Vieze voeten
Klaas komt op een feestje. Hij vraagt netjes of binnen mag komen. “Natuurlijk,”zegt de jarige, “maar ik heb vuile voeten,” zegt Klaas. “Geeft niet,” zegt de jarige. “Je hebt toch schoenen aan?”
Klaas komt op een feestje. Hij vraagt netjes of binnen mag komen. “Natuurlijk,”zegt de jarige, “maar ik heb vuile voeten,” zegt Klaas. “Geeft niet,” zegt de jarige. “Je hebt toch schoenen aan?”
Jans werkte tijdelijk in een apotheek, doch slaagde er nooit in het geschikte drankje mee te geven.
Z’n baas waarschuwde Jans dat hij hem zou moeten ontslaan als hij weer verkeerde medicijn zou verkopen.
Toen een klant een middel tegen een hardnekkige hoest wilde, gaf Jans de man echter een laxeermiddel.
Hij gaf hem zelfs de raad: “Neem maar direct een grote slok!”
Buitengekomen begint het drankje al te werken en de man houdt zich vast aan een lantaarnpaal.
De apotheker zegt kwaad tegen Jans “Ge weet toch wel dat een laxeermiddel de man z’n hoest niet zal stoppen!”
“Toch wel” repliceert Jans “Kijk maar, hij is gewoon erg bang om nog te hoesten!”
Een non neemt een taxi naar Brussel en merkt dat de knappe chauffeur haar voortdurend in ‘t oog heeft.
Ze vraagt hem waarom hij haar constant zo intens bekijkt.
Hij antwoordt: “Ik wil u iets bekennen, maar ik wil u niet in verlegenheid brengen”.
Ze stelt hem gerust: “Mijn zoon, ge kunt me niet kwetsen, als je non was en zo oud als ik heb je zo goed als alles al gezien en gehoord.
Ik weet zeker dat je me niets kan zeggen of vragen dat voor mij beledigend of kwetsend kan zijn”.
Hij: “Wel, ik droom altijd opnieuw dat een kloosterlinge me heel passioneel kust”.
De non: “Wel, dan kijken we wat daaraan kan gedaan worden. Eerst en vooral moet je vrijgezel zijn en daarnaast ook katholiek”.
De taxichauffeur, al helemaal opgegeild, antwoordt: “Jaja, ik ben vrijgezel én katholiek!”
“Oké”, zegt de non, “sla maar de eerstvolgende landweg in”.
Daar voldoet ze aan zijn fantasie met een overtuiging die de meest geroutineerde straatmadelief zou doen blozen.
Als ze de weg voortzetten begint de chauffeur te huilen.
“Mijn kind”, zegt de non, “waarom huil je nu toch?”.
“Vergeef me dat ik gezondigd heb. Ik moet bekennen dat ik gelogen heb: ik ben getrouwd en ben een jood”.
De non antwoordt: “Trek het je niet aan. Ik heet Dirk, ben homo en ik ben op weg naar ‘t carnaval in Aalst “.
Vier studenten aan de hogeschool arriveerden maar liefst twintig minuten te laat op een belangrijk schriftelijk examen. De betrokken hoogleraar, die zelf surveilleerde, deelde de studenten mee dat ze te laat waren en om die reden niet meer aan het examen konden deelnemen. De studenten probeerden de hoogleraar te vermurwen en voerden als excuus aan, dat ze gevieren met de auto waren gekomen en dat deze een lekke band had gehad. In dat geval, zo vond de hooggeleerde, verdienden de vier heren een extra kans; een schriftelijk examen bij hem thuis, de week daarop, op hetzelfde tijdstip. Vanzelfsprekend was het viertal die dag stipt op tijd. Elke student kreeg een aparte kamer toegewezen met een stoel en tafel, waarop een gesloten omslag lag met de examenvragen. Het gevreesde examen bestond uit slechts één vraag: ”Welke band was lek?”
Een man vraagt aan zijn vrouw: “Wat zou je doen als ik een prijs in de Staatsloterij gewonnen had?” Antwoordt ze: “Ik zou de helft opeisen en je dan verlaten, want ik ben je meer dan zat.”
“Fantastisch,” zegt hij, “ik heb 12 euro gewonnen, hier is 6 euro – En nou opgeflikkerd!!!!”