Vakantie
Herman komt Bart tegen in een café waar hij anders nooit komt.
Herman vraagt verwonderd “Hoe komt het dat je niet in je stamkroeg zit te drinken?”
“Ach ja” antwoord Bart “Ik ben met vakantie”.
Herman komt Bart tegen in een café waar hij anders nooit komt.
Herman vraagt verwonderd “Hoe komt het dat je niet in je stamkroeg zit te drinken?”
“Ach ja” antwoord Bart “Ik ben met vakantie”.
De directeur stapt de lawaaierige klas binnen.
Hij wil nu eindelijk die herrieschoppers eens straffen.
‘Geert, wat heb jij uitgespookt?’
‘Ik heb krijt naar het bord gegooid.’
‘Honderd strafregels! En jij Wim?’
‘Ik heb een punaise op de stoel van de meester gelegd.’
‘Wat?! Tweehonderd strafregels. En jij, Peter?’
‘Ik heb snippers door het raam gegooid.’
‘Oh nou…, dat valt wel mee; geen strafregels!’
Op dat ogenblik komt er een jongen binnen, vol blauwe plekken en schrammen.
‘En wat doe jij daar?’, vraagt de directeur boos, ‘Hoe heet jij?’
‘Swen Snippers, meneer.’
Een man komt ‘s nachts straalbezopen thuis! Zijn vrouw is daar helemaal niet gelukkig mee en roept: waar heb jij gezeten ???? Ah , antwoord mijnheer, in de gouden kroeg, da’s een nieuw café, helemaal goud! Gouden deuren, gouden vloeren, zelfs gouden pisbakken!!
Mevrouw gelooft er niets van en telefoneert de dag erna naar het café!
Hallo, hebben jullie gouden deuren? Jazeker, zegt de man aan de andere kant van de lijn!
En gouden vloeren? Jazeker mevrouw! En ook gouden urinoirs?
Dan blijft het even stil en hoort mevrouw de man aan de telefoon roepen; Hé John, die aan de telefoon weet waarschijnlijk meer over wie er gisteren in jouw saxofoon heeft gepist!
Een timmerman, metselaar en een elektricien zitten tegen elkaar op te snijden over wie het oudste beroep heeft. De timmerman: “Weet je nog: Jezus. Die lag in een stalletje, en dat stalletje is gebouwd door, jawel, een timmerman.” Zegt de metselaar: “Nou en, de piramiden stonden er toen al eeuwen en die zijn toch gemetseld.” Zegt die elektricien: “Jullie moeten niet zo ruziën want wij hebben toch het oudste beroep.” “Op de eerste dag zei god: ‘er was licht!’ en toen hadden wij de leidingen al liggen.”
Een dom blondje komt bij een inlichtingenloket van een groot warenhuis en vraagt: “Kan ik hier een reis boeken?”. “Natuurlijk” zegt de medewerker “ons reisbureau is op de vierde verdieping. Wil je met de lift?”. Daarop antwoord het meisje: “Nee, met het vliegtuig!”.