Jesus en Mozes

Er komt een toerist bij het meer van Galilea. De toerist wil een boot tochtje maken naar de overkant en vraagt wat dat kost. De man van de boot zegt 500 euro, de toerist schrikt zich rot en vraagt waarom het zo duur is. De man vertelt dat op DIT meer, Jezus helemaal naar de overkant is gelopen. Waarop de toerist zegt: “Tja vind je het gek met deze prijzen.

Similar Posts

  • Camping Vakantie

    Een vader ging met zijn slimme, goed studerende zoon op camping vakantie naar de Ardennen. In een open vlakte zetten zij hun tent op en vielen even later uitgeput van de lange wandeling in slaap. Na enkele uren maakt de vader zijn zoon wakker en zegt: “Kijk eens naar de hemel en vertel me wat je zoal ziet?” De zoon staart naar het heelal en antwoordt: “Ik zie miljoenen sterren.” “Wat maakt je dat eigenlijk duidelijk mijn zoon?” vroeg de vader vervolgens. De zoon; “Astronomisch, maakt me dat duidelijk dat er miljoenen galaxy’s en planeten in het heelal aanwezig zijn.” De vader geeft zijn zoon een klap tegen het hoofd en zegt:”Wel nee idioot, iemand heeft onze tent gestolen!”

  • Niet vaak gezien

    Een muntstukje van 20 cent sterft en gaat naar de hemel. Daar aangekomen verbaast ze zich over de feestelijke ontvangst die haar te beurt valt. Alle engelen en Sint-Pieter begroeten haar met een hartelijke handdruk en drie dikke kussen en ze krijgt de beste plaats op de mooiste VIP-wolk. Ze krijgt daarbovenop ook nog eens twee persoonlijke butlers die haar bedienen als een koningin, en haar op haar wenken bedienen. Weinig later sterft een biljet van 500 euro en komt ook aan in de hemel. Maar het onthaal is duidelijk veel minder warm. Een van de engelen kijkt even op van zijn schrijfwerk en wijst dan het biljet van 500 koeltjes een plaats op een klein oncomfortabel grijs wolkje. Iedereen laat hem links liggen en niemand spreekt tegen hem. En dat terwijl iedereen zich de benen van onder het lijf loopt voor het muntje van 20 cent. Na een tijdje stelt het 500 euro-biljet toch de vraag aan Sint-Pieter: “Sint-Pieter, hoe komt het dat het stuk van 20 cent een vorstelijke behandeling krijgt en ik, het biljet van 500 euro, zo stiefmoederlijk behandeld word?” Sint-Pieter antwoordt droogjes :”Tja… we hebben U ook niet vaak gezien tijdens de mis.”

  • Getuige voor de rechtbank

    In een rechtbank in een kleine provinciestad had de openbare klager een oude dame als getuige opgeroepen. Hij vraagt haar: “Mevrouw Heinrich, kent u mij?”

    Ze antwoordt: “Uiteraard! Ik ken u al van kleins af aan. En eerlijk gezegd, was u toen al een totale ramp. U hebt gelogen, mensen gemanipuleerd en uw vrouw bedrogen. U denkt dat u heel wat bent, maar eigenlijk bent u een complete nul. Ja, ik ken u.”

    De aanklager is sprakeloos. Uit verlegenheid wijst hij met de vinger door de zaal en vraagt: “Mevrouw Heinrich, kent u de advocaat van de verdediging?”

    Ze zegt: “Maar natuurlijk. Ik ken Meester Friedmeier al van toen hij nog een peuter was. Hij is vals, vooringenomen en heeft een alcoholprobleem. Hij kan geen normale relatie met mensen opbouwen en zijn kantoor ruikt muf. Niet te vergeten dat hij zijn vrouw driemaal bedrogen heeft. Een daarvan was overigens uw vrouw. Oh ja, ook hem ken ik.”

    De advocaat van de verdediging zakt in de grond van schaamte. De rechter roept beide heren bij zich en fluistert: “Als iemand van jullie idioten op het idee komt om te vragen of ze mij kent, kom  je hier 10 jaar niet meer binnen!

  • Huissleutel

    Een alleenwonende man verloor zijn huissleutel. Hij belde zijn ouders die in een klein dorpje in het hoge noorden woonden; zij zouden de reservesleutel opsturen.
    De man trok zo lang bij een vriend in. De volgende dag liep hij de postbode tegemoet, maar deze had niets bij zich.
    De man mopperde: Ach ja, de post in dat boerengat werkt natuurlijk niet zo vlug, en ging weer voor een nacht naar zijn vriend. De volgende morgen reed hij weer naar zijn huis om de post op te vangen, maar was net iets te laat.
    De postbode kwam net de tuin uit en zei: Ik heb de brief in de bus gegooid hoor!’

  • Politicus

    Mark Rutte komt bij een verkeersongeluk om het leven. Zijn ziel komt bij de Hemelpoort en wordt ontvangen door Petrus. “Welkom bij de hemel”, zegt Petrus. “Er is een klein probleem. Ik kan je niet zomaar binnenlaten. We zien zelden een zo hoog geplaatst persoon aan de Hemelpoort, zie je, dus weten we niet meteen wat we met jou moeten doen.” “Geen probleem, laat me gewoon binnen”, zegt de politicus. “Nou, dat zou ik wel willen, maar ik heb orders van hogerhand. Dit zullen we doen: je brengt 1 dag door in de hel en 1 dag in de hemel. Daarna kun je kiezen waar je de eeuwigheid wilt doorbrengen.” “Echt, ik weet het al. Ik wil naar de hemel”, zegt de politicus. “Het spijt me, maar we hebben hier zo onze regels”, zegt Petrus. Zo wordt de politicus door Petrus geëscorteerd naar de lift en ze gaan naar beneden, naar beneden en nog verder naar beneden naar de hel. De deuren gaan open en plotseling staat hij midden op een mooie groene golfbaan. Op een afstandje staat het clubhuis met daarvoor al zijn oude vrienden en andere politici met wie hij heeft gewerkt. Ze zijn allemaal heel blij en gekleed in avondtenue. Ze rennen naar hem toe, schudden zijn hand en halen de goede tijden op die ze hadden toen ze steeds rijker werden op kosten van de burgers. Ze spelen een prettig partijtje golf en bij het diner hebben ze kreeft, kaviaar en champagne. De duivel zelf is ook aanwezig, die waarachtig een vriendelijke kerel is en zich vermaakte met dansen en grappen vertellen. Ze hebben het geweldig samen en voordat hij het in de gaten heeft, is het tijd om te vertrekken. Iedereen neemt hartelijk afscheid van hem en wuift terwijl de lift naar boven gaat. De lift gaat omhoog, omhoog, omhoog en als hij stopt, staat Petrus hem al op te wachten. “Nu is het tijd om de hemel te bezoeken.”

    In de hemel is het heel gezellig. Hij spendeert  zijn tijd met het vergezellen van blije zielen die van wolk naar wolk dansen, de harp bespelen en zingen. Ze hebben het dus goed naar de zin, maar voordat hij er erg in heeft, zijn er 24 uur voorbij en komt Petrus naar hem toe. “Welnu, je hebt een dag in de hel doorgebracht en een dag in de hemel. Maak nu je keuze voor de eeuwigheid.” De politicus wacht even. Dan antwoordt hij: “Wel, Wel, ik zou het van tevoren nooit gezegd hebben, ik bedoel, de hemel was geweldig, maar ik denk toch dat ik beter af ben in de hel.” Aldus escorteert Petrus hem naar de lift en hij suist naar beneden, naar beneden en naar beneden. De deuren van de lift gaan open en hij staat in een dor landschap bedekt met vuil en afval. Hij ziet al zijn vrienden, gekleed in lompen, het afval oprapen en in zwarte zakken stoppen, terwijl er steeds meer afval naar beneden valt. De duivel komt naar hem toe en slaat zijn armen om hem heen. “”Ik begrijp er niets van”, stamelt Rutte. “Gisteren was ik hier ook en toen waren er een golfbaan en een clubhuis. We aten kreeft en kaviaar en we dronken champagne. We hadden het hier geweldig. Nu is er alleen maar een dor landschap vol afval en mijn vrienden zien er vreselijk uit. Wat is er gebeurd?” De duivel kijkt hem aan, lacht en zegt: “Gisteren waren we op campagne . . . vandaag heb je gekozen.” Boontje komt om zijn loontje

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *