Waarheidsmachine

  • Er staat een boer bij een waarheidsmachine op de pier van Scheveningen. Gooi je er een kwartje in, dan mag je een vraag stellen. Die boer zegt:
    “Waar is m’n vader?”
    Waarop de waarheidsmachine antwoordt:
    “Die staat te vissen op de Pier in Vlissingen.”
    Zegt de boer:
    “Hahaha, dat kan niet, mijn vader is allang dood.”
    Zegt de exploitant van die machine:
    “Ik snap het niet. Dat ding is goed, mankeert niks aan. Weet u wat u doet? Formuleer de vraag eens anders.”
    “Ok,” zegt de boer, “Waar is de wettige echtgenoot van mijn moeder?”
    Zegt dat apparaat:
    “Die is dood, maar je vader staat te vissen op de pier in Vlissingen!”

Similar Posts

  • Automonteur

    Een automonteur komt van de dokter vandaan en denkt:
    “Dat kan ik ook.”
    De monteur begint zijn eigen dokterspraktijk. Hij maakt reclame met: “Als ik je probleem kan oplossen kost het je 500 euro. Als ik geen oplossing voor je heb krijg je van mij 1000 euro.”
    Een advocaat ziet de advertentie en denkt dat hij daar gemakkelijk geld mee kan verdienen. Hij gaat naar de praktijk toe van de monteur.
    “Ik ben mijn smaak kwijt”, zegt de advocaat.
    “Gaat u maar zitten”, zei de monteur, “daar heb ik wel een drankje voor.”
    Hij loopt naar de kast, doet de 3e la van linksboven open en pakt een potje waar benzine in zit. Hij giet het goedje in de mond van de advocaat. Terwijl hij het uitspuugt zegt de advocaat:
    “Gadver, dat is benzine. Wat doe je?!”
    “Ah”, zegt de monteur, “u heeft uw smaak terug. Dat is dan 500 euro.”
    De advocaat betaald en loopt boos weg.
    De volgende dag, nog steeds verontwaardigd over zijn vorige bezoek bedenkt de advocaat een nieuw probleem en gaat opnieuw naar de dokterspraktijk van de monteur. De advocaat zegt:
    “Ik denk dat ik mijn geheugen kwijt ben. Ik kan me niets meer herinneren.”
    “Gaat u maar zitten”, zei de monteur, “daar heb ik wel een drankje voor.”
    Hij loopt weer naar de kast, doet de 3e la van linksboven open en pakt een drankje.
    “Nee, niet die, dat is benzine!” zeg de advocaat.
    “Ah”, zegt de monteur, “u heeft uw geheugen terug. Dat is dan 500 euro.”
    De advocaat betaald en loopt nog bozer weg.
    De derde dag gaat de advocaat een laatste poging doen om die 1000 euro te verdienen. Hij bedenkt een weer een probleem en gaat naar de praktijk toe.
    “Dokter”, zeg de advocaat, “ik kan bijna niets meer zien. Mijn zich gaat enorm achteruit.”
    De monteur denkt eens goed na en na een tijdje zegt hij:
    “Nee sorry, daar heb ik geen oplossing voor.”
    De monteur reikt naar zijn portemonnee. Hij overhandigt het geld en zegt:
    “Hier heeft u uw 1000 euro.”
    Terwijl hij in werkelijkheid een briefje van 200 euro overhandigd.
    “Heee!” zegt de advocaat, “dit is maar 200 euro.”
    De monteur zegt:
    “U heeft uw zicht terug, wat geweldig. Dat wordt dan 500 euro.”

  • Huissleutel

    Een alleenwonende man verloor zijn huissleutel. Hij belde zijn ouders die in een klein dorpje in het hoge noorden woonden; zij zouden de reservesleutel opsturen.
    De man trok zo lang bij een vriend in. De volgende dag liep hij de postbode tegemoet, maar deze had niets bij zich.
    De man mopperde: Ach ja, de post in dat boerengat werkt natuurlijk niet zo vlug, en ging weer voor een nacht naar zijn vriend. De volgende morgen reed hij weer naar zijn huis om de post op te vangen, maar was net iets te laat.
    De postbode kwam net de tuin uit en zei: Ik heb de brief in de bus gegooid hoor!’

  • Biefstuk

    Zegt de klant tegen de ober in het restaurant: ,,De biefstuk was prima ik ben kenner”

    Zegt de ober! ,,O bent u slager?”

    “Neen”, zegt de klant, “schoenmaker”.

  • Wat doet u?

    Jantje staat in de Albert Heijn melkdozen open te doen en een winkeljuffrouw spreekt hem hierover aan:

    Winkeljuffrouw : “Meneer wat zijn we aan het doen?”

    Jantje : “Ik ben de melkpakken aan het opendoen en u staat erbij te kijken”.

    Winkeljuffrouw : “Maar meneer, zoiets doe je toch niet”.

    Jantje : “Daar staat het toch, hier opendoen”

  • Duitse les

    DER, DIE, DAS. Jantje zit met zijn klasgenootjes in de Duitse les. De juffrouw heeft een oefening bedacht en legt deze uit: ‘Wie kan een zin bedenken waar de drie Duitse lidwoorden DER, DIE en DAS in voorkomen?’ Jantje denkt even na en steekt zijn vinger op. De juffrouw ziet dit en vraagt aan Jantje zijn zin op te zeggen. Jantje zegt: ‘Nou juf…, MEINE SCHWESTER HAT EIN KINDCHEN BEKOMMEN .’ De juf antwoordt: ‘Maar Jantje, daar zitten toch niet de drie lidwoorden in? ‘ Waarop Jantje zegt: ‘Maar ik was nog niet klaar.’ 

    En hij gaat verder: ‘… ABER DER DIE DAS GEMACHT HAT, IST VERSCHWUNDEN.’

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *