Opscheppen
Op de speelplaats wordt opgeschept.
‘Wij zijn met drie kinderen thuis en ieder heeft zijn eigen bed…’
‘Wij zijn met vier kinderen, en elk heeft zijn eigen kamer…’
‘En wij zijn met vijven, en ieder heeft zijn eigen papa…’
Op de speelplaats wordt opgeschept.
‘Wij zijn met drie kinderen thuis en ieder heeft zijn eigen bed…’
‘Wij zijn met vier kinderen, en elk heeft zijn eigen kamer…’
‘En wij zijn met vijven, en ieder heeft zijn eigen papa…’
Een Nederlander, een Duitser en een Amerikaan staan op een plein. Er rijden wel 10 BMW`s langs, waarop de Duitser antwoordt: “Zie je, dat is Duitse makelij, 1 liter op 20 km.” Even later rijden er 20 Chevrolet’s langs, waarop de Amerikaan antwoordt: “Zie je, dat is Amerikaanse makelij; 1 liter op 25 km. De Nederlander kijkt en kijkt maar ziet geen enkel Nederlands voertuig langs rijden. De Duitser en Amerikaan beginnen al te lachen, maar ineens loopt er een zwangere vrouw langs, waarop de Nederlander zegt: “Zie je dat daar, dat is Nederlandse makelij; 1 drup op 9 maanden.”
Een dronken man besluit heel wijs zijn auto te laten staan en lopend naar huis te gaan. Als hij na een half uur zwalken over straat ineens word aangehouden door een agent. ‘Waar gaat U naar toe om 2 uur ‘s nachts?’ vraagt de agent. ‘Ik ga naar een lezing over alcoholgebruik!’ zegt de man. ‘En wie geeft die lezing dan?’ vraagt de agent. ‘MIJN VROUW!’
Om hem recht te krijgen,
moet je hem nat maken.
Om hem nat te maken, moet je erop zuigen.
Om hem te laten staan, …
moet je eraan likken.
Om hem erin te krijgen,
moet je duwen en mikken.
pfffff ….
als je 50 plusser bent!!
Een Belg gaat naar de dierenarts met zijn hond.
Dierenarts: “Maar, jou hond heeft maar 1 poot?”
Belg: “Ja, ik heb die zo gekregen.”
Dierenarts: “Maar, jou hond heeft maar 1 oog?”
Belg: “Ja, ik heb die zo gekregen.”
Dierenarts: “Maar, jou hond heeft maar 1 oor?”
Belg: “Ja, ik heb die zo gekregen.”
Dierenarts: “Sorry meneer, maar we zullen jou hond moeten afmaken.”
Belg: “tja, oké dan maar.”
Een week later:
De Belg telefoneert naar de dierenarts: “Is mijn Hond al af?!?”
Een 70 jarige man gaat naar de dokter die hem volledig onderzoekt en dan zegt, “Mijnheer het is voor mij een compleet raadsel hoe U erin slaagt om zo’n perfecte lichamelijke conditie te hebben, wat is uw geheim daarvoor”? “Niks”, zegt de man, “ik ben een gewone man, eet elke morgen spek met eieren, ga fietsen en drink s avonds een paar Duvels”. “Onbegrijpelijk”, zegt de dokter, misschien is het iets erfelijks, “hoe oud was uw vader toen hij overleed”? “Wie zegt dat mijn pa dood is”? Hoe””, zegt de dokter, “wilt u me zeggen dat u 70 bent en uw vader nog leeft, hoe oud is die dan”? “89 Dokter, eet ook nog alle dagen spek, drinkt ook bier en is vanochtend nog 60km met mij gaan fietsen”. “Ongelofelijk”, zegt de dokter, “werkelijk ongelooflijk, en hoe oud was uw grootvader dan toen hij stierf”? “Wie zegt er dat opa dood is”! “WAT”, roept de dokter uit, “leeft die nog, hoe oud is die dan”? “112, Mijnheer de dokter”. De dokter, die nu stilletjes aan van de kaart is zegt dan: “Ja, Ja en nu gaat u me vertellen dat die ook spek eet, bier drinkt en met u is gaan fietsen”. “Nee, Mijnheer de dokter, hij had geen tijd, hij is vanochtend getrouwd”. “Hoe, getrouwd, waarom zou een man van 112 in godsnaam nog willen trouwen”?
“Hij wou ook niet, Mijnheer de dokter,…… ’t was MOETEN”.
Een handelsvertegenwoordiger, doodmoe, komt aan in een kleine gemeente waar er maar één hotelletje is. Tot overmaat van ramp, alle kamers zijn bezet. Hij smeekt de baas: “Leg me te slapen, eender waar, maar ik moet absoluut kunnen uitrusten.” “Wel”, zegt de hotelier, “ik heb hier een twee persoonskamer waar er maar één bed beslapen is. Als je met die man op een akkoord komt om de kamer en de prijs ervan te delen is dat voor mij goed. Maar, ik verwittig je, hij snurkt geweldig. Het is zelfs zo erg dat alle gasten ‘s morgens hun beklag erover maken.” “Maakt niks uit”, antwoordt de vertegenwoordiger, “ik ben veel te moe.” …De twee mannen komen tot een akkoord en nemen het avondmaal aan dezelfde tafel. ‘s Morgens komt de handelsvertegenwoordiger als eerste de trap af om naar het ontbijtzaal te gaan. Vrolijk fluitend en welgemutst de hotelbaas groetend. “Nou”, zegt deze, “zo welgezind? Heb je goed geslapen? Heeft hij niet gesnurkt?” “Zeker niet”, zegt de vertegenwoordiger, “geen enkel moment.” “Hoe is dat in Godsnaam mogelijk”, zegt de hotelbaas.
“Heel eenvoudig”, zegt de vertegenwoordiger.
“Ik kwam een beetje later dan hem de kamer binnen. Hij lag al op zijn bed. Ik heb hem een kus gegeven op zijn achterwerk en gezegd: Goedenacht, schoonheid. En die kerel heeft de hele nacht recht gezeten in zijn bed om me in de gaten te houden.”