Inbreker

Een inbreker verschaft zich op een avond toegang tot een huis. ️‍Hij schijnt met zijn zaklantaarn rond, op zoek naar waardevolle spullen als hij een stem in het donker hoort zeggen: “Jezus weet dat jij hier bent”. Hij schrikt zich een ongeluk, dooft de zaklantaarn en blijft doodstil staan. Wanneer hij niets meer hoort, schudt hij zijn hoofd en gaat verder met het zoeken naar waardevolle spullen. Net als hij de stereo losgekoppeld heeft hoort hij heel duidelijk: “Jezus weet dat jij hier bent” De inbreker schrikt zo hard dat zijn hart in zijn keel klopt. Maar hij wil weten waar die stem vandaan komt en schijnt met de zaklantaarn door de kamer op zoek naar de stem. Eindelijk in de hoek van de kamer ziet hij een papegaai. “Zei jij dat?” vraagt hij aan de papegaai. “Ja” antwoord de papegaai. “Ik wil je waarschuwen dat hij jou in de gaten houdt”! De inbreker is gerustgesteld en zegt “mij waarschuwen en wie ben jij dan eigenlijk?” “Moses”, antwoord de papegaai. “Moses?” de inbreker lacht . Wat voor soort mensen noemen een vogel Moses?’

“Dezelfde mensen die een Mechelse Herder Jezus noemen!” 

Similar Posts

  • Inspecteur

    Ne belastinginspecteur kwam an de duure bie ne boer. Hij wol ’t spulke taxeern, “Ie doat mar wat nit loatn kunt”, zeg den boer. Toen den keal kloar was met ziene inspectie wolle nog efkes ’t gröslaand taxeren. “Ik zöl doar neet an begin’n a’k oe was” zeg den boer. Doar mös den taxateur toch efkes um lachen. “Kiek”, zeg den inspecteur en hij haaln ’n pasje oet zien tuk. “Met disse vergunnige mag ik bie iedereene alns controleern, dus met dit pasje mut elk eene mien gezag opvolgen”! “Ie doat mar waj neet loatn kunt” zeg den boer aandermoal en ’n taxateur gung gestrits oaver ‘n weiredroad hen woer jammer genog toevallig gén stroom opstun. Met ziene krek gepoetste skoone stunne al gauw miln in drek. Hij dee ’n paar trad veerder de weire in en toen kwam Herman d’r anloopn. Dat was ’n boer ziene bolle. Ziene fokstier za’k mar zegn. Herman begun rondjes te loopn um ’n taxateur hen. ‘n Taxateur prebeern vöt te komn op ziene duure skoone. “Wat mu’k toch doon” skreewn ’t inspecteurtje, “Ik kan naans hén, ik zitte vaste in ’n drek”! “Och”, zeg ’n boer, dewiel hij ’n sjekkie an ’t dreajn was, “dan loat ie ‘m toch  gewoon efkes oen pasje zeen…..”?

  • De Bank

    De 80-jarige Maria gaat naar haar bankfiliaal om geld op te nemen. Ze geeft haar bankkaart aan de bankbediende en zegt: “Ik wil graag… €10 opnemen, alstublieft.” De kassier antwoord: “Gebruik voor geldopnames onder de € 100 de geldautomaat”. “Mag ik weten waarom? Ik ken die machines niet”. zegt Maria. De kassier reageert door haar bankkaart terug te geven: “Dit zijn de instructies, mevrouw. Alsjeblieft, probeer de automaat, er wachten nog mensen achter je!! Ga alsjeblieft verder als je niets anders te vragen hebt”! Maria zwijgt een paar seconden, denkt na en geeft dan de kaart terug aan de kassier en zegt: “Alsjeblieft, ik wil graag al het geld van mijn rekening opnemen!”. De kassier is verrast als hij het saldo van de oude  dame controleert en antwoord haar: “U heeft € 50.000 op uw rekening staan en de bank heeft dit bedrag op dit moment niet. Kun je morgen terugkomen?”. Koud vraagt de”. oude dame:  “Hoeveel kan ik ter plaatse opnemen”? De kassier antwoordde : “Elk bedrag tot 3000 euro”. “Nou, geef me nu alsjeblieft 3000 euro”, zei de oude dame. De kassier loopt boos terug de kast in, haalt pakken van €20 en €10 tevoorschijn en besteedt de volgende 10 minuten aan het tellen van de € 3.000. Hij geeft deze aan de oude dame en vraagt haar: “Kan ik vandaag nog iets voor je doen?” Stilletjes stopt de oude dame 10 euro in haar portemonnee en zegt: “Ja, ik wil dat je die € 2.990 op mijn rekening gaat storten ?”

     

  • Een Priester

    Een jongetje stapte in de bus en ging naast een man zitten die een boek aan het lezen was.
    Hij zag dat de man z’n kraag achterstevoren droeg.
    Het jongetje vroeg waarom zijn kraag zo vreemd zat.
    De man, die priester was vertelde hem, “Ik ben een Vader”.
    Het jongetje antwoordde, “Mijn vader draagt zijn kraag niet zo”.
    De priester keek op van zijn boek en antwoordde,
    “Ik ben de vader van velen”.
    Het jongetje zei, ” Mijn vader heeft 4 zoons, 4 dochters en 2 kleinkinderen en hij draagt zijn kraag niet zo”.
    De priester, die nu ongeduldig werd zei, “Ik ben de vader van honderden”, en las verder in zijn boek.

    Het jongetje peinsde over dat laatste antwoord, leunde toen naar de priester en zei, “Misschien toch beter om in het vervolg een condoom te gaan gebruiken en je broek achterstevoren dragen in plaats van je kraag”.

  • Opscheppen

    Op de speelplaats wordt opgeschept.

    ‘Wij zijn met drie kinderen thuis en ieder heeft zijn eigen bed…’

    ‘Wij zijn met vier kinderen, en elk heeft zijn eigen kamer…’

    ‘En wij zijn met vijven, en ieder heeft zijn eigen papa…’

  • Nadat Adam en Eva een paar dagen op aarde waren, zei God tegen Adam: “Het wordt tijd dat Eva en jij aan het proces gaan beginnen, de aarde van meer bewoners te voorzien, dus begin maar eens met haar te zoenen.”
    En Adam antwoordde: “Goed Heer, maar wat is zoenen?” God gaf een korte uitleg en Adam nam Eva mee naar de bosjes. Even later was hij weer terug. “Dank U Heer, dat was aangenaam.”
    Vervolgens zei God: “Nu wil ik dat je Eva streelt.” En Adam antwoordde: “Goed Heer, maar wat is strelen?” God gaf weer een korte uitleg en Adam nam Eva opnieuw mee naar de bosjes. Even later was hij weer terug. “Dank U Heer, ook dat was aangenaam.”
    Vervolgens zei God: “Nu wil ik dat je met Eva de liefde bedrijft.” En Adam antwoordde: “Goed Heer, maar wat is de liefde bedrijven?” Opnieuw gaf God een korte uitleg en Adam ging weer met Eva naar de bosjes. Al snel was hij echter weer terug en vroeg: “Heer, wat is hoofdpijn?”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *