VISSEN

Om 7 uur ‘s ochtends zit ik lekker te vissen langs het Amsterdam Rijnkanaal. De damp staat nog op het water. Ik zit net, komt er een man achter mij staan kijken. Het wordt acht uur, negen uur, tien uur, twaalf uur. Ik neem ’n boterhammetje en koffie en nog steeds staat die kerel achter mij naar m’n dobber te staren. Om 2 uur ‘s middags staat hij er nòg. Als ik om 7 uur ‘s avonds mijn spullen inpak, staat die vent nòg achter me. Ik zeg: “Meneer, u heeft nu 12 uur lang achter mij staan kijken. Waarom koopt u geen hengel? Kunt u zelf gaan vissen.” Zegt die man: “Sorry hoor, maar daar heb ik echt geen geduld voor . . . ”

Similar Posts

  • Echtpaar

    Een getrouwd koppel rijdt met de auto en zeggen al enkele kilometers niets meer tegen elkaar.

    Ze hebben net een flinke ruzie gehad, waarbij geen van beiden zijn positie wil prijsgeven.

    Plots, na lang stilzwijgen komen ze voorbij een boerderijtje, waar een aantal ezels, geiten en varkens staan, waarop de vrouw tegen haar echtgenoot zegt: “Familie van jou zeker?”

    “Yep…,” zegt de man terug, “…aangetrouwd!”

  • Goudvis

    Kleine Nancy is in de tuin een gat aan het vullen, als de buurvrouw over de 
    heg kijkt.
    Ze is zeer nieuwsgierig wat Nancy aan het doen is, en ze vraagt: “Wat ben je 
    aan het doen, Nancy”?

    “Mijn goudvis is dood gegaan”,vertelt Nancy in tranen, zonder te kijken. “En 
    ik heb hem net begraven”.

    De buurvrouw is verwondert.
    “Dat is een enorm groot gat voor jou goudvis, vindt je niet”? Nancy klopt het 
    laatste beetje grond stevig aan, en antwoord: “Dat komt omdat hij nog in de 
    maag van jou rot-kat zit”.

  • Pastoor bedankt!

    Een man ligt in het ziekenhuis en vraagt naar de pastoor.
    Als de pastoor komt gaat hij naast het bed staan van de patiënt. Al snel gaat het ineens slechter met de man. Wanhopig probeert de man iets te zeggen maar niemand kan hem verstaan.
    Pastoor: “Laat iemand pen en papier halen! Snel!”
    ALs de man eenmaal papier heeft schrijft hij met zijn laatste adem iets op en geeft het aan de pastoor. Terwijl de pastoor het briefje leest blaast de man zijn laatste adem uit. De pastoor trekt wat witjes weg, legt het papier op het bed en loopt geschrokken de kamer uit.
    Nieuwsgierig pakt een zuster het papier en leest: Meneer de pastoor, kunt u even op zij gaan. U staat met uw voet op mijn beademingsslang…

  • Hoe oud ben ik?

    Meester is jarig. Hij vraagt aan de kinderen: “Raad eens hoe oud ik geworden ben.”
    Zegt Jantje: “58.”
    “Mis.”
    Zegt Marietje: “49.”
    “Ook mis.”
    Richie: “Meester, u bent 42 geworden.”
    “Goed zo, m’n jongen. Hoe heb je dat zo goed geraden?”
    “Nou meester, dat zit zo: mijn broer is 21 en da’s een halve idioot.”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *