Waarheidsmachine

  • Er staat een boer bij een waarheidsmachine op de pier van Scheveningen. Gooi je er een kwartje in, dan mag je een vraag stellen. Die boer zegt:
    “Waar is m’n vader?”
    Waarop de waarheidsmachine antwoordt:
    “Die staat te vissen op de Pier in Vlissingen.”
    Zegt de boer:
    “Hahaha, dat kan niet, mijn vader is allang dood.”
    Zegt de exploitant van die machine:
    “Ik snap het niet. Dat ding is goed, mankeert niks aan. Weet u wat u doet? Formuleer de vraag eens anders.”
    “Ok,” zegt de boer, “Waar is de wettige echtgenoot van mijn moeder?”
    Zegt dat apparaat:
    “Die is dood, maar je vader staat te vissen op de pier in Vlissingen!”

Similar Posts

  • Belgische Douane

    Vijf Nederlanders in een Audi Quattro arriveren bij een Belgische grenspost.
    Daar worden ze gestopt door beambte Sjefke die zegt:
    ‘Het is ille…gaal om vijf mensen in een Audi Quattro te vervoeren; Quattro betekent vier.’
    ‘Quattro is alleen de naam van de auto,’ antwoordt de bestuurder.
    ‘Je kunt er best vijf mensen in vervoeren. Wil je de papieren zien!!!!’
    ‘Dat zal weinig verschil uitmaken,’ antwoordt Sjefke.
    ‘U hebt vijf mensen in uw Quattro en U breekt daarmee de wet.’
    De Nederlander wordt ongeduldig en zegt: ‘Zou je je baas kunnen roepen? Ik zou graag met iemand willen spreken die verstand van zaken heeft.’
    ‘Sorry,’ antwoordt Sjefke, ‘Agent Versmulders heeft het nu te druk met twee Italianen in een Fiat Uno.’

  • Brandweer

    Een brandweerman staat buiten bij de brandweerkazerne te sleutelen aan de motor van een pomp. Opeens hoort hij achter zich een lief stemmetje dat zegt:
    “Dag meneer de brandweer.”
    Hij draait zich om en ziet een klein meisje van een jaar of zes, dat in een bolderwagen zit. De bolderwagen is omgebouwd tot een brandweerwagen, compleet met ladder en brandslangen. De wagen wordt getrokken door een hond en een kat. Complimentjes makend over wat hij ziet loopt hij rondom de bolderbrandweerwagen. De hond is met een riem aan zijn halsband voor de kar gespannen. De kat, het blijkt een kater, zit vast aan de kar via een touwtje om zijn testikels. Een beetje verbaasd zegt de brandweerman tegen het lieve wicht:
    “Ik wil me er niet mee bemoeien, maar volgens mij trekt die kater de kar beter als je hem ook aan een halsband vastmaakt.”
    “Dat weet ik”, zegt het meisje, “maar dan heb ik geen sirene!”

  • Fiets op slot

    Een man fietst voortdurend langs Paleis Soestdijk. Op een gegeven moment rijdt hij de oprijlaan op en zet zijn fiets tegen het paleis neer. Meteen wordt hij op zijn nek gesprongen door twee marechaussees. “U moet die fiets daar weghalen,” zegt de een. “Waarom?”, vraagt de man. “Prins Bernhard komt zo langs,” zegt de marechaussee. “Nou en,” zegt de man, “hij staat toch op
    slot?”

  • Super

    Een groep politie agenten heeft als taak de hoogte te meten van een vlaggenmast. Zij begeven zich dus naar de mast met ladders en rolmaten. Een voor een vallen ze, of van de ladder, of laten de rolmaat vallen… Een goede oude wijkagent komt toevallig langs en ziet wat er gaande is. Hij trekt de mast uit de grond, legt hem plat, en meet dus de mast. Hij geeft de maten aan de andere politie agenten en gaat weg. Nadat de wijkagent vertrokken is draait een politie agenten zich al lachend om naar de anderen:

    – Dat is nu typisch een van de gemeente!!!

    – Wij vragen de hoogte en hij geeft ons de lengte !!!

  • Konijnen en Egels

    Een egel zegt tegen de andere egel: vind jij het ook zo gek dat wij meer worden over gereden dan de konijnen. Die ander zegt: “Ja, kom we gaan vragen hoe ze dat doen. Dus ze vragen het. De konijntjes zeggen: “Al zie je nou 2 lichtjes aankomen dan ga je daar precies tussen in zitten en dan word je niet geraakt.” Dus die egels zien ineens 2 lichtjes aankomen en gaan daar tussen in zitten.” Maar ze worden toch overgereden. Dus die konijntjes achter de boom zeggen: “Zie je ook niet vaak meer die driewielers.”

  • Dom Blondje

    Een blondje besluit een aquarium te kopen.
    Maar ze wil graag zoutwater-vissen.
    Ze besluit naar zee te rijden ten om zout water te krijgen.
    Op de pier van Scheveningen ontmoet ze een visser.
    Ze spreekt hem aan en vraagt om zout water.
      Da's hier geen probleem zegt hij 
    Wat kost een emmer vraagt ze.
      Vijf euro antwoordt hij.
    Oke, doe me maar een emmer.
    De man schept een emmer zeewater en ze betaalt hem vijf euro.
    Thuis gekomen kiepert ze deze in het aquarium.
    Ze stelt vast dat ze heel veel tekort komt en dat ze nog enkele
    malen heen en weer zal moeten rijden.
    Terug in Scheveningen zit daar nog steeds datzelfde vissertje.
    Ze spreekt hem opnieuw aan.
    Maar ondertussen was het eb geworden...
    Tjongejonge, zegt ze, u hebt goed verkocht vandaag !

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *