Similar Posts
Ik ben een jongetje
Twee baby’s (een meisje en een jongetje) liggen in hun bedje. Zegt het jongetje: “Ik ben een jongetje!” Daarop reageert het meisje: “Hoe weet je dat?” “Nou, als onze moeders weg zijn, zal ik het je laten zien.” Als even later de moeders de slaapkamer hebben verlaten vraagt het meisje: “Laat je me nou zien, dat je een jongetje bent?” “Natuurlijk!” Het jongetje doet de dekentjes opzij…….. “Kijk maar, blauwe sokjes!”
Belasting
Nadat hun vliegtuig is neergestort op een vlucht naar het zuiden, kan een koppel zich redden op een onbewoond eiland. Niets wijst erop dat ze nog zullen gevonden worden. De man vraagt zijn vrouw (blijkbaar is zij degene die de financiën beheert): ‘Lieverd, heb je onze inkomstenbelastingen betaald voordat je vertrok?’ Zij antwoordt: “Nee”. Hij vraagt haar ook: “Heb je onze onroerend goed betaald voor vertrek?” Zij antwoordt: “Nee”. Hij vraagt haar ook nog: “En heb je onze wegenbelasting betaald voordat je wegging?” Zij antwoordt andermaal: “Nee”. Dan springt de man recht, omhelst haar en kust haar uitzinnig. Ze vraagt hem waarom hij zo blij is.
Hij antwoordt: “Dan zullen ze ons zeker vinden!”
In de kroeg
De kastelein vraag aan de man aan de bar wat hij wenst te drinken. ”Geeft u mij een pilsje”, zegt de man ”en geef die man met die pet op aan het tafeltje er ook een van mij.”
Zo gezegd, zo gedaan. Als de man aan de bar zijn pilsje leeg drinkt zegt hij tegen de kastelein: “geeft u mij nog een pilsje en die man met de pet op geeft u ook nog een van mij”. Dat tafereel speelt zich zo nog vijf keer af, waarop de vriend van de man met de pet zegt: “geef mij jouw pet eens even, dan krijg ik ook eens iets van die kerel te drinken”. ”Oké” zegt de pettenman en geeft zijn vriend zijn pet.
Vervolgens zegt de man aan de bar tegen de kastelein: “mag ik nog een pilsje van u en geef de man tegenover die met de pet op ook eens een van mij, want die ander heeft er al genoeg van mij gehad !”
Verhuizen
Een wat ouder stel verhuist naar het platteland en ze besluiten om een varkentje te kopen. Ze bouwen een stal en graven een poel. Het varkentje heeft een prachtig leven. Op een dag komt de buurman langs en vraagt of ze het bij dit ene varkentje houden. Ze willen er wel meer maar weten niet wat te doen. De buurman zegt dat hij een kennis heeft die varkens houdt. Daar moeten ze heen om hun varkentje te laten bevruchten. Het is niet ver dus zet de man het varkentje in de kruiwagen en gaat op pad. Bij de boer aangekomen doet de beer zijn werk. De man vraagt hoe hij kan zien of de beer zijn werk goed gedaan heeft. De boer antwoordt: “Als jouw varken morgenvroeg in de poel ligt, is het geslaagd. Staat ze op het droge, dan moet je nog ‘n keer langskomen.” De man gaat naar huis en kijkt de volgende ochtend ️nieuwsgierig uit het raam. Het varkentje staat op het droge….. Hij zet haar weer in de kruiwagen en gaat opnieuw naar de boer. De volgende morgen vraagt de man of zijn vrouw even naar buiten wil kijken. Ze doet de deur open en begint heel hard te lachen. ”Ligt ze in de poel?” vraagt de man blij. “Nee”, zegt de vrouw:
“Ze zit al in de kruiwagen!”
Getuige voor de rechtbank
In een rechtbank in een kleine provinciestad had de openbare klager een oude dame als getuige opgeroepen. Hij vraagt haar: “Mevrouw Heinrich, kent u mij?”
Ze antwoordt: “Uiteraard! Ik ken u al van kleins af aan. En eerlijk gezegd, was u toen al een totale ramp. U hebt gelogen, mensen gemanipuleerd en uw vrouw bedrogen. U denkt dat u heel wat bent, maar eigenlijk bent u een complete nul. Ja, ik ken u.”
De aanklager is sprakeloos. Uit verlegenheid wijst hij met de vinger door de zaal en vraagt: “Mevrouw Heinrich, kent u de advocaat van de verdediging?”
Ze zegt: “Maar natuurlijk. Ik ken Meester Friedmeier al van toen hij nog een peuter was. Hij is vals, vooringenomen en heeft een alcoholprobleem. Hij kan geen normale relatie met mensen opbouwen en zijn kantoor ruikt muf. Niet te vergeten dat hij zijn vrouw driemaal bedrogen heeft. Een daarvan was overigens uw vrouw. Oh ja, ook hem ken ik.”
De advocaat van de verdediging zakt in de grond van schaamte. De rechter roept beide heren bij zich en fluistert: “Als iemand van jullie idioten op het idee komt om te vragen of ze mij kent, kom je hier 10 jaar niet meer binnen!




