Een Brit

Een Brit wonende tussen Brugge en Antwerpen is zwaar onder invloed van alcohol … Een politieman houdt de auto aan, stelt zich voor en vraagt: “*Heeft u gedronken?*”… Met een dikke tong antwoordt de man: “*Yes** … deze morgen … is mijn dochter getrouwd … en ik hou niet van kerken  … dus ben ik naar het café geweest  … en heb enkele biertjes gedronken …”Daarna, … gedurende het banket … heb ik 3 flessen gekraakt … een Corbières … een Minervois … en … een Faugères. *Om te eindigen** … gedurende het feest … heb ik 2 flessen … Johnny Walker … black label … keizer gemaakt …*”

Uiteindelijk antwoordt de politieagent, geïrriteerd: “*Weet u dat ik politieagent ben en u **tegengehouden heb voor een alcoholtest???*”… Vol humor antwoordt de Brit:

“*En U** … weet u dat … dit voertuig … Engels is … het stuur rechts staat …en mijn vrouw rijdt!!??

Similar Posts

  • Gesnurk

    Een handelsvertegenwoordiger, doodmoe, komt aan in een kleine gemeente waar er maar één hotelletje is. Tot overmaat van ramp, alle kamers zijn bezet. Hij smeekt de baas: “Leg me te slapen, eender waar, maar ik moet absoluut kunnen uitrusten.” “Wel”, zegt de hotelier, “ik heb hier een twee persoonskamer waar er maar één bed beslapen is. Als je met die man op een akkoord komt om de kamer en de prijs ervan te delen is dat voor mij goed. Maar, ik verwittig je, hij snurkt geweldig. Het is zelfs zo erg dat alle gasten ‘s morgens hun beklag erover maken.” “Maakt niks uit”, antwoordt de vertegenwoordiger, “ik ben veel te moe.” …De twee mannen komen tot een akkoord en nemen het avondmaal aan dezelfde tafel. ‘s Morgens komt de handelsvertegenwoordiger als eerste de trap af om naar het ontbijtzaal te gaan. Vrolijk fluitend en welgemutst de hotelbaas groetend. “Nou”, zegt deze, “zo welgezind? Heb je goed geslapen? Heeft hij niet gesnurkt?” “Zeker niet”, zegt de vertegenwoordiger, “geen enkel moment.” “Hoe is dat in Godsnaam mogelijk”, zegt de hotelbaas.

    “Heel eenvoudig”, zegt de vertegenwoordiger.

    “Ik kwam een beetje later dan hem de kamer binnen. Hij lag al op zijn bed. Ik heb hem een kus gegeven op zijn achterwerk en gezegd: Goedenacht, schoonheid. En die kerel heeft de hele nacht recht gezeten in zijn bed om me in de gaten te houden.”

  • HOOFDREKENEN

    School moppen > … Op een school wil een onderwijzer testen of de kinderen nog wel kunnen hoofdrekenen. Hij geeft een opdracht aan Jantje. “Jantje, om een kamer te behangen heb je 7 rollen behang nodig. Eén rol behang kost €11,35. Hoeveel kosten 7 rollen behang?” Jantje denkt heel lang en diep na. De onderwijzer kijkt hem aan en vraagt: “Weet je het al?” Waarop Jantje antwoordt: “Ik ga die muren wel schilderen.”

  • Vragen

    Een boer en een professor zitten tegenover elkaar in de trein. Zegt de professor: ‘Zullen we vragen aan elkaar stellen?’
    Boer: ‘Nee, dat win jij toch.’ ‘Oké dan’, zegt de professor. ‘als jij een antwoord niet weet, krijg ik 2 euro 50 van jou en als ik het antwoord niet weet, krijg jij 5 euro van mij.’
    ‘Da’s goed’, antwoordt de boer, ‘maar dan begin ik. Het is groen, blauw, grijs, zwart en wit en het vliegt door de lucht.’
    Na lang nadenken zegt de professor: ‘Ik weet het niet, hier heb je je 5 Euro.’
    ‘Dank je wel’, zegt de boer, ‘ik weet het ook niet, hier heb je 2 euro 50!’

  • Positief

    Een Surinaamse zakenman moet op zakenreis naar het buitenland.
    Hij roept zijn trouwe Javaanse knecht Tjokro en zegt hem dat hij op het huis moet passen en dat hij hem bij elk probleem dat zich voordoet moet bellen.
    Na enkele dagen niets te hebben gehoord wordt de zakenman ongerust en belt zelf Tjokro op.
    “Dag Tjokro, hoe gaat het?”
    “Alles zéér slecht, meneer.”
    “Waarom, wat is er gebeurd?”
    “Ik heb steel van schop gebroken.”
    “Maar Tjokro, potdomme, je hebt mij bijna een infarct bezorgd door te zeggen dat het slecht gaat en het is slechts de steel van de schop die gebroken is??”
    Hij haalt eens diep adem en vraagt dan: “hoe is dat gebeurd?”
    “Het gebeurde bij begraven van hond.”
    “Wat, mijn hond?! Is ie dood? Hoe kan dat nu?”
    “Hij in zwembad gevallen.”
    “Maar Tjokro, hoe kan een terrier verdrinken, hij kon zwemmen als een vis!”
    “Geen water in zwembad, hij erin spring, en is dood gevallen.”
    “Hoe zo geen water in het zwembad, vorige week is het zwembad gereinigd en toen ik vertrok was het nog vol water!”
    “Ja maar, water genomen door de brandweer om brand te blussen.”
    “Welke brand, Tjokro?!”
    “Huis is in brand gevlogen, meneer.”
    “Mijn huis? Maar hoe is dat mogelijk?”
    “Rouwdienst voor uw moeder, kaars te dicht bij gordijn en alles verbrand.”
    “Is mijn moeder dood? Wij hebben vorige week pas haar 70ste verjaardag gevierd en zij was nog kerngezond!”
    “Uw moeder kon andere nacht niet slapen, ging slaapmiddel vragen aan mevrouw, die was met uw beste vriend in bed en toen moeder is dood gevallen van de schrik.”
    “Mijn vrouw heeft mij bedrogen met mijn beste vriend?? Kun je mij dan niets positiefs vertellen, Tjokro?”
    “Jawel, meneer, herinnert u zich dat u 14 dagen geleden aidstest hebt gedaan?”
    “Ja, en?!”
    ” Wel, is positief, meneer!”

  • Verandering

    Een kippenkweker zit in zijn stamcafé  naast een vrouw en bestelt een glas champagne. De vrouw kijkt op en zegt: ‘Kijk nu, ik bestelde ook net een glas  champagne.’ ‘Wat een toeval’, zegt de man, ‘want dit is een speciale dag voor mij. Ik heb iets te vieren.’ ‘Voor mij is het ook een speciale dag en ik ben ook aan het vieren, zegt de vrouw.’ ‘Wat een toeval,’ zegt de man. Als ze klinken vraagt hij : ‘En wat ben jij aan het vieren ?’ ‘Wel, mijn echtgenoot en ik proberen al lang een kind te krijgen en vandaag vertelde mijn dokter dat ik zwanger ben.’ ‘Wat een toeval’, zegt de man. ‘Ik ben een kippenkweker’. Jarenlang waren mijn kippen onvruchtbaar maar vandaag zijn ze eindelijk bevruchte eieren beginnen leggen.’ ‘Dat is groot nieuws’, zegt de vrouw ‘En hoe werden je kippen vruchtbaar ?’

    ‘Ik veranderde van haan.’ antwoordt hij.

    Zij lacht eens . . . . . . . en zegt : ‘Wat een toeval “….

  • 2 belgen op een brug

    2 belgen staan op een brug boven een rivier in de verte te kijken. In de verte zien ze iets verschijnen op de rivier. Zegt die ene Belg: “Hé kijk, een boot”. Zegt die andere Belg: “Dat is geen boot, dat is een hovercraft.” Zegt die ene Belg weer: “Nee dat is een boot!!” Zegt die andere Belg weer: “Nee dat is een hovercraft!! Zegt die ene belg weer: Nee dat is een boot! (spellen) B-O-O-T !! Zegt die andere Belg weer: “Nee dat is een Hovercraft! (spellen) H-O-….? Ow nee je hebt gelijk, het is toch een boot!”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *