DE MINNARES

Een man en vrouw dineren samen in een heel sjiek restaurant, wanneer een verblindend mooie jongedame naar hun tafeltje komt, de man een dikke zoen geeft, zegt dat ze hem straks wel zal zien en terug wegwandelt. De vrouw staart naar haar man en zegt: ‘Verdomd, wie is dat ???’ ‘Oh’, zegt de man, ‘dat is mijn minnares…’ ‘Wel’, zegt de vrouw, ‘dat doet de deur dicht, ik wil scheiden!’ ‘Ik kan dat begrijpen’, zegt de man, ‘maar denk eraan dat, wanneer wij gaan scheiden, er geen inkoopreisjes naar Parijs meer komen, geen wintervakantie meer op Barbados, geen zomerverblijf meer in Toscane, geen Ferrari of Mercedes meer in de garage en geen zeiljacht meer… Aan jou om te beslissen.’ Juist op dat ogenblik, komt er een vriend van het paar het restaurant binnen met een stoot van een babe aan de arm. ‘Wie is die vrouw bij Jim?’ vraagt de vrouw. ‘Dat is zijn minnares’, zegt haar man. Antwoordt zijn vrouw:

‘De onze is mooier hé’ !!!

Similar Posts

  • Moos

    Moos gaat voor het eerst in zijn leven skiën. Les nemen vindt hij zonde van het geld, dus suist hij bij zijn eerste afdaling, niet geremd door enige kennis of vaardigheid, met een noodgang over de zwarte piste.
    Waardoor hij een bordje ‘Lawine gevaar’ niet ziet. Als Moos, na een adembenemende afdaling, dankzij een bovenmenselijke inspanning nog net voor een vreselijk diep ravijn tot stilstand weet te komen, slaakt hij een diepe zucht van verlichting.
    Dat had hij beter niet kunnen doen.
    Tien tellen later ligt hij onder drie meter sneeuw. Onmiddellijk rukken de reddingswerkers uit. Zodra Moos gelokaliseerd is, steken ze een lange pijp in de sneeuw om Moos wat lucht te verschaffen. Moos ziet de pijp vlak boven zijn hoofd door de sneeuw verschijnen. “Wie is daar?” roept hij.
    “Het Rode Kruis,” roept men van boven.
    Waarop Moos zegt: “Maar, daar heb in Amsterdam al voor  gegeven.”

  • Raadsel

    In de klas is het tijd voor het kringgesprek. De juf zegt: Vandaag gaan we raadsels aan elkaar vertellen.  Jantje begin jij maar. O.K zegt Jantje. Het gaat er droog in, het gaat er nat uit, dan hangt er een druppeltje aan. Rara wat is dat?  Ga jij maar even in de gang staan, zegt juf boos. Op de gang komt Jantje de directeur tegen. De directeur vraagt Jantje, waarom sta jij hier op de gang? Nou, zegt Jantje we gingen raadsels vertellen en ik ben er uitgestuurd. Wat was je raadsel dan? Vraagt de directeur. Het gaat er droog in, het gaat er nat uit, dan hangt er een druppeltje aan. Ga jij maar naar huis Jantje zegt de directeur. Bij thuiskomst vraagt moeder aan Jantje waarom ben jij zo vroeg? Wij gingen raadsels vertellen en ik ben er uit gestuurd. Wat was je raadsel dan? Vraagt moeder. Het gaat er droog in, het gaat er nat uit, dan hangt er een druppeltje aan.  Ga jij maar naar je kamer commandeert moeder.

    Als Jantje op zijn bed zit mompelt hij beteuterd in zichzelf:  Al die ellende om een theezakje

  • Jefke

    Jefke zit op de stoep met een stok in een hondepoep te roeren.
    De postbode komt voorbij en vraagt aan Jefke wat hij aan’t doen is. ‘Een postbode aan het tekenen , zegt Jefke.
    Kwaad loopt de postbode door en doet zijn verhaal aan de ‘ Broeders van Liefde’, die een straat verder in hun combi zitten te mediteren.
    ‘Wacht’, zegt één van de politieagenten, ‘eens zien of hij dat bij ons ook durft !
    ‘Zij wandelen naar Jefke en vragen : ‘Awel brave jongen, gij zijt toch geen politieagent aan het tekenen hoop ik?
    ‘Jefke: ‘Nee nee, maak U maar geen zorgen, daar heb ik niet genoeg stront voor….’ .

  • Horloge

    Er zitten 2 man in een trein en de jongeman vraagt aan de andere man. Kun je mij vertellen hoe laat het is? De man geeft geen antwoord. Weer een poosje later vroeg hij het weer. De man gaf weer geen antwoord. De jongeman zegt tegen de man. Meneer nu heb ik je 2 keer gevraagd hoe laat het is waarom zeg je niks. Dat zal ik je vertellen zei de man. Je vraagt mij hoe laat het is. Dan moet ik mijn mooie horloge pakken. Dan zeg jij dat is een mooie horloge. Dan zeg ik ja dat is ook een mooie horloge. Dan vraag jij aan mij hoe ik zo’n horloge kan betalen. Dan moet ik zeggen dat ik goeie zaken doe. Dan vraag je mij of ik dochters heb. Dan moet ik zeggen ja ik heb mooie dochters. En jij wilt langs komen en komt daarna nog eens lang. En naderhand wil je met een van mijn dochters trouwen. Dus zeg nou zelf. Wat moet ik met een schoonzoon die geen horloge kan betalen

  • Te laat op school

    Geert komt te laat op school hij komt de klas binnen en de juf vraagt Geert waarom ben je te laat?
    En geert zegt nou ik had een droom.De juf gelooft hem niet En Geert praat verder het ging over voetbal maar ze hadden verlenging.

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *