In het ziekenhuis
Dokter: “We hebben tijdens uw operatie dertig theelepeltjes in uw maag gevonden!”
Patiënt: “Natuurlijk, dat was het recept. Tien dagen lang drie keer per dag één theelepel.”
Dokter: “We hebben tijdens uw operatie dertig theelepeltjes in uw maag gevonden!”
Patiënt: “Natuurlijk, dat was het recept. Tien dagen lang drie keer per dag één theelepel.”
De directeur stapt de lawaaierige klas binnen.
Hij wil nu eindelijk die herrieschoppers eens straffen.
‘Geert, wat heb jij uitgespookt?’
‘Ik heb krijt naar het bord gegooid.’
‘Honderd strafregels! En jij Wim?’
‘Ik heb een punaise op de stoel van de meester gelegd.’
‘Wat?! Tweehonderd strafregels. En jij, Peter?’
‘Ik heb snippers door het raam gegooid.’
‘Oh nou…, dat valt wel mee; geen strafregels!’
Op dat ogenblik komt er een jongen binnen, vol blauwe plekken en schrammen.
‘En wat doe jij daar?’, vraagt de directeur boos, ‘Hoe heet jij?’
‘Swen Snippers, meneer.’
Een telefoontje ! Met Gasthuisberg, Leuven.
Ik zou graag met iemand spreken die me kan inlichten over de toestand van een patiënt die bij u verpleegd wordt. Hoe is de naam van de patiënt ? Louis Peters. Een ogenblik a.u.b., ik verbind u door met de verpleging. Met de wachtdienst, wat kan ik voor u doen ? Ik zou graag weten hoe het gesteld is met de gezondheidstoestand van Louis Peters in kamer 302 ? Een ogenblikje, ik verbind u door met de dokter van wacht Met de dokter van wacht. Dag dokter, ik had graag geweten hoe het gaat met mijnheer Louis Peters die al drie weken bij u verpleegd wordt in kamer 302 ? Een ogenblikje, ik zal zijn dossier even raadplegen. Hier heb ik het . Hij heeft vandaag goed gegeten, zijn bloeddruk en hartslag zijn normaal, hij reageert goed op de voorgeschreven medicatie en morgen nemen we de hartmonitor weg. Als alles zo nog 48 uur gunstig verder evolueert zal zijn behandelende arts hem waarschijnlijk uit het ziekenhuis ontslaan voor het volgende weekend. Dat is fantastisch nieuws, ik ben ongelooflijk opgelucht. Bedankt dokter, van harte bedankt. Zo te horen bent u wel erg begaan met de patiënt, bent u familie? Nee, nee dokter, ik ben Louis Peters zelf. Ik bel u vanuit kamer 302. Iedereen loopt hier mijn kamer in en uit maar niemand zegt verdomme iets. Ik wou zelf ook eens weten hoe het met mij gesteld is…..
Een handelsvertegenwoordiger, doodmoe, komt aan in een kleine gemeente waar er maar één hotelletje is. Tot overmaat van ramp, alle kamers zijn bezet. Hij smeekt de baas: “Leg me te slapen, eender waar, maar ik moet absoluut kunnen uitrusten.” “Wel”, zegt de hotelier, “ik heb hier een twee persoonskamer waar er maar één bed beslapen is. Als je met die man op een akkoord komt om de kamer en de prijs ervan te delen is dat voor mij goed. Maar, ik verwittig je, hij snurkt geweldig. Het is zelfs zo erg dat alle gasten ‘s morgens hun beklag erover maken.” “Maakt niks uit”, antwoordt de vertegenwoordiger, “ik ben veel te moe.” …De twee mannen komen tot een akkoord en nemen het avondmaal aan dezelfde tafel. ‘s Morgens komt de handelsvertegenwoordiger als eerste de trap af om naar het ontbijtzaal te gaan. Vrolijk fluitend en welgemutst de hotelbaas groetend. “Nou”, zegt deze, “zo welgezind? Heb je goed geslapen? Heeft hij niet gesnurkt?” “Zeker niet”, zegt de vertegenwoordiger, “geen enkel moment.” “Hoe is dat in Godsnaam mogelijk”, zegt de hotelbaas.
“Heel eenvoudig”, zegt de vertegenwoordiger.
“Ik kwam een beetje later dan hem de kamer binnen. Hij lag al op zijn bed. Ik heb hem een kus gegeven op zijn achterwerk en gezegd: Goedenacht, schoonheid. En die kerel heeft de hele nacht recht gezeten in zijn bed om me in de gaten te houden.”
M’n buurman kwam vorige week aan de deur met de vraag of onze huizen qua inhoud identiek waren. Ik zei dat dat inderdaad het geval was. Daarna vroeg hij me hoeveel rollen behang ik had gehaald voor de woonkamer die ik de week ervoor had behangen. Ik antwoorde: 17 rollen. Hij keek met grote ogen: ZEVENTIEN?….ik herhaalde mijn antwoord, inderdaad zeventien….
Vandaag stond ie weer aan de deur, witheet van woede. Ik vroeg m rustig wat er aan de hand was. Hij antwoorde: “Ik heb godverrrregodver 17 rollen behang gekocht en nu heb ik er nondejuu 8 rollen van over die ik niet terug kan brengen!!!”….Ik lachte ‘n keer en antwoordde: ‘Da’s toevallig, dat had ik ook!”.
Een man heeft een nieuwe Porsche gekocht en gaat op een mooie zomeravond even lekker een stuk rijden. Het dak eraf, de wind glijdt door zijn haar en hij besluit eens te kijken hoe hard zijn wagen nou eigenlijk kan. Net als de kilometerteller een respectabele 180 km/u aangeeft, ziet hij in zijn spiegel twee blauwe zwaailichten.
“Met geen mogelijkheid dat ze een Porsche kunnen bijhouden,” denkt hij nog en trapt de bolide nog harder op zijn staart. Pijlsnel vliegt hij over de weg : 190, 200, 230 zelfs, maar de politie zit nog steeds vlak achter hem.
Ineens zegt hij: “Ik heb een lange zware dag achter de rug en jij bent echt de laatste die ik aan de kant zet vandaag. Ik heb geen zin in nog méér papierwerk dus als je me een heel goed excuus kan geven, ééntje die ik ook nog nooit eerder heb gehoord, waarom je zo hard reed, dan kom je eraf met een waarschuwing!”
“Afgelopen week is mijn vrouw ervandoor gegaan met een politieagent,” zegt de man, “en ik was bang dat je haar terug wilde geven!” Waarop de agent zegt: “Een prettige avond nog”
Kinderen van een lagere school krijgen les over moraal. Ze krijgen als opdracht thuis aan hun ouders te vragen een verhaal te vertellen waaraan een moraal hangt. Wanneer ze terug in de klas komen, mogen ze dat verhaal vertellen.
Mieke vertelt:
“Mijn ouders zijn kippenboeren, ze hebben een legbatterij. Op een dag hadden ze in de auto een mand eieren staan. Ze reden over een grote bobbel in de weg, waardoor de eieren braken”.
De moraal luidt: “Wees zeer voorzichtig met fragiele voorwerpen”.
Elsje vertelt:
“Mijn ouders hebben ook een kippenboerderij, maar zij kweken kuikentjes. Op een dag hadden ze wel twintig eitjes. Ze verwachtten dus ook twintig kuikentjes. Ze verzorgden de eitjes heel goed, maar er zijn er maar vijftien van uitgekomen”.
De moraal luidt: “Tel je kuikentjes pas als ze uitkomen”.
Dan vraagt de juf aan Ellen:”En hebben jouw ouders ook een verhaal verteld?”
“Ja”, antwoordt Ellen, mijn papa heeft ons verteld over zijn zus, tante Annie.
Onze tante Annie woont in Amerika en is daar bij het leger. Ze is piloot bij de luchtmacht en heeft meegevochten in Irak. Op een dag werd haar vliegtuig geraakt en moest ze springen. Het enige dat ze bij zich had was een fles whisky, een machinegeweer en een zakmes. Terwijl ze aan haar parachute bengelde, dronk ze de fles whisky leeg, dan was ze die alvast kwijt.
Toen ze beneden kwam, werd ze omsingeld door wel zeventig Irakezen. Ze pakte haar machinegeweer en schoot er vijftig van neer, toen waren haar kogels op.
Met haar zakmes kon ze er nog vijftien doden, toen brak het mes af.
De vijf laatste heeft ze met haar blote handen gedood.
De juf kijkt Ellen ontdaan aan en vraagt na enige stilte: “En heeft je papa je ook een moraal bij dat verhaal verteld?”
Ellen antwoordt: “Jazeker, je kunt beter uit de buurt van tante Annie blijven als ze gezopen heeft.