Manier van denken

Jantje zit op school vraagt de lerares aan hem. Jantje er zitten vier vogels op een hekje. Komt er een jager aan en die schiet er één vogel af. Hoeveel vogels zitten er daarna nog op het hekje? Geen één zegt jantje. Hoezo dat dan vraagt de lerares. Nou zegt jantje; Als je er een af schiet vliegen de andere drie weg. “Nee”, zegt de lerares het antwoord is drie maar de manier waarop je denkt vind ik leuk. Nou zegt jantje dan heb ik ook nog een vraag. Er zitten drie vrouwen op een bankje. De eerste likt aan een ijsje, de tweede bijt in een ijsje, en de derde zuigt aan een ijsje. Wie van de drie is getrouwd? De lerares denkt diep na… ik denk dat het degene is die aan het ijsje zuigt. Nee, zegt jantje degene met de trouwring om haar vinger. Maar de manier waarop je denkt vind ik leuk

Similar Posts

  • Een Belg op de fiets

    Er komt een man op een fiets aangereden, vanuit België, Nederland binnen. Op de bagagedrager een zak met zand. Nederlandse douanebeambte: “Heeft u iets aan te geven?” Zegt de Belg: “Nee.” Douane: “Een Belg die niets smokkelt, asjemenou, wat heeft u dan in die zak?” Zegt de Belg: “Zand.” Tijdens de controle blijkt dat het inderdaad om zand gaat. Een week lang komt de man elke dag met zijn fiets bij de grens met een zak op de bagagedrager. Op de 8e dag wordt de douanebeambte toch wantrouwend. Douane: “Wat vervoert u in die zak?” Zegt de Belg: “Zand.” Douane: “Mmmmm, even kijken.” Deze keer wordt het zand gezeefd. Uitslag: alleen maar zand. Elke dag passeert de man met zijn fiets en een zak de grens. Na twee weken wordt het de douanier toch te bont en hij stuurt het zand naar een laboratorium voor nader onderzoek. Resultaat: het is alleen maar zand! Na twee verdere maanden van zandtransport houdt de douaneman het niet meer uit en hij zweert: “Ik geef u zwart op wit dat ik u niet zal aangeven, maar ik voel aan mijn klompen dat u iets smokkelt. Wat is het?” De man antwoordt: “Zoals u ziet, ik vervoer slechts een kleine hoeveelheid zand.”. De Nederlander is gefrustreerd en woedend en laat zich overplaatsen naar een andere grensovergang, specialiseert zich in zandsoorten en smokkeltrucs en het leven gaat verder. Na vijftien jaar wordt hij gepensioneerd en de dag nadien gaat hij de fietsende Belg bezoeken. “Nou zeg, luister eens. Jij hebt m’n leven grondig vergald, ik ben nu met pensioen, jij hebt gewonnen. Wil je me nou is precies vertellen wat jij eigenlijk smokkelde?!” 

    De Belg: “Fietsen!”

  • Zuinig

    Een Marokkaan heeft een auto van twintig jaar oud.
    Die wil hij inruilen in de garage.
    ‘OK, zegt de garagehouder, ik wil de auto wel even bekijken!’
    Ze lopen samen naar buiten naar de auto.
    ‘Hoe oud is die auto?”
    “Twintig jare.”
    Ze gaan in de auto zitten, de garagehouder achter het stuur.
    ‘t plastiekhoesje van twintig jaar terug ligt nog steeds op de zetels.
    De garagehouder kijkt naar de kilometerteller en stelt verbaasd
    vast dat er in die twintig jaar maar 500 kilometer op de teller is gekomen.
    ‘Meneer, je hebt zeker gesjoemeld met de kilometerteller?’
    ‘Nee, meneer, is allemaal origineel zo.’
    Waarop de garagehouder: ‘Waar heb je die auto dan voor gebruikt?’
    Zegt die Marokkaan, “Had hem gekocht om mee te gaan werke”

  • Weer hetzelfde

    Een Belg en een Nederlander gebruiken samen de lunch. De Nederlander kijkt wat er tussen zijn boord zit: “O nee, weer worst. Elke dag worst. Als mijn vrouw nog en keer worst op brood doet spring ik van de flat.”
    De Belg kijkt wat hij op brood heeft: “O nee, weer pindakaas. Altijd pindakaas. Ik spring ook van de flat als ik morgen weer pindakaas op brood heb.”
    De volgende ochtend komt de Nederlander op zijn werk en ziet dat hij jam op brood heeft. Gelukkig denkt hij. De Belg ziet echter weer pindakaas op zijn brood en springt van de dichtsbijzijde flat de dood tegemoed.

    Een week later komt de Nederlander op de begrafenis van de Belg. ZIjn vrouw huilt en roep: “Waarom? Waarom?”
    De Nederlander besluit het uit te leggen: “Hij had elke dag pindakaas op brood. Daar werd hij zo zat van dat hij van de flat sprong…”
    De vrouw gaat nog harder huilen: “Hij maakte elke dag zijn eigen brood klaar…!”

  • Jefke

    Jefke zit op de stoep met een stok in een hondepoep te roeren.
    De postbode komt voorbij en vraagt aan Jefke wat hij aan’t doen is. ‘Een postbode aan het tekenen , zegt Jefke.
    Kwaad loopt de postbode door en doet zijn verhaal aan de ‘ Broeders van Liefde’, die een straat verder in hun combi zitten te mediteren.
    ‘Wacht’, zegt één van de politieagenten, ‘eens zien of hij dat bij ons ook durft !
    ‘Zij wandelen naar Jefke en vragen : ‘Awel brave jongen, gij zijt toch geen politieagent aan het tekenen hoop ik?
    ‘Jefke: ‘Nee nee, maak U maar geen zorgen, daar heb ik niet genoeg stront voor….’ .

  • Macaroni

    Een man komt een wegrestaurant binnen en gaat zitten. Hij ziet dat de dagschotel macaroni is waar hij erg veel zin in heeft. Als de serveerster aan zijn tafel komt zegt hij: “Ik heb zin in macaroni, dus doe mij maar een groot bord.” “Sorry,” zegt de serveerster, “de man naast u heeft zojuist het laatste bord besteld.” “Doe mij dan maar een koffie,” zegt de man. Na een tijdje ziet hij dat de man naast hem die het laatste bord macaroni had gekregen een grote biefstuk zit te eten en dat het bord met macaroni onaangeroerd naast hem staat. Hij vraagt: “Gaat u die macaroni nog opeten?” “Nee,” is het antwoord. “Kan ik het dan van u kopen,” is de vraag. “Ik zal je wat anders vertellen, je mag het zo hebben.” Dus de man pakt het bord macaroni en begint te eten. Als hij halverwege is ziet hij plotseling een dode muis in de macaroni zitten en spuugt de macaroni terug in het bord. Zegt die andere man sympathiek: “Zover was ik ook al gekomen!”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *