Wat doet u?

Jantje staat in de Albert Heijn melkdozen open te doen en een winkeljuffrouw spreekt hem hierover aan:

Winkeljuffrouw : “Meneer wat zijn we aan het doen?”

Jantje : “Ik ben de melkpakken aan het opendoen en u staat erbij te kijken”.

Winkeljuffrouw : “Maar meneer, zoiets doe je toch niet”.

Jantje : “Daar staat het toch, hier opendoen”

Similar Posts

  • Annie bij de bakker

    Annie komt bij de bakker, zegt de bakker: “Hallo Annie, wat zie jij er goed uit.” “Ja,” zegt Annie, “ik heb een facelift gehad moet jij maar eens schatten hoe oud ik ben.” “Nou,” zegt de bakker, “ik schat 42 jaar.” “Nee,” zegt Annie, “53.” Even later komt Annie bij de slager die ook weer een complimentje naar Annie maakt. “Ja,” zegt Annie, “moet jij maar eens schatten hoe oud ik ben.” “Nou,” zegt de slager, “ik denk 44.” “Nee,” zegt Annie, “53.” Na het winkelen staat Annie op de bus te wachten komt een man die ook weer tegen Annie zegt dat ze er goed uitziet. “Ja,” zegt Annie, “moet jij maar eens raden hoe oud ik ben.” “Nou,” zegt die man, “dat zou ik zo niet kunnen zeggen maar als ik even in je broek mag voelen dan kan ik het je zo vertellen.” Oké, Annie laat de man met zijn hand in haar broekje graaien en na vijf minuten is de man klaar en zegt: “53 jaar.” “Zo,” zegt Annie, “dat jij dat kunt voelen aan mijn poesje?” “Nou nee,” zegt de man, “ik stond net achter je bij de bakker.”

  • Moeilijke onderwerpen.

    Op de vlucht van Amsterdam naar Sydney zit een man naast een veel jongere en beeldschone meid.

    Ze is een boek aan het lezen en wanneer hij haar plots aanspreekt.  “Juffrouw, naar het schijnt gaat de tijd vlugger voorbij als je met iemand van gedachten wisselt over een bepaald onderwerp”. “Ja, dat zou kunnen” antwoordt de mooie meid  “Wat had je in gedachte?”  “Wel zegt de man “Wat zijn volgens jou de voor- en nadelen aangaande de uitstap van kernenergie wetende dat binnen 3 jaar de e-auto zal ingeburgerd zijn en we met een acuut stroomtekort gaan te kampen krijgen?”  Het meisje fronst even de wenkbrauwen en vraagt dan aan de man: “Weet jij hoe het komt dat een koe, een paard en een geit, die in dezelfde wei staan en hetzelfde eten, een platte vlaai, knollen en bolletjes schijten?  “Neen ” antwoordt de man. “Wel, meneer hoe wil je nu over ingewikkelde dingen praten als je nog geen verstand hebt van stront?”

  • Pinquins

    Er komt een man aangereden bij de benzinepomp en zegt tegen de pompbediende: “Doet u maar Euro benzine.” De bediende begint te tanken, kijkt in de auto, en ziet drie pinguins achterin zitten. “Hoe komt u aan die pinguins?”, vraagt de pompbediende. “O,” zegt de man, “Ik zag ze staan op de kruising. En omdat ik van de Dierenbescherming ben, heb ik ze maar meegenomen. Maar eerlijk gezegd weet ik niet wat ik met ze moet doen.” Zegt de pompbediende: “Neem ze mee naar Artis.” “Da’s een goed idee,” zegt de man. Een week later komt de man weer tanken. De pompbediende kijkt in de auto en ziet achterin drie pinguins zitten: zonnekleppen op, strandballen bij zich… Zegt de pompbediende: “Ik dacht dat u ze naar Artis zou brengen…?” Zegt de man: “Dat heb ik ook gedaan! Dat was een prima tip, leuke dag gehad. Maar vandaag gaan we naar Zandvoort!”

  • Sprekende klok

    SPREKENDE KLOK Een dronkenlap was trots op zijn nieuwe appartement en na een avondje uit toonde hij het aan enkele vrienden. Zo kwamen ze op de slaapkamer en daar hing een grote koperen gong. ‘Wat gebeurt er met die gong?’ vroeg een van de vrienden. ‘Het is geen gong. ‘t Is een sprekende klok,’ antwoordde de dronkaard. ‘Een sprekende klok? Eerlijk waar?’ vroeg zijn verbaasde vriend. ‘Jaaa,’ bevestigde de eigenaar. ‘En hoe werkt zoiets dan?’ vroeg de vriend met een achterdochtige blik. ‘Kijk,’ zei de zatlap. Hij nam het bijhorende slaghout, gaf de gong een oorverdovende klap en deed een stap achteruit. De drie gasten stonden verbaasd naar elkaar te kijken, tot plots… Iemand aan de andere kant van de muur schreeuwde, ‘Jij, vervelende zak! Het is verdorie kwart voor vier in de morgen!

  • Moos

    Moos gaat voor het eerst in zijn leven skiën. Les nemen vindt hij zonde van het geld, dus suist hij bij zijn eerste afdaling, niet geremd door enige kennis of vaardigheid, met een noodgang over de zwarte piste.
    Waardoor hij een bordje ‘Lawine gevaar’ niet ziet. Als Moos, na een adembenemende afdaling, dankzij een bovenmenselijke inspanning nog net voor een vreselijk diep ravijn tot stilstand weet te komen, slaakt hij een diepe zucht van verlichting.
    Dat had hij beter niet kunnen doen.
    Tien tellen later ligt hij onder drie meter sneeuw. Onmiddellijk rukken de reddingswerkers uit. Zodra Moos gelokaliseerd is, steken ze een lange pijp in de sneeuw om Moos wat lucht te verschaffen. Moos ziet de pijp vlak boven zijn hoofd door de sneeuw verschijnen. “Wie is daar?” roept hij.
    “Het Rode Kruis,” roept men van boven.
    Waarop Moos zegt: “Maar, daar heb in Amsterdam al voor  gegeven.”

  • Jongen of meisje

    Er liggen twee baby’s naast elkaar in het ziekenhuis. Vraagt de ene baby aan de andere: ‘Ben jij een jongen of een meisje?’ ‘Een jongen!’ antwoordt de andere baby. ‘Hoe weet je dat?’ De jongen kijkt onder de dekens en steekt zijn voeten onder de dekens uit. ‘Kijk, blauwe sokjes!’

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *