Een Held

Een Belg komt bij Petrus aan de hemelpoort. Petrus vraagt hem of hij tijdens zijn leven op aarde ooit een goede daad gedaan heeft, waardoor hij zonder twijfel in de hemel thuishoort.
“Ik kan mij wel zoiets herinneren”, zegt de Belg. “Ik passeerde een parkeerplaats langs de autosnelweg waar een groep Hell’s Angels bezig waren een paar vrouwen lastig te vallen. Ik riep dus dat ze daarmee moesten ophouden, maar dat hielp niet echt. Toen ben ik op de grootste Hell’s Angel toegestapt, heb hem van zijn motor gesleurd, hem op de grond gesmeten, een slag op zijn neus verkocht en zijn neuspiercing uitgetrokken. Ik heb zijn helm afgetrokken, vol geplast, terug op zijn kop gezet en gezegd dat hij een grote zeiker was. Toen heb ik zijn motor omvergeduwd en ben erop beginnen springen tot die helemaal ingedeukt was en naar de andere Hell’s Angels geroepen: ‘En nu oprotten jullie!'”
Petrus was onder de indruk en vroeg: “Wanneer was dat precies?”
Antwoordt de Belg: “Een paar minuten geleden, denk ik.”

Similar Posts

  • In een Parijs Café

    Een man zit aan een tafeltje en drinkt de ene cognac na de andere.
    Een dame die aan een tafeltje naast hem zit, zegt: “Mijnheer, denk er aan dat er elk jaar dertig duizend Fransen sterven als gevolg van alcoholmisbruik.”
    De man antwoord: “Hoezo? Ik ben Belg.”
  • Belgische bouwvakker in Nederland

    Er komt een Belgische bouwvakker tijdelijk te werken op de bouw in Nederland. Als ze ’s middags gaan schaften pakken de Nederlandse bouwvakkers hun broodtrommel en hun thermosfles. Dan zegt de Belg: Wat hebben jullie daar dan voor ding.? “Tja”, zeggen de Nederlanders, dat is nu een thermosfles. Wat kun je daar mee doen dan “Daar kun je warm in houden wat warm moet blijven en koud in houden wat koud moet blijven.? Dat is handig denkt die Belg, dus hij koopt ook zo’n thermosfles. Een paar weken later komt ie weer in België op de bouw en daar zien zijn collega’s de thermosfles. Vragen ze: Wat hebt je daar dan? dat is een thermosfles, daar kun je in warm houden wat warm moet blijven en koud houden wat koud moet blijven.? Vragen zijn collega’s: Wat heb je er in dan?? Zegt die Belg: Koffie en een ijsje.?

  • Golven

    De heilige Johannes is samen met twee anderen aan het golven. Hij heeft de afgelopen 2000 jaar flink geoefend en is dus een echte professional geworden. Hij slaat de bal, een pracht van een slag, in drie slagen heeft hij de bal in de hole gespeeld. “Heel goed, heel goed” zegt Jezus, een van de twee andere golfers. “Nu ik.” Hij slaat de bal .. pats, met een flinke plons komt hij in de vijver terecht. Maar de bal blijft drijven en Jezus loopt zo over het water naar de bal en slaat hem in de hole. “Zo! Twee slagen maar!” zegt de derde persoon. “Nu ik.” Hij haalt uit en slaat de bal super hard. De bal vliegt de lucht in tegen een vliegtuig aan, ketst via een boom over de weg bij een huis naar binnen, door de regenpijp weer naar buiten, tegen een auto en plop bij een kikker in zijn bek. De kikker wordt opgegeten door een ooievaar die op zijn beurt het balletje weer uit spuugt, in de hole. Dan zegt Johannes tegen Jezus: “Kijk, daar heb ik nu zo een hekel aan, als je vader meespeelt!”

  • Waarheidsmachine

    • Er staat een boer bij een waarheidsmachine op de pier van Scheveningen. Gooi je er een kwartje in, dan mag je een vraag stellen. Die boer zegt:
      “Waar is m’n vader?”
      Waarop de waarheidsmachine antwoordt:
      “Die staat te vissen op de Pier in Vlissingen.”
      Zegt de boer:
      “Hahaha, dat kan niet, mijn vader is allang dood.”
      Zegt de exploitant van die machine:
      “Ik snap het niet. Dat ding is goed, mankeert niks aan. Weet u wat u doet? Formuleer de vraag eens anders.”
      “Ok,” zegt de boer, “Waar is de wettige echtgenoot van mijn moeder?”
      Zegt dat apparaat:
      “Die is dood, maar je vader staat te vissen op de pier in Vlissingen!”
  • Bij de grens

    Er komt een man op een fiets aangereden met een zak op de bagagedrager.

    Douanebeambte: “Heeft u iets aan te geven?”
    Man: “Nee”.
    Douane: “Wat heeft u dan in die zak?”
    Man: “Zand”.
    Tijdens de controle blijkt dat het inderdaad om zand gaat.
    Een week lang komt de man elke dag met zijn fiets bij de grens met een zak op de bagagedrager.

    Op de 8e dag wordt de douanebeambte toch wantrouwend.
    Douane: “Wat vervoert u in die zak?”
    Man: “Zand”.
    Douane: “Mmmmm, even kijken”.
    Deze keer wordt het zand gezeefd. Uitslag: alleen maar zand.
    Elke dag passeert de man met zijn fiets en een zak de grens.

    Na twee weken wordt het de douanier toch te bont en hij stuurt het zand naar een laboratorium voor nader onderzoek.

    Resultaat: het is alleen maar zand!
    Na twee verdere maanden van zandtransport houdt de douaneman het niet meer uit en hij zweert:

    “Ik geef u zwart op wit dat ik u niet zal aangeven, maar ik voel aan mijn klompen dat u iets smokkelt. Wat is het?”
    De man antwoordt: “Fietsen”.

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *