Vragen

Een man wordt aangesteld om het gras bij de kerk te maaien. De tuinman die er al enkele jaren werkt komt naar hem toe en zegt: straks komt de pastoor langs en hij stelt jou enkele vragen. Zoals? Vraagt de man. Bijvoorbeeld: Waar werd jezus geboren? Ik zou het niet weten zegt de man. Dat was in Bethlehem. Bethlehem, ik zal het onthouden zegt de man. Nog een vraag die hij kan stellen is wie scheidde de zee? Dat weet ik ook niet zegt de man. Dat was Mozes zegt de tuinman. Oh ja zegt de man? Maar dit kan ik moeilijk onthouden allemaal. Dat is geen probleem zegt de tuinman, je schrijft het gewoon op je grasmaaier. Even later komt de pastoor er aan en zegt: Goeiedag beste man, voordat je begint wil ik je eerst een paar vragen stellen. “Oké” zegt de man. Waar werd jezus geboren? De man kijkt op zijn grasmaaier en zegt: in Bethlehem, pastoor. Dat is goed en nu de 2de vraag: wie scheidde de zee? De man kijkt weer op zijn grasmaaier en zegt: Mozes, pastoor. Dat is ook goed zei de pastoor en nu de laatste vraag: wie waren de eerste 2 mensen op aarde?

De man kijkt op zijn grasmaaier en zegt; BLACK & DECKER!

Similar Posts

  • Wijn flessen

    Een man van de plaatselijke carnavals vereniging belt aan en een mevrouw komt open doen. Goede middag mevrouw, wij zamelen lege wijnflessen in voor een kunstproject, hebt u er een paar voor ons? Mevrouw wordt een beetje geïrriteerd en zegt, onnozel mannetje zie ik er uit alsof ik wijn drink?

    Antwoord de man, maar mevrouw toch …. Azijnflessen mag ook hoor!!

  • Jantje

    Jantje die een beetje teveel gedronken heeft, waggelt een kerk binnen. Hij gaat in het hokje van de biechtstoel zitten, … en zegt niets. De verbijsterde priester hoest om zijn aandacht te trekken. Maar nog steeds zegt Jonas niets. De priester klopt vervolgens drie keer op de muur, dit in een laatste poging om Jantje tot spreken te krijgen. Ten slotte antwoordt Jantje, met een dubbele tong:  “Je hoeft niet te kloppen, hier is ook geen papier!”

  • Een vrije dag

    Twee medewerkers van een bedrijf zitten te zuchten en kreunen op het werk. Ze zouden zo graag een dagje verlof nemen, maar de baas heeft alle verlof opgeschort omdat er teveel werk is. Plots springt een van de twee op. “Ik weet een manier om enkele dagen verlof te krijgen!” roept hij. “Hoe dan?” vraagt de ander. De man kijkt snel rond – niets te zien van de baas. Hij klimt op zijn buro, neemt enkele tegels van het valse plafond uit, klimt in het plafond. Dan slaat hij zijn benen over een metalen pijp, laat zich zakken en hangt zo met zijn kop naar beneden. Binnen enkele seconden staat de baas er. “Wat is dat hier allemaal?”. “Ik ben een lamp,” zegt de man. “Ik denk dat jij een beetje overspannen bent. Maakt dat je wegkomt, en dat is een bevel! Ik wil je hier minstens twee dagen niet zien!” “Ja meneer de baas,” antwoordt de man heel gedienstig. Hij springt naar beneden en verdwijnt door de deur. De tweede man staat op en loopt ook snel naar de deur. “Hela, waar ga jij naartoe?” vraagt de baas. “Naar huis. Ik kan niet werken in het donker…”

  • Bij de grens

    Er komt een man op een fiets aangereden met een zak op de bagagedrager.

    Douanebeambte: “Heeft u iets aan te geven?”
    Man: “Nee”.
    Douane: “Wat heeft u dan in die zak?”
    Man: “Zand”.
    Tijdens de controle blijkt dat het inderdaad om zand gaat.
    Een week lang komt de man elke dag met zijn fiets bij de grens met een zak op de bagagedrager.

    Op de 8e dag wordt de douanebeambte toch wantrouwend.
    Douane: “Wat vervoert u in die zak?”
    Man: “Zand”.
    Douane: “Mmmmm, even kijken”.
    Deze keer wordt het zand gezeefd. Uitslag: alleen maar zand.
    Elke dag passeert de man met zijn fiets en een zak de grens.

    Na twee weken wordt het de douanier toch te bont en hij stuurt het zand naar een laboratorium voor nader onderzoek.

    Resultaat: het is alleen maar zand!
    Na twee verdere maanden van zandtransport houdt de douaneman het niet meer uit en hij zweert:

    “Ik geef u zwart op wit dat ik u niet zal aangeven, maar ik voel aan mijn klompen dat u iets smokkelt. Wat is het?”
    De man antwoordt: “Fietsen”.

  • Schoentjes

    De juffrouw in ‘t school helpt kleine Josje met het aantrekken van zijn schoentjes. Met heel veel moeite krijgt ze die schoentjes aan zijn voetjes. Zegt Josje: “die schoentjes zitten aan de verkeerde voet”. Ze kijkt geërgerd naar die schoentjes en inderdaad zitten ze verkeerd om. Ze heeft evenveel moeite om die schoentjes weer uit te doen en aan de goeie voet te trekken terwijl ze in zichzelf denkt :”waarom zegt die snotneus dat niet direct”. Als ze met heel veel innerlijk gevloek die schoentjes weer aan heeft getrokken zegt Josje :”da zijn mijn schoentjes ni”…! De juffrouw ontploft bijna van woede en terwijl ze die schoentjes weer uittrekt vraagt ze :”en waarom zeg je dat nu pas?” zegt Josje :”dat zijn de schoentjes van mijn broer en mama heeft gezegd dat ik deze moet aandoen tegen de kouwe voetjes”. De juffrouw krijgt bijna een hart aanval. Ze begint weer hevig met die schoentjes te vechten om ze opnieuw aan te trekken. Als dat eindelijk is gelukt vraagt ze: “en waar zijn je handschoentjes?”,

    Zegt Josje :”die zitten voor in mijn schoentjes “…

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *