Inbreker

Een inbreker verschaft zich op een avond toegang tot een huis. ️‍Hij schijnt met zijn zaklantaarn rond, op zoek naar waardevolle spullen als hij een stem in het donker hoort zeggen: “Jezus weet dat jij hier bent”. Hij schrikt zich een ongeluk, dooft de zaklantaarn en blijft doodstil staan. Wanneer hij niets meer hoort, schudt hij zijn hoofd en gaat verder met het zoeken naar waardevolle spullen. Net als hij de stereo losgekoppeld heeft hoort hij heel duidelijk: “Jezus weet dat jij hier bent” De inbreker schrikt zo hard dat zijn hart in zijn keel klopt. Maar hij wil weten waar die stem vandaan komt en schijnt met de zaklantaarn door de kamer op zoek naar de stem. Eindelijk in de hoek van de kamer ziet hij een papegaai. “Zei jij dat?” vraagt hij aan de papegaai. “Ja” antwoord de papegaai. “Ik wil je waarschuwen dat hij jou in de gaten houdt”! De inbreker is gerustgesteld en zegt “mij waarschuwen en wie ben jij dan eigenlijk?” “Moses”, antwoord de papegaai. “Moses?” de inbreker lacht . Wat voor soort mensen noemen een vogel Moses?’

“Dezelfde mensen die een Mechelse Herder Jezus noemen!” 

Similar Posts

  • Een Non

    Een non neemt een taxi naar Brussel en merkt dat de knappe chauffeur haar voortdurend in ‘t oog heeft.
    Ze vraagt hem waarom hij haar constant zo intens bekijkt.
    Hij antwoordt: “Ik wil u iets bekennen, maar ik wil u niet in verlegenheid brengen”.
    Ze stelt hem gerust: “Mijn zoon, ge kunt me niet kwetsen, als je non was en zo oud als ik heb je zo goed als alles al gezien en gehoord.

    Ik weet zeker dat je me niets kan zeggen of vragen dat voor mij beledigend of kwetsend kan zijn”.
    Hij: “Wel, ik droom altijd opnieuw dat een kloosterlinge me heel passioneel kust”.
    De non: “Wel, dan kijken we wat daaraan kan gedaan worden. Eerst en vooral moet je vrijgezel zijn en daarnaast ook katholiek”.
    De taxichauffeur, al helemaal opgegeild, antwoordt: “Jaja, ik ben vrijgezel én katholiek!”
    “Oké”, zegt de non, “sla maar de eerstvolgende landweg in”.
    Daar voldoet ze aan zijn fantasie met een overtuiging die de meest geroutineerde straatmadelief zou doen blozen.
    Als ze de weg voortzetten begint de chauffeur te huilen.
    “Mijn kind”, zegt de non, “waarom huil je nu toch?”.
    “Vergeef me dat ik gezondigd heb. Ik moet bekennen dat ik gelogen heb: ik ben getrouwd en ben een jood”.
    De non antwoordt: “Trek het je niet aan. Ik heet Dirk, ben homo en ik ben op weg naar ‘t carnaval in Aalst “.

  • Glazen oog

    Een man komt in een kroeg een paar biertjes drinken. Dan pakt hij opeens zijn oog uit z’n kas en gooit deze via de vloer, het plafond tegen het raam en z’n oog komt weer terug in z’n hand. De man naast hem kijkt ervan op maar zegt er niks van. Vijf minuten later pakt die man weer zijn oog en gooit hem al ketsend door de kroeg weer tegen het raam en weer terug in z’n hand. Weer wordt er niks gezegd. Na de derde keer vraagt de man naast hem aan de bar: Waarom gooi je zo met je oog tegen het raam? Zegt de man: Ik kijk of m’n fiets nog buiten staat.

  • IJsheiligen

    De pastoor is in de sacristie gestruikeld over een paar schaatsen.

    “Zeg op, van wie zijn ze”? vraagt hij aan de misdienaars.

    “Waarschijnlijk van één van de ijsheiligen”, antwoordt Jantje.

  • EEN KIJKJE NEMEN IN DE HEMEL

    Er loopt een man door het Springendal. Plotseling komt hij op een kale plek en ziet voor zich een touw hangen. Hij kijkt waar het touw vandaan komt, maar dat touw verdwijnt gewoon in de wolken… zo hoog. De man wordt nieuwsgierig en klimt naar boven. Hij klimt en klimt en klimt en klimt… tot hij bij de Hemelpoort komt. Petrus kijkt de man verbijsterd aan. ‘Wat doet u hier, het is nog lang uw tijd niet!’ De man legt uit hoe hij er is gekomen is en vraagt:’Goh, nu ik hier toch ben.. mag ik dan even een kijkje nemen?’ Petrus haalt zijn schouders op en zegt:’Waarom ook niet, als je maar zorgt dat je stipt om 2 uur terug bent. Dan haal ik het touw weg en is er geen weg terug.’ De man stemt in en hij verdwijnt de hemel in. En het is er prachtig! Mooi weer… mooie stranden… mooie vrouwen… gratis bier en hapjes…noem maar op! Je snapt het natuurlijk al, de man vergeet helemaal de tijd. Om 3 uur slaat de schrik hem om het hart en hij spurt terug naar de Hemelpoort en jawel hoor… het touw is weg. Petrus ziet de man en haalt zijn schouders op: ‘Sorry hoor, ik heb je gewaarschuwd! Er is geen weg meer terug. Ga maar weer de hemel in.’ De man begint te smeken of hij a.u.b. weer terug mag… zijn werk op aarde is nog niet af… vrouw en kinderen kunnen hem nog niet missen, etc…, etc…. Petrus laat zich uiteindelijk vermurwen. ‘Het enige wat ik voor je kan betekenen is je veranderen in een spin. Dan kun je zelf een draad spinnen en je naar beneden laten zakken. Eenmaal op aarde verander je vanzelf weer in een mens.’ De man stemt in, wat moet hij anders. En Petrus verandert hem in een spin. De man/spin laat zich aan zijn eigen draad zakken en jawel hoor, 30 meter boven de grond is het spinrag op. De man is wanhopig. ‘Zo kan ik toch niet blijven hangen?’, denkt hij en hij perst er nog een stuk spinrag uit… jawel… weer 5 meter verder…. ‘ ‘Nee,’ denkt die man, da’s me nog te hoog! ‘Hij haalt heel diep adem en ‘mmmmmppppppffffff,’ hij probeert er weer wat spinrag uit te persen…. Op dit moment maakt zijn vrouw hem wakker: ‘JOOP!!!!! wakker worden…. je schijt het hele bed onder!!!’

  • Thermoskan

    Een Belg komt in Nederland op de markt en ziet een kraam met thermoskannen staan.
    Dus hij vraagt aan de verkoopster: “Wat is dat”.
    De verkoopster zegt “Dat zijn thermoskannen”.
    “Maar wat moet je er mee doen?”, vraagt de Belg.
    “Als je er wat warms in doet blijft het warm en als je er iets kouds in doet blijft het koud.”
    De Belg koopt een thermoskan en komt de volgende dag op zijn werk.
    Dan vraagt zijn vriend: “Wat heb jij nou?”
    “Een thermoskan.”
    “Wat moet je er mee doen?” vraagt zijn andere vriend.
    “Nou als je er wat warms in doet blijft het warm en als je er wat koud in doet blijft het koud”
    “Wat heb jij er in zitten?” vraagt zijn vriend.
    “Nou, twee koppen koffie en een ijsje.”

  • De Sleutel

    Een alleenwonende man verloor zijn huissleutel. Hij belde zijn ouders die in een klein dorpje in het hoge noorden woonden; zij zouden de reservesleutel opsturen.
    De man trok zo lang bij een vriend in. De volgende dag liep hij de postbode tegemoet, maar deze had niets bij zich.
    De man mopperde: Ach ja, de post in dat boerengat werkt natuurlijk niet zo vlug, en ging weer voor een nacht naar zijn vriend. De volgende morgen reed hij weer naar zijn huis om de post op te vangen, maar was net iets te laat.
    De postbode kwam net de tuin uit en zei: Ik heb de brief in de bus gegooid hoor!’

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *