VISSEN

Om 7 uur ‘s ochtends zit ik lekker te vissen langs het Amsterdam Rijnkanaal. De damp staat nog op het water. Ik zit net, komt er een man achter mij staan kijken. Het wordt acht uur, negen uur, tien uur, twaalf uur. Ik neem ’n boterhammetje en koffie en nog steeds staat die kerel achter mij naar m’n dobber te staren. Om 2 uur ‘s middags staat hij er nòg. Als ik om 7 uur ‘s avonds mijn spullen inpak, staat die vent nòg achter me. Ik zeg: “Meneer, u heeft nu 12 uur lang achter mij staan kijken. Waarom koopt u geen hengel? Kunt u zelf gaan vissen.” Zegt die man: “Sorry hoor, maar daar heb ik echt geen geduld voor . . . ”

Similar Posts

  • Moeilijke onderwerpen.

    Op de vlucht van Amsterdam naar Sydney zit een man naast een veel jongere en beeldschone meid.

    Ze is een boek aan het lezen en wanneer hij haar plots aanspreekt.  “Juffrouw, naar het schijnt gaat de tijd vlugger voorbij als je met iemand van gedachten wisselt over een bepaald onderwerp”. “Ja, dat zou kunnen” antwoordt de mooie meid  “Wat had je in gedachte?”  “Wel zegt de man “Wat zijn volgens jou de voor- en nadelen aangaande de uitstap van kernenergie wetende dat binnen 3 jaar de e-auto zal ingeburgerd zijn en we met een acuut stroomtekort gaan te kampen krijgen?”  Het meisje fronst even de wenkbrauwen en vraagt dan aan de man: “Weet jij hoe het komt dat een koe, een paard en een geit, die in dezelfde wei staan en hetzelfde eten, een platte vlaai, knollen en bolletjes schijten?  “Neen ” antwoordt de man. “Wel, meneer hoe wil je nu over ingewikkelde dingen praten als je nog geen verstand hebt van stront?”

  • Een vrije dag

    Twee medewerkers van een bedrijf zitten te zuchten en kreunen op het werk. Ze zouden zo graag een dagje verlof nemen, maar de baas heeft alle verlof opgeschort omdat er teveel werk is. Plots springt een van de twee op. “Ik weet een manier om enkele dagen verlof te krijgen!” roept hij. “Hoe dan?” vraagt de ander. De man kijkt snel rond – niets te zien van de baas. Hij klimt op zijn buro, neemt enkele tegels van het valse plafond uit, klimt in het plafond. Dan slaat hij zijn benen over een metalen pijp, laat zich zakken en hangt zo met zijn kop naar beneden. Binnen enkele seconden staat de baas er. “Wat is dat hier allemaal?”. “Ik ben een lamp,” zegt de man. “Ik denk dat jij een beetje overspannen bent. Maakt dat je wegkomt, en dat is een bevel! Ik wil je hier minstens twee dagen niet zien!” “Ja meneer de baas,” antwoordt de man heel gedienstig. Hij springt naar beneden en verdwijnt door de deur. De tweede man staat op en loopt ook snel naar de deur. “Hela, waar ga jij naartoe?” vraagt de baas. “Naar huis. Ik kan niet werken in het donker…”

  • Gemeente wapen

    Ergens in de gemeente Dinkelland staat een groepje gemeente medewerkers een sigaretje te roken aan een bloemenperkje waar ze onkruid moeten wieden.

    Op de rugzijde van hun werkkledij staat het stadswapen van Dinkelland geborduurd.

    Een man uit het westen komt voorbij en fronst de wenkbrauwen.

    Enigszins geïntrigeerd door dit beeld, vraagt de westerling:

    “Waarom staat het stadswapen op uw werkkleding?”

    Waarop de arbeiders antwoorden : “Dat is onze sponsor.”

  • Een Non

    Een non neemt een taxi naar Brussel en merkt dat de knappe chauffeur haar voortdurend in ‘t oog heeft.
    Ze vraagt hem waarom hij haar constant zo intens bekijkt.
    Hij antwoordt: “Ik wil u iets bekennen, maar ik wil u niet in verlegenheid brengen”.
    Ze stelt hem gerust: “Mijn zoon, ge kunt me niet kwetsen, als je non was en zo oud als ik heb je zo goed als alles al gezien en gehoord.

    Ik weet zeker dat je me niets kan zeggen of vragen dat voor mij beledigend of kwetsend kan zijn”.
    Hij: “Wel, ik droom altijd opnieuw dat een kloosterlinge me heel passioneel kust”.
    De non: “Wel, dan kijken we wat daaraan kan gedaan worden. Eerst en vooral moet je vrijgezel zijn en daarnaast ook katholiek”.
    De taxichauffeur, al helemaal opgegeild, antwoordt: “Jaja, ik ben vrijgezel én katholiek!”
    “Oké”, zegt de non, “sla maar de eerstvolgende landweg in”.
    Daar voldoet ze aan zijn fantasie met een overtuiging die de meest geroutineerde straatmadelief zou doen blozen.
    Als ze de weg voortzetten begint de chauffeur te huilen.
    “Mijn kind”, zegt de non, “waarom huil je nu toch?”.
    “Vergeef me dat ik gezondigd heb. Ik moet bekennen dat ik gelogen heb: ik ben getrouwd en ben een jood”.
    De non antwoordt: “Trek het je niet aan. Ik heet Dirk, ben homo en ik ben op weg naar ‘t carnaval in Aalst “.

  • GOEDKOOP REIZEN MET DE TREIN

    Drie Belgen en drie Nederlanders gaan samen met de trein op stap. De drie Belgen kopen elk een ticket aan het loket. De drie Nederlanders kopen samen maar één ticket. De Belgen zijn verwonderd: ‘hoe gaan jullie dàt doen’? ‘Dat zul je wel zien’ zeggen de Nederlanders. Op de trein begint de controleur aan zijn ronde en de drie Nederlanders gaan samen op één toilet. De conducteur controleert de kaartjes van de Belgen, alles ok. Hij komt bij het toilet, klopt op de deur en de Nederlanders schuiven hun ticket onder de deur. De conducteur controleert het ticket, zegt ‘ok.’ en schuift het terug onder de deur. De volgende dag nemen ze allen terug de trein. De drie Belgen kopen samen maar één ticket. De drie Nederlanders kopen er geen. De Belgen zijn nog meer verwonderd: ‘HOE gaan jullie DAT doen’? ‘Dat zul je wel zien’ zeggen de Nederlanders. In de trein begint de controleur aan zijn ronde en de drie Belgen gaan samen op één toilet. De drie Nederlanders gaan ook samen op één toilet; maar de laatste Nederlander klopt eerst op de deur van het toilet van de Belgen. De Belgen schuiven hun ticket onder de deur……………….

  • Allemaal bezig

    • Belt een verzekeringsman op naar zijn cliënt. Neemt een klein meisje de telefoon op, waarop de man vraagt of hij haar vader mag spreken. Antwoordt het meisje fluisterend: “Dat gaat niet, die is bezig.” Dus de verzekeringsman vraagt haar naar haar moeder. Antwoord het meisje weer fluisterend: “Die is ook bezig.” “Nou, misschien is dan je oudere broer of zus thuis?” Zegt het meisje weer fluisterend door de telefoon: “Die zijn ook allebei bezig.” Nou die verzekeringsman denkt ook bij zichzelf; wat voor een huishouden heb ik nu weer aan de lijn. Dus hij vraagt het meisje maar wat ze eigenlijk aan het doen zijn. Waarop het meisje weer fluisterend antwoord: “Ze zijn mij aan het zoeken.”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *