Pech Onderweg

Een man valt in de Limburg in panne op een landweggetje. In de wei staat een paard dat over zijn schouder meekijkt en plots zegt “Er zit vuil in de luchtfilter”. De man schrikt maar bekijkt toch de filter en ziet dat er inderdaad vuil in zit.

Wat later zit hij in het dorpscafé om te bekomen van zijn schrik en vertelt het verhaal aan de Limburgse café eigenaar. “Ja” zegt deze, “dan heb je geluk gehad. Honderd meter verder staat ook een paard in de wei, maar die weet niks van auto’s!”

Similar Posts

  • Mijn Zwager

    Als gevolg van een hartstilstand ondergaat een man een open hartoperatie. Na de ingreep ontwaakt de man uit zijn verdoving en ziet zich verzorgd door nonnetjes in een katholiek ziekenhuis. Terug bij zijn zinnen vraagt een verpleegster Non hoe hij zijn rekening gaat betalen. Ze vraagt hem of hij een ziekteverzekering heeft. Hij antwoordt met nog kleine zwakke stem : “geen ziekteverzekering”. “Hebt gij geld op de bank”? Hij antwoordt : “Geen geld op de bank”. Zij vervolgt: “Hebt je familie die je kan helpen”? Hij: “ik heb maar één zus, oude jonge dochter, Non in een klooster”. De zuster wordt kwaad en zegt: “Nonnen zijn geen oude jonge dochters en zijn gehuwd met God”!!

    En de man antwoordt: “Stuur de rekening dan naar mijn zwager ! “

  • Hond

    Om half twee ‘s nachts ging eergisteren de telefoon bij ons . Moeizaam kwam ik uit bed en vond op de tast de telefoon. “Spreek ik met meneer Osselaer?” vroeg een boze stem aan de andere kant van de lijn.

    “Ja, inderdaad,” mompelde ik .

    “Met Van Snick van de overkant. Ik bel even om te zeggen dat het geblaf van uw hond me gek maakt. Laat hem alstublieft onmiddellijk ophouden.”

    De volgende nacht om twee uur belde ik naar Van Snick. “Hallo?” mompelde hij slaperig.

    “Meneer Van Snick, met Osselaer van de overkant” riep ik door de telefoon!

    “Om twee uur ‘s nachts? Bent u gek geworden?”

    “Meneer Van Snick, ik bel even om te zeggen dat ik geen hond heb”.

     

  • Juiste gereedschap

    Op een morgen komt een man terug van een vistochtje van verschillende uren en besluit om een dutje te doen; ondanks het feit dat ze niet vertrouwd is met het meer, besluit de vrouw toch om de boot van haar man eens te gebruiken. Ze vaart een eindje het meer op, gooit het anker uit, en leest een spannendboek. Plots komt er een man, de terreinbeheerder, langs gevaren met zijn boot. Hij legt naast de boot van de vrouw aan en zegt: ‘Goede morgen mevrouw. Wat bent u aan het doen ?’ ‘Een boek aan het lezen’ antwoordt ze, (meteen denkend: ‘Is dat niet duidelijk ?’) ‘U bent in een Verboden Te Vissen zone’, zo informeert hij haar. ‘Sorry vriend, maar ik ben niet aan het vissen , ik ben aan het lezen’ ‘Ja, maar u hebt al het gereedschap en voor zover ik weet, kunt u er op elk ogenblik mee beginnen; ik moet u een bekeuring geven en uw materiaal in beslag nemen’. ‘Als u dat doet, zal ik u moeten aangeven voor seksuele intimidatie’ zegt de vrouw. ‘Maar ik heb u zelfs nog niet aangeraakt’ zegt de man. ‘Dat is waar, maar u hebt al het gereedschap ervoor bij u en v oor zover ik weet, kunt u er op elk ogenblik mee beginnen ‘, zegt de vrouw. ‘Nog een prettige dag verder mevrouw’, en de terreinbeheerder vertrekt.

  • Vertrouwen

    Een priester, die een wandeling maakt in de vrije natuur, sukkelt in het drijfzand. Wanneer hij ongeveer is weggezakt tot over zijn enkels, passeert er een brandweerwagen. – ‘Heeft u hulp nodig ?’, vragen de brandweerlieden. – ‘Nee, dank U, niet nodig, de Heer zal me bijstaan !’, antwoordt de priester. Wanneer hij tot zijn middel is weggezakt, passeert de brandweerwagen opnieuw en de brandweerlieden vragen : – ‘Heeft u hulp nodig ?’, – ‘Nee, nee, dank U, niet nodig, de Heer zal me bijstaan !’, antwoordt de priester weer. Wanneer enkel nog het hoofd van de priester boven het zand uitsteekt, passeert de brandweer een derde maal. – ‘Heeft U nog steeds geen hulp nodig ?’, vragen ze. – ‘Nee, nee, nee, niet nodig, de Heer zal me redden !’, antwoordt de priester. Uiteindelijk verdwijnt de priester helemaal onder het zand… Aangekomen in het paradijs zegt hij tot God : – ‘Ik ben echt wel naïef. Ik dacht werkelijk dat U me ter hulp zou zijn gekomen !’ En de Heer antwoordt : – ‘Ik heb je 3x de brandweer gestuurd. Ik zie niet in wat Ik nog meer kon doen…! 

  • Opscheppen over de kinderen

    Twee moeders zitten in het park op een bankje. Zegt de ene moeder: “Mijn kind van twee kan zijn naam al schrijven.” Zegt de ander: “Mijn kind van twee kan zijn naam zelfs al achterstevoren schrijven.” “O, wat knap! Hoe heet uw kind dan?”. “Mijn kind heet Bob”.

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *