Moeilijke vragen

De inspecteur heeft de leerlingen de hele namiddag tot wanhoop gedreven met zijn moeilijke vragen..

  • Wil iemand misschien nog iets weten over de spoorwegen in ons land? vraagt hij.
  • Jawel meneer, antwoordt Erik, hoe laat vertrekt uw trein?

 

Similar Posts

  • Telefoon

    • Om half vier ‘s nachts ging de telefoon bij Frits. Moeizaam kwam hij uit bed en vond op de tast de telefoon. “Spreek ik met meneer Van Rensburg?” vroeg een boze stem aan de andere kant van de lijn. “Ja, inderdaad,” mompelde Frits. “Met Smit van de overkant. Ik bel even om te zeggen dat het geblaf van uw hond me gek maakt. Laat hem alstublieft onmiddelijk ophouden.” De volgende nacht om drie uur ging de telefoon bij Smit. “Hallo?” mompelde hij slaperig. “Meneer Smit, met Van Rensburg van de overkant.” “Om drie uur ‘s nachts? Bent u gek geworden?” “Meneer Smit, ik bel even om te zeggen dat ik geen hond heb.
  • Dronken

    Een vrouw was het helemaal beu dat haar man telkens dronken thuis kwam. Ze besloot hem eens een lesje te leren en hem de stuipen op het lijf te jagen, in de hoop dat hij tot inkeer zou komen. Op een avond trok ze een duivelspak aan en verstopte zich achter een boom.
    Toen haar man voorbij wankelde, sprong ze tevoorschijn en bleef met haar Rode hoorns, drietand en lange staart dreigend voor hem staan. “W-wie ben jij?” vroeg de man stomdronken met dubbele tong. “Ik ben de duivel”, antwoordde de vrouw.
    “Nou, k-kom dan effe g-g-gezellig mee” zei hij. “Ik b-ben getrouwd met je  Z-zuster.”

  • Dom Blondje

    Een dom blondje komt bij een inlichtingenloket van een groot warenhuis en vraagt: “Kan ik hier een reis boeken?”. “Natuurlijk” zegt de medewerker “ons reisbureau is op de vierde verdieping. Wil je met de lift?”. Daarop antwoord het meisje: “Nee, met het vliegtuig!”.

  • Hoe noemen we??

    Er komt een professor bij een universiteit kijken of de studenten wel slim genoeg zijn. Hij vraagt of de slimste student even bij hem wil komen voor een paar vraagjes. Nou dus die jongen komt naar de professor toe. En de professor begint met de eerste vraag:
    “Hoe noemen we het ding om naar de sterren te kijken?”
    Waarop de student antwoordt:
    “Een telescoop.”
    “Goed,” zegt professor, “en om naar bacterien te kijken?”
    “Een microscoop.”
    “Goed. En nu een lastige: Hoe noemen we het ding om door muren te kijken?”
    Waarop de student vraagt:
    “Kan dat dan?”
    “Ja,” zegt de professor.
    “Waarmee dan?” vraagt de student.
    “Met een raam, mijn beste jongen, met een raam!”

  • Snelheid

    Een vrouw staat met haar Smart met autopech langs de snelweg, komt er een
    man in een Porsche voorbij.
    “Zal ik je een sleepje geven naar de dichtsbijzijnde garage?” vraagt de
    Porsche rijder.
    “ja graag!” antwoordt de vrouw.
    Zo gezegd, zo gedaan, de Smart werd met een sleepkabel aan de Porsche vast
    gemaakt.
    “Als ik te hard ga moet je maar toeteren!” glimlacht de man.

    Even later, onderweg, scheurt er een Ferrari met 250 km/u voorbij. De
    Porsche rijder vergeet helemaal de sleep en scheurt achter de Ferrari aan.

    Later die avond komt een agent bij de commissaris en zegt:
    “Je gelooft nooit wat ik heb gezien! Komt er eerst een Ferrari met 250 km/u
    voorbij flitsen. Direct daarachter zat een Porsche die hem bij probeerde te
    houden. En achter de Porsche reed een Smart die toeterde of hij er voor bij
    mocht gaan!”

  • Slakken

    Een man des huizes had net een maaltje slakken op en zeurde: “Ik lust er nog wel een paar vrouw, want zoals jij ze maakt, maakt niemand ze.” “Nou jong, dan zal jij ze zelf moeten gaan halen.” “Geen punt!” Nadat hem de weg was uitgelegd, waar hij ze moest gaan halen, ging hij fluitend de deur uit. Daar aangekomen: “Ik had graag nog wat slakken.” “Ja”, zei die slakkenboer, “ik heb er zoveel verkocht dat ik geen verpakkingen meer heb.” “Dat geeft niet”, zegt de man, terwijl hij zijn trui openhield. En zo ging ook naar huis. Maar onderweg kwam hij enkele vrienden tegen die vroegen om met z’n allen wat te gaan drinken. “Néé jongens!” Na wat zeuren … nou goed ééntje dan. Het werden er enkele meer en de tijd vloog om. “Jongens ik moet naar huis,” zei hij met een dikke tong. Zo schommelde hij even later naar huis. Thuis aangekomen kreeg hij de huissleutel niet meteen in het sleutelgat. Terwijl hij gebukt stond te richten, vielen de nog levende slakken vanuit zijn trui op de grond. Net toen hij de slakken weer terug wilde doen in zijn trui, vloog plots de deur open en daar stond zijn woedende vrouw. Eer dat zij de kans kreeg om hem de les te lezen, zei hij al lallend: “…allee jongens, nóg tien centimeter …. dan zijn we thuis!”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *