VISSEN

Om 7 uur ‘s ochtends zit ik lekker te vissen langs het Amsterdam Rijnkanaal. De damp staat nog op het water. Ik zit net, komt er een man achter mij staan kijken. Het wordt acht uur, negen uur, tien uur, twaalf uur. Ik neem ’n boterhammetje en koffie en nog steeds staat die kerel achter mij naar m’n dobber te staren. Om 2 uur ‘s middags staat hij er nòg. Als ik om 7 uur ‘s avonds mijn spullen inpak, staat die vent nòg achter me. Ik zeg: “Meneer, u heeft nu 12 uur lang achter mij staan kijken. Waarom koopt u geen hengel? Kunt u zelf gaan vissen.” Zegt die man: “Sorry hoor, maar daar heb ik echt geen geduld voor . . . ”

Similar Posts

  • Opscheppen

    Op de speelplaats wordt opgeschept.

    ‘Wij zijn met drie kinderen thuis en ieder heeft zijn eigen bed…’

    ‘Wij zijn met vier kinderen, en elk heeft zijn eigen kamer…’

    ‘En wij zijn met vijven, en ieder heeft zijn eigen papa…’

  • Wat een pech

    Farid rijdt met zijn VW-busje en gezinnetje (Fatima en negen schattige kinderen) voor het eerst naar de noordzeekust. In Scheveningen aangekomen bemerkt hij een plaatje met de tekst: ‘Duinenweg’. 

    ‘Gloeiende, gloeiende!’ klaagt Farid ‘Duinen zijn weg!’

    Even later merkt hij een plaatje met ‘Strandweg’ en daarna met ‘Zeeweg’.

    ‘Alles weg!’ klaagt hij nogmaals. ‘Wij dan maar beter teruggaan naar huis.’

    Het begint al te schemeren als een politiepatrouille Farid staande houdt.

    ‘Uw rechter voorlicht brandt niet,’ meldt de agent. ‘Lamp en licht ook weg!’ klaagt de radeloze man. ‘Geen nood,’ zegt de agent. ‘Drie kilometer verderop bevindt zich een benzinestation. Daar kunt u een nieuwe lamp kopen.’

    Farid is opgelucht dat hij geen boete heeft gekregen en rijdt verder. Even later arriveert hij bij het benzinestation en bemerkt een bordje met de tekst:

    ‘Halogeenlampen’…

  • Lawine

    Moos is met wintersport en raakt bedolven onder een lawine. Meteen gaat een reddingsploeg op pad om hem te redden, maar Moos is moeilijk te vinden. Er wordt een helikopter ingezet, en eindelijk zien ze Moos liggen. De reddingsploeg gaat naar hem toe, maar het laatste stuk is slecht begaanbaar. Vanuit de verte roepen ze Moos toe: ‘Meneer Cohen, meneer Cohen, hier is het Rode Kruis, we komen eraan.’ Roept Moos terug: ‘Ik heb vorige week al gegeven.’

  • De muntjes geest

    Een belg komt een restaurant binnen en ziet een muntje op tafel liggen, hij loopt er naar toe en pakt hem op, maar het muntje zegt: “ik ben de geest van wafel leg me terug op tafel!” De belg gooit het muntje terug op tafel en rent het restaurant uit. Een paar seconden later komt er een Frans man binnen en ziet ook het muntje op tafel en pakt hem op en het muntje zegt meteen weer: “ik ben de geest van wafel leg me terug op tafel!” De fransman doet precies het zelfde als de belg en rent dus het restaurant uit zonder het muntje. Dan komt er een Nederlander het restaurant binnen en pakt hetzelfde muntje op en het muntje zegt : “ik ben de geest van wafel leg me terug op tafel waarop de Nederlander zegt: “ik ben de geest van akkie en doe het muntje in mijn zakkie”.

  • Vlaamse Vissen

    Een Vlaming ging op een dag vissen in Wallonië en ving drie karpers.
    Toen hij naar huis reed werd hij tegengehouden door een Waalse opzichter die het niet zo op Vlamingen begrepen had. Hij moest zijn visvergunning tonen en de visser haalde een geldige Waalse vergunning boven. De wachter pakte dan een van de karpers, rook aan het achterste en zei: “Dit is geen Waalse vis, dit is een Noorse vis? Heb jij hiervoor een vergunning?” De Vlaming haalde een Noorse vergunning boven. De wachter keurde ze en greep een andere vis en rook weer aan het achterste. “Dit is geen Waalse vis, dit is een Nederlandse vis. Heb jij een Nederlandse vergunning?” De Vlaming ging in zijn zakken en toonde een Nederlands papier. De wachter nam de derde vis en rook aan het achterste. “Dit is een Duitse vis, heb jij hiervoor een vergunning?” En weer ging de jager in zijn zakken en toonde een Duitse vergunning. De wildwachter raakte nu enorm gefrustreerd en schreeuwde naar de Vlaming: “Waar ben jij, verdorie, toch wel van afkomstig?” De Vlaming draait zich om, laat zijn broek zakken, bukt voorover en zegt: “Ruik jij het maar, jij bent de expert.”

  • De vijfhonderd-euro vraag

    Een advocaat gaat op zakenreis naar het buitenland.

    In het vliegtuig komt hij naast een blondine te zitten en denkt: Daar ga ik een spelletje mee doen.
    Ze stemt er mee in en hij zegt: Ik stel jou een vraag en als je het antwoord niet weet moet je me vijf euro geven. Daarna stel jij mij een vraag en als ik het antwoord niet weet krijg je van mij VIJF HONDERD euro.
    Zo gezegd zo gedaan en hij vroeg haar: Wat is de afstand tussen de aarde en de zon?
    Waarop de blondine uit haar tas een briefje van vijf haalt en aan hem geeft.
    Nu mag je mij een vraag stellen, grinnikte de advocaat.
    Ze denkt even na en vraagt: Wat gaat met vier benen de berg op en komt met drie benen naar beneden?
    Een beetje verrast door de bizarre vraag begint de advocaat na te denken. Na een minuut of tien zette hij zijn laptop aan en begon als een razende te zoeken op het net naar een soms vier, soms drie-benig wezen danwel fenomeen.
    Een beetje geïrriteerd wendde hij zich tot de inmiddels slapende blondine (na ruim twee en een halfuur surfen)en overhandigde haar een cheque ter waarde van vijfhonderd euro. Ze nam het in ontvangst, draaide zich om en sliep rustig weer verder.
    De advocaat kon het niet meer aan, maakte haar wakker en vroeg: Sorry hoor maar ik wil eigenlijk toch wel weten wat met vier benen de berg op gaat en met drie benen beneden komt?
    Waarop de blondine een briefje van vijf uit haar tas haalt en aan de advocaat geeft.

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *