Biefstuk
Zegt de klant tegen de ober in het restaurant: ,,De biefstuk was prima ik ben kenner”
Zegt de ober! ,,O bent u slager?”
“Neen”, zegt de klant, “schoenmaker”.
Zegt de klant tegen de ober in het restaurant: ,,De biefstuk was prima ik ben kenner”
Zegt de ober! ,,O bent u slager?”
“Neen”, zegt de klant, “schoenmaker”.
Er komt een man een supermarkt binnen, loopt naar de afdeling dierenvoeding, pakt twee blikken hondenvoer en loopt vervolgens naar de kassa. Vraagt de kassière: “Meneer heeft u een hond?” Hierop antwoordt de man: “Ja, natuurlijk heb ik een hond, anders had ik die twee blikken toch ook niet nodig?”
Zegt de kassière: “Het spijt me meneer, maar vanaf deze week mag ik niemand meer dierenvoeding meegeven tenzij ik zelf kan zien dat de persoon een huisdier heeft… U zult de hond dus moeten meenemen…” De man vloekt een paar keer vanwege deze absurde nieuwe regeling, smijt de twee blikken op de grond en loopt kwaad weg. De volgende dag is hij weer terug, loopt naar de afdeling dierenvoeding, pakt twee blikken kattenvoer en gaat naar de kassa. Vraagt die kassière: “Meneer, heeft u een kat?” Waarop de man, zichtbaar geïrriteerd, antwoordt: “Ja natuurlijk heb ik een kat, ik kom deze blikken toch niet voor mezelf halen?” De kassière: “Meneer, dit vind ik nou niet slim van u. U was hier gisteren ook, dus had u kunnen weten dat ik u geen dierenvoed….” De kassière is nog niet uitgesproken of de man is de winkel al luid vloekend en tierend uitgelopen… De blikken bij de kassière achterlatend. De dag daarop komt de man met een bruine papieren zak in z’n hand de winkel binnen, loopt direct door naar de kassa en zegt tegen de kassière: “Mevrouw, steekt u hier uw hand eens in.”
De kassière doet dit en roept vervolgens: “He, het is zacht en warm…”
“Ja”, zegt de man, “Ik had graag drie rollen WC papier!”
Geplaatst in Mannen en vrouwen moppen Een vrouw van 46 krijgt een hartaanval en ligt in het ziekenhuis. Terwijl ze op de operatietafel ligt, dichtbij de dood, krijgt ze een visioen. Ze ziet God en vraagt: ‘Is mijn uur gekomen?’ God antwoordt: ‘Nee, je hebt nog 43 jaar, 2 maanden en 8 dagen tegoed’. Bij het ontwaken uit de verdoving, besluit ze een facelift en een liposuctie te laten doen, haar lippen te laten opspuiten met collageen, haar borsten te laten corrigeren… Kortom: ! ‘The Works’. Nu ze weet dat ze nog lang te leven heeft, loont het ruim de moeite. Na haar laatste operatie komt ze totaal gerenoveerd uit het ziekenhuis en wordt gegrepen door een ambulance bij het oversteken van de straat. Dood. In de hemel aangekomen vraagt ze aan God: ‘Ik dacht dat ik nog meer dan 40 jaar tegoed had ! ‘Waarom heb je me laten omver rijden door die ambulance ?’ Zegt God: ‘Meid, ik had je niet herkend !!!’
Een Belg, een Duitser en een Nederlander worden tijdens de Golf-oorlog gevangen genomen door Saddam Hoessein. Na een oneerlijk proces worden ze alle drie veroordeeld tot 10 stokslagen waarna ze in vrijheid worden gesteld. Echter Saddam is in een goede bui en zegt, “Omdat jullie Europeanen zijn mogen jullie eerst nog 1 wens doen.” “Nou”, zegt de belg bind mij maar een mat op mijn rug. De Belg krijgt een mat op zijn rug gebonden en na 10 stokslagen toont de Belg echter weinig tekenen van leven meer. De Duitser kiest er voor om een matras op zijn rug te krijgen. En ook de Duister krijgt 10 stokslagen en heeft nog ontzettende pijn. Als de Nederlander aan de beurt is zegt Saddam, “Omdatjij Nederlander bent mag jij maar liefst 2 wensendoen.”. De Nederlander zegt, “Dan wil ik 20 in plaats van 10stokslagen”.Saddam kijkt een beetje raar maar vraagt toch, “Wat is dan je tweede wens”. Waarop de Nederlander antwoord, “Bind die Duitser maar op mijn rug.”
Een man van de plaatselijke carnavals vereniging belt aan en een mevrouw komt open doen. Goede middag mevrouw, wij zamelen lege wijnflessen in voor een kunstproject, hebt u er een paar voor ons? Mevrouw wordt een beetje geïrriteerd en zegt, onnozel mannetje zie ik er uit alsof ik wijn drink?
Antwoord de man, maar mevrouw toch …. Azijnflessen mag ook hoor!!
Op de zesde dag sprak God tot de aartsengel Gabriel: “Vandaag ga ik een land creëren, genaamd Nederland. Het zal een land zijn van buitengewone natuurlijke schoonheid, met grote bossen, vol met herten, zwijnen en eekhoorns. Grote rivieren, gevuld met alle mogelijke soorten levende wezens. Het zal een binnenzee krijgen met enorme hoeveelheden vis en ook aan een buitenzee komen te liggen, die men van prachtige goudgele stranden kan overzien.” God ging verder: “Ik zal het land rijk maken door de landbouw en de inwoners zullen grote welvaart kennen. Sommige van hun vrouwen zullen van verblindende schoonheid zijn. Ze zullen bekend worden als Hollanders. En ze zullen het vriendelijkste volk op aarde zijn. En als slagroom op de taart maak ik van het zuiden van Nederland een lieflijk heuvellandschap waar vriendelijke mensen zullen wonen, die bekend zullen staan als Limburgers.” “Maar Heer,” zegt Gabriel, “denkt U niet dat u een beetje te genereus bent voor deze Hollanders?” “Niet echt,”, antwoordt God, “moet je eens opletten wie ze als oosterburen krijgen!”