Biefstuk
Zegt de klant tegen de ober in het restaurant: ,,De biefstuk was prima ik ben kenner”
Zegt de ober! ,,O bent u slager?”
“Neen”, zegt de klant, “schoenmaker”.
Zegt de klant tegen de ober in het restaurant: ,,De biefstuk was prima ik ben kenner”
Zegt de ober! ,,O bent u slager?”
“Neen”, zegt de klant, “schoenmaker”.
Een Belg komt in Nederland op de markt en ziet een kraam met thermoskannen staan.
Dus hij vraagt aan de verkoopster: “Wat is dat”.
De verkoopster zegt “Dat zijn thermoskannen”.
“Maar wat moet je er mee doen?”, vraagt de Belg.
“Als je er wat warms in doet blijft het warm en als je er iets kouds in doet blijft het koud.”
De Belg koopt een thermoskan en komt de volgende dag op zijn werk.
Dan vraagt zijn vriend: “Wat heb jij nou?”
“Een thermoskan.”
“Wat moet je er mee doen?” vraagt zijn andere vriend.
“Nou als je er wat warms in doet blijft het warm en als je er wat koud in doet blijft het koud”
“Wat heb jij er in zitten?” vraagt zijn vriend.
“Nou, twee koppen koffie en een ijsje.”
De directeur van Heineken komt bij de Paus op bezoek en zegt:
“Ik geef u 1 miljoen euro als u in uw gebed in plaats van: “geef ons heden ons dagelijks brood” eens zegt: “geef ons heden ons dagelijks bier”. “Onmogelijk” wimpelt de Paus zijn voorstel af.
Een jaar later komt de directeur opnieuw naar de Paus en biedt hem nu 5 miljoen euro. Weer weigert de Paus. Als de bierdirecteur voor de derde keer de Paus komt smeken of hij nu “geef ons heden ons dagelijks bier” wil zeggen, nu voor 20 miljoen euro, aarzelt de Paus en belt zijn secretaresse:”Wanneer loopt dat contract met die bakker af?”
Een vrouw was het helemaal beu dat haar man telkens dronken thuis kwam. Ze besloot hem eens een lesje te leren en hem de stuipen op het lijf te jagen, in de hoop dat hij tot inkeer zou komen. Op een avond trok ze een duivelspak aan en verstopte zich achter een boom.
Toen haar man voorbij wankelde, sprong ze tevoorschijn en bleef met haar Rode hoorns, drietand en lange staart dreigend voor hem staan. “W-wie ben jij?” vroeg de man stomdronken met dubbele tong. “Ik ben de duivel”, antwoordde de vrouw.
“Nou, k-kom dan effe g-g-gezellig mee” zei hij. “Ik b-ben getrouwd met je Z-zuster.”
2 voetbalclubs staan tegenover elkaar op het veld, maar de sterspeler van de thuisploeg
is er nog niet. De trainer zegt: ik weet zeker dat hij op tijd komt. De scheidsrechter
zegt: goed, als de andere club geen bezwaar heeft wachten we.
De gastploeg heeft er geen bezwaar tegen en er wordt gewacht. Na tien minuten is hij er nog niet, na 20 minuten ook niet en ook nog niet na een half uur. Belt de trainer naar de speler: waar zit je, je had hier al een uur geleden moeten zijn. Wat!, zit je nog thuis, hoe komt dat? Hoezo het is mijn schuld!
Zegt de sterspeler: je hebt zelf gezegd dat we vandaag thuis zouden spelen!
Hoe los je de Midlife crisis van je man op?? HIER IS DE OPLOSSING : Na 25-jaar huwelijk bekijkt een man zijn vrouw en zegt: ‘Schatje, 30 jaar geleden hadden we een klein appartementje, een derdehands versleten auto, een klein zwart-wit TV-toestel en we sliepen op de canapé. Maar ik sliep wel met een heel aantrekkelijke sexy jonge blonde stoot van nog geen 25 jaar. Nu bezitten we een huis van 500.000 EUR, een BMW van wel 50.000 EUR, een waterbed met verschillende standjes, een plasma-tv met groot scherm en een home cinema system, maar ik slaap nu wel met een vrouw van bijna 60 jaar’ Zijn wijze vrouw bekijkt hem en zegt: ‘Schatje, het enige wat je hoeft te doen is te zoeken naar een jonge sexy blonde van 25 jaar. En dan zal ik er wel voor zorgen dat je binnen de kortste keren opnieuw in een klein appartementje zit, een oude auto hebt, opnieuw op de canapé slaapt en je tevreden zult moeten zijn met een oud zwart-wit tv-toestel’
Een brandweerman staat buiten bij de brandweerkazerne te sleutelen aan de motor van een pomp. Opeens hoort hij achter zich een lief stemmetje dat zegt:
“Dag meneer de brandweer.”
Hij draait zich om en ziet een klein meisje van een jaar of zes, dat in een bolderwagen zit. De bolderwagen is omgebouwd tot een brandweerwagen, compleet met ladder en brandslangen. De wagen wordt getrokken door een hond en een kat. Complimentjes makend over wat hij ziet loopt hij rondom de bolderbrandweerwagen. De hond is met een riem aan zijn halsband voor de kar gespannen. De kat, het blijkt een kater, zit vast aan de kar via een touwtje om zijn testikels. Een beetje verbaasd zegt de brandweerman tegen het lieve wicht:
“Ik wil me er niet mee bemoeien, maar volgens mij trekt die kater de kar beter als je hem ook aan een halsband vastmaakt.”
“Dat weet ik”, zegt het meisje, “maar dan heb ik geen sirene!”