Biefstuk
Zegt de klant tegen de ober in het restaurant: ,,De biefstuk was prima ik ben kenner”
Zegt de ober! ,,O bent u slager?”
“Neen”, zegt de klant, “schoenmaker”.
Zegt de klant tegen de ober in het restaurant: ,,De biefstuk was prima ik ben kenner”
Zegt de ober! ,,O bent u slager?”
“Neen”, zegt de klant, “schoenmaker”.
“Schat ik ben al 3 kg afgevallen, kun je dat zien”? Ik antwoord met een tegen vraag, ”Als je een bladzijde uit een telefoongids scheurt kun je dat dan zien”? Wat er daarna gebeurde weet ik niet meer.
Jantje staat in de Albert Heijn melkdozen open te doen en een winkeljuffrouw spreekt hem hierover aan:
Winkeljuffrouw : “Meneer wat zijn we aan het doen?”
Jantje : “Ik ben de melkpakken aan het opendoen en u staat erbij te kijken”.
Winkeljuffrouw : “Maar meneer, zoiets doe je toch niet”.
Jantje : “Daar staat het toch, hier opendoen”
Jantje belt bij zijn bovenburen aan en vraagt of hij de volgende avond de stereo-installatie mag lenen. “Natuurlijk, ” zegt de buurman !, “heb je een feestje?”. “Nee hoor!”, antwoordt Jantje, “Ik zou alleen eens een beetje willen slapen !!”.
Een Surinaamse zakenman moet op zakenreis naar het buitenland.
Hij roept zijn trouwe Javaanse knecht Tjokro en zegt hem dat hij op het huis moet passen en dat hij hem bij elk probleem dat zich voordoet moet bellen.
Na enkele dagen niets te hebben gehoord wordt de zakenman ongerust en belt zelf Tjokro op.
“Dag Tjokro, hoe gaat het?”
“Alles zéér slecht, meneer.”
“Waarom, wat is er gebeurd?”
“Ik heb steel van schop gebroken.”
“Maar Tjokro, potdomme, je hebt mij bijna een infarct bezorgd door te zeggen dat het slecht gaat en het is slechts de steel van de schop die gebroken is??”
Hij haalt eens diep adem en vraagt dan: “hoe is dat gebeurd?”
“Het gebeurde bij begraven van hond.”
“Wat, mijn hond?! Is ie dood? Hoe kan dat nu?”
“Hij in zwembad gevallen.”
“Maar Tjokro, hoe kan een terrier verdrinken, hij kon zwemmen als een vis!”
“Geen water in zwembad, hij erin spring, en is dood gevallen.”
“Hoe zo geen water in het zwembad, vorige week is het zwembad gereinigd en toen ik vertrok was het nog vol water!”
“Ja maar, water genomen door de brandweer om brand te blussen.”
“Welke brand, Tjokro?!”
“Huis is in brand gevlogen, meneer.”
“Mijn huis? Maar hoe is dat mogelijk?”
“Rouwdienst voor uw moeder, kaars te dicht bij gordijn en alles verbrand.”
“Is mijn moeder dood? Wij hebben vorige week pas haar 70ste verjaardag gevierd en zij was nog kerngezond!”
“Uw moeder kon andere nacht niet slapen, ging slaapmiddel vragen aan mevrouw, die was met uw beste vriend in bed en toen moeder is dood gevallen van de schrik.”
“Mijn vrouw heeft mij bedrogen met mijn beste vriend?? Kun je mij dan niets positiefs vertellen, Tjokro?”
“Jawel, meneer, herinnert u zich dat u 14 dagen geleden aidstest hebt gedaan?”
“Ja, en?!”
” Wel, is positief, meneer!”
Lees de zinnen achter elkaar hardop voor.
ik zo kat
ik hou kat
ik je kat
ik een kat
ik sukkel kat
ik ongeveer kat
ik veertig kat
ik seconde kat
ik van kat
ik zijn kat
ik werk kat
ik af kat
dit slaat nergens op die zinnetjes.
Lees nu van de zinnen de middelste woorden achter elkaar op.