Drie directeuren

De drie directeurs van Grolsch, Heineken en Othmar Bier nemen op een ochtend om 10 over 7 de trein naar een Beurs in Amsterdam. Op een zeker moment is er een vertraging en ze besluiten samen iets te gaan drinken. Ze stappen een café binnen waar ze meer dan 120 verschillende bieren hebben.

De directeur van Grolsch roept : “Kastelein, drie Grolsch alstublieft.”

Nadat hun glas leeg is, roept de directeur van Heineken: “Hallo, barman, kan jij ons nog effe drie Heinekens serveren alsjeblief.”

Nadat deze op zijn, is het de beurt aan de directeur van Othmar Bier: “Kastelein, drie Heineken alstublieft!”

De directeurs van Grolsch en Heineken schrikken, en kijken elkaar verwonderd aan.

Plots zegt de directeur van Heineken: “Man, hoe kan dat nu? Je bent directeur van Othmar Bier en je bestelt drie Heineken?”

“Wel, ja,” zegt de directeur van Othmar Bier, op zijn uurwerk kijkend, “het is nog wat vroeg om bier te drinken!”

Similar Posts

  • Grijze haren

    Jantje: “Mamma, waarom heb je van die grijze haren?” Mamma: “Dat komt omdat kindjes heel ondeugend zijn.” Jantje: “O, vandaar dat oma helemaal grijs is!”

  • Hoe noemen we…..

    Er komt een professor bij een universiteit kijken of de studenten wel slim genoeg zijn. Hij vraagt of de slimste student even bij hem wil komen voor een paar vraagjes. Nou dus die jongen komt naar de professor toe. En de professor begint met de eerste vraag:
    “Hoe noemen we het ding om naar de sterren te kijken?”
    Waarop de student antwoordt:
    “Een telescoop.”
    “Goed,” zegt professor, “en om naar bacterien te kijken?”
    “Een microscoop.”
    “Goed. En nu een lastige: Hoe noemen we het ding om door muren te kijken?”
    Waarop de student vraagt:
    “Kan dat dan?”
    “Ja,” zegt de professor.
    “Waarmee dan?” vraagt de student.
    “Met een raam, mijn beste jongen, met een raam!”

  • Een zatlap

    Een zatlap loopt ‘s nachts over straat en belt om 4 uur ‘s morgens aan bij mensen. De man des huizes staat woedend op en vraagt: “Wat is dat hier, wat scheelt er?” De zatlap: “Kom me duwen! Je moet me komen duwen!” Razend zegt de bewoner: “Ik ken je niet eens, het is 4 uur in de morgen, en jij vraagt me om je te komen duwen. Bol het af jong…” Terug in de slaapkamer, legt hij zich terug in bed, maar zijn vrouw speelt hem de les: “Nu heb je toch overdreven. Het is jou toch ook al overkomen dat je in panne staat met de wagen. Je had die sukkelaar toch wel even kunnen helpen duwen.” Man: “Ja, maar die kerel was strontzat.” Vrouw: “Reden te meer om hem te helpen, het gaat hem nooit alleen lukken. Nee, zo ken ik je helemaal niet, ik ben zeer teleurgesteld in je.” Haar man, helemaal ontdaan, kleedt zich toch maar weer aan en gaat naar beneden. ! Hij opent de deur en roept: “He kerel, ik kom je duwen, waar zit je?”

    Zatlap: “Hier in de tuin, op de schommel”

  • Een ouder echtpaar…

    Een ouder echtpaar nodigde zijn jongere buren uit om eens te komen eten.

    Telkens als de oude man zijn vrouw iets vroeg,
    begon hij met …. ‘schatje’, ‘…. lieveling’, …. ‘duifje’, …..
    ‘honnepon’ enzovoorts.

    De jonge buren waren enorm onder de indruk, want … het echtpaar was al bijna 60 jaar getrouwd !!

    Toen de vrouw even naar de keuken was, zei de jonge buurman tegen de man:

    “Ik vind het zo mooi en zelfs ontroerend dat u uw vrouw na al die jaren dat
    jullie al samen zijn, nog steeds koosnaampjes geeft”.

    De oude man boog zijn hoofd en antwoordde ….
    …..
    Om eerlijk te zijn, ik kan al tien jaar niet meer op haar naam komen”

    ===================================================================


  • Boekhouder

    De peetvader van een maffiaclan kwam er achter dat zijn doofstomme boekhouder 10 miljoen euro verduisterd had. Hij had de doofstomme boekhouder aangenomen omdat hij toch niks kon horen.Het missende geld wou hij echter meteen terug en hij haalde Jantje erbij omdat die gebarentaal kon.De peetvader vroeg: “Vraag hem waar de 10 miljoen zijn die hij van mij verduisterd heeft!”Jantje gebaarde deze vraag naar de boekhouder. De boekhouder antwoordde in gebarentaal: “Ik weet niet waar je het over hebt.”Jantje tegen de peetvader: “Hij weet niet waar je het over hebt.”Hierop haalde de peetvader een pistool boven, plaatste de loop tegen de slaap van de boekhouder en zei: “Vraag het hem opnieuw.”Jantje gebaarde aan de boekhouder: “Hij gaat je vermoorden als je het hem niet zegt!”De boekhouder: “OK! Hij wint! Het geld zit in een bruine tas die begraven ligt in de tuin van mijn neef, Voorstraat 18 in Utrecht!”De peetvader vroeg aan Jantje: “En, wat is zijn antwoord?”Jantje: “Hij zegt dat je het lef niet hebt om te schieten.”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *