Biefstuk
Zegt de klant tegen de ober in het restaurant: ,,De biefstuk was prima ik ben kenner”
Zegt de ober! ,,O bent u slager?”
“Neen”, zegt de klant, “schoenmaker”.
Zegt de klant tegen de ober in het restaurant: ,,De biefstuk was prima ik ben kenner”
Zegt de ober! ,,O bent u slager?”
“Neen”, zegt de klant, “schoenmaker”.
Nadat hun vliegtuig is neergestort op een vlucht naar het zuiden, kan een koppel zich redden op een onbewoond eiland. Niets wijst erop dat ze nog zullen gevonden worden. De man vraagt zijn vrouw (blijkbaar is zij degene die de financiën beheert): ‘Lieverd, heb je onze inkomstenbelastingen betaald voordat je vertrok?’ En zij antwoordt: “Nee”. Hij vraagt haar ook: “Heb je onze onroerende voorheffing betaald voor vertrek?” En zij antwoordt: “Nee”. Hij vraagt haar ook nog: “En heb je onze verkeersbelasting betaald voordat je wegging?” En zij antwoordt andermaal: “Nee”. Dan springt de man recht, omhelst haar en kust haar uitzinnig. Ze vraagt hem waarom hij zo blij is.
Hij antwoordt: “Dan ze zullen ons zeker vinden!”
Een kangoeroe wandelt een café binnen, gaat aan de bar zitten en bestelt een biertje. “Dat is dan vijfentwintig euro,” zegt de barman. De kangoeroe vindt dat wel een beetje duur, maar legt toch vijfentwintig euro op de toog, krijgt een versgetapt biertje voorgezet en begint er op zijn gemak van te drinken. Na een tijdje krijgt hij in de gaten dat het hele café naar hem aan het staren is. “Tjonge,” zegt hij tegen de barman, “de hele zaak is hier naar mij aan het kijken. Wel een beetje onbeleefd, vindt u ook niet?” “Je moet dat begrijpen,” zegt de barman, “wij krijgen hier niet vaak kangoeroes over de vloer.” “Nee, dat snap ik,” zegt de kangoeroe, “als je vijfentwintig euro voor een biertje vraagt…”
Lees de zinnen achter elkaar hardop voor.
ik zo kat
ik hou kat
ik je kat
ik een kat
ik sukkel kat
ik ongeveer kat
ik veertig kat
ik seconde kat
ik van kat
ik zijn kat
ik werk kat
ik af kat
dit slaat nergens op die zinnetjes.
Lees nu van de zinnen de middelste woorden achter elkaar op.
Nadat een pas getrouwd bruidspaar de bruidssuite van het hotel
heeft betreden, doet de bruidegom zijn broek uit en geeft het aan zijn
kersverse bruidje met de woorden ‘Trek deze broek van mij eens aan’.
Met een ietwat verbaasd gezicht doet ze wat hij zegt en merkt even later op:
‘Zie je nou wel, die broek past mij toch niet!!!’
De bruidegom ziet dat tafereel geamuseerd aan en zegt dan heel doordringend: ‘Heel goed, onthoud dus dat
IK de broek draag en niet jij.’
Even later geeft het bruidje haar slipje aan haar bruidegom en zegt:
‘Dan wil ik nu graag, dat jij ook even mijn slipje past’.
Hij gaat argeloos op haar verzoek in.
Het komt echter niet verder dan zijn rechter bovenbeen en moet dan wel
opmerken: ‘Ik kom helemaal niet in je slipje.”Juist.’, zegt het bruidje , ‘en als jouw houding niet verandert, dan blijft dat ook zo!’
Jantje belt bij zijn bovenburen aan en vraagt of hij de volgende avond de stereo-installatie mag lenen. “Natuurlijk, ” zegt de buurman !, “heb je een feestje?”. “Nee hoor!”, antwoordt Jantje, “Ik zou alleen eens een beetje willen slapen !!”.
Er liggen twee baby’s naast elkaar in het ziekenhuis. Vraagt de ene baby aan de andere: ‘Ben jij een jongen of een meisje?’ ‘Een jongen!’ antwoordt de andere baby. ‘Hoe weet je dat?’ De jongen kijkt onder de dekens en steekt zijn voeten onder de dekens uit. ‘Kijk, blauwe sokjes!’