Biefstuk

Zegt de klant tegen de ober in het restaurant: ,,De biefstuk was prima ik ben kenner”

Zegt de ober! ,,O bent u slager?”

“Neen”, zegt de klant, “schoenmaker”.

Similar Posts

  • Hoe kan ik Nederlander worden 

    Achmed ging naar school en vroeg aan de meester: ‘Hoe kan ik Nederlander worden?’ en de meester antwoordt: ‘Als je een 9 hebt voor Nederlands en een 9 hebt voor wiskunde, dan ben jij voor mij een Nederlander.’ Achmed gaat naar huis en begint te leren en te leren. Op ‘t einde van ‘t jaar heeft Achmed een 9  voor Nederlands en een 9 voor wiskunde. Hij gaat naar huis en zegt dolblij tegen zijn moeder, ‘mama, mama, ik 9 voor Nederlands en 9 voor wiskunde, ikke nu Nederlander zijn.’ De moeder wordt vreselijk  kwaad: ‘Jij nooit Nederlander, Jij Turk’ en die slaat keihard op kleine Achmed. Eventjes later komt zijn vader thuis en Achmed dolblij naar zijn vader ‘papa, papa, ikke 9 voor Nederlands en 9 voor wiskunde, ikke nu Nederlander’ die vader wordt heel kwaad en roept: ‘jij nooit Nederlander, jij Turk’ en die slaat  kleine Achmed in elkaar. De volgende dag gaat Achmed weer naar school en de meester vraagt: ‘Maar Achmed, hoe komt jij aan die twee blauwe ogen? Wat is er gebeurt?’ En Achmed zegt:

    ‘Ikke 10 minuten Nederlander en direct heb ik ruzie met twee Turken!!’

  • Ouderdomskwaaltjes

    Ouderdomskwaaltjes

    Twee oudere mannen, de Hubert en de Freddy zitten op een bank te kletsen over de goeie oude tijd.

    “Ach ” zegt Hubert, ” ik ben nu 68 en ik voel niks anders dan pijn en ongemak. Ik weet wat ouder worden is. Hoe voel jij je?”

    “Ik voel me zoals een pasgeboren baby!”, antwoordt de Freddy.

    “Hoezo, voel jij je werkelijk zoals een baby?”

    “Yep”, antwoordt hij , “geen haar, geen tanden en ik denk dat ik net in mijn broek gescheten heb!!”

  • Vergeven

    De pastoor komt Marieke tegen op straat. Wat is er Marieke? Je kijkt zo triestig.

    “Och meneer pastoor” zegt Marieke, “je weet dat mijne Jef drinkt, maar nu krijg ik de laatste tijd ook nog slaag.”

    “Dat is wel erg” zegt meneer pastoor, maar probeer hem toch te vergeven!”

    “Dat heb ik al drie keer geprobeerd meneer pastoor, maar hij heeft een maag van beton!”

  • Schoentjes

    De juffrouw in ‘t school helpt kleine Josje met het aantrekken van zijn schoentjes. Met heel veel moeite krijgt ze die schoentjes aan zijn voetjes. Zegt Josje: “die schoentjes zitten aan de verkeerde voet”. Ze kijkt geërgerd naar die schoentjes en inderdaad zitten ze verkeerd om. Ze heeft evenveel moeite om die schoentjes weer uit te doen en aan de goeie voet te trekken terwijl ze in zichzelf denkt :”waarom zegt die snotneus dat niet direct”. Als ze met heel veel innerlijk gevloek die schoentjes weer aan heeft getrokken zegt Josje :”da zijn mijn schoentjes ni”…! De juffrouw ontploft bijna van woede en terwijl ze die schoentjes weer uittrekt vraagt ze :”en waarom zeg je dat nu pas?” zegt Josje :”dat zijn de schoentjes van mijn broer en mama heeft gezegd dat ik deze moet aandoen tegen de kouwe voetjes”. De juffrouw krijgt bijna een hart aanval. Ze begint weer hevig met die schoentjes te vechten om ze opnieuw aan te trekken. Als dat eindelijk is gelukt vraagt ze: “en waar zijn je handschoentjes?”,

    Zegt Josje :”die zitten voor in mijn schoentjes “…

  • OP DE ZESDE DAG SPRAK GOD

    Op de zesde dag sprak God tot de aartsengel Gabriel: “Vandaag ga ik een land creëren, genaamd Nederland. Het zal een land zijn van buitengewone natuurlijke schoonheid, met grote bossen, vol met herten, zwijnen en eekhoorns. Grote rivieren, gevuld met alle mogelijke soorten levende wezens. Het zal een binnenzee krijgen met enorme hoeveelheden vis en ook aan een buitenzee komen te liggen, die men van prachtige goudgele stranden kan overzien.” God ging verder: “Ik zal het land rijk maken door de landbouw en de inwoners zullen grote welvaart kennen. Sommige van hun vrouwen zullen van verblindende schoonheid zijn. Ze zullen bekend worden als Hollanders. En ze zullen het vriendelijkste volk op aarde zijn. En als slagroom op de taart maak ik van het zuiden van Nederland een lieflijk heuvellandschap waar vriendelijke mensen zullen wonen, die bekend zullen staan als Limburgers.” “Maar Heer,” zegt Gabriel, “denkt U niet dat u een beetje te genereus bent voor deze Hollanders?” “Niet echt,”, antwoordt God, “moet je eens opletten wie ze als oosterburen krijgen!”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *