Biefstuk

Zegt de klant tegen de ober in het restaurant: ,,De biefstuk was prima ik ben kenner”

Zegt de ober! ,,O bent u slager?”

“Neen”, zegt de klant, “schoenmaker”.

Similar Posts

  • Nieuwe medewerker

    Een jongeman is pas aangenomen in een multinationale onderneming. Op de eerste belt hij met de bedrijfscafetaria en brult: ” een koffie …. en snel een beetje …. “.
    Aan de andere kant van de lijn antwoordt een stem: ” ik denk dat u een verkeerd intern nummer heeft gedraaid. Weet u eigenlijk wel met wie u spreekt onnozelaar ?”.
    ” Heu … neen … ” antwoordt de nieuwe medewerker.
    ” Ik ben de directeur – generaal van deze firma, jij idioot.”.
    De jongeman roept nu tweemaal luider: O ja, en jij dik opgeblazen directeur – generaaltje, weet jij eigenlijk wel met wie U spreekt?”

    De directeur – generaal ietwat verrast moest toegeven dat hij het niet wist.

    Waarop de jongeman antwoordt: ” Perfect … houden zo … ” en legt de telefoon neer

  • Johan Cruiff

    In de tijd dat Helmond Sport nog in de eredivisie speelde moest Ajax op een zondagmiddag in Helmond. Ook die zondag gingen alle spelers in de Ajax-bus richting Helmond, behalve Cruijff. Want die ging altijd met zijn eigen auto. Eenmaal in Helmond aangekomen zocht hij naar het voetbalstadion maar kon het niet vinden. Hij stopte midden in Helmond en vroeg aan een voorbijkomende passant, “hoe kom ik bij Helmond Sport?”. De Helmonder, die Cruijff blijkbaar niet herkende zei: “Oh maatje, alleen maar trainen, trainen en nog eens trainen!!!!”.

  • Last van mijn kruisje als het regent

    Er komt een lilliputter vrouwtje bij de dokter. Ze klaagt: “O dokter, ik heb toch zo’n last van mijn kruisje als het regent.” “Tja,” zegt de dokter, “vandaag is het mooi weer, dus nu heeft u zeker geen last?” “Nee, vandaag niet,” zegt het vrouwtje. “Nou,” zegt de dokter, “komt u dan terug als het regent.” Een paar dagen later komt het vrouwtje terug als het regent. “En?” vraagt de dokter: “Hebt u vandaag wel last?” “Ja, vandaag wel,” zegt het vrouwtje. “Gaat u dan maar even achter het scherm staan,” zegt de dokter. Als het vrouwtje en de dokter achter het scherm zijn verdwenen, hoort de assistente de dokter vragen: “Mag ik even een schaar alstublieft?” De assistente gaat de schaar brengen. Even later komen de dokter en het vrouwtje weer achter het scherm vandaan. “Loopt u nu eens even rond,” zegt de dokter tegen het vrouwtje, “heeft u nu nog last?” “Nee,” zegt het vrouwtje, “dank u dokter, het is helemaal over.” Hierop vertrekt het vrouwtje. Ondertussen is de assistente bloed nieuwsgierig geworden en vraagt: “Dokter, wat heeft u nu eigenlijk gedaan?” “Gewoon,” zegt de dokter, “tien centimeter van d’r kap laarsjes afgeknipt.”

  • Condooms

    Ook de apotheker stelt vast dat de kinderen steeds mondiger worden.
    Een luide jonge stem bij de apotheker:
    “Drie dozen condooms in verschillende maten!’
    Iedereen staat aan de grond genageld. De apotheker reageert het vlugst:
    ‘TEN EERSTE’ zegt hij, “roept men niet zo!’
    TEN TWEEDE is dit niets voor kleine kinderen’, en
    TEN DERDE stuur je je vader maar’
    Maar Jantje laat zich niet ontmoedigen:
    “TEN EERSTE’, antwoordt hij, ‘heb ik in de school geleerd, dat men luid en duidelijk moet spreken.!’
    “TEN TWEEDE is dat niets VOOR kleine kinderen maar wel TEGEN kleine kinderen’ en,
    “TEN DERDE gaat dit mijn vader niets aan, ze zijn namelijk voor mijn moeder die morgen voor een week alleen naar Mallorca vliegt!’.

  • “Ik heb er alles voor over om een goed cijfer voor dit tentamen te halen,” verklaarde een bevallige studente tegen haar professor. Ze boog zich naar hem over en staarde hem aan. “Ik wil er werkelijk alles voor doen.” “Alles?” vroeg de professor met lichte ironie in zijn stem. “Alles,” bevestigde ze met veel aplomb. “Zelfs studeren?” fluisterde hij.

  • Moos

    Moos gaat voor het eerst in zijn leven skiën. Les nemen vindt hij zonde van het geld, dus suist hij bij zijn eerste afdaling, niet geremd door enige kennis of vaardigheid, met een noodgang over de zwarte piste.
    Waardoor hij een bordje ‘Lawine gevaar’ niet ziet. Als Moos, na een adembenemende afdaling, dankzij een bovenmenselijke inspanning nog net voor een vreselijk diep ravijn tot stilstand weet te komen, slaakt hij een diepe zucht van verlichting.
    Dat had hij beter niet kunnen doen.
    Tien tellen later ligt hij onder drie meter sneeuw. Onmiddellijk rukken de reddingswerkers uit. Zodra Moos gelokaliseerd is, steken ze een lange pijp in de sneeuw om Moos wat lucht te verschaffen. Moos ziet de pijp vlak boven zijn hoofd door de sneeuw verschijnen. “Wie is daar?” roept hij.
    “Het Rode Kruis,” roept men van boven.
    Waarop Moos zegt: “Maar, daar heb in Amsterdam al voor  gegeven.”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *