Adam en Eva
Adam en Eva liggen in het gras. Dan vraagt Eva aan Adam hou je wel van mij? Adam draait met een zucht om en zegt natuurlijk van wie anders
Adam en Eva liggen in het gras. Dan vraagt Eva aan Adam hou je wel van mij? Adam draait met een zucht om en zegt natuurlijk van wie anders
Een Belg tankt in Eindhoven bij een selfservice station. Hij gaat naar binnen om te betalen, gaat naar buiten en komt direct daarna in paniek weer binnen. ‘Weet ge’, zegt hij, ‘nu heb ik mijn wagen afgesloten en de sleutels erin laten zitten’. ‘Geen paniek’ zegt de bediende, ‘dat gebeurt wel vaker. U krijgt van mij een schroevendraaier, een doekje en een ijzerdraadje mee. Met de schroevendraaier duwt u het raamrubber opzij, u doet het doekje ertussen om niets te beschadigen en met het ijzerdraadje hengelt u het pinnetje van de deur open’. De Belg is helemaal opgelucht en loopt weer naar buiten. Vijf minuten later komt een Eindhovenaar binnen. ‘Dat kan toch niet !!’ zegt hij verbaasd tegen de bediende. ‘Ja wat dan?’ vraagt die. ‘Er staat daarbuiten een Belg, met een ijzerdraadje om de deur van zijn auto te openen!’ ‘En….?’ vraagt de bediende, ‘dat maken wij hier regelmatig mee!’ ‘Ja !!’, zegt hij, ‘maar toch niet dat de vrouw in de auto zit die roept: Beetje naar links! Beetje naar rechts!!!
Een Belg komt bij Petrus aan de hemelpoort. Petrus vraagt hem of hij tijdens zijn leven op aarde ooit een goede daad gedaan heeft, waardoor hij zonder twijfel in de hemel thuishoort.
“Ik kan mij wel zoiets herinneren”, zegt de Belg. “Ik passeerde een parkeerplaats langs de autosnelweg waar een groep Hell’s Angels bezig waren een paar vrouwen lastig te vallen. Ik riep dus dat ze daarmee moesten ophouden, maar dat hielp niet echt. Toen ben ik op de grootste Hell’s Angel toegestapt, heb hem van zijn motor gesleurd, hem op de grond gesmeten, een slag op zijn neus verkocht en zijn neuspiercing uitgetrokken. Ik heb zijn helm afgetrokken, vol geplast, terug op zijn kop gezet en gezegd dat hij een grote zeiker was. Toen heb ik zijn motor omvergeduwd en ben erop beginnen springen tot die helemaal ingedeukt was en naar de andere Hell’s Angels geroepen: ‘En nu oprotten jullie!'”
Petrus was onder de indruk en vroeg: “Wanneer was dat precies?”
Antwoordt de Belg: “Een paar minuten geleden, denk ik.”
Op de speelplaats wordt opgeschept.
‘Wij zijn met drie kinderen thuis en ieder heeft zijn eigen bed…’
‘Wij zijn met vier kinderen, en elk heeft zijn eigen kamer…’
‘En wij zijn met vijven, en ieder heeft zijn eigen papa…’
In een rechtbank in een kleine provinciestad had de openbare klager een oude dame als getuige opgeroepen. Hij vraagt haar: “Mevrouw Heinrich, kent u mij?”
Ze antwoordt: “Uiteraard! Ik ken u al van kleins af aan. En eerlijk gezegd, was u toen al een totale ramp. U hebt gelogen, mensen gemanipuleerd en uw vrouw bedrogen. U denkt dat u heel wat bent, maar eigenlijk bent u een complete nul. Ja, ik ken u.”
De aanklager is sprakeloos. Uit verlegenheid wijst hij met de vinger door de zaal en vraagt: “Mevrouw Heinrich, kent u de advocaat van de verdediging?”
Ze zegt: “Maar natuurlijk. Ik ken Meester Friedmeier al van toen hij nog een peuter was. Hij is vals, vooringenomen en heeft een alcoholprobleem. Hij kan geen normale relatie met mensen opbouwen en zijn kantoor ruikt muf. Niet te vergeten dat hij zijn vrouw driemaal bedrogen heeft. Een daarvan was overigens uw vrouw. Oh ja, ook hem ken ik.”
De advocaat van de verdediging zakt in de grond van schaamte. De rechter roept beide heren bij zich en fluistert: “Als iemand van jullie idioten op het idee komt om te vragen of ze mij kent, kom je hier 10 jaar niet meer binnen!
Klein Duimpje zegt tegen zijn moeder: “De burgemeester was vandaag op school.” Vraagt moeder: “En, had hij zijn ketting om?” “Nee hoor, hij liep gewoon los.”