In het ziekenhuis
Dokter: “We hebben tijdens uw operatie dertig theelepeltjes in uw maag gevonden!”
Patiënt: “Natuurlijk, dat was het recept. Tien dagen lang drie keer per dag één theelepel.”
Dokter: “We hebben tijdens uw operatie dertig theelepeltjes in uw maag gevonden!”
Patiënt: “Natuurlijk, dat was het recept. Tien dagen lang drie keer per dag één theelepel.”
Ne belastinginspecteur kwam an de duure bie ne boer. Hij wol ’t spulke taxeern, “Ie doat mar wat nit loatn kunt”, zeg den boer. Toen den keal kloar was met ziene inspectie wolle nog efkes ’t gröslaand taxeren. “Ik zöl doar neet an begin’n a’k oe was” zeg den boer. Doar mös den taxateur toch efkes um lachen. “Kiek”, zeg den inspecteur en hij haaln ’n pasje oet zien tuk. “Met disse vergunnige mag ik bie iedereene alns controleern, dus met dit pasje mut elk eene mien gezag opvolgen”! “Ie doat mar waj neet loatn kunt” zeg den boer aandermoal en ’n taxateur gung gestrits oaver ‘n weiredroad hen woer jammer genog toevallig gén stroom opstun. Met ziene krek gepoetste skoone stunne al gauw miln in drek. Hij dee ’n paar trad veerder de weire in en toen kwam Herman d’r anloopn. Dat was ’n boer ziene bolle. Ziene fokstier za’k mar zegn. Herman begun rondjes te loopn um ’n taxateur hen. ‘n Taxateur prebeern vöt te komn op ziene duure skoone. “Wat mu’k toch doon” skreewn ’t inspecteurtje, “Ik kan naans hén, ik zitte vaste in ’n drek”! “Och”, zeg ’n boer, dewiel hij ’n sjekkie an ’t dreajn was, “dan loat ie ‘m toch gewoon efkes oen pasje zeen…..”?
Een Surinaamse zakenman moet op zakenreis naar het buitenland.
Hij roept zijn trouwe Javaanse knecht Tjokro en zegt hem dat hij op het huis moet passen en dat hij hem bij elk probleem dat zich voordoet moet bellen.
Na enkele dagen niets te hebben gehoord wordt de zakenman ongerust en belt zelf Tjokro op.
“Dag Tjokro, hoe gaat het?”
“Alles zéér slecht, meneer.”
“Waarom, wat is er gebeurd?”
“Ik heb steel van schop gebroken.”
“Maar Tjokro, potdomme, je hebt mij bijna een infarct bezorgd door te zeggen dat het slecht gaat en het is slechts de steel van de schop die gebroken is??”
Hij haalt eens diep adem en vraagt dan: “hoe is dat gebeurd?”
“Het gebeurde bij begraven van hond.”
“Wat, mijn hond?! Is ie dood? Hoe kan dat nu?”
“Hij in zwembad gevallen.”
“Maar Tjokro, hoe kan een terrier verdrinken, hij kon zwemmen als een vis!”
“Geen water in zwembad, hij erin spring, en is dood gevallen.”
“Hoe zo geen water in het zwembad, vorige week is het zwembad gereinigd en toen ik vertrok was het nog vol water!”
“Ja maar, water genomen door de brandweer om brand te blussen.”
“Welke brand, Tjokro?!”
“Huis is in brand gevlogen, meneer.”
“Mijn huis? Maar hoe is dat mogelijk?”
“Rouwdienst voor uw moeder, kaars te dicht bij gordijn en alles verbrand.”
“Is mijn moeder dood? Wij hebben vorige week pas haar 70ste verjaardag gevierd en zij was nog kerngezond!”
“Uw moeder kon andere nacht niet slapen, ging slaapmiddel vragen aan mevrouw, die was met uw beste vriend in bed en toen moeder is dood gevallen van de schrik.”
“Mijn vrouw heeft mij bedrogen met mijn beste vriend?? Kun je mij dan niets positiefs vertellen, Tjokro?”
“Jawel, meneer, herinnert u zich dat u 14 dagen geleden aidstest hebt gedaan?”
“Ja, en?!”
” Wel, is positief, meneer!”
Een jonge dame liep met haar metaaldetector van de parking over het veld naar de camping. Een boswachter hield haar staande en zei:
“ik geef je een bekeuring, zoeken met een metaaldetector is hier verboden.”
“Maar ik zoek helemaal niet”, repliceerde ze.
“Ja maar je hebt er wel de uitrusting voor”, was zijn antwoord.
“Dan dien ik een klacht in voor verkrachting”, zei ze.
“Maar ik heb je toch helemaal niet verkracht.”
“Nee maar je hebt er wel de uitrusting voor.”
Een dom blondje komt bij een inlichtingenloket van een groot warenhuis en vraagt: “Kan ik hier een reis boeken?”. “Natuurlijk” zegt de medewerker “ons reisbureau is op de vierde verdieping. Wil je met de lift?”. Daarop antwoord het meisje: “Nee, met het vliegtuig!”.
Twee moeders zitten in het park op een bankje. Zegt de ene moeder: “Mijn kind van twee kan zijn naam al schrijven.” Zegt de ander: “Mijn kind van twee kan zijn naam zelfs al achterstevoren schrijven.” “O, wat knap! Hoe heet uw kind dan?”. “Mijn kind heet Bob”.