In de pan……

Een Fransman vaart in zijn privejacht, en komt in botsing met een andere boot, en beide boten zinken.
Op die andere boot zat er een Duitser.
De Fransman en Duitser zwemmen samen naar een eiland.
Op dat eiland is er een stam gevestigd.
Het stamhoofd beslist vlug over het lot van beiden en zegt:”in de pan ermee”.
De fransman en de Duitser vragen wat ze moeten doen om te blijven leven.
Het stamhoofd zegt.
”Zoek 100 dezelfde vruchten”.
De Fransman en de Duitser gaan allebei het bos in en de Fransman komt het eerst terug met 100 bessen.
Het stamhoofd zegt: ”en steek ze nu een voor een in je gat zonder te lachen”.
Het lukt de Fransman vlot maar bij de 100ste bes begon hij te lachen.
Het stamhoofd: ”IN DE PAN ERMEE!”.
Omstanders vroegen verbaasd waarom de fransman nu bij de 100ste bes begon te lachen!
De Fransman antwoordde:”Ik zag die Duitser aankomen met 100 kokosnoten.

Similar Posts

  • Supermarkt

    Er komt een man een supermarkt binnen, loopt naar de afdeling dierenvoeding, pakt twee blikken hondenvoer en loopt vervolgens naar de kassa. Vraagt de kassière: “Meneer heeft u een hond?” Hierop antwoordt de man: “Ja, natuurlijk heb ik een hond, anders had ik die twee blikken toch ook niet nodig?” Zegt de kassière: “Het spijt me meneer, maar vanaf deze week mag ik niemand meer dierenvoeding meegeven tenzij ik zelf kan zien dat de persoon een huisdier heeft… U zult de hond dus moeten meenemen…”

    De man vloekt een paar keer vanwege deze absurde nieuwe regeling, smijt de twee blikken op de grond en loopt kwaad weg.

    De volgende dag is hij weer terug, loopt naar de afdeling dierenvoeding, pakt twee blikken kattenvoer en gaat naar de kassa.

    Vraagt die kassière: “Meneer, heeft u een kat?” Waarop de man, zichtbaar geïrriteerd, antwoordt: “Ja natuurlijk heb ik een kat, ik kom deze blikken toch niet voor mezelf halen?”

    De kassière: “Meneer, dit vind ik nou niet slim van u.

    U was hier gisteren ook, dus had u kunnen weten dat ik u geen dierenvoed….”

    De kassière is nog niet uitgesproken of de man is de winkel al luid vloekend en tierend uitgelopen… De blikken bij de kassière achterlatend.

    De dag daarop komt de man met een bruine papieren zak in z’n hand de winkel binnen, loopt direct door naar de kassa en zegt tegen de kassière:

    “Mevrouw, steekt u hier uw hand eens in.” De kassière doet dit en roept vervolgens: “He, het is zacht en warm…” “Ja”, zegt de man, “Ik had graag drie rollen WC papier!”

     

  • Op scheppen

    Drie jongens zitten aan tafel op te scheppen over hun vaders.
    “Mijn vader is rechter en iedereen moet hem aanspreken met Uwe Excellentie.”
    “Dat is nog niets, mijn vader is koning en iedereen moet hem aanspreken
    met Uwe Majesteit.”

    “Mijn vader weegt 150 kilo en als de mensen mijn vader zien, zeggen ze:
    Oh Grote God.”

  • OP DE ZESDE DAG SPRAK GOD

    Op de zesde dag sprak God tot de aartsengel Gabriel: “Vandaag ga ik een land creëren, genaamd Nederland. Het zal een land zijn van buitengewone natuurlijke schoonheid, met grote bossen, vol met herten, zwijnen en eekhoorns. Grote rivieren, gevuld met alle mogelijke soorten levende wezens. Het zal een binnenzee krijgen met enorme hoeveelheden vis en ook aan een buitenzee komen te liggen, die men van prachtige goudgele stranden kan overzien.” God ging verder: “Ik zal het land rijk maken door de landbouw en de inwoners zullen grote welvaart kennen. Sommige van hun vrouwen zullen van verblindende schoonheid zijn. Ze zullen bekend worden als Hollanders. En ze zullen het vriendelijkste volk op aarde zijn. En als slagroom op de taart maak ik van het zuiden van Nederland een lieflijk heuvellandschap waar vriendelijke mensen zullen wonen, die bekend zullen staan als Limburgers.” “Maar Heer,” zegt Gabriel, “denkt U niet dat u een beetje te genereus bent voor deze Hollanders?” “Niet echt,”, antwoordt God, “moet je eens opletten wie ze als oosterburen krijgen!”

  • Een varkenshouder

    • Er was een boer die veel varkens had. Op een dag ging er iemand naar de boerderij en vroeg aan de boer: “Wat gebruikt u om uw varkens te voeren?” “Nou, ik geef ze mengvoer waar van alles inzit, hoezo?” “Omdat ik van de Dierenbescherming ben en ik het idee heb dat u uw varkens niet op de goede manier voert, u zou ze geen afvalproducten moeten voeren.” Daarna berispte hij de boer.
      Een paar dagen later kwam er iemand anders die dezelfde vraag stelde. De boer antwoordde: “Nou, ik voer ze heel goed. Ik geef ze zalm, kaviaar, garnalen, runderlappen…… hoezo?” “Omdat ik van de Verenigde Naties ben en ik denk dat het oneerlijk is dat u uw varkens op deze manier voert als er mensen zijn die sterven omdat ze niets te eten hebben.” En hij berispte de boer.
      Later kwam er nog iemand die ook weer dezelfde vraag stelde. De arwanende boer antwoordde na een tijdje: “Nou, ik geef elk varken een tientje zodat ze zelf kunnen kopen wat ze willen hebben.”
  • Sleeën

    Het sneeuwt in het park en na school gaan alle kinderen op het heuveltje in het park sleeën. Als Jantje wil gaan sleeën, vraagt Keesje: ‘Mag ik meedoen?’ Zegt Jantje: ‘Ja is goed! Doen we om de beurt, jij neemt hem mee naar boven en ik naar beneden.’

  • Hoe noemen we…..

    Er komt een professor bij een universiteit kijken of de studenten wel slim genoeg zijn. Hij vraagt of de slimste student even bij hem wil komen voor een paar vraagjes. Nou dus die jongen komt naar de professor toe. En de professor begint met de eerste vraag:
    “Hoe noemen we het ding om naar de sterren te kijken?”
    Waarop de student antwoordt:
    “Een telescoop.”
    “Goed,” zegt professor, “en om naar bacterien te kijken?”
    “Een microscoop.”
    “Goed. En nu een lastige: Hoe noemen we het ding om door muren te kijken?”
    Waarop de student vraagt:
    “Kan dat dan?”
    “Ja,” zegt de professor.
    “Waarmee dan?” vraagt de student.
    “Met een raam, mijn beste jongen, met een raam!”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *