Biefstuk
Zegt de klant tegen de ober in het restaurant: ,,De biefstuk was prima ik ben kenner”
Zegt de ober! ,,O bent u slager?”
“Neen”, zegt de klant, “schoenmaker”.
Zegt de klant tegen de ober in het restaurant: ,,De biefstuk was prima ik ben kenner”
Zegt de ober! ,,O bent u slager?”
“Neen”, zegt de klant, “schoenmaker”.
Peter werkte tijdelijk in een kledingwinkel. Een klant wilde weten of de zaak ook goede camouflagepakken verkocht.
“Ja” bevestigde Peter, “Maar, ik kan ze momenteel niet vinden!”
Een jonge dame liep met haar metaaldetector van de parking over het veld naar de camping. Een boswachter hield haar staande en zei:
“ik geef je een bekeuring, zoeken met een metaaldetector is hier verboden.”
“Maar ik zoek helemaal niet”, repliceerde ze.
“Ja maar je hebt er wel de uitrusting voor”, was zijn antwoord.
“Dan dien ik een klacht in voor verkrachting”, zei ze.
“Maar ik heb je toch helemaal niet verkracht.”
“Nee maar je hebt er wel de uitrusting voor.”
Op weg naar hun bruiloft verongelukt het jonge katholieke koppel bij een auto ongeluk. Het volgende moment staan ze voor de hemelpoort waar ze wachten op Petrus. Ze vragen Petrus of ze in de Hemel kunnen trouwen. Petrus zegt: “Ik weet het niet, dit is de eerste keer dat iemand dat vraagt. Ik ga het uitzoeken.” Het koppel wacht, en wacht en wacht. Twee maanden gaan voorbij en het koppel wacht nog steeds. “Hoe is het om voor eeuwig getrouwd te zijn, en wat als het niet werkt?” vroegen ze zich af, “zitten we dan voor eeuwig aan elkaar vast?” Na 4 maand keert Petrus eindelijk terug. “Ja”, zegt hij, “jullie kunnen trouwen in de hemel.” “Dat is geweldig!” zegt het koppel, “…..maar we vroegen ons af, wat als het ons huwelijk niet werkt? Kunnen we dan ook een scheiding aanvragen in de Hemel?” Petrus wordt woedend en gooit zijn papieren op de grond. “Wat is er?” vraagt het koppel angstig.
“Kom”….., schreeuwt Petrus, “het kostte mij vier maanden om één priester te vinden in de hemel ! Heb je enig idee hoe lang het zal duren voor ik hier één advocaat vind ?”
Een vrouw belt naar een verzekeringmaatschappij en vraagt: ‘Stel ik sluit een levensverzekering van een half miljoen af op mijn man en hij overlijdt de volgende dag, wat krijg ik dan?’ De medewerker antwoordt: ‘Mevrouw, dan krijgt u waarschijnlijk vijftien tot twintig jaar.’
Ook de apotheker stelt vast dat de kinderen steeds mondiger worden.
Een luide jonge stem bij de apotheker:
“Drie dozen condooms in verschillende maten!’
Iedereen staat aan de grond genageld. De apotheker reageert het vlugst:
‘TEN EERSTE’ zegt hij, “roept men niet zo!’
TEN TWEEDE is dit niets voor kleine kinderen’, en
TEN DERDE stuur je je vader maar’
Maar Jantje laat zich niet ontmoedigen:
“TEN EERSTE’, antwoordt hij, ‘heb ik in de school geleerd, dat men luid en duidelijk moet spreken.!’
“TEN TWEEDE is dat niets VOOR kleine kinderen maar wel TEGEN kleine kinderen’ en,
“TEN DERDE gaat dit mijn vader niets aan, ze zijn namelijk voor mijn moeder die morgen voor een week alleen naar Mallorca vliegt!’.