Wat doet u?

Jantje staat in de Albert Heijn melkdozen open te doen en een winkeljuffrouw spreekt hem hierover aan:

Winkeljuffrouw : “Meneer wat zijn we aan het doen?”

Jantje : “Ik ben de melkpakken aan het opendoen en u staat erbij te kijken”.

Winkeljuffrouw : “Maar meneer, zoiets doe je toch niet”.

Jantje : “Daar staat het toch, hier opendoen”

Similar Posts

  • Les

    Een priester rijdt in zijn auto langs een nonnetje dat op de stoep loopt. Hij geeft haar een lift.
    Terwijl zij in stapt valt haar habijt open en laat zij een prachtig lang been zien.
    De priester kan zich niet beheersen en legt zijn hand op haar dij.
    De non kijkt hem aan en zegt vriendelijk: “Denk aan psalm 129, vader.”
    De priester trekt verschrikt zijn hand weg en verontschuldigt zich.
    Maar na een tijdje wordt de verleiding toch te groot en hij legt weer zijn hand op haar dij.
    “Denk aan psalm 129,” zegt het nonnetje opnieuw.
    “Sorry, zuster, het vlees is zwak”, zegt de priester.
    Bij het klooster aangekomen, stapt de non uit en glimlacht veelbetekenend naar de priester. Die rent naar zijn cel en slaat de bijbel open op psalm 129, en leest: “Gaat voort en zoek, omhoog en verder omhoog, want daar is de glorie.”

    Moraal:
    Houd altijd goed je kennis op peil, anders mis je fantastische kansen.

  • Hoe oud ben ik?

    Meester is jarig. Hij vraagt aan de kinderen: “Raad eens hoe oud ik geworden ben.”
    Zegt Jantje: “58.”
    “Mis.”
    Zegt Marietje: “49.”
    “Ook mis.”
    Richie: “Meester, u bent 42 geworden.”
    “Goed zo, m’n jongen. Hoe heb je dat zo goed geraden?”
    “Nou meester, dat zit zo: mijn broer is 21 en da’s een halve idioot.”

     

  • De bootreis

    Er zit een meisje in een café nogal sip te kijken en te zuchten. Een jongen gaat naar haar toe, en vraagt wat er aan de hand is. ‘Nou,’ zegt het meisje, ‘ik zou zo graag mijn zus eens bezoeken in Zuid-Afrika, maar de bootreis is veel te duur.’ ‘O, maar dat komt goed uit,’ zegt de jongen, ‘want ik ben matroos. Ik wil je best in mijn plunjezak het schip op smokkelen.’ ‘Dat zou geweldig zijn,’ zegt het meisje, ‘maar wat moet ik daar voor doen?’ ‘Nou,’ zegt de jongen, ‘ik kom je elke avond eten brengen. En dan zou ik het fijn vinden als ik een half uurtje bij je mag komen liggen.’ ‘Dat is wel goed,’ zegt het meisje. Dus wordt het meisje het schip op gesmokkeld. Elke avond komt de matroos haar eten brengen, en blijft dan een half uurtje bij haar. Na drie weken vindt het meisje de reis wel lang gaan duren. Ze besluit maar eens naar boven te gaan. Boven gekomen ziet ze de kapitein lopen, en aan hem vraagt ze: ‘Kapitein, duurt het nog lang voordat we in Zuid-Afrika zijn?’ ‘Nogal,’ zegt de kapitein, ‘want dit is de veerboot naar Texel.’

  • Geel, rood, blauw mannetje

    Een trucker ziet langs de weg een geel mannetje staan dat weent. Hij stopt, gaat ernaar toe en vraagt wat er scheelt. Het mannetje antwoordt: ‘Ik ben geel, kom van Venus, ben homofiel en heb honger’. ‘Tja’ zegt de chauffeur ‘ik kan je een sandwich geven maar verder kan ik je spijtig genoeg niet helpen’. Hij geeft de sandwich en zet de rit verder.

    Even later ziet hij langs de weg een rood mannetje staan wenen. Weer stopt hij en vraagt wat er scheelt. Het mannetje antwoordt: ‘Ik ben rood, kom van Mars, ben homofiel en heb dorst ‘. De trucker zegt: ‘Ik kan je een blikje cola geven maar verder kan ik je niet helpen’. Hij geeft een cola en zet zijn weg verder.

    Even verder ziet hij een blauw mannetje staan. De trucker is deze spelletjes moe, stopt, gaat boos naar het blauwe mannetje toe en zegt: ‘Jij zult ook wel homo zijn en van wat voor een achterlijke planeet kom jij en wat moet jij nu weer hebben?’. Waarop het mannetje antwoordt: ‘Uw identiteitskaart en uw rijbewijs.’

  • Horloge

    Er zitten 2 man in een trein en de jongeman vraagt aan de andere man. Kun je mij vertellen hoe laat het is? De man geeft geen antwoord. Weer een poosje later vroeg hij het weer. De man gaf weer geen antwoord. De jongeman zegt tegen de man. Meneer nu heb ik je 2 keer gevraagd hoe laat het is waarom zeg je niks. Dat zal ik je vertellen zei de man. Je vraagt mij hoe laat het is. Dan moet ik mijn mooie horloge pakken. Dan zeg jij dat is een mooie horloge. Dan zeg ik ja dat is ook een mooie horloge. Dan vraag jij aan mij hoe ik zo’n horloge kan betalen. Dan moet ik zeggen dat ik goeie zaken doe. Dan vraag je mij of ik dochters heb. Dan moet ik zeggen ja ik heb mooie dochters. En jij wilt langs komen en komt daarna nog eens lang. En naderhand wil je met een van mijn dochters trouwen. Dus zeg nou zelf. Wat moet ik met een schoonzoon die geen horloge kan betalen

  • Vader Worden

    Een soldaat komt op vrijdagmorgen bij de sergeant en vraagt verlof.
    “Ik ga vader worden,” zegt de soldaat, en hij krijgt verlof van de sergeant.
    Na het weekend, op maandagmorgen vraagt de sergeant aan de soldaat:
    “En, hoe heet de kleine?”
    Zegt de soldaat: “Over negen maanden bent u de eerste die het weet”

     

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *