Caterina Valente

Caterina Germaine Maria Valente (Parijs, 14 januari 1931 – Lugano, 9 september 2024) was een Frans-Italiaanse zangeres. Ze was in de jaren vijftig tot omstreeks 1965 in Nederland en België enorm populair. Valente was samen met haar broer Silvio Francesco ook succesvol in het theater, de film en later op tv.

Valente werd geboren te Parijs als dochter van de accordeonist Giuseppe Valente, en de muzikale clown Maria Valente. In 1952 huwde ze met jongleur Erik von Aro, die haar manager werd.

Ze begon als zangeres en danseres bij het circus Grock en maakte in 1953 haar eerste platenopnamen als zangeres van het orkest Kurt Edelhagen op het platenmerk Polydor. Haar eerste grote hit had ze in 1954 met Ganz Paris träumt von der Liebe, de Duitse vertaling van I love Paris van Cole Porter. Malaguena dateert uit datzelfde jaar.

Ze werd tussen 1954 en 1962 de bekendste schlagerzangeres. Midden jaren 1950 trok Valente geregeld met Bobbejaan Schoepen op tournee door Duitsland. In 1960 bracht ze ook een door Schoepen gecomponeerd succesnummer uit in Italië: In de schaduw van de mijn, ofwel Amici miei. In 1955 stond ze in Nederland in de hitparade met achtereenvolgens MalaguenaThe breeze and ISiboneyBaiao Bongo en Fiesta Cubana. 1956 zette ze in met de Franse en Spaanse versie van Granada waarna ze in de film Bonjour, Kathrin de gelijknamige song zong, en Steig’ in das Traumboot der Liebe. Uit hetzelfde jaar dateert Wo meine Sonne scheint, de Duitse vertaling van Island in the sun van Harry Belafonte en Bouquet de rêvesTiptipitipso uit 1957 was begin 1958 haar eerste grote hit in de Nederland en België, gevolgd door Spiel’ noch einmal für mich Habanero, in het Frans Jéremie, met Une nuit à Rio Grande als b-zijde. In juli 1958 stond ze ook met Melodia d’ amore in de hitlijsten.

In 1959 stapte ze over naar Decca. Daar werd ze begeleid door het RIAS Tanzorchester van Werner Müller.[2] Tschau, tschau Bambina, de Duitse vertaling van Domenico Modugno’s San Remohit Piove, werd in Nederland in 1959 nummer 1 en stond zes maanden in de hitparade. Met Sweetheart, my darling, mijn schat/Bon giorno deed ze het nog beter; het werd eveneens nummer 1 en stond acht 8 maanden in de hitparade. Polyglot Caterina, die inmiddels in twaalf talen zong, zong het nummer in een merkwaardig Nederlands, in een arrangement van Werner Müller. In 1959 stond ze met negen nummers in de Duitse hitparade. Tot 1963 stond ze in de Lage Landen bijna onafgebroken in de hitparade met al of niet originele Nederlands- en Duitstalige nummers als La strada del amoreMijn souvenir (My happiness van Connie Francis), Marina (Rocco Granata), Adonis/Er is geen dagZu viel Tequila (Too much tequila), Zeeman (Seemann van Lolita), Itsy bitsy, teeny weeny (Brian Hyland), Oh, Valentino (Connie Francis), Ein Schiff wird kommen (Lale Andersen), Suco, suco (Alberto Cortez, Ping Ping), Pepe (Duane Eddy), Quando, quando (samen met broer Silvio Francesco, oorspronkelijk een San Remohit uit 1962 van Tony Renis), Gondola, gondoli en Tango Italiano, (eveneens San Remohits uit 1962, van respectievelijk Bruni en Ernesto Bonino en Milva en Sergio Bruni), Tout l’amour (Passion flower), Leçon de twist (ook samen met broer Silvio Francesco).

Toen eind jaren zestig haar ster in Europa begon te tanen, trok ze naar de Verenigde Staten, waar ze, net als Ivo Robic, via de Perry Como-show al bekendheid genoot. Como had in 1962 al Caterina aan haar opgedragen. Ze zong nu meer jazzy nummers en chansons. In 1974 laste ze een pauze in om haar zoon Alexander ter wereld te brengen en daarna trok ze verder de wereld rond, waarbij ze haar stemvirtuositeit etaleerde. In de jaren tachtig trad ze regelmatig op in Duitse televisieshows, waarna het stiller rond haar werd. Uit die jaren dateert een potpourri-album van haar vroegere hits. Sindsdien leefde ze teruggetrokken in haar villa in Zwitserland, aan het meer van Lugano, waar ze op 9 september 2024 overleed. Ze werd 93 jaar oud.

Bron: Wikipedia

 

Similar Posts

  • Trio Lovely-Dust

    Trio Lovely-Dust verzorgde lange tijd bij de Kul in Denekamp en bij “de Kei” in Oldenzaal dansavonden. Met z’n drieën maakten ze goede muziek en hadden veel succes. Links Karel Postma, midden Bennie Wijering en rechts Sjef Muller

  • The Locomotions

    The Story of the Locomotions.

    1994, 1999, 2004, 2009, en 2013 tot vijf keer toe in 20 jaar ’n reünie van deze Locomotions, en ik kan me zo voorstellen dat sommigen zich afvragen waarom deze herhalingen…! Zijn de Locomotions dan zó speciaal? Laat ik dat eens proberen uit te leggen. De Locomotions zijn ’n stel kerels, die naast dat ze gezworen kameraden zijn, óók de hobby muziek hoog in het vaandel hebben staan, en vooral het plezier daarin na 4 decennia nog altijd willen delen met al hun fans; die; zoals is gebleken; deze Gemerts band altijd trouw zijn gebleven!  Bovendien hebben zij, net als al diegenen van die leeftijd, het onwaarschijnlijke geluk gehad dat ze in de jaren 60 hun jeugd hebben gehad, en daarmee het onbeschrijflijk mooie jaren-60 gevoel kennen. Ik laat de poging om dat uit te leggen dus maar achterwege, maar al diegenen die dat ook hebben meegemaakt kunnen dat beamen! In dát decennium heeft de popmuziek gestalte gekregen, en is groot geworden! De bakermat van deze muziek, de jaren 60, dáár werd de basis gelegd van de hele hedendaagse muziek-scene. dát maken de reünies van de Locomotions zo speciaal!!Het prille begin.Bij de leden van het eerste uur zaten drie bekenden: Harry Slits, Peter Vlemmings en Henk Smits. Eind 1961 besloten ze om ’n bandje op te richten, en er werd aan een andere ambitieuze jongeman gevraagd of hij daar ook zin in hadden, te weten Theo Smits. Er moest ook ’n bandnaam komen, en die schud je niet zomaar uit je mouw. Willy (Henk’s broer) Smits had naar later zou blijken ’n briljant idee, hij sprak in het najaar van 1962 de legendarische woorden: “Hé jongens ik weet voor jullie ’n mooie naam: “The Locomotions”. Het zal geen toeval zijn geweest dat uitgerekend in dát najaar Little Eva met haar enige hit hoog in de hitparade stond: The Locomotions… Dit viertal, Henk, Theo, Peter en Harry hebben in 1962 verschillende optredens gedaan in het patronaatsgebouw, beter bekend als “Het Stumpke” onder de bezielende leiding van Nol Maas. De Locomotions van het eerste uur speelden zonder bassist, dat is later in 1962 veranderd: Arie Meyers hanteerde vanaf dat tijdstip de basgitaar. Het gepriegel van het eerste uren veranderde naarmate de tijd verstreek in volwaardige, en volwassen rock ’n roll, zoals in die tijd de toon werd gezet door Cliff & The Shadows, Jerry Lee Lewis, Buddy Holly, Elvis Presley en ga zo maar door. Dat werd onder andere ook door Piet Maas opgemerkt, in 1963 toonde deze kastelein van Het Vossenkamp belangstelling voor dit musicerende Gemertse 5-tal.Het Vossenkamp. Pandelaar 35In de maand maart van 1963 debuteerden The Locomotions op ’n zondagavond voor ’n kleine drie uurtjes op het podium van het Vossenkamp. Dit beviel de eigenaar Piet Maas dusdanig goed; dat hij deze optredens gelijkmatig wist uit te breiden. Naast de zondag werd er ook op de zaterdag gespeeld, en uiteindelijk stonden deze 5 jongens ook op woensdag de sterren van de hemel te spelen, en niet onverdienstelijk: Het Vossenkamp beleefde gouden tijden!! Piet was niet alleen ’n uitstekend beheerder, hij was ook als ’n soort “vader” voor de Locomotions: Mede door zijn inzet en hulp kon de band nieuwe instrumenten kopen, en die konden ze dan op ’n schappelijke manier “afbetalen” door middel van de optredens, en ik ben er van overtuigd, dat hij daarbij menigmaal ’n oogje heeft dichtgeknepen!  In het daaropvolgende jaar 1964 waren er maar weinig weekenden dat er géén Locomotions in het Vossenkamp speelden! Gemert kende in die bewogen tijd meerdere bandjes, en de concurrentie was dan ook behoorlijk. Elk bandje dat in die tijd actief was, had z’n eigen kenmerken en kwaliteiten . Het beste bewijs daarvoor waren de fanclubs en daarmee de vaste aanhang, die elke band had. Dat werd het beste duidelijk toen The Locomotions hun grenzen gingen verleggen, en buiten Gemert het geluk ging beproeven: de fans gingen mee, ze waren er altijd bij! Er werden diverse talentenjachten gewonnen, en ’n absoluut hoogtepunt was wel het optreden in de Hilversumse AVRO-studio. Deze resultaten vertaalden niet alleen de muzikale kwaliteiten van de Locomotions, doch zeer zeker óók de vaste kern fans, die in grote getale daarbij aanwezig waren, en die daar de nodige indruk maakten!!

    Naarmate de jaren 60 hun verloop kregen, veranderde het een en ander, want de belangstelling voor bands zoals de Locomotions liep wat terug, mede door het toen nieuwe fenomeen: de discotheek. Óók het Vossenkamp onderging die metamorfose. In die tijd veranderde ook de bezetting van de Locomotions: Pieter en Martien (Matje) van Bree kwamen de bezetting op peil houden, als respectievelijk gitarist en drummer. Na ’n nog altijd succesvolle periode kwam daar abrupt ’n einde aan door het noodlottig ongeval in juli 1967 van de nooit vergeten Theo Smits. Door het verlies van deze vriend en muzikant van de Locomotions hield de band op te bestaan; niemand wilde na dit bijzonder trieste voorval doorgaan. Ieder ging z’n eigen weg, hetzij in andere orkesten of anderszins.  De jaren 90, de eerste reünie. Wat mij achteraf het meest is opgevallen en bijgebleven is dat Harry, Henk en alle anderen van de Locomotions van weleer bijna altijd aanwezig waren op de uiterst gezellige BINGO-dansavonden (Band Indië-Nederland Gemert en Omstreken) in het begin van de jaren 90 met op het podium diverse indo bands, mogelijk dat dáár de basis en eerste ideeën werden gevormd voor de toen latere reünie in 1994, want iedereen had het in dat tijdperk over de goeie ouwe tijd, en vooral “Back To The Sixties”, het magische decennium zoals we dat eerder in dit artikel hebben besproken. En wanneer daarbij de corresponderende muziek uit dat tijdperk van die bands op die BINGO-avonden ‘n volle dansvloer oplevert, dan gaat bij elke muzikant het bloed kriebelen, vooral wanneer dan daar aan Harry Henk Arie en Peter wordt gevraagd: Wanneer The Locomotions??  In augustus 1993 worden dan voor de eerste keer de koppen bij elkaar gestoken om ’n mogelijke reünie te bespreken. Er werd gerepeteerd, en het klikte; in december van dat jaar werd het groene licht gegeven voor de reünie op 17 en 18 juni 1994 in het Ridderhof, en in de tussenliggende tijd werden in twee dagen tijd maar liefst 900 kaarten verkocht. Toon Van Kessel en Ad vd Berg bouwden ’n gigantisch mooi decor, de voorgevel van het toenmalige Vossenkamp, goed verzorgd tot in kleinste detail. Arno en broer Wim Maas zorgden voor het administratieve en presentatieve gedeelte, Jos Maas was de onmisbare sponsor, en vele anderen die met hun inzet dat weekend mede zo speciaal hebben gemaakt. Het duurde ruim twee jaar na deze uitmuntende en perfecte reünie alvorens de videofilm van dit evenement te koop was, die overigens in no time was uitverkocht. 2, 3 en 4 juli 1999.Enkele jaren later kwam het laatste jaar van de 20e eeuw in zicht, en iedereen wilde nog wel ’n keer, zo’n ontzettend gezellig weekend maken en meemaken! De plannen waren gauw beklonken, en wanneer je met ’n hecht team dat er zin in heeft kunt werken; dan wordt dat perfect, en zo was het op het eerste juli weekend in 1999! Deze keer werd het podium van het Vossenkamp tot in detail door Toon en Ad nagebouwd, het podium van 5 jaren eerder fungeerde nu écht als ingang, die voorgevel van Het Vossenkamp bij de ingang van het Ridderhof, dus met ’n beetje fantasie was Het Vossenkamp één weekend terug van weggeweest! De CD “Podium” maakte alles compleet, en met de videoregistratie, die subliem in beeld en stereogeluid was uitgevoerd, werden we in de gelegenheid gesteld om alles nog eens te bekijken. Niemand kon vermoeden dat de inhoud van ’n avondje Locomotions 5 jaar eerder zo’n impact had, en was blijven hangen bij de fans. Dat leverde ’n ware run op de kaarten op, en in knap ’n half uur was er geen kaart meer te krijgen, velen werden teleurgesteld. Dat werd in 2004 voorkomen!

    Deze tekst is gekopieerd van de site www.thelocomotions.nl waar u nog meer informatie van deze band uit Gemert kunt vinden.

  • John Spencer

    Zanger/gitarist Henk van Broekhoven formeert in 1958 zijn eerste groep The Dynamic Rockers. Dit Tilburgse kwartet speelt voornamelijk bekende hits van andere artiesten na. De groep brengt begin jaren zestig vier singles uit op het Belgische Helia-label en treedt op in het populaire televisieprogramma Tienerklanken. In 1968 houdt de band het voor gezien. In 1971 wordt Van Broekhoven aangenomen als diskjockey in de Tilburgse Combi Bar. Naast zijn werk als deejay is Van Broekhoven in 1974 ook als vertegenwoordiger in dienst bij de Belgische platenfirma Monopole Records. Voor de grap brengt hij een eigen single uit met de titel Jealous Fool. In 1973 neemt hij onder het pseudoniem Rockin’ Ronny het singletje We Like Rock And Roll op. Kort daarna verandert Van Broekhoven zijn naam in John Spencer, direct ontleend aan het telefoonboek van Memphis. Jealous Fool wordt een bescheiden hitje in België, evenals de opvolger Corina, Corina. De langspeelplaat John Spencer Sings American Hits bevat voor de helft eigen nummers. In 1975 schrijft hij samen met stadsgenoot Henny Vrienten het liedje Call It Love, dat in België de top tien haalt en ook uitkomt in Nederland, Scandinavië, Duitsland, Zwitserland, Hongarije en Italië. Spencer krijgt daarna een contract aangeboden bij de grote platenmaatschappij Phonogram. Na een conflict bij Phonogram vertrekt Spencer in 1980 naar platenlabel Telstar. Hier neemt hij de plaat Songs For A Rainy Day op. Deze flopt, maar Spencer geeft het niet op. Met gespaard geld en zijn opgebouwde knowhow gaat hij zich toeleggen op productie- en componeerwerk. Voor de Nederlandse zanger Nick MacKenzie schrijft en produceert hij het nummer Hello, good morning en de gelijknamige elpee. Het jaar 1983 wordt Spencers doorbraak. Hij heeft drie hits met uit het Engels vertaalde liedjes: Een steelgitaar en een glaasje wijn (Paul Anka), Johnny vergeet me niet (John Leyton) en Lana (Roy Orbison). Het laatstgenoemde wordt zijn grootste hit. In de jaren die volgen staat hij regelmatig in de Nederlandse hitlijsten. Begin jaren negentig beginnen de hitsuccessen langzaam af te nemen. Spencer stopt met zingen en optreden en legt zich volledig toe op het produceren en componeren. Na een afwezigheid van een aantal jaren maakt Spencer in 1997 zijn comeback met de single Buono Sera. De plaat wordt geen hit. Er verschijnt ook een verzamelalbum met zijn grootste successen.

    Sinds enige jaren treedt Van Broekhoven nog af en toe op als John Spencer en is hij steeds actief als songschrijver, onder meer voor het Holland Duo, zanger Theo van Cleeff uit Nijmegen en zanger Bouke (Scholten) uit Emmen. Van Broekhoven woont in het Belgische grensplaatsje Poppel. Hij is een muziekkenner en een fervent platenverzamelaar.

  • The Diamond Stars

    De foto die u hieronder ziet was een van de eerste foto’s die “The Diamond Stars” hebben gemaakt. Deze Denekampse formatie heeft vele jaren succes gehad in Twente en omstreken. De bezetting was in die tijd vlnr: Orgel Willy Grote Punt, Zanger-Gitarist Jos Pierik, Saxofoon Appie Boers en Drummer Adje Loohuis.

  • Het Luan Trio

    Het Luan Trio uit Steenwijk staat deze week centraal op onze site. Alle gegevens die we hebben staan op onderstaande foto. We schatten dat deze foto uit het begin van de zeventiger jaren stamt. Deze foto hebben wij gekregen van Gerrit en Ria Schuurman.

  • |

    Trio Hellenique

    Omdat we van een heerlijke vakantie hebben genoten Op het eiland Kreta, vinden wij het gepast dat we nu aandacht besteden aan Griekse muziek. Trio Hellenique is een Grieks trio, dat zich specialiseert in de Griekse Sirtakimuziek, bewerkt voor een westers publiek. Ze zijn vooral bekend van de hit De dans van Zorba (uit 1965). Hun versie en die van Duo Akropolis en Mikis Theodorakis stonden samen genoteerd in de Veronica Top 40.

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *