Boerenkool

Een man heeft pech en brengt de avond door bij een boer en zijn vrouw. Ze eten stamppot boerenkool en aan het einde van de avond gaan ze slapen. Als de boer slaapt komt zijn vrouw bij de man en zegt: “Als je het wil moet je het nu doen.”
De man springt op, rent naar de keuken en eet de rest van de boerenkool op.

Similar Posts

  • Getuige voor de rechtbank

    In een rechtbank in een kleine provinciestad had de openbare klager een oude dame als getuige opgeroepen. Hij vraagt haar: “Mevrouw Heinrich, kent u mij?”

    Ze antwoordt: “Uiteraard! Ik ken u al van kleins af aan. En eerlijk gezegd, was u toen al een totale ramp. U hebt gelogen, mensen gemanipuleerd en uw vrouw bedrogen. U denkt dat u heel wat bent, maar eigenlijk bent u een complete nul. Ja, ik ken u.”

    De aanklager is sprakeloos. Uit verlegenheid wijst hij met de vinger door de zaal en vraagt: “Mevrouw Heinrich, kent u de advocaat van de verdediging?”

    Ze zegt: “Maar natuurlijk. Ik ken Meester Friedmeier al van toen hij nog een peuter was. Hij is vals, vooringenomen en heeft een alcoholprobleem. Hij kan geen normale relatie met mensen opbouwen en zijn kantoor ruikt muf. Niet te vergeten dat hij zijn vrouw driemaal bedrogen heeft. Een daarvan was overigens uw vrouw. Oh ja, ook hem ken ik.”

    De advocaat van de verdediging zakt in de grond van schaamte. De rechter roept beide heren bij zich en fluistert: “Als iemand van jullie idioten op het idee komt om te vragen of ze mij kent, kom  je hier 10 jaar niet meer binnen!

  • Een automonteur komt van de dokter vandaan en denkt: “Dat kan ik ook.”  De monteur begint zijn eigen dokterspraktijk. Hij maakt reclame met: “Als ik je probleem kan oplossen kost het je 500 euro. Als ik geen oplossing voor je heb krijg je van mij 1000 euro.” Een advocaat ziet de advertentie en denkt dat hij daar gemakkelijk geld mee kan verdienen. Hij gaat naar de praktijk toe van de monteur. “Ik ben mijn smaak kwijt”, zegt de advocaat. “Gaat u maar zitten”, zei de monteur, “daar heb ik wel een drankje voor.” Hij loopt naar de kast, doet de 3e la van linksboven open en pakt een potje waar benzine in zit. Hij giet het goedje in de mond van de advocaat. Terwijl hij het uitspuugt zegt de advocaat: “Gadver, dat is benzine. Wat doe je?!”  “Ah”, zegt de monteur, “u heeft uw smaak terug. Dat is dan 500 euro.”  De advocaat betaald en loopt boos weg. De volgende dag, nog steeds verontwaardigd over zijn vorige bezoek bedenkt de advocaat een nieuw probleem en gaat opnieuw naar de dokterspraktijk van de monteur. De advocaat zegt: “Ik denk dat ik mijn geheugen kwijt ben. Ik kan me niets meer herinneren.”  “Gaat u maar zitten”, zei de monteur, “daar heb ik wel een drankje voor.” Hij loopt weer naar de kast, doet de 3e la van linksboven open en pakt een drankje. “Nee, niet die, dat is benzine!” zeg de advocaat.  “Ah”, zegt de monteur, “u heeft uw geheugen terug. Dat is dan 500 euro.” De advocaat betaald en loopt nog bozer weg. De derde dag gaat de advocaat een laatste poging doen om die 1000 euro te verdienen. Hij bedenkt een weer een probleem en gaat naar de praktijk toe. “Dokter”, zeg de advocaat, “ik kan bijna niets meer zien. Mijn zich gaat enorm achteruit.” De monteur denkt eens goed na en na een tijdje zegt hij:  “Nee sorry, daar heb ik geen oplossing voor.” De monteur reikt naar zijn portemonnee. Hij overhandigt het geld en zegt: “Hier heeft u uw 1000 euro.” Terwijl hij in werkelijkheid een briefje van 200 euro overhandigd.  “Heee!” zegt de advocaat, “dit is maar 200 euro.”

    De monteur zegt: “U heeft uw zicht terug, wat geweldig. Dat wordt dan 500 euro.”

  • Hulp van boven

    Een blondje, Peggy genaamd, zit diep in de miserie. Haar zaak is failliet gegaan en ze is in serieuze financiële moeilijkheden. Ze is zo wanhopig dat ze besluit om God om hulp te vragen. Ze begint te bidden: “God help mij alstublieft ! Ik ben mijn zaak kwijt en als ik niet snel geld binnen krijg, ben ik mijn huis ook kwijt ! Laat mij alstublieft de Lotto winnen !”

    Het is Lotto- avond en iemand anders wint de grote pot. Peggy begint weer te bidden. “God, laat me alstublieft de Lotto winnen ! Ik ben mijn zaak kwijt en mijn huis en ik ga weldra mijn auto ook moeten verkopen !”

    Lotto-avond komt en gaat en Peggy heeft weer geen geluk. En weer zit ze op haar knieën om te bidden. “Mijn God, waarom heb je mij verlaten? Ik heb mijn zaak verloren, mijn huis, mijn wagen en mijn kinderen zijn aan het verhongeren. Ik vraag je niet vaak om hulp en ik heb je steeds goed gediend ALSTUBLIEFT laat mij deze ene keer de Lotto winnen zodat ik mijn leven weer kan organiseren.

    Plotseling is er een verblindende lichtflits als de hemel opentrekt en Peggy hoort de stem van God zelf weergalmen: “Peggy, help me een heel klein beetje ……… koop nu eindelijk eens een biljet.”

  • Vervelen

    Jantje zit zich te vervelen. de meester komt naar Jantje en zegt: “Jantje waarom maak je geen tekening van een koe?” “ok,” zegt Jantje. Een uur later komt de meester kijken. Jantje zit met een leeg papier voor zich. Zegt de meester: “waarom heb je nog niks gemaakt? waar is het gras?” Zegt jantje: “dat gras heeft de koe opgegeten.” Zegt meester: “waar is de koe dan?” Zegt Jantje: “serieus meester, denk je dat de koe blijft staan als het gras op is?”

  • Slimme Piet

    Pietje zit al weken verveeld voor zich uit te staren in de klas. 
    De juf krijgt het op haar zenuwen en vraagt: 
    ‘Pietje, wat is jouw probleem ?’ 
    Pietje antwoordt: ‘Ik ben veel te slim voor de 1e klas. 
    Mijn zusje zit in de derde klas maar ik weet veel meer dan zij en dus moet ik óók eigenlijk naar de 3e klas’. 
    De juffrouw vindt dat een moeilijke kwestie en spreekt erover met de  directeur. 
    Terwijl Pietje buiten het kantoor van de directeur moet  wachten legt de juffrouw het probleem aan hem uit. 
    ‘Laat hem binnenkomen, dan zal ik hem even persoonlijk testen’ zegt de directeur ..
    ‘Als hij ook maar èèn vraag niet kan beantwoorden dan blijft hij gewoon in de 1e klas’. 

    De juffrouw gaat hiermee akkoord en 
    Pietje mag binnenkomen. 
    De directeur: ‘Hoeveel is 3 x 3’? 
    Pietje: ‘9’ 
    Directeur: ‘Hoeveel is 6 x 6 ?’ 
    Pietje; ’36’ 
    En zo beantwoordt Pietje alle vragen die eigenlijk een derdeklasser pas behoort te weten. De directeur kijkt de juffrouw aan en zegt 
    ‘Ik denk dat Pietje best wel naar de 3 klas kan gaan’ 

    Maar de juffrouw twijfelt nog steeds en vraagt of ze óók nog een paar vragen mag stellen. De directeur gaat hiermee akkoord en de juffrouw stelt haar eerste vraag; 
    ‘Waarvan heeft een koe er vier, terwijl ik er maar twee heb?’ 
    Pietje: ‘benen’ 
    De Juffrouw; ‘Wat heb jij in je broek en ik niet?’ 
    Pietje: ‘Zakken’ 
    De Juffrouw: ‘Wat begint met een K en eindigt met een T, is behaard, ovaal en smakelijk?’ 
    Pietje: ‘een kokosnoot’ 
    Intussen zakte de mond van de directeur ver open van verbazing. 

    De juffrouw vervolgde met: ‘wat gaat er hard en stijf naar binnen en komt er zacht en slap uit?’ 
    Pietje: ‘kauwgum’ 
    De Juffrouw: ‘Wat doet een man rechtopstaand, een vrouw zittend en een hond op drie poten?’ 
    Pietje; ‘Een hand geven’ 
    De Juffrouw: ‘noem een Engels woord dat begint met een F en eindigt met een K’ 
    Pietje; ‘Firetruck’ 

    De directeur zucht heel diep en zegt: 

    ‘Laat hem maar naar de vijfde klas gaan, want die laatste zes vragen had ik al allemaal fout’. 

  • Bejaarden

    Er zitten twee mannen in een bejaardenhuis.
    Zegt de één tegen de ander:
    Ik voel me weer zo jong;
    ik heb wel 50 rondjes om het huis gelopen.”
    Zegt de ander:
    “Ik voel me ook weer zo jong;
    ik heb weer in m’n broek geplast!

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *