DE MINNARES

Een man en vrouw dineren samen in een heel sjiek restaurant, wanneer een verblindend mooie jongedame naar hun tafeltje komt, de man een dikke zoen geeft, zegt dat ze hem straks wel zal zien en terug wegwandelt. De vrouw staart naar haar man en zegt: ‘Verdomd, wie is dat ???’ ‘Oh’, zegt de man, ‘dat is mijn minnares…’ ‘Wel’, zegt de vrouw, ‘dat doet de deur dicht, ik wil scheiden!’ ‘Ik kan dat begrijpen’, zegt de man, ‘maar denk eraan dat, wanneer wij gaan scheiden, er geen inkoopreisjes naar Parijs meer komen, geen wintervakantie meer op Barbados, geen zomerverblijf meer in Toscane, geen Ferrari of Mercedes meer in de garage en geen zeiljacht meer… Aan jou om te beslissen.’ Juist op dat ogenblik, komt er een vriend van het paar het restaurant binnen met een stoot van een babe aan de arm. ‘Wie is die vrouw bij Jim?’ vraagt de vrouw. ‘Dat is zijn minnares’, zegt haar man. Antwoordt zijn vrouw:

‘De onze is mooier hé’ !!!

Similar Posts

  • De Baas

    Een man gaat naar een dierenwinkel om een papegaai te kopen.  De winkelbediende wijst naar drie identieke papegaaien op een stok en zegt: “De linkse kost 500 euro.” “Waarom is die zo duur?” vraagt de man.“Omdat hij weet hoe hij een computer moet bedienen”, antwoordt de winkelbediende. Dat maakt de man nieuwsgierig en hij informeert naar de prijs van de tweede papegaai. “1000 euro”, is het antwoord. “Deze weet namelijk net als de eerste hoe je een computer moet bedienen, maar daarenboven kan hij ook nog eens programmeren in PHP en Javascript.” De man knikt bewonderend en vraagt hoeveel de derde papgaai kost. “5000 euro”, antwoordt de winkelbediende. “Dat is heel veel”, zegt de man, “wat kan die dan wel voor speciaals?” “Om eerlijk te zijn heb ik hem nog nooit iets zien doen”, zegt de winkelbediende, “maar de twee andere noemen hem baas”.

  • Thermoskan

    Een Belg komt in Nederland op de markt en ziet een kraam met thermoskannen staan.
    Dus hij vraagt aan de verkoopster: “Wat is dat”.
    De verkoopster zegt “Dat zijn thermoskannen”.
    “Maar wat moet je er mee doen?”, vraagt de Belg.
    “Als je er wat warms in doet blijft het warm en als je er iets kouds in doet blijft het koud.”
    De Belg koopt een thermoskan en komt de volgende dag op zijn werk.
    Dan vraagt zijn vriend: “Wat heb jij nou?”
    “Een thermoskan.”
    “Wat moet je er mee doen?” vraagt zijn andere vriend.
    “Nou als je er wat warms in doet blijft het warm en als je er wat koud in doet blijft het koud”
    “Wat heb jij er in zitten?” vraagt zijn vriend.
    “Nou, twee koppen koffie en een ijsje.”

  • Waterput

    Twee mannen lopen over een heide en zien een waterput. Ze lopen er naartoe en vragen zich af hoe diep die put eigenlijk is. Ze pakken een steentje, gooien het in de put, maar horen het niet de bodem raken. “Vreemd”, zegt de een. “Zou ‘ie zó diep zijn?” Ze gaan een grotere steen zoeken en gooien die ook in de put. Ze buigen voorover om te horen wanneer de steen de bodem raakt. Wéér geen geluid. Nu zien ze een hele grote zware steen, een grote rots, liggen en pakken die met z’n tweeën op. Ze strompelen naar de put en weten de rots over de rand te kieperen. Ze luisteren vol spanning en horen ineens hoefgetrappel achter zich. Ze draaien zich om en zien een geit keihard aan komen rennen en die duikt zo de put in. Stomverbaasd kijken ze elkaar aan. Na een kwartier komt er een herder aanlopen. “Hebben jullie mijn geit gezien?” “Nou”, zegt de een, “er dook hier net wel een geit met een rotgang deze put in.” “Nou”, zegt de herder, “dat kan niet want die zat aan een rots vast.”

  • Hond

    Om half twee ‘s nachts ging eergisteren de telefoon bij ons . Moeizaam kwam ik uit bed en vond op de tast de telefoon. “Spreek ik met meneer Osselaer?” vroeg een boze stem aan de andere kant van de lijn.

    “Ja, inderdaad,” mompelde ik .

    “Met Van Snick van de overkant. Ik bel even om te zeggen dat het geblaf van uw hond me gek maakt. Laat hem alstublieft onmiddellijk ophouden.”

    De volgende nacht om twee uur belde ik naar Van Snick. “Hallo?” mompelde hij slaperig.

    “Meneer Van Snick, met Osselaer van de overkant” riep ik door de telefoon!

    “Om twee uur ‘s nachts? Bent u gek geworden?”

    “Meneer Van Snick, ik bel even om te zeggen dat ik geen hond heb”.

     

  • Boekhouder

    De peetvader van een maffiaclan kwam er achter dat zijn doofstomme boekhouder 10 miljoen euro verduisterd had. Hij had de doofstomme boekhouder aangenomen omdat hij toch niks kon horen.Het missende geld wou hij echter meteen terug en hij haalde Jantje erbij omdat die gebarentaal kon.De peetvader vroeg: “Vraag hem waar de 10 miljoen zijn die hij van mij verduisterd heeft!”Jantje gebaarde deze vraag naar de boekhouder. De boekhouder antwoordde in gebarentaal: “Ik weet niet waar je het over hebt.”Jantje tegen de peetvader: “Hij weet niet waar je het over hebt.”Hierop haalde de peetvader een pistool boven, plaatste de loop tegen de slaap van de boekhouder en zei: “Vraag het hem opnieuw.”Jantje gebaarde aan de boekhouder: “Hij gaat je vermoorden als je het hem niet zegt!”De boekhouder: “OK! Hij wint! Het geld zit in een bruine tas die begraven ligt in de tuin van mijn neef, Voorstraat 18 in Utrecht!”De peetvader vroeg aan Jantje: “En, wat is zijn antwoord?”Jantje: “Hij zegt dat je het lef niet hebt om te schieten.”

  • Weer hetzelfde

    Een Belg en een Nederlander gebruiken samen de lunch. De Nederlander kijkt wat er tussen zijn boord zit: “O nee, weer worst. Elke dag worst. Als mijn vrouw nog en keer worst op brood doet spring ik van de flat.”
    De Belg kijkt wat hij op brood heeft: “O nee, weer pindakaas. Altijd pindakaas. Ik spring ook van de flat als ik morgen weer pindakaas op brood heb.”
    De volgende ochtend komt de Nederlander op zijn werk en ziet dat hij jam op brood heeft. Gelukkig denkt hij. De Belg ziet echter weer pindakaas op zijn brood en springt van de dichtsbijzijde flat de dood tegemoed.

    Een week later komt de Nederlander op de begrafenis van de Belg. ZIjn vrouw huilt en roep: “Waarom? Waarom?”
    De Nederlander besluit het uit te leggen: “Hij had elke dag pindakaas op brood. Daar werd hij zo zat van dat hij van de flat sprong…”
    De vrouw gaat nog harder huilen: “Hij maakte elke dag zijn eigen brood klaar…!”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *