IK VERONDERSTEL DAT

Juffrouw Rosa geeft les Nederlands. Ze geeft de kinderen volgende opdracht: Morgen moeten jullie een verhaal vertellen dat eindigt met deze 3 woorden: IK VERONDERSTEL DAT. Toen ging de bel en iedereen weg naar huis.

De volgende morgen bij juf Rosa: Zo, zei ze, “Sjefke, begin maar”.

Wel, sprak Sjefke, gisteren zag ik mijn pa de riek uit de stal nemen, ging er mee naar de wei, stak hem in de grond en schudde ermee, en hij raapte al de pieren samen in een doosje, dan nam hij zijn vis stok en…ik veronderstel dat hij ging vissen.

Toen Suske: Gisteren nam mijn vader een flesje bier uit de ijskast, nam een glas uit de kast en: Ik veronderstel dat hij het ging inschenken en opdrinken.

Zo ging het nog een tijdje verder en toen was het de beurt aan Sloebertje. Wel zei hij, gisteren avond om zes uur vertrok mijn vader om met zijn vrienden te kaarten. Een half uur later vertrok ook mijn moeder om naar de wekelijkse vergadering te gaan van de vrouwenbond. En een kwartier later kwam Alberto de pianoleraar van mijn grote zus binnen en samen gingen ze naar de pianokamer, ze deden de deur dicht, maar ik keek stiekem door het sleutelgat, en zag dat ze mekaar kusten. Toen deed mijn zus haar bloes en haar rok uit, en haar ondergoed. De pianoleraar had zijn broek en hemd ook al uit en toen deed hij zijn onderbroek uit, maar hij hing ze aan de klink, voor het sleutelgat en.. IK VERONDERSTEL DAT… ik de rest niet mocht zien.

Similar Posts

  • De muntjes geest

    Een belg komt een restaurant binnen en ziet een muntje op tafel liggen, hij loopt er naar toe en pakt hem op, maar het muntje zegt: “ik ben de geest van wafel leg me terug op tafel!” De belg gooit het muntje terug op tafel en rent het restaurant uit. Een paar seconden later komt er een Frans man binnen en ziet ook het muntje op tafel en pakt hem op en het muntje zegt meteen weer: “ik ben de geest van wafel leg me terug op tafel!” De fransman doet precies het zelfde als de belg en rent dus het restaurant uit zonder het muntje. Dan komt er een Nederlander het restaurant binnen en pakt hetzelfde muntje op en het muntje zegt : “ik ben de geest van wafel leg me terug op tafel waarop de Nederlander zegt: “ik ben de geest van akkie en doe het muntje in mijn zakkie”.

  • Wat een schijterd

    Een vrachtwagen chauffeur parkeert zijn wagen bij een wegrestaurant, loopt naar binnen en bestelt een maaltijd.

    Als hij met zijn bord eten aan een tafeltje gaat zitten, komen er drie Hells Angels binnen. Ze schuiven aan bij de vrachtwagen chauffeur en beginnen hem te treiteren. Een van hen pikt frites van zijn bord, een ander neemt een hap van zijn hamburger en de derde drinkt zijn koffie op. De chauffeur reageert niet. Hij betaalt, staat op en loopt weg.

    “Wat een schijterd”, zegt een van de Hells Angels tegen de serveerster.

    “Ja”, zegt zij. “En rijden kan hij ook al niet. Hij rijdt net over drie motoren heen.”

  • Oude Advocaat

    Een advocaat was overleden en kwam aan de hemelpoort bij.
    Tot zijn ongenoegen, stonden er duizenden mensen voor hem in de rij aan te schuiven.

    Plotseling verliet Petrus zijn plaats aan de hemelpoort en liep de lange rij af, tot bij de advocaat.

    Petrus begroette de advocaat en met de hulp van twee assistenten werd de advocaat tot aan de hemelpoort gebracht, waar hij mocht plaatsnemen in een comfortabele zetel.

    De advocaat zei: “Ik heb geen probleem met deze voorkeursbehandeling, maar wat maakt mij zo speciaal?”

    “Wel,” zei Petrus, “Ik heb alle uren die je aan je klanten hebt gefactureerd even opgeteld, en volgens mijn berekeningen ben jij 207 jaar oud!”

  • Slakken

    Een man des huizes had net een maaltje slakken op en zeurde: “Ik lust er nog wel een paar vrouw, want zoals jij ze maakt, maakt niemand ze.” “Nou jong, dan zal jij ze zelf moeten gaan halen.” “Geen punt!” Nadat hem de weg was uitgelegd, waar hij ze moest gaan halen, ging hij fluitend de deur uit. Daar aangekomen: “Ik had graag nog wat slakken.” “Ja”, zei die slakkenboer, “ik heb er zoveel verkocht dat ik geen verpakkingen meer heb.” “Dat geeft niet”, zegt de man, terwijl hij zijn trui openhield. En zo ging ook naar huis. Maar onderweg kwam hij enkele vrienden tegen die vroegen om met z’n allen wat te gaan drinken. “Néé jongens!” Na wat zeuren … nou goed ééntje dan. Het werden er enkele meer en de tijd vloog om. “Jongens ik moet naar huis,” zei hij met een dikke tong. Zo schommelde hij even later naar huis. Thuis aangekomen kreeg hij de huissleutel niet meteen in het sleutelgat. Terwijl hij gebukt stond te richten, vielen de nog levende slakken vanuit zijn trui op de grond. Net toen hij de slakken weer terug wilde doen in zijn trui, vloog plots de deur open en daar stond zijn woedende vrouw. Eer dat zij de kans kreeg om hem de les te lezen, zei hij al lallend: “…allee jongens, nóg tien centimeter …. dan zijn we thuis!”

  • “Ik heb er alles voor over om een goed cijfer voor dit tentamen te halen,” verklaarde een bevallige studente tegen haar professor. Ze boog zich naar hem over en staarde hem aan. “Ik wil er werkelijk alles voor doen.” “Alles?” vroeg de professor met lichte ironie in zijn stem. “Alles,” bevestigde ze met veel aplomb. “Zelfs studeren?” fluisterde hij.

  • Beleefd Plezier

    In een klein dorpje ging een huisje van plezier
    zich vestigen naast de pastorie.

    De pastoor was daarmee helemaal niet blij mee
    en stopte een briefje in de brievenbus met als tekst :
    “Wees een dame, en maak geen reclame”

    De dame van het huisje van plezier keek raar op
    bij het lezen van het briefje, en schreef er eentje
    terug met als tekst :
    “Wees een heer en kom ook ‘n keer.”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *