The Lightnings
The Lightnings uit Deventer deze week op deze site.

The Lightnings uit Deventer deze week op deze site.

The Creations zijn in 1966 opgericht als een soort personeelsband van het belastingkantoor Almelo en bestond door 5 belastingambtenaren. De vijf personen waren Gerrit Leus, George Lommers, Nico Hoogland, Henry ten Berge en Edi Das. Na enkele jaren kwamen er muzikale meningsverschillen en stopten The Creations en daarna gingen ze verder als Bemsha met o.a. Joop van Liefland in de gelederen. The Creations traden vaak op bij Kampkuiper in Harbrinkhoek, De Molen in Fleringen, Van Olfen in Weerselo en bij Mensink (Bays) in Reutum. Henry ten Berge heeft na The Creations nog bij o.a. de Helena’s en Follow me gespeeld.

Het duo Freelance op de voorgrond deze week. Mocht u iets over deze mannen kunnen vertellen dan horen wij dat uiteraard graag.


Deze week de conferencier “Bertus de Tukker” op de site. Helaas kunnen wij over hem niet veel vertellen. In ons platen archief vonden wij ook 3 liedjes die gezongen zijn door Bertus de Tukker maar of we dan over dezelfde man praten is voor ons de vraag. Het uitgezochte nummer “Klop klop in ‘t köpke” is in deze tijd heel toepasselijk omdat er in deze tijd van het jaar menig glaasje wordt geleegd en sommigen denken dan de volgende dag terug aan deze plaat.

Het Trio Viva L’amour op der voorgrond dit keer. Wie het zijn en waar ze vandaan komen weten we niet maar misschien kan de lezer ons deze informatie verschaffen.

Afgelopen donder hoorden we via de radio het bericht dat Mieke Telkamp was overleden. Vele mensen hier in Twente en ook ver daarbuiten genoten in de vorige eeuw van haar platen. Derhalve plaatsen we dit artikel. De onderstaande tekst is overgenomen uit Wikipedia.
Mieke Telkamp, pseudoniem van Maria Berendina Johanna (Mieke) Telgenkamp (Oldenzaal, 14 juni 1934 – Zeist, 20 oktober 2016) was een Nederlands zangeres. Ze is Nederland vooral bekend door het lied Waarheen, waarvoor, waarmee ze in 1971 haar comeback maakte.
Telkamp heeft tussen 1953 en 1967 meerdere hits op haar naam geschreven. Ze werd in 1953 bekend met Here in my heart, een lied dat in 1952 door Al Martino werd gezongen. Daarna bracht ze succesvolle nummers uit als Nooit op Zondag en Eb en Vloed. Ook heeft ze veel succes in West-Duitsland gehad, met als grootste hit Prego, prego gondeliere, waarvan bijna een miljoen singles werden verkocht. Als pseudoniem gebruikte ze de naam Mieke Telkamp, omdat haar geslachtsnaam Telgenkamp ongeschikt werd bevonden om in West-Duitsland een carrière op te bouwen.
Ze won in 1957 de eerste prijs, de Gouden Gondel, tijdens het Festival van Venetië. Zij heeft in 1962 aan het Songfestival van Knokke meegedaan en in 1964 in de Snip en Snap Revue gestaan.
In 1967 trok ze zich op doktersadvies met buikklachten terug uit de showbusiness. Maar begin jaren 70 besloot ze om haar carrière nieuw leven in te blazen. Ze trad echter niet meer op in het land en beperkte het zingen tot platen-, radio- en televisiestudio’s.
Na Telkamps terugkeer in de muziekwereld behaalde ze het grootste succes uit haar carrière. Ze ontving in 1971 haar eerste gouden plaat voor Waarheen, waarvoor, een nummer in de originele Nederlandse tekst van Karel Hille, geschreven op de melodie van Amazing Grace en waarvan in Nederland meer dan een miljoen exemplaren verkocht werden. Ze nam Waarheen, waarvoor samen met de Hi-Five onder leiding van Harry de Groot op naar een idee van Frank Jansen, die ook de productie deed. Het lied was jarenlang in Nederland het meest populaire lied dat bij uitvaarten gedraaid werd.
Er is een cd verschenen met al haar Duitse successen, getiteld Tulpen aus Amsterdam, waarvan bijna een miljoen platen over de toonbank ging. Telkamp was de eerste Nederlandse zangeres die na de Tweede Wereldoorlog weer in het Duits zong, wat haar in de Duitstalige landen veel waardering heeft opgeleverd. Sinds 1955 verschenen in West-Duitsland vele platen, waarvan Du bist mein erster Gedanke de eerste was. Haar eerste Duitse titel Morgen komm’ ich wieder werd in 1953 alleen in Nederland uitgebracht en werd een groot succes.
Telkamp was in 1978 de eerste persoon uit de showbusiness die werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. In 1990 trad ze voor het laatst officieel op.
In augustus 2008 verscheen een dvd met de titel Alles voor jou, waarop van 40 liedjes beeldregistraties staan uit de periode 1959-1989.
Op 13 december 2008 werd aan Telkamp een Diamanten Award uitgereikt bij Omroep MAX, voor de verkoop van 1 miljoen exemplaren van Waarheen, waarvoor.
Op 10 maart 2011 nam ze bij Omroep MAX definitief afscheid van het grote publiek en leefde sindsdien teruggetrokken in Zeist. Ze overleed op 82-jarige leeftijd.
Wilhelmus Jacobus (Willem) Duyn (Haarlem, 31 maart 1937 – Emmen, 4 december 2004) was een Nederlandse zanger die furore maakte als Big Mouth van het duo Mouth & MacNeal. Hij viel op door zijn forse bouw en forse beharing (hoofdhaar en baard).
In de jaren zestig was hij o.a. zanger bij de “Whiskers” en maakte hij deel uit van de tweede bezetting van de Jay-Jays, met o.a. Cees Kranenburg jr.. (drums), Hans Jansen (orgel) en Kees Vennick(sax). Zij waren de opvolgers van de Shadowband en The Jumping Jewels, de begeleidingsband van Johnny Lion. Willem Duyn was daarna ook een bekende diskjockey in een discotheek in Den Helder.
In 1971 vormde de voormalige constructiebankwerker een popduo met Maggie MacNeal. In 1972 scoorden zij een internationale hit met het door producer Hans van Hemert geschreven How do you do Het liedje bereikte in de zomer van 1972 zelfs de top 10 van de Amerikaanse hitparade. In 1974 vertegenwoordigden ze Nederland op het Eurovisiesongfestival met het lied Ik zie een ster, waarmee ze de derde plaats behaalden. In eigen land hadden ze hiermee eveneens succes en stonden ze veertien weken in de hitparade.
In datzelfde jaar werd het duo ontbonden en trad Duyn verder op met Little Eve (Ingrid Kup), met wie hij ook trouwde. Vanaf 1978 trad hij solo op als Big Mouth, later onder zijn eigen naam. In 1979 behaalde hij een hit met het autobiografische lied Willem, een cover van Darling. Willem kreeg in 1982 een vervolg met het eveneens autobiografische lied Wat een rare man. Duyn nam in 1992 tijdelijk de plaats in van Bennie Jolink, zanger van de band Normaal, toen deze zwaargewond raakte. In september van dat jaar scoorde hij met Normaal nog een bescheiden hit met “Woenderbar”. Hoewel Duyn nog vele (solo)singles uitbracht, bereikte hij nooit meer het succes dat hij boekte met Mouth & MacNeal.
Duyn was jarenlang woonachtig in Almelo en Wierden, en woonde later in het Drentse plaatsje Roswinkel. Hij kreeg op 67-jarige leeftijd thuis een hartstilstand en overleed onderweg naar een ziekenhuis. Duyn is twee keer getrouwd geweest en had zes kinderen,
Op 21 maart 2012 verscheen over Mouth & MacNeal de biografie “Duo tegen wil en dank”, geschreven door de voormalige fanclubvoorzitter Roel Smit.
Bovenstaande gegevens komen van Wikipedia.
