De Helena’s

Deze week is het alweer 3 jaar geleden dat we samen met 100 fans in 2 bussen vertrokken zijn naar het mooie Wild Schönau in Tirol. Wat was het een geweldige reis en wat hadden we veel plezier. Nu heeft de band al sinds maart niet meer gerepeteerd vanwege de Corona crisis maar zo gauw het kan beginnen we weer. In de audio speler draaien we deze week het nummer “Eins, zwei oder Drei-tausend Jahre” van de Zillertaler Haderlumpen waar we in Oostenrijk veel succes mee hadden.

Similar Posts

  • Yellow Stone

    3 weken geleden hebben we nog een foto van Yellowstone geplaatst en dat doen we vandaag weer. De reden daarvan is dat we van Gert Vos onlangs een biografie over zijn leven als muzikant hebben gekregen. Uiteraard zijn we Gert erg dankbaar en hopen dat meer muzikanten dit voorbeeld willen volgen en hun biografie willen doorsturen naar www.helenas.nl.

    De Biografie

    Het is 1988, ik ben net een paar weken uit militaire dienst en besluit dat ik, na jaren orgel les en thuis fröbelen, ga proberen aansluiting te zoeken bij een bandje.

    Het huiskamerorgel wordt ingeruild voor een “portable orgel”, waarbij moet worden opgemerkt dat bij “portable” moet worden verstaan dat je met minimaal 4 man dat ding tilt.

    En behalve het orgel maakt ook een enorme Leslie kast deel uit van het draagbare setje.

    In een lokaal weekkrantje zie ik een advertentie staan, hobbyband zoekt toetsenist.

    Als ik bel (email bestond nog niet) word ik gelijk uitgenodigd voor een auditie, toetsenisten waren kennelijk niet makkelijk te vinden. En zo gebeurde het dat ik met het orgel op de achterbank en de leslie kast in de kofferbak in mijn Opel Kadettje naar de plaatselijke speeltuin toerde. Door het gewicht van mijn nieuwe aanschaf leek het of ik ieder moment met het Opeltje zou opstijgen; de motorkap wees omhoog terwijl de vonken van de over het wegdek schurende trekhaak spatten. Maar ik kwam er mee op plaats van bestemming en na het spelen van een aantal liedjes was ik aangenomen. Ik zat in mijn eerste bandje!

    Het bandje was niet lang geleden opgestart en had nog geen naam. Daar werd hard over nagedacht en uiteindelijk werd gekozen voor de naam “Uptime”, een niets betekenend woord, maar zo wisten we bijna zeker dat er geen andere band was met dezelfde naam.

    We oefenden oeverloos, al hadden we nog niet alle benodigde apparatuur. Zo speelde de bassist bij gebrek aan basversterker over mijn lesliekast. Dat gaf een beetje het effect alsof hij met zijn bas in het aquarium stond te spelen, maar we konden in ieder geval van start.

    Helaas, al het repeteren ten spijt, bleven de optredens beperkt tot het muzikaal omlijsten van evenementen bij de speeltuin waar we oefenden. Het kwam niet echt van de grond, wat uiteindelijk resulteerde in een aantal wisselingen. Links en rechts mochten we wel eens een keertje spelen, maar een volle agenda werd het niet.

    Tot die avond toen ik thuis kwam na een repetitie en mijn vader mij wees op een briefje dat op tafel lag. Daarop stond een telefoonnummer dat ik moest bellen, ongeacht hoe laat het zou worden. Het was al na elven en ik voelde mij best bezwaard, maar mijn vader zei “bel nou maar”. Ik draaide het nummer en kreeg ene Alwie Middelkamp aan de telefoon. Hij was de drummer en leider van een gerenommeerde band uit Almelo. Hij vertelde mij dat zijn toetsenist uit Dinxperlo kwam en een band had gevonden die dichter bij hem in de buurt aan de weg timmerde. Hij stopte bij Yellowstone. Alwie was getipt door de eerste drummer van Uptime en had die avond tijdens de repetitie buiten staan luisteren. Blijkbaar was hij enthousiast over wat hij had gehoord want hij wilde mij graag als vervanger voor Bennie.

    Ik stond voor een moeilijke keus, want ik wilde mijn maatjes ook niet in de steek laten.

    Maar combineren was geen optie, met Yellowstone was je gewoon ieder weekend op pad.

    Dat trok mij natuurlijk ook wel. En zo besloot ik toch de stoute schoenen aan te trekken en me beschikbaar te stellen voor een auditie. De zanger van de band bracht mij een cassettebandje met opnames van een optreden zodat ik thuis alvast wat kon oefenen.

    Ik luisterde ernaar en was onder de indruk. Mocht ik echt in deze band spelen?

    Ik deed auditie in een boerenschuur in, als ik het mij goed herinner, de omgeving van Losser. Daar bleek ook gitarist Manuel Balfour zijn plek beschikbaar te stellen. Zijn vervanger werd Joop van Liefland, de man die enkele jaren later Ilse de Lange zou ontdekken.

    Het pleit was snel beslecht, het klonk goed en Joop en ik waren de nieuwe gezichten binnen de band Yellowstone. En na een aantal repetities stonden wij in februari 1990 voor het eerst op het podium bij zaal de Tankenberg in Oldenzaal. Mijn orgel had ik inmiddels verruild voor keyboards (en een set baspedalen om als duo de middagpartijen te spelen), en de Kadett had plaats gemaakt voor een Ascona.

     

    Ik beleefde er veel plezier aan om met deze doorgewinterde muzikanten op pad te mogen.

    Joop en bassist Bert Bokhove speelden ook zeer incidenteel in countryband Neighboars and Friends. Of ik het leuk vond om mee te doen, want met Pinksteren moesten ze optreden in de grote feesttent in Bornerbroek. Dat leek me een hele leuke uitdaging dus zei ik ‘ja’.

    Naast Joop en Bert bestond deze band uit zanger/gitarist/ presentator Johan Vollenbroek en drummer Willem Ulenreef. Voor deze gelegenheid zou ook een zangeres een aantal nummers meedoen. Het bleek de 16 jarige Ilse de Lange uit Almelo te zijn. Joop gaf haar al een tijdje gitaarles en ze bleek tevens een hele mooie stem te hebben. Ze traden al samen als duo op, en nu dus met band op de Pinksterfeesten. Na de Pinksterfeesten heb ik nog een paar optredens met Joop en Ilse mogen doen, onder andere voor KRO’s Country Time op, toen nog, Hilversum 2.

    Ik had inmiddels een vaste baan en in 1995 kocht ik mijn eerste huisje.

    Een opknappertje uit de jaren ‘30, maar ik was op mezelf en had het er prima naar m’n zin.

    Vlak voor ik in 1996 de badkamer wilde verbouwen raakte ik door een reorganisatie mijn baan kwijt. Ik raakte een beetje in paniek. Hoe ging ik nu alle kosten betalen?

    Ik zocht naar vacatures en kwam weer een advertentie tegen van een band die een toetsenist zocht. Het betrof dit keer zelfs een professionele band. Wow, hoe gaaf zou het zijn om met de muziek je boterham te kunnen verdienen?

    Ik belde, maar ze bleken reeds keus uit 13 toetsenisten te hebben. Blijkbaar waren er toch meer dan ik dacht. Niet lang erna kreeg ik een belletje terug. Het was Toon Eppink die zei dat ze me toch een kans wilden geven. Mijn vraag om welke band het ging bleef onbeantwoord. Toen ik zei dat de naam Toon Eppink me wel heel bekend voorkwam zei hij “dan kan ik het ow ok wal vertell’n, wi-j bunt The Spitfires”. Potverdikke, zou ik dat aankunnen? Ik twijfelde toen al vaak aan mezelf. Ik deed auditie en daarna was het best een lange tijd stil. Mijn vertrouwen en geduld raakten op en ik belde Toon terug met de vraag of ze er al uit waren. Hij zou het zo snel mogelijk laten weten. Een half uurtje later belde hij mij om te zeggen dat ze het wel “met mij wilden proberen”. Legendarische woorden die ik niet meer vergeet.

    Ik moest mijn maatjes van Yellowstone inlichten, die waren natuurlijk niet blij met mijn aanstaande vertrek, maar ze begrepen mijn situatie gelukkig wel. We schrijven augustus 1996, een maand later zat ik in de studio voor de opnames van de derde cd van The Spitfires. Zes jaar lang trok ik met de band, voorzien van een kaboutermuts, door het oosten van land. In 2003 eindigde het, zoals wel vaker in de muzikantenwereld, door interne strubbelingen. In de jaren die volgden speelde ik in diverse (vaak zelf opgerichte) bandjes en viel af en toe in bij Partyband Heer en Meester. In augustus 2023 werd ik daar de vaste toetsenist na het vertrek van Erik.

    Muziek maken houdt je jong, en met deze band is het plezier er weer zoals het vroeger was. Gewoon lekker samen een feestje bouwen en plezier maken. Dat hoop ik uiteraard nog jaren vol te houden, het leven is kort, dus je moet er van genieten!

    En dat doen we, met volle teugen !!!

    De muzikanten zijn: Alwie Middelkamp, Bert Bokhove, Gert Vos, Robert Preij en zangeres Mieke Döppen

     

     

     

  • De Helena’s

    Volgende week zaterdagavond 25 november is het dan zover dat we de afsluiting hebben van ons 50 jarig jubileum jaar bij Gasterij Oatmössche in Ootmarsum en daarom plaatsen we deze week 3 foto’s van ons zelf uit 1971 en 1999 en 2017 om te laten zien hoe we er toen uitzagen. Volgende week spelen we ook weer met een zangeres Jorien Altena. Helaas hebben we nog geen foto samen met Jorien maar die zal er zeker snel komen. Als u nieuwsgierig bent hoe dit gaat klinken dan is iedereen van harte welkom. 

  • Swallow Combo

    De foto van dit Dans, Show en Amusementsorkest “SWALLOW COMBO” uit Hengelo en Almelo is alweer van heel wat jaren terug. De bandleden waren op dat moment: Arnold Kamphuis; Orgel, Piano,  Accordeon, solo en Steelgitaar en Zang: Ben Kamphuis; Bas- en Begeleidings-gitaar en Zang; Joop Buis, Tenorsaxofoon, Slaggitaar en Zang; Johan Kamp, Slagwerk en Zang.

  • Willem Duin

    Wilhelmus Jacobus (Willem) Duyn (Haarlem, 31 maart 1937 – Emmen, 4 december 2004) was een Nederlandse zanger die furore maakte als Big Mouth van het duo Mouth & MacNeal. Hij viel op door zijn forse bouw en forse beharing (hoofdhaar en baard).

    In de jaren zestig was hij o.a. zanger bij de “Whiskers” en maakte hij deel uit van de tweede bezetting van de Jay-Jays, met o.a. Cees Kranenburg jr.. (drums), Hans Jansen (orgel) en Kees Vennick(sax). Zij waren de opvolgers van de Shadowband en The Jumping Jewels, de begeleidingsband van Johnny Lion. Willem Duyn was daarna ook een bekende diskjockey in een discotheek in Den Helder.

    In 1971 vormde de voormalige constructiebankwerker een popduo met Maggie MacNeal. In 1972 scoorden zij een internationale hit met het door producer Hans van Hemert geschreven How do you do Het liedje bereikte in de zomer van 1972 zelfs de top 10 van de Amerikaanse hitparade. In 1974 vertegenwoordigden ze Nederland op het Eurovisiesongfestival met het lied Ik zie een ster, waarmee ze de derde plaats behaalden. In eigen land hadden ze hiermee eveneens succes en stonden ze veertien weken in de hitparade.

    In datzelfde jaar werd het duo ontbonden en trad Duyn verder op met Little Eve (Ingrid Kup), met wie hij ook trouwde. Vanaf 1978 trad hij solo op als Big Mouth, later onder zijn eigen naam. In 1979 behaalde hij een hit met het autobiografische lied Willem, een cover van Darling. Willem kreeg in 1982 een vervolg met het eveneens autobiografische lied Wat een rare man. Duyn nam in 1992 tijdelijk de plaats in van Bennie Jolink, zanger van de band Normaal, toen deze zwaargewond raakte. In september van dat jaar scoorde hij met Normaal nog een bescheiden hit met “Woenderbar”. Hoewel Duyn nog vele (solo)singles uitbracht, bereikte hij nooit meer het succes dat hij boekte met Mouth & MacNeal.

    Duyn was jarenlang woonachtig in Almelo en Wierden, en woonde later in het Drentse plaatsje Roswinkel. Hij kreeg op 67-jarige leeftijd thuis een hartstilstand en overleed onderweg naar een ziekenhuis. Duyn is twee keer getrouwd geweest en had zes kinderen,

    Op 21 maart 2012 verscheen over Mouth & MacNeal de biografie “Duo tegen wil en dank”, geschreven door de voormalige fanclubvoorzitter Roel Smit.

     Bovenstaande gegevens komen van Wikipedia.

    Willem Duin 1a

  • De Helena’s

    Op 09-11-1972 hebben wij als Helena’s een bruiloft van muziek voorzien bij  Café Restaurant Tibbe in Harbrinkhoek. 25 Jaar geleden hebben we weer op het feest van het zelfde bruidspaar gespeeld en afgelopen week hebben we ook weer de muziek verzorgd op de 50 jarige bruiloft van Gerrie en Gerard. Hoe bijzonder is dat als band. Volgens het bruidspaar en de bezoekers was het een heel gezellige feest bij Café Restaurant Rouwers in Agelo. Uiteraard sluiten wij als Helena’s ons daar graag bij aan.

    Wij wensen het Bruidspaar nog vele jaren toe in de best mogelijke gezondheid en wie weet ……

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *