Roy Orbison

Roy Kelton Orbison (Vernon, Texas, 23 april 1936 – Nashville, Tennessee, 6 december 1988) was een Amerikaanse country- en rockzanger. Hij staat sinds 1987 in de Rock and Roll Hall of Fame en de Nashville Songwriters Hall of Fame. In 1989 werd hij opgenomen in de Songwriters Hall of Fame. In 2006 kreeg Orbison postuum een ster op de Music City Walk of Fame en in 2010 op de Hollywood Walk of Fame. In 2014 werd Orbison opgenomen in de Musicians Hall of Fame.

Roy Orbison begon zijn carrière in 1956 bij het platenlabel Sun Records dat geleid werd door Sam Phillips en waar ook Elvis Presley, Johnny Cash, Jerry Lee Lewis en Carl Perkins onder contract stonden of hebben gestaan. Met het nummer Ooby Dooby waarvan er zo’n 500.000 stuks werden verkocht en dat tot nummer 56 op de Billboard Top 100 kwam, scoorde hij zijn enige hit voor Sun. In de periode dat hij voor het platenlabel actief was, wist hij al dat zijn hart bij het zingen van ballads lag. Sam Phillips, de eigenaar van Sun Records, wilde echter dat Orbison uptempo songs opnam, dit zeer tegen de zin van Orbison. Toen Orbison een grote hit schreef voor The Everly Brothers (Claudette), zag hij zijn kans schoon en kocht zijn platencontract bij Sun Records af om zodoende ergens anders zijn geluk te kunnen beproeven.

Orbison kwam terecht bij het platenlabel RCA waar Elvis Presley vele hits opnam. Orbison bleef echter niet lang. Na een aantal nummers op plaat te hebben gezet verliet hij in 1959 het label en kwam terecht bij Monument Records dat onder leiding stond van Fred Foster.

Orbisons eerste single, Up Town, was een bescheiden succes en bereikte plaats 72 in de Billboard Top 100. De opvolger werd uitgebracht in 1960 en maakte van Roy Orbison een wereldster. Van Only the Lonely gingen ruim twee miljoen exemplaren over de toonbank en met dit nummer creëerde Orbison iets dat nog nooit eerder in de rock-‘n-roll was gehoord: de dramatische rockballad. Tussen 1960 en 1965 produceerde Orbison klassiekers als Running ScaredCryingBlue AngelFallingBlue BayouIt’s OverIn Dreams en Oh, pretty woman. Vaak rustig beginnend, bouwde Orbison langzaam naar een climax toe die zowel in de arrangementen als in de stem en teksten van Orbison tot uitdrukking werd gebracht. De stem van Orbison en de composities van zijn songs zouden hem de status van legende bezorgen. Er was echter nog een element dat de muziek van Orbison uniek maakte: hij had ook het talent om liedjes op een totaal vernieuwende manier te schrijven. Het was in de beginjaren zestig de gewoonte om een song volgens een vast patroon te schrijven (A,B,C,B,D,B). Orbison schreef echter bijvoorbeeld in schema’s als A,B,C,D…Z. Er kwam in het hele liedje dus geen enkele herhaling van zinnen voor. Het vroegste voorbeeld hiervan is de song Wedding Day uit 1961, maar In Dreams en Falling uit 1963 zijn de bekendste voorbeelden. Running Scared uit 1961 was een song die ook afweek van wat gewoon was op dit gebied doordat het refrein aan het einde van het lied zat in plaats van in het midden. Toen het contract bij Monument Records in 1965 afliep was Orbison een wereldster met platenverkopen die de 30 miljoen hadden overschreden.

Orbison tekende voor het MGM-label, dat bereid was om hem het tot dan hoogste bedrag ooit (1 miljoen dollar contant) voor een platenartiest te betalen. Verder kreeg hij de kans om in films te acteren. MGM bedong echter dat er per jaar 30 songs en 1 album geproduceerd moesten worden. Daarmee kwam de nadruk te liggen op de kwantiteit in plaats van op de kwaliteit van de songs, dit in tegenstelling tot wat bij Monument Records gebruikelijk was. De eerste single op het MGM-label is de top 20-hit Ride Away. Het zou zijn grootste hit voor MGM zijn. In 1966 haalde hij met Cry Softly Lonely One (top 52) zijn laatste hitnotering in Amerika. In Engeland had hij meer hits, met als hoogste notering Too Soon To Know dat in 1966 de top 3 haalde. Penny Arcade is in 1969 zijn laatste notering in Engeland. Het opkomen van de Beatles en andere Britse bands (The British Invasion) en de daarmee veranderende smaak bij het platenkopend publiek zorgde ervoor dat de aanwezigheid van Orbison in de hitlijsten minder werd. Verder vonden er grote tragedies in zijn privéleven plaats. Zijn vrouw Claudette kwam in 1966 om het leven bij een motorongeluk en twee van zijn drie zoons vonden in 1968 de dood bij een brand in zijn landhuis. De carrière van Orbison kwam in een diep dal terecht. De hits bleven uit en het (grote) publiek leek hem vergeten te zijn. Zijn concerten in Engeland werden nog wel goed bezocht, omdat de fans hem trouw bleven, maar in zijn thuisland Amerika bleek dat volkomen anders. Daar trad hij met regelmaat op voor een klein publiek.

In 1973 werd zijn contract bij MGM ontbonden. Een jaar later tekende hij bij Mercury Records en nam daar het album I’m Still In Love With You op. Niet alleen is dit album onder de artistieke maat vergeleken bij zijn vroegere werk, muzikaal gezien verraste Orbison de luisteraar niet meer met de vocale hoogstandjes die hem zijn bijnaam “The Big O” hebben opgeleverd. In 1977 tekende Orbison opnieuw bij Monument Records en nam het album Regeneration op. Dit album is beter dan het voorgaande, maar kon ook niet de vergelijking doorstaan met zijn vroegere werk. Een tweede album is afgemaakt (nooit uitgebracht) toen Orbison hartklachten kreeg, nadat hij optrad in een show ter nagedachtenis aan Elvis Presley, die kort daarvoor overleed. Hij onderging een hartoperatie en kreeg 3 bypasses.

Kort daarna verliet Orbison Monument Records. In 1979 tekende hij bij Aslyum Records en bracht daar het album Laminar Flow uit. Het album bevatte matige discoachtige liedjes met uitzondering van Poor Baby en Hounddog Man. Ondertussen is er achter de schermen iets op gang gekomen, want Orbison was dan wel niet meer een succesvol platenartiest, zijn werk uit de jaren zestig heeft echter wel zijn sporen nagelaten bij jongere collega’s. Linda Ronstadt nam Blue Bayou op (1977), Don McLean Crying (1980) en Van Halen Oh, pretty woman (1981) en allen scoorden zij daarmee grote hits. Zelf scoorde Orbison samen met Emmylou Harris in 1980 eindelijk weer een hit met That Loving You Feeling Again. Het leverde hem zijn eerste Grammy Award op.

Vanaf die tijd begon Orbison aan een comeback te werken en kwam hij meer en meer in de spotlights te staan. Zo stond hij in het begin van de jaren tachtig in het voorprogramma van de Eagles en liet zich daardoor aan een groter en jonger publiek zien. In 1983 verscheen hij op televisie door een concert te geven getiteld Roy Orbison live in Austin City Limits Texas. In 1985 trad hij op bij Farm Aid en bracht hij een nieuwe single uit, Wild Hearts. Het is een ballad die een ouderwets goede Orbison laat horen. Het grote publiek merkte deze song echter niet op. Ook maakte hij dat jaar een album met zijn oude Sunmaatjes Jerry Lee Lewis, Carl Perkins en Johnny Cash. Het album heette The Class of ’55. In 1986 werd het nummer In Dreams gebruikt in de cultfilm Blue Velvet, geregisseerd door David Lynch. Hierdoor kwam Orbison onder de aandacht van een jong publiek. Velen wilden weten wie de zanger van In Dreams is en ontdekten daardoor de muziek die Orbison tot dan gemaakt had. In 1987 nam Orbison samen met k.d. lang Crying opnieuw op als een duet. Het nummer werd in Amerika een hit en het leverde hem opnieuw een Grammy Award op. In hetzelfde jaar werd hij opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame dat een jaar eerder in het leven was geroepen. Daarmee werd de status van Roy Orbison als belangrijke pionier en vernieuwer van de rock-‘n-roll officieel bevestigd en erkend door de muziekindustrie. In datzelfde jaar nam hij een televisiespecial op waarvan de zwart-wit video Roy Orbison and Friends, A Black and White Night uitkwam. In deze show bracht Orbison al zijn grote hits, inclusief twee nummers van zijn dan nog nieuw uit te komen album, ten gehore. Hij werd omringd door gastmuzikanten als Bruce Springsteen, Elvis Costello, Bonnie Raitt, Tom Waits, Jennifer Warnes, k.d. lang, Jackson Browne, J.D. Souther en James Burton (ex-gitarist van Elvis Presley). De laatste twee genoemden zijn in duet in de clip. Orbison kwam eindelijk terug aan de top en maakte dat nog eens duidelijk door in 1988 deel uit te maken van de supergroep The Traveling Wilburys, waarvan ook Bob Dylan, George Harrison, Jeff Lynne en Tom Petty deel uitmaakten. Het debuutalbum heette Traveling Wilburys Vol. 1, waarvan wereldwijd miljoenen exemplaren verkocht werden. Orbison stierf op 6 december 1988 plotseling als gevolg van een hartstilstand bij zijn moeder thuis in Hendersonville, een voorstadje van Nashville. Orbison was in voorbereiding op een wereldtournee. Zijn stoffelijk overschot werd begraven in een anoniem graf op de Westwood Village Memorial Park Cemetery in Los Angeles.

Zijn nieuwe album werd in januari 1989 postuum uitgebracht onder het Virginlabel. De single You Got It werd een wereldwijde hit. De enige keer dat Orbison You Got It voor een publiek zong was drie weken voor zijn dood op het Diamond Awards Festival in het Sportpaleis in Antwerpen, waar hij een Diamond Award kreeg, omdat hij 25 jaar tot de “top of the bill” behoorde. De opnames van dat optreden werden gebruikt voor de videoclip van You Got It. De tweede single, She’s a mystery to me werd ook een hit. Dit nummer werd voor Orbison geschreven door Bono en Edge van U2. In 1992, vier jaar na zijn dood, werd het nummer I Drove All Night een hit in Engeland en bereikte daar de 7e plaats. De opvolger Crying (duet met k.d. lang) haalde in datzelfde jaar de 13e positie. Roy Orbison was, in tegenstelling tot veel van zijn tijdgenoten, helemaal terug aan de top toen hij stierf en keek vooruit naar nieuwe dingen en niet terug op oude vergane glorie. Vandaag de dag wordt hij door velen in de muziek business erkend als een van de grootste artiesten die de rock-‘n-roll heeft voortgebracht. Zijn platen blijven goed verkopen en zijn in aantal de 100 miljoen ruim gepasseerd. Hij is voorbeeld en inspiratie voor vele artiesten en dat voor iemand tegen wie producer Jack Clement (Sun Records) ooit zei; “Roy, you’re never gonna make it as a ballad singer“.

Bron: Wikipedia

 

 

Similar Posts

  • The Pianohouse

    Afgelopen week bruiloft gehad waar The Pianohouse speelden. Ze blijven constant spelen, en speelden zowel nieuwe en oude hits. Het klinkt goed met z’n vieren, en met hulp van orkestbanden, maakten ze er een heel mooi feest van.

  • The Leftovers

    Afgelopen donderdag zijn we naar Kingpop in Vasse geweest en hebben geluisterd naar de band The Leftovers. De band bestaat uit van links naar rechts uit Bassist Henk Veldhuis; Gitarist Tom Kamphuis, Zanger Rob Engbers, Drummer Mark Boerrigter en solo gitarist Leo Bossink. Ze maken muziek van o.a. The Rolling Stones, The Cream, Foo Fighters, Blur, White Stripes, AC/DC en Pearl Jam. In deze formatie spelen ze nog maar 3/4 jaar maar de kwaliteit is goed. Op de vraag hoe ze bij de naam The Leftovers kwamen was het antwoord;”we zijn allemaal een overblijfsel van andere bands”. 

     

  • Ronnie Tober

    Ronald Edwin Tober (Bussum, 21 april 1945) is een Nederlandse zanger.

    Ronnie Tober werd in Bussum geboren, maar het gezin emigreerde toen hij drie jaar oud was naar de Verenigde Staten, en vestigde zich in Albany, de hoofdstad van de staat New York. Tober groeide daar op en ging daar naar de West Albany School en Colonie Central High School. Hij bleek over zangtalent te beschikken en trad op in twee musicals, in de rol van Tony in de musical The Boyfriend en als Billy Jester in Little Mary Sunshine. Op 29 september 1960, tijdens de campagne Kennedy versus Nixon, werd hem door senator Samuel Stratton van de staat New York gevraagd om voor senator John F. Kennedy te zingen. Tevens vroeg congreslid Dean Park Taylor aan Tober of hij voor Nixon wilde zingen op 30 september 1960. Hij zong voor beiden.

    In 1963 bracht Tober een bezoek aan familie in Nederland. Deze bracht hem in contact met Willem Duys, die hem vervolgens uitnodigde om op te treden in zijn programma Voor de vuist weg, op 27 december. Hij zong er Up a lazy river en viel daarmee op. Hij besloot daarom in augustus 1964 voorgoed terug te keren naar Nederland. Hij tekende een platencontract met Phonogram/Philips en zijn eerste single Iedere avond kwam in februari 1965 in de hitparade. Hij kwam onder de hoede van René Sleeswijk van de Snip en Snap Revue.

    In 1965 nam hij deel aan het nationale songfestival. Met het nummer Geweldig behaalde hij de tweede plaats. Hij moest Conny Vandenbos met ‘t Is genoeg echter voor laten gaan en zij ging naar het songfestival in Napels. In 1966 won hij de tweede prijs op het Songfestival van Knokke. Tober werd door Eric Krans, hoofd lichte muziek AVRO Radio, gevraagd om samen met Ann Burton naar het songfestival in Sopot te gaan. Hier ontving hij een eervolle eerste plaats met zijn vertolking van Showtime on Broadway. In 1968 deed hij mee aan het Eurovisiesongfestival in Londen en eindigde hij met het nummer Morgen op de zestiende plaats, een met Finland gedeelde laatste plaats. Het liedje werd ook geen hit, maar de Engelse versie getiteld Someday in de uitvoering van The Blue Diamonds wel.

    Tober stond desalniettemin in zijn succesvolste jaren – de periode 1965-1975 – geregeld in de hitparade met nummers als Verboden vruchtenArrivederci AnsRozen voor Sandra en Naar de kermis, een duet met Ciska Peters. Hij was ook regelmatig te gast in diverse radio- en tv-programma’s van o.a. Corry Brokken, Willy en Willeke Alberti; hij had eveneens jarenlang zijn eigen tv-show bij de KRO en de AVRO, waarin hij gasten ontving zoals Conny Vandenbos, Corrie van Gorp, Roger Whittaker e.v.a.

    Op 25 januari 2012 was Tober te gast bij Ali B in het programma Ali B op Volle Toeren. Het nummer Er is niemand zoals jij, dat in dit programma ontstond, werd op single uitgebracht (met als B-kant Het zijn van die kleine dingen, een duet met Belinda Kinnaer) en haalde de Top 30. Naar aanleiding van het programma trad Tober met Ali B en Brownie Dutch op tijdens het culturele festival De Parade in Den Haag, Utrecht en Amsterdam.

    Begin 2013, na de aankondiging van het aftreden van koningin Beatrix, bracht Tober samen met René Riva de single Dank U Majesteit uit als eerbetoon aan de koningin.

    Op 5 mei 2015 was Tober een van de zeventig zeventigjarigen die het bevrijdingsconcert aan de Amstel, kwamen opluisteren.

    In 2018 was Tober gastartiest tijdens de concerten van De Toppers in de Johan Cruijff ArenA.

    Tober heeft meerdere malen deelgenomen aan de Nijmeegse Vierdaagse, onder andere met lopers van de Ronnie Tober Foundation. In de jaren dat hij deelnam verschenen ook verschillende Vierdaagse-singles: De Wandelexpress (2006), Loop met ons mee (2007), Wij lopen de vierdaagse (2008) en De 4-daagse is een feest (2010)

    In 2000 was hij deelnemer aan het televisieprogramma Big Brother VIPS met Anneke Grönloh, Henk Schiffmacher, Maya Eksteen, Theodor Holman en Maxine.

    Tober was betrokken bij verschillende Sinterklaasfilms van regisseur Martijn van Nellestijn. Hij speelde kleine rollen in de films Sinterklaas en het Geheim van het Grote Boek (2008) en Sinterklaas en het Pakjes Mysterie (2010), en zong de titelsong voor Sinterklaas en de Verdwenen Pakjesboot (2009). Dit nummer, getiteld Nederland, werd geschreven door Harold Verwoert, die de film de rol speelt van Piet Diego.

    In 2012 nam Tober een tv-special op voor Omroep MAX ter gelegenheid van zijn vijftigjarige artiestenjubileum. In deze tv-show zingt Tober duetten met bevriende artiesten, waaronder Carel Kraayenhof, Anneke Grönloh, Jorge Castro, Ciska Peters, Dayén, de Belgische zanger Christoff, Willeke D’estell en Patrick van Bree. Deze show werd uitgezonden op 18 januari 2013.

    Op 21 april 2020 werd Tober ter gelegenheid van zijn 75ste verjaardag benoemd tot Zanger des Vaderlands en gaf hij een speciaal optreden bij het televisieprogramma Tijd voor MAX van Omroep MAX.

    In september 2021 was hij als verkoper te zien in Van onschatbare waarde. In 2023 was Tober te zien als secret singer in het televisieprogramma Secret Duets.

    Verder werkte hij mee aan de popquiz van Rob Stenders, Stenders Late Vermaak, die in het eerste kwartaal van 2007 werd uitgezonden door Tien.

    Onderscheidingen

    Op 27 december 2003 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Deze onderscheiding ontving hij tijdens zijn veertigjarig artiestenjubileum in theater Orpheus in Apeldoorn.

    Op 27 december 2008 vierde Tober zijn 45-jarig artiestenjubileum in een uitverkocht theater Figi te Zeist. Vele bekende collega’s waren aanwezig, onder wie Anneke Grönloh, Ciska Peters en tv-kok en artiest Lonny. De presentatie was in handen van Vivian Boelen, Jacques d’Ancona en Eddy Becker. Tober ontving van de producent en regisseur van de kinderfilm Sinterklaas en het Geheim van het Grote Boek een cheque van 2500 euro voor de Ronnie Tober Foundation.

    In december 2009 ontving Tober de Princess Hoffelijkheidsprijs 2009, die hem werd overhandigd door Mies Bouwman.

    Op 2 september 2017 werd Tober tot ridder geslagen in de orde van het Gulden Vlies. De ceremonie vond plaats tijdens de opening van het Groot-Kapittel 2017 van het Internationaal Broederschap Het Gulden Vlies Brugge, door de Grootmeester Frederik Thomas in Huis ter Beurze van VBRO radio.

    Bron: Wikipedia

     

  • De Helena’s

    De laatste puntjes worden op de I gezet, want over 5 weken gaan we voor “de Helena’s Final Tour” weer naar Tirol in Oostenrijk. Met 2 bussen vol Fans gaan we op zondag 23-06-2024 weg en komen 29 -06-2024 hopelijk allemaal gezond weer naar ons mooie Twentse land terug.

  • Jan Boezeroen

    Jan Boezeroen, pseudoniem van Johnny Goverde (Geboren in Steenbergen, 2 oktober 1933), is een Nederlands artiest, die vooral in de jaren zeventig en de jaren tachtig succes heeft gehad. De doorbraak had hij in 1970 met het nummer “de fles”. 

  • Canyon

    Deze week de band Canyon. De band bestond uit Rob de Groot, Gitaar en Zang; Humpfrey de Groot, Drum en Zang; Dik Huizinga, Orgel en Zang; Loe Loesman, Bas en Zang. Deze foto is ons beschikbaar gesteld door Betsie kienhuis -Egberts. Als u meer informatie over deze band heeft dan horen we het graag.

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *