The Rubettes.
Band leden:
Brian Poole (Barking, 3 november 1941), zanger (tot 1966).
Alan Blakley (Alan David Blakley; Bromley, 1 april 1942 – 10 juni 1996), slaggitarist, pianist, zanger.
Ricky West (Richard Charles Westwood; Dagenham, 7 mei 1943), sologitarist, zanger.
Alan Howard (Dagenham, 17 oktober 1941), bassist, zanger (tot 1966).
Chip Hawkes (Leonard Donald Hawkes; Shepherd’s Bush, Londen, 2 november 1945), bassist, zanger (vanaf 1966).
Dave Munden (David Charles Munden; Dagenham, 2 december 1943-15 oktober 2020), drummer, zanger.
Deze week hebben “de Helena’s” de orkestband van hun single “Ons Verhaal” opnieuw ingezongen met een tekst die bedoeld is om de Radio Piraten van Nederland te eren. Omdat veel mensen luisteren naar Piraten muziek is dit onze ode aan de “de Piraten”. Bijgevoegd kunt u de nieuwe tekst beluisteren. Mocht u interesse hebben in opname “de Piraten” dan kunt u een mail sturen naar dehelenas@gmail.com en sturen wij hem aan u door.
Het Trio Las Palmas uit Rijssen deze week in de spotlights, Mocht u nog iets kwijt willen over dit trio dan horen we dat uiteraard graag op dehelenas@gmail.com.