The Locomotions

The Story of the Locomotions.

1994, 1999, 2004, 2009, en 2013 tot vijf keer toe in 20 jaar ’n reünie van deze Locomotions, en ik kan me zo voorstellen dat sommigen zich afvragen waarom deze herhalingen…! Zijn de Locomotions dan zó speciaal? Laat ik dat eens proberen uit te leggen. De Locomotions zijn ’n stel kerels, die naast dat ze gezworen kameraden zijn, óók de hobby muziek hoog in het vaandel hebben staan, en vooral het plezier daarin na 4 decennia nog altijd willen delen met al hun fans; die; zoals is gebleken; deze Gemerts band altijd trouw zijn gebleven!  Bovendien hebben zij, net als al diegenen van die leeftijd, het onwaarschijnlijke geluk gehad dat ze in de jaren 60 hun jeugd hebben gehad, en daarmee het onbeschrijflijk mooie jaren-60 gevoel kennen. Ik laat de poging om dat uit te leggen dus maar achterwege, maar al diegenen die dat ook hebben meegemaakt kunnen dat beamen! In dát decennium heeft de popmuziek gestalte gekregen, en is groot geworden! De bakermat van deze muziek, de jaren 60, dáár werd de basis gelegd van de hele hedendaagse muziek-scene. dát maken de reünies van de Locomotions zo speciaal!!Het prille begin.Bij de leden van het eerste uur zaten drie bekenden: Harry Slits, Peter Vlemmings en Henk Smits. Eind 1961 besloten ze om ’n bandje op te richten, en er werd aan een andere ambitieuze jongeman gevraagd of hij daar ook zin in hadden, te weten Theo Smits. Er moest ook ’n bandnaam komen, en die schud je niet zomaar uit je mouw. Willy (Henk’s broer) Smits had naar later zou blijken ’n briljant idee, hij sprak in het najaar van 1962 de legendarische woorden: “Hé jongens ik weet voor jullie ’n mooie naam: “The Locomotions”. Het zal geen toeval zijn geweest dat uitgerekend in dát najaar Little Eva met haar enige hit hoog in de hitparade stond: The Locomotions… Dit viertal, Henk, Theo, Peter en Harry hebben in 1962 verschillende optredens gedaan in het patronaatsgebouw, beter bekend als “Het Stumpke” onder de bezielende leiding van Nol Maas. De Locomotions van het eerste uur speelden zonder bassist, dat is later in 1962 veranderd: Arie Meyers hanteerde vanaf dat tijdstip de basgitaar. Het gepriegel van het eerste uren veranderde naarmate de tijd verstreek in volwaardige, en volwassen rock ’n roll, zoals in die tijd de toon werd gezet door Cliff & The Shadows, Jerry Lee Lewis, Buddy Holly, Elvis Presley en ga zo maar door. Dat werd onder andere ook door Piet Maas opgemerkt, in 1963 toonde deze kastelein van Het Vossenkamp belangstelling voor dit musicerende Gemertse 5-tal.Het Vossenkamp. Pandelaar 35In de maand maart van 1963 debuteerden The Locomotions op ’n zondagavond voor ’n kleine drie uurtjes op het podium van het Vossenkamp. Dit beviel de eigenaar Piet Maas dusdanig goed; dat hij deze optredens gelijkmatig wist uit te breiden. Naast de zondag werd er ook op de zaterdag gespeeld, en uiteindelijk stonden deze 5 jongens ook op woensdag de sterren van de hemel te spelen, en niet onverdienstelijk: Het Vossenkamp beleefde gouden tijden!! Piet was niet alleen ’n uitstekend beheerder, hij was ook als ’n soort “vader” voor de Locomotions: Mede door zijn inzet en hulp kon de band nieuwe instrumenten kopen, en die konden ze dan op ’n schappelijke manier “afbetalen” door middel van de optredens, en ik ben er van overtuigd, dat hij daarbij menigmaal ’n oogje heeft dichtgeknepen!  In het daaropvolgende jaar 1964 waren er maar weinig weekenden dat er géén Locomotions in het Vossenkamp speelden! Gemert kende in die bewogen tijd meerdere bandjes, en de concurrentie was dan ook behoorlijk. Elk bandje dat in die tijd actief was, had z’n eigen kenmerken en kwaliteiten . Het beste bewijs daarvoor waren de fanclubs en daarmee de vaste aanhang, die elke band had. Dat werd het beste duidelijk toen The Locomotions hun grenzen gingen verleggen, en buiten Gemert het geluk ging beproeven: de fans gingen mee, ze waren er altijd bij! Er werden diverse talentenjachten gewonnen, en ’n absoluut hoogtepunt was wel het optreden in de Hilversumse AVRO-studio. Deze resultaten vertaalden niet alleen de muzikale kwaliteiten van de Locomotions, doch zeer zeker óók de vaste kern fans, die in grote getale daarbij aanwezig waren, en die daar de nodige indruk maakten!!

Naarmate de jaren 60 hun verloop kregen, veranderde het een en ander, want de belangstelling voor bands zoals de Locomotions liep wat terug, mede door het toen nieuwe fenomeen: de discotheek. Óók het Vossenkamp onderging die metamorfose. In die tijd veranderde ook de bezetting van de Locomotions: Pieter en Martien (Matje) van Bree kwamen de bezetting op peil houden, als respectievelijk gitarist en drummer. Na ’n nog altijd succesvolle periode kwam daar abrupt ’n einde aan door het noodlottig ongeval in juli 1967 van de nooit vergeten Theo Smits. Door het verlies van deze vriend en muzikant van de Locomotions hield de band op te bestaan; niemand wilde na dit bijzonder trieste voorval doorgaan. Ieder ging z’n eigen weg, hetzij in andere orkesten of anderszins.  De jaren 90, de eerste reünie. Wat mij achteraf het meest is opgevallen en bijgebleven is dat Harry, Henk en alle anderen van de Locomotions van weleer bijna altijd aanwezig waren op de uiterst gezellige BINGO-dansavonden (Band Indië-Nederland Gemert en Omstreken) in het begin van de jaren 90 met op het podium diverse indo bands, mogelijk dat dáár de basis en eerste ideeën werden gevormd voor de toen latere reünie in 1994, want iedereen had het in dat tijdperk over de goeie ouwe tijd, en vooral “Back To The Sixties”, het magische decennium zoals we dat eerder in dit artikel hebben besproken. En wanneer daarbij de corresponderende muziek uit dat tijdperk van die bands op die BINGO-avonden ‘n volle dansvloer oplevert, dan gaat bij elke muzikant het bloed kriebelen, vooral wanneer dan daar aan Harry Henk Arie en Peter wordt gevraagd: Wanneer The Locomotions??  In augustus 1993 worden dan voor de eerste keer de koppen bij elkaar gestoken om ’n mogelijke reünie te bespreken. Er werd gerepeteerd, en het klikte; in december van dat jaar werd het groene licht gegeven voor de reünie op 17 en 18 juni 1994 in het Ridderhof, en in de tussenliggende tijd werden in twee dagen tijd maar liefst 900 kaarten verkocht. Toon Van Kessel en Ad vd Berg bouwden ’n gigantisch mooi decor, de voorgevel van het toenmalige Vossenkamp, goed verzorgd tot in kleinste detail. Arno en broer Wim Maas zorgden voor het administratieve en presentatieve gedeelte, Jos Maas was de onmisbare sponsor, en vele anderen die met hun inzet dat weekend mede zo speciaal hebben gemaakt. Het duurde ruim twee jaar na deze uitmuntende en perfecte reünie alvorens de videofilm van dit evenement te koop was, die overigens in no time was uitverkocht. 2, 3 en 4 juli 1999.Enkele jaren later kwam het laatste jaar van de 20e eeuw in zicht, en iedereen wilde nog wel ’n keer, zo’n ontzettend gezellig weekend maken en meemaken! De plannen waren gauw beklonken, en wanneer je met ’n hecht team dat er zin in heeft kunt werken; dan wordt dat perfect, en zo was het op het eerste juli weekend in 1999! Deze keer werd het podium van het Vossenkamp tot in detail door Toon en Ad nagebouwd, het podium van 5 jaren eerder fungeerde nu écht als ingang, die voorgevel van Het Vossenkamp bij de ingang van het Ridderhof, dus met ’n beetje fantasie was Het Vossenkamp één weekend terug van weggeweest! De CD “Podium” maakte alles compleet, en met de videoregistratie, die subliem in beeld en stereogeluid was uitgevoerd, werden we in de gelegenheid gesteld om alles nog eens te bekijken. Niemand kon vermoeden dat de inhoud van ’n avondje Locomotions 5 jaar eerder zo’n impact had, en was blijven hangen bij de fans. Dat leverde ’n ware run op de kaarten op, en in knap ’n half uur was er geen kaart meer te krijgen, velen werden teleurgesteld. Dat werd in 2004 voorkomen!

Deze tekst is gekopieerd van de site www.thelocomotions.nl waar u nog meer informatie van deze band uit Gemert kunt vinden.

Similar Posts

  • Neil Diamond

    Neil Leslie Diamond (New York, 24 januari 1941) is een Amerikaanse zanger en liedjesschrijver. Hij is bekend van nummers als Sweet CarolineI Am… I SaidGirl, You’ll Be a Woman SoonSong Sung BlueBeautiful Noise enYou Don’t Bring Me Flowers, een duet met Barbra Streisand. Daarnaast acteerde hij in een film, The Jazz Singer uit 1980, die hem de hit Love on the Rocks opleverde. Hij schreef ook nummers die bekend werden vanwege hun uitvoering door een andere artiest, waaronder I’m a Believer (The Monkees) en Red Red Wine (UB40).

  • De Helena’s

    Om ons zelf niet te vergeten in de rubriek “herkent u deze nog” deze week een foto van “de Helena’s” uit 1969 in de eerste bezetting.  Linksboven Frans Schulten, Rechtsboven Frans Heerink, In het midden Truus Bekke- Braakhuis, Linksonder Frans van de AA en Rechtsonder Benny Lenferink.

  • Roy Orbison

    Roy Kelton Orbison (Vernon, Texas, 23 april 1936 – Nashville, Tennessee, 6 december 1988) was een Amerikaanse country- en rockzanger. Hij staat sinds 1987 in de Rock and Roll Hall of Fame en de Nashville Songwriters Hall of Fame. In 1989 werd hij opgenomen in de Songwriters Hall of Fame. In 2006 kreeg Orbison postuum een ster op de Music City Walk of Fame en in 2010 op de Hollywood Walk of Fame. In 2014 werd Orbison opgenomen in de Musicians Hall of Fame.

    Roy Orbison begon zijn carrière in 1956 bij het platenlabel Sun Records dat geleid werd door Sam Phillips en waar ook Elvis Presley, Johnny Cash, Jerry Lee Lewis en Carl Perkins onder contract stonden of hebben gestaan. Met het nummer Ooby Dooby waarvan er zo’n 500.000 stuks werden verkocht en dat tot nummer 56 op de Billboard Top 100 kwam, scoorde hij zijn enige hit voor Sun. In de periode dat hij voor het platenlabel actief was, wist hij al dat zijn hart bij het zingen van ballads lag. Sam Phillips, de eigenaar van Sun Records, wilde echter dat Orbison uptempo songs opnam, dit zeer tegen de zin van Orbison. Toen Orbison een grote hit schreef voor The Everly Brothers (Claudette), zag hij zijn kans schoon en kocht zijn platencontract bij Sun Records af om zodoende ergens anders zijn geluk te kunnen beproeven.

    Orbison kwam terecht bij het platenlabel RCA waar Elvis Presley vele hits opnam. Orbison bleef echter niet lang. Na een aantal nummers op plaat te hebben gezet verliet hij in 1959 het label en kwam terecht bij Monument Records dat onder leiding stond van Fred Foster.

    Orbisons eerste single, Up Town, was een bescheiden succes en bereikte plaats 72 in de Billboard Top 100. De opvolger werd uitgebracht in 1960 en maakte van Roy Orbison een wereldster. Van Only the Lonely gingen ruim twee miljoen exemplaren over de toonbank en met dit nummer creëerde Orbison iets dat nog nooit eerder in de rock-‘n-roll was gehoord: de dramatische rockballad. Tussen 1960 en 1965 produceerde Orbison klassiekers als Running ScaredCryingBlue AngelFallingBlue BayouIt’s OverIn Dreams en Oh, pretty woman. Vaak rustig beginnend, bouwde Orbison langzaam naar een climax toe die zowel in de arrangementen als in de stem en teksten van Orbison tot uitdrukking werd gebracht. De stem van Orbison en de composities van zijn songs zouden hem de status van legende bezorgen. Er was echter nog een element dat de muziek van Orbison uniek maakte: hij had ook het talent om liedjes op een totaal vernieuwende manier te schrijven. Het was in de beginjaren zestig de gewoonte om een song volgens een vast patroon te schrijven (A,B,C,B,D,B). Orbison schreef echter bijvoorbeeld in schema’s als A,B,C,D…Z. Er kwam in het hele liedje dus geen enkele herhaling van zinnen voor. Het vroegste voorbeeld hiervan is de song Wedding Day uit 1961, maar In Dreams en Falling uit 1963 zijn de bekendste voorbeelden. Running Scared uit 1961 was een song die ook afweek van wat gewoon was op dit gebied doordat het refrein aan het einde van het lied zat in plaats van in het midden. Toen het contract bij Monument Records in 1965 afliep was Orbison een wereldster met platenverkopen die de 30 miljoen hadden overschreden.

    Orbison tekende voor het MGM-label, dat bereid was om hem het tot dan hoogste bedrag ooit (1 miljoen dollar contant) voor een platenartiest te betalen. Verder kreeg hij de kans om in films te acteren. MGM bedong echter dat er per jaar 30 songs en 1 album geproduceerd moesten worden. Daarmee kwam de nadruk te liggen op de kwantiteit in plaats van op de kwaliteit van de songs, dit in tegenstelling tot wat bij Monument Records gebruikelijk was. De eerste single op het MGM-label is de top 20-hit Ride Away. Het zou zijn grootste hit voor MGM zijn. In 1966 haalde hij met Cry Softly Lonely One (top 52) zijn laatste hitnotering in Amerika. In Engeland had hij meer hits, met als hoogste notering Too Soon To Know dat in 1966 de top 3 haalde. Penny Arcade is in 1969 zijn laatste notering in Engeland. Het opkomen van de Beatles en andere Britse bands (The British Invasion) en de daarmee veranderende smaak bij het platenkopend publiek zorgde ervoor dat de aanwezigheid van Orbison in de hitlijsten minder werd. Verder vonden er grote tragedies in zijn privéleven plaats. Zijn vrouw Claudette kwam in 1966 om het leven bij een motorongeluk en twee van zijn drie zoons vonden in 1968 de dood bij een brand in zijn landhuis. De carrière van Orbison kwam in een diep dal terecht. De hits bleven uit en het (grote) publiek leek hem vergeten te zijn. Zijn concerten in Engeland werden nog wel goed bezocht, omdat de fans hem trouw bleven, maar in zijn thuisland Amerika bleek dat volkomen anders. Daar trad hij met regelmaat op voor een klein publiek.

    In 1973 werd zijn contract bij MGM ontbonden. Een jaar later tekende hij bij Mercury Records en nam daar het album I’m Still In Love With You op. Niet alleen is dit album onder de artistieke maat vergeleken bij zijn vroegere werk, muzikaal gezien verraste Orbison de luisteraar niet meer met de vocale hoogstandjes die hem zijn bijnaam “The Big O” hebben opgeleverd. In 1977 tekende Orbison opnieuw bij Monument Records en nam het album Regeneration op. Dit album is beter dan het voorgaande, maar kon ook niet de vergelijking doorstaan met zijn vroegere werk. Een tweede album is afgemaakt (nooit uitgebracht) toen Orbison hartklachten kreeg, nadat hij optrad in een show ter nagedachtenis aan Elvis Presley, die kort daarvoor overleed. Hij onderging een hartoperatie en kreeg 3 bypasses.

    Kort daarna verliet Orbison Monument Records. In 1979 tekende hij bij Aslyum Records en bracht daar het album Laminar Flow uit. Het album bevatte matige discoachtige liedjes met uitzondering van Poor Baby en Hounddog Man. Ondertussen is er achter de schermen iets op gang gekomen, want Orbison was dan wel niet meer een succesvol platenartiest, zijn werk uit de jaren zestig heeft echter wel zijn sporen nagelaten bij jongere collega’s. Linda Ronstadt nam Blue Bayou op (1977), Don McLean Crying (1980) en Van Halen Oh, pretty woman (1981) en allen scoorden zij daarmee grote hits. Zelf scoorde Orbison samen met Emmylou Harris in 1980 eindelijk weer een hit met That Loving You Feeling Again. Het leverde hem zijn eerste Grammy Award op.

    Vanaf die tijd begon Orbison aan een comeback te werken en kwam hij meer en meer in de spotlights te staan. Zo stond hij in het begin van de jaren tachtig in het voorprogramma van de Eagles en liet zich daardoor aan een groter en jonger publiek zien. In 1983 verscheen hij op televisie door een concert te geven getiteld Roy Orbison live in Austin City Limits Texas. In 1985 trad hij op bij Farm Aid en bracht hij een nieuwe single uit, Wild Hearts. Het is een ballad die een ouderwets goede Orbison laat horen. Het grote publiek merkte deze song echter niet op. Ook maakte hij dat jaar een album met zijn oude Sunmaatjes Jerry Lee Lewis, Carl Perkins en Johnny Cash. Het album heette The Class of ’55. In 1986 werd het nummer In Dreams gebruikt in de cultfilm Blue Velvet, geregisseerd door David Lynch. Hierdoor kwam Orbison onder de aandacht van een jong publiek. Velen wilden weten wie de zanger van In Dreams is en ontdekten daardoor de muziek die Orbison tot dan gemaakt had. In 1987 nam Orbison samen met k.d. lang Crying opnieuw op als een duet. Het nummer werd in Amerika een hit en het leverde hem opnieuw een Grammy Award op. In hetzelfde jaar werd hij opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame dat een jaar eerder in het leven was geroepen. Daarmee werd de status van Roy Orbison als belangrijke pionier en vernieuwer van de rock-‘n-roll officieel bevestigd en erkend door de muziekindustrie. In datzelfde jaar nam hij een televisiespecial op waarvan de zwart-wit video Roy Orbison and Friends, A Black and White Night uitkwam. In deze show bracht Orbison al zijn grote hits, inclusief twee nummers van zijn dan nog nieuw uit te komen album, ten gehore. Hij werd omringd door gastmuzikanten als Bruce Springsteen, Elvis Costello, Bonnie Raitt, Tom Waits, Jennifer Warnes, k.d. lang, Jackson Browne, J.D. Souther en James Burton (ex-gitarist van Elvis Presley). De laatste twee genoemden zijn in duet in de clip. Orbison kwam eindelijk terug aan de top en maakte dat nog eens duidelijk door in 1988 deel uit te maken van de supergroep The Traveling Wilburys, waarvan ook Bob Dylan, George Harrison, Jeff Lynne en Tom Petty deel uitmaakten. Het debuutalbum heette Traveling Wilburys Vol. 1, waarvan wereldwijd miljoenen exemplaren verkocht werden. Orbison stierf op 6 december 1988 plotseling als gevolg van een hartstilstand bij zijn moeder thuis in Hendersonville, een voorstadje van Nashville. Orbison was in voorbereiding op een wereldtournee. Zijn stoffelijk overschot werd begraven in een anoniem graf op de Westwood Village Memorial Park Cemetery in Los Angeles.

    Zijn nieuwe album werd in januari 1989 postuum uitgebracht onder het Virginlabel. De single You Got It werd een wereldwijde hit. De enige keer dat Orbison You Got It voor een publiek zong was drie weken voor zijn dood op het Diamond Awards Festival in het Sportpaleis in Antwerpen, waar hij een Diamond Award kreeg, omdat hij 25 jaar tot de “top of the bill” behoorde. De opnames van dat optreden werden gebruikt voor de videoclip van You Got It. De tweede single, She’s a mystery to me werd ook een hit. Dit nummer werd voor Orbison geschreven door Bono en Edge van U2. In 1992, vier jaar na zijn dood, werd het nummer I Drove All Night een hit in Engeland en bereikte daar de 7e plaats. De opvolger Crying (duet met k.d. lang) haalde in datzelfde jaar de 13e positie. Roy Orbison was, in tegenstelling tot veel van zijn tijdgenoten, helemaal terug aan de top toen hij stierf en keek vooruit naar nieuwe dingen en niet terug op oude vergane glorie. Vandaag de dag wordt hij door velen in de muziek business erkend als een van de grootste artiesten die de rock-‘n-roll heeft voortgebracht. Zijn platen blijven goed verkopen en zijn in aantal de 100 miljoen ruim gepasseerd. Hij is voorbeeld en inspiratie voor vele artiesten en dat voor iemand tegen wie producer Jack Clement (Sun Records) ooit zei; “Roy, you’re never gonna make it as a ballad singer“.

    Bron: Wikipedia

     

     

3 Comments

  1. Hallo
    Kan iemand me helpen ,wie het mooie instrumentale nummer op Gitaar ( TILL) heeft uit gebracht als orginele sound track
    Bedankt alvast

  2. Goedeavond
    Kan iemand me helpen aangaande het instrumentale nummer op gitaar ,Tillle
    door wie is dit nummer uitgebracht eventueel op vinyl singelGraag tot horens
    alvast bedankt voor de moeite
    Groet
    Toine

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *