Inbreker

Een inbreker verschaft zich op een avond toegang tot een huis. ️‍Hij schijnt met zijn zaklantaarn rond, op zoek naar waardevolle spullen als hij een stem in het donker hoort zeggen: “Jezus weet dat jij hier bent”. Hij schrikt zich een ongeluk, dooft de zaklantaarn en blijft doodstil staan. Wanneer hij niets meer hoort, schudt hij zijn hoofd en gaat verder met het zoeken naar waardevolle spullen. Net als hij de stereo losgekoppeld heeft hoort hij heel duidelijk: “Jezus weet dat jij hier bent” De inbreker schrikt zo hard dat zijn hart in zijn keel klopt. Maar hij wil weten waar die stem vandaan komt en schijnt met de zaklantaarn door de kamer op zoek naar de stem. Eindelijk in de hoek van de kamer ziet hij een papegaai. “Zei jij dat?” vraagt hij aan de papegaai. “Ja” antwoord de papegaai. “Ik wil je waarschuwen dat hij jou in de gaten houdt”! De inbreker is gerustgesteld en zegt “mij waarschuwen en wie ben jij dan eigenlijk?” “Moses”, antwoord de papegaai. “Moses?” de inbreker lacht . Wat voor soort mensen noemen een vogel Moses?’

“Dezelfde mensen die een Mechelse Herder Jezus noemen!” 

Similar Posts

  • Hoe laat?

    Een zakenman die op weg is huis wordt onderweg door slaap overvallen en om geen brokken te maken besluit hij zijn bolide langs de kant van de weg te zetten om even een tukje te doen. Hij vindt een rustig landweggetje en valt al na vijf minuten in een diepe slaap. Plotsklaps wordt hij opgeschrikt door getik tegen de autoruit. Hij draait het raampje open en een oud vrouwtje vraagt aan hem hoe laat het is. “Vijf voor twee,” bromt de zakenman. De vrouw bedankt hem en loopt verder. De zakenman draait zich om en gaat verder waar hij gebleven was. Lang kan hij er niet van genieten want tien minuten later wordt hij weer gewekt door getik tegen het raam. Geërgerd draait hij het autoraam open en ditmaal is het een jogger die de tijd wil weten. “Vijf over twee,” buldert de zakenman. De jogger bedankt hem en jogt verder. De zakenman beseft dat hij op zo’n manier nooit aan zijn slaap komt en pakt een stuk papier en schrijft daar met koeienletters op: IK WEET NIET HOE LAAT HET IS! en plakt dit achter zijn ruit. Tevreden over zijn eigen vindingrijkheid valt hij voor de derde maal in diepe slaap. Nauwelijks aangekomen in dromenland word zijn rust weer verstoord door getik tegen de ruit. Met een welgemeende “Godgloeiende…,” draait de zakenman zijn autoraam open en kijkt in het gezicht van een jonge scholier. Deze werpt een blik op zijn horloge en zegt: “Het is tien voor half drie meneer.”

  • 3 Poezen

    Er zitten drie poezen zich te pletter te drinken aan de bar, omdat ze geen werk meer hebben: Zegt de 1e poes : Ik zou graag bij de Melkunie willen werken: ‘s morgens melk, ‘s middags melk, ‘s avonds melk. Zegt de 2e poes : Ik zou liever bij Whiskas werken: ‘s morgens Whiskas, ‘s middags Whiskas, ‘s avonds Whiskas. Zegt de 3e poes : Ik wil wel graag bij Grolsch gaan werken … De andere 2 poezen : Hoezo, Jupiler? Zegt de 3e poes : Wel, ‘s morgens een kater, ‘s middags een kater en ‘s avonds een kater.

  • Pas gekochte hond

    Een kerel gaat met zijn pas gekochte hond naar de dierenarts. Eindelijk is hij aan de beurt en komt met zijn hond de behandelkamer binnen. “En?”, vraagt de dierenarts, “wat is het probleem?”. “Nou”, zegt de eigenaar van het beest, “ik heb hem gekocht om te waken, maar elke keer als de bel gaat, dan gaat mijn hond in de hoek zitten”. De dierenarts wrijft eens vakkundig over zijn kin en zegt tenslotte: “ja…dat doen boxers”.

  • De vijfhonderd-euro vraag

    Een advocaat gaat op zakenreis naar het buitenland.

    In het vliegtuig komt hij naast een blondine te zitten en denkt: Daar ga ik een spelletje mee doen.
    Ze stemt er mee in en hij zegt: Ik stel jou een vraag en als je het antwoord niet weet moet je me vijf euro geven. Daarna stel jij mij een vraag en als ik het antwoord niet weet krijg je van mij VIJF HONDERD euro.
    Zo gezegd zo gedaan en hij vroeg haar: Wat is de afstand tussen de aarde en de zon?
    Waarop de blondine uit haar tas een briefje van vijf haalt en aan hem geeft.
    Nu mag je mij een vraag stellen, grinnikte de advocaat.
    Ze denkt even na en vraagt: Wat gaat met vier benen de berg op en komt met drie benen naar beneden?
    Een beetje verrast door de bizarre vraag begint de advocaat na te denken. Na een minuut of tien zette hij zijn laptop aan en begon als een razende te zoeken op het net naar een soms vier, soms drie-benig wezen danwel fenomeen.
    Een beetje geïrriteerd wendde hij zich tot de inmiddels slapende blondine (na ruim twee en een halfuur surfen)en overhandigde haar een cheque ter waarde van vijfhonderd euro. Ze nam het in ontvangst, draaide zich om en sliep rustig weer verder.
    De advocaat kon het niet meer aan, maakte haar wakker en vroeg: Sorry hoor maar ik wil eigenlijk toch wel weten wat met vier benen de berg op gaat en met drie benen beneden komt?
    Waarop de blondine een briefje van vijf uit haar tas haalt en aan de advocaat geeft.

  • Belastingdienst

    Er loopt een vent het belastingkantoor binnen en 5 minuten later komt hij spiernaakt naar buiten.
    Zijn maat ziet dat toevallig en vraagt wat er gebeurd is..
    ‘Kut-belastingdienst.’ zegt hij, ‘Ze hebben mij gewoon letterlijk en figuurlijk helemaal uitgekleed.’

    ‘Verdorie,’ zegt zijn maat, ‘ik moet er nu ook naar toe, maar ik zal ze wel hebben, ik kleed me nu al uit.’
    Afijn, hij loopt spiernaakt het belastingkantoor binnen en 5 minuutjes later komt hij weer naar buiten.
    Hij heeft een blinddoek om, een kurk in zijn kont en een touwtje om zijn leuter met een knoop erin.’Wat hebben ze toch met jou gedaan ?’ vraagt zijn maat.
    ‘Potverdorie,’ zegt hij, ‘bij mij hebben ze ook nog het gas, water en licht afgesloten.’

  • De bootreis

    Er zit een meisje in een café nogal sip te kijken en te zuchten. Een jongen gaat naar haar toe, en vraagt wat er aan de hand is. ‘Nou,’ zegt het meisje, ‘ik zou zo graag mijn zus eens bezoeken in Zuid-Afrika, maar de bootreis is veel te duur.’ ‘O, maar dat komt goed uit,’ zegt de jongen, ‘want ik ben matroos. Ik wil je best in mijn plunjezak het schip op smokkelen.’ ‘Dat zou geweldig zijn,’ zegt het meisje, ‘maar wat moet ik daar voor doen?’ ‘Nou,’ zegt de jongen, ‘ik kom je elke avond eten brengen. En dan zou ik het fijn vinden als ik een half uurtje bij je mag komen liggen.’ ‘Dat is wel goed,’ zegt het meisje. Dus wordt het meisje het schip op gesmokkeld. Elke avond komt de matroos haar eten brengen, en blijft dan een half uurtje bij haar. Na drie weken vindt het meisje de reis wel lang gaan duren. Ze besluit maar eens naar boven te gaan. Boven gekomen ziet ze de kapitein lopen, en aan hem vraagt ze: ‘Kapitein, duurt het nog lang voordat we in Zuid-Afrika zijn?’ ‘Nogal,’ zegt de kapitein, ‘want dit is de veerboot naar Texel.’

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *