Biefstuk
Zegt de klant tegen de ober in het restaurant: ,,De biefstuk was prima ik ben kenner”
Zegt de ober! ,,O bent u slager?”
“Neen”, zegt de klant, “schoenmaker”.
Zegt de klant tegen de ober in het restaurant: ,,De biefstuk was prima ik ben kenner”
Zegt de ober! ,,O bent u slager?”
“Neen”, zegt de klant, “schoenmaker”.
Drie vrouwen vinden samen de dood na een verkeersongeval. Ze komen aan in de hemel en Sint-Pieter komt naar hun toe.
Hij zegt:”Er is maar 1 regel en die moet je altijd volgen en dat is : trap niet op de eendjes.”
De vrouwen gaan binnen en ja hoor allemaal eendjes, je kon er bijna niet naast trappen.
Een half uurtje later trapt de eerste vrouw al op een eendje. En jawel, eendje dood.
Sint-Pieter komt er al aan met een lelijke man. Hij ketent ze aaneen en zegt: “jij moet tot in de eeuwigheid vastgeketend blijven aan deze lelijke man.”
De andere vrouwen zijn voorzichtig, maar een drietal maanden later, heeft de tweede ook prijs, en ja hoor, St-Pieter komt er al aan met een lelijke man en ook zij wordt vastgeketend tot in de eeuwigheid.
De derde vrouw nu heeeeeeel voorzichtig, loopt na 6 maanden nog altijd rond en ze heeft nog niet op een eendje getrapt. Plots staat St-Pieter daar met een knappe jonge gast, een echte chippendale. En hij ketent hen vast en vertrekt. “Allee zegt die vrouw, wat heb ik gedaan om dat te verdienen?” “Wat gij gedaan hebt weet ik niet” , zegt de jonge gast, ” maar ik had op een eendje getrapt.”
Een automonteur komt van de dokter vandaan en denkt:
“Dat kan ik ook.”
De monteur begint zijn eigen dokterspraktijk. Hij maakt reclame met: “Als ik je probleem kan oplossen kost het je 500 euro. Als ik geen oplossing voor je heb krijg je van mij 1000 euro.”
Een advocaat ziet de advertentie en denkt dat hij daar gemakkelijk geld mee kan verdienen. Hij gaat naar de praktijk toe van de monteur.
“Ik ben mijn smaak kwijt”, zegt de advocaat.
“Gaat u maar zitten”, zei de monteur, “daar heb ik wel een drankje voor.”
Hij loopt naar de kast, doet de 3e la van linksboven open en pakt een potje waar benzine in zit. Hij giet het goedje in de mond van de advocaat. Terwijl hij het uitspuugt zegt de advocaat:
“Gadver, dat is benzine. Wat doe je?!”
“Ah”, zegt de monteur, “u heeft uw smaak terug. Dat is dan 500 euro.”
De advocaat betaald en loopt boos weg.
De volgende dag, nog steeds verontwaardigd over zijn vorige bezoek bedenkt de advocaat een nieuw probleem en gaat opnieuw naar de dokterspraktijk van de monteur. De advocaat zegt:
“Ik denk dat ik mijn geheugen kwijt ben. Ik kan me niets meer herinneren.”
“Gaat u maar zitten”, zei de monteur, “daar heb ik wel een drankje voor.”
Hij loopt weer naar de kast, doet de 3e la van linksboven open en pakt een drankje.
“Nee, niet die, dat is benzine!” zeg de advocaat.
“Ah”, zegt de monteur, “u heeft uw geheugen terug. Dat is dan 500 euro.”
De advocaat betaald en loopt nog bozer weg.
De derde dag gaat de advocaat een laatste poging doen om die 1000 euro te verdienen. Hij bedenkt een weer een probleem en gaat naar de praktijk toe.
“Dokter”, zeg de advocaat, “ik kan bijna niets meer zien. Mijn zich gaat enorm achteruit.”
De monteur denkt eens goed na en na een tijdje zegt hij:
“Nee sorry, daar heb ik geen oplossing voor.”
De monteur reikt naar zijn portemonnee. Hij overhandigt het geld en zegt:
“Hier heeft u uw 1000 euro.”
Terwijl hij in werkelijkheid een briefje van 200 euro overhandigd.
“Heee!” zegt de advocaat, “dit is maar 200 euro.”
De monteur zegt:
“U heeft uw zicht terug, wat geweldig. Dat wordt dan 500 euro.”
Om half twee ‘s nachts ging eergisteren de telefoon bij ons . Moeizaam kwam ik uit bed en vond op de tast de telefoon. “Spreek ik met meneer Osselaer?” vroeg een boze stem aan de andere kant van de lijn.
“Ja, inderdaad,” mompelde ik .
“Met Van Snick van de overkant. Ik bel even om te zeggen dat het geblaf van uw hond me gek maakt. Laat hem alstublieft onmiddellijk ophouden.”
De volgende nacht om twee uur belde ik naar Van Snick. “Hallo?” mompelde hij slaperig.
“Meneer Van Snick, met Osselaer van de overkant” riep ik door de telefoon!
“Om twee uur ‘s nachts? Bent u gek geworden?”
“Meneer Van Snick, ik bel even om te zeggen dat ik geen hond heb”.
Een dom blondje is aan het wandelen en loopt voorbij een elektrozaak. Ze stapt binnen en vraagt aan de winkelier: “Hoeveel kost zo’n tv”? “Wij verkopen geen tv’s aan domme blondjes,” antwoordt hij.
Ze gaat naar huis en verkleed zichzelf. Weer gaat ze terug naar die man die tv’s verkoopt en vraagt opnieuw: “Hoeveel kost zo’n tv?” Weer zegt de man: “Wij verkopen geen tv’s aan domme blondjes.”
Zo probeert ze het tien keer na elkaar, maar telkens krijgt ze als antwoord dat de man geen tv’s verkoopt aan domme blondjes… Ten einde raad vraagt ze aan die man: “Hoe komt het eigenlijk dat je weet dat ik het ben?” “Wel,” antwoordt de man, “omdat dit geen tv’s maar magnetrons zijn.”
Kom je te laat op je werk, dan geef je een slecht voorbeeld. Kom je te vroeg, dan ben je een rondneuzer, of blij thuis weg te zijn.
Blijf je overwerken, dan ben je een uitslover. Ga je op tijd weg, dan heb je geen hart voor de zaak.
Pleeg je overleg, dan durf je zelf niet te beslissen. Doe je het niet, dan ben je eigenwijs.
Neem je iemand apart, dan schep je onderonsjes. Doe je het niet, dan ben je onpersoonlijk.
Ben je aardig, dan wil je de getapte man uithangen. Houd je afstand, dan heb je verbeelding.
Kom je met nieuwe ideeën, dan ben je een nieuwlichter. Maar als je ze niet hebt, dan gaat er niets van je uit.
Laat je anderen iets voor je doen, ben je een afschuiver. Pak je het zelf aan, dan ben je eigengereid.
Hou je je stipt aan de voorschriften, dan ben je lastig. Als je het niet doet, ben je een slappeling.
Heb je succes, dan heb je geluk gehad. Loopt het mis, dan weet iedereen het je te vertellen.
Als je er niet meer bent, Dan was je een geweldige kerel!
Jantje zegt tegen zijn moeder: “De burgemeester was vandaag op school.” Vraagt moeder: “En, had hij zijn ketting om?” “Nee hoor, hij liep gewoon los.”