VISSEN

Om 7 uur ‘s ochtends zit ik lekker te vissen langs het Amsterdam Rijnkanaal. De damp staat nog op het water. Ik zit net, komt er een man achter mij staan kijken. Het wordt acht uur, negen uur, tien uur, twaalf uur. Ik neem ’n boterhammetje en koffie en nog steeds staat die kerel achter mij naar m’n dobber te staren. Om 2 uur ‘s middags staat hij er nòg. Als ik om 7 uur ‘s avonds mijn spullen inpak, staat die vent nòg achter me. Ik zeg: “Meneer, u heeft nu 12 uur lang achter mij staan kijken. Waarom koopt u geen hengel? Kunt u zelf gaan vissen.” Zegt die man: “Sorry hoor, maar daar heb ik echt geen geduld voor . . . ”

Similar Posts

  • Lezen

    Lees de zinnen achter elkaar hardop voor.

    ik zo kat
    ik hou kat
    ik je kat
    ik een kat
    ik sukkel kat
    ik ongeveer kat
    ik veertig kat
    ik seconde kat
    ik van kat
    ik zijn kat
    ik werk kat
    ik af kat

    dit slaat nergens op die zinnetjes.

    Lees nu van de zinnen de middelste woorden achter elkaar op.

  • Gemeente wapen

    Ergens in de gemeente Dinkelland staat een groepje gemeente medewerkers een sigaretje te roken aan een bloemenperkje waar ze onkruid moeten wieden.

    Op de rugzijde van hun werkkledij staat het stadswapen van Dinkelland geborduurd.

    Een man uit het westen komt voorbij en fronst de wenkbrauwen.

    Enigszins geïntrigeerd door dit beeld, vraagt de westerling:

    “Waarom staat het stadswapen op uw werkkleding?”

    Waarop de arbeiders antwoorden : “Dat is onze sponsor.”

  • Hoesten

    Jans werkte tijdelijk in een apotheek, doch slaagde er nooit in het geschikte drankje mee te geven.

    Z’n baas waarschuwde Jans dat hij hem zou moeten ontslaan als hij weer verkeerde medicijn zou verkopen.

    Toen een klant een middel tegen een hardnekkige hoest wilde, gaf Jans de man echter een laxeermiddel.

    Hij gaf hem zelfs de raad: “Neem maar direct een grote slok!”

    Buitengekomen begint het drankje al te werken en de man houdt zich vast aan een lantaarnpaal.

    De apotheker zegt kwaad tegen Jans “Ge weet toch wel dat een laxeermiddel de man z’n hoest niet zal stoppen!”

    “Toch wel” repliceert Jans “Kijk maar, hij is gewoon erg bang om nog te hoesten!”

  • Gestoken door een wesp

    Een heel chique mevrouw arriveert in haar chique BMW coupé bij de dokter, nadat ze gestoken was door een wesp. Vraagt de dokter: ‘Waar bent u gestoken mevrouw?’ Zegt zij verlegen: ‘Oh dokter, dat kan ik u niet zeggen, want dan schaam ik me zo.’ ‘Maar ik moet het toch echt weten hoor, anders kan ik u niet helpen’, reageert de dokter verbaasd. ‘Nee dokter, als andere mensen dit weten dan word ik uitgelachen en schaam ik me dood.’ ‘Luister,’ zegt de dokter, ‘ik heb een geheimhoudingsplicht, dus ik zal echt tegen niemand zeggen waar u gestoken bent.’

    ‘Ok dan,’ zegt de vrouw opgelucht… in de Aldi’.

  • Oud Vrouwtje

    Een klein oud vrouwtje gaat naar de dokter en zegt: “Dokter, ik heb een probleem met “scheetjes laten”, het stoort mij eigenlijk niet, want mijn winden zijn altijd stil en ze ruiken niet. Eigenlijk heb ik sinds ik hier binnen gekomen ben al minstens 20 winden gelaten. Je hebt er niets van gemerkt want ze ruiken niet en zijn altijd stil.”

    De dokter zegt: “Ik begrijp het, neem deze pillen en kom volgende week nog maar eens terug.”

    De week erna komt het vrouwtje terug bij de dokter.

    “Dokter,” zegt ze: “Ik weet niet wat U mij gegeven heeft, maar mijn winden zijn nog steeds geluidloos, maar ze stinken verschrikkelijk !!”

    De dokter zegt: “Goed zo, nu uw reukvermogen weer in orde is, zullen we nu eens kijken wat we aan uw gehoor kunnen doen.”

  • Waterput

    Twee mannen lopen over een heide en zien een waterput. Ze lopen er naartoe en vragen zich af hoe diep die put eigenlijk is. Ze pakken een steentje, gooien het in de put, maar horen het niet de bodem raken. “Vreemd”, zegt de een. “Zou ‘ie zó diep zijn?” Ze gaan een grotere steen zoeken en gooien die ook in de put. Ze buigen voorover om te horen wanneer de steen de bodem raakt. Wéér geen geluid. Nu zien ze een hele grote zware steen, een grote rots, liggen en pakken die met z’n tweeën op. Ze strompelen naar de put en weten de rots over de rand te kieperen. Ze luisteren vol spanning en horen ineens hoefgetrappel achter zich. Ze draaien zich om en zien een geit keihard aan komen rennen en die duikt zo de put in. Stomverbaasd kijken ze elkaar aan. Na een kwartier komt er een herder aanlopen. “Hebben jullie mijn geit gezien?” “Nou”, zegt de een, “er dook hier net wel een geit met een rotgang deze put in.” “Nou”, zegt de herder, “dat kan niet want die zat aan een rots vast.”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *