Pastoor bedankt!

Een man ligt in het ziekenhuis en vraagt naar de pastoor.
Als de pastoor komt gaat hij naast het bed staan van de patiënt. Al snel gaat het ineens slechter met de man. Wanhopig probeert de man iets te zeggen maar niemand kan hem verstaan.
Pastoor: “Laat iemand pen en papier halen! Snel!”
ALs de man eenmaal papier heeft schrijft hij met zijn laatste adem iets op en geeft het aan de pastoor. Terwijl de pastoor het briefje leest blaast de man zijn laatste adem uit. De pastoor trekt wat witjes weg, legt het papier op het bed en loopt geschrokken de kamer uit.
Nieuwsgierig pakt een zuster het papier en leest: Meneer de pastoor, kunt u even op zij gaan. U staat met uw voet op mijn beademingsslang…

Similar Posts

  • Bijbel

    De baas van een uitgeverij zoekt iemand die 500 bijbels wilt verkopen. Omdat een stotterende man de enige is die zich aangemeld heeft, krijgt hij het baantje. Tot grote verbazing van de baas verkoopt hij de volgende dag in een keer alle bijbels! Dus hij vraagt aan de stotteraar:”Hoe heb je nou zoveel biijbels in een dag kunnen verkopen?” Zegt de stotteraar:”Nnou, iikkk zzzzzzei ttegen ddde mmmensen: wwwwilt uu ddirect eeen bbijbel kkkopen of zzzal ikk hhhemm eeerst vvvvoorlezen?

  • Wandelaars

    Een parkwachter gaf instructies aan een groep wandelaars. Hij waarschuwde: “Het is niet uitgesloten dat u een grizzlybeer tegen komt. Maar grizzly’s gaan mensen meestal uit de weg, en daarom is het goed als u een aantal belletjes aan uw rugzak bevestigt. Dan horen ze u aankomen en krijgen ze de kans om te vluchten. In de kampwinkel kunt u belletjes kopen voor twee Euro per stuk. Als u uitwerpselen van een grizzlybeer op uw pad vindt, kunt u maar beter maken dat u wegkomt!” “Maar hoe weten we of het de poep van een grizzly is?” vroeg een van de wandelaars. “Oh, geen probleem. Dat ziet u meteen. Uitwerpselen van de grizzly’s zitten namelijk vol met belletjes”.

  • Duitse les

    DER, DIE, DAS. Jantje zit met zijn klasgenootjes in de Duitse les. De juffrouw heeft een oefening bedacht en legt deze uit: ‘Wie kan een zin bedenken waar de drie Duitse lidwoorden DER, DIE en DAS in voorkomen?’ Jantje denkt even na en steekt zijn vinger op. De juffrouw ziet dit en vraagt aan Jantje zijn zin op te zeggen. Jantje zegt: ‘Nou juf…, MEINE SCHWESTER HAT EIN KINDCHEN BEKOMMEN .’ De juf antwoordt: ‘Maar Jantje, daar zitten toch niet de drie lidwoorden in? ‘ Waarop Jantje zegt: ‘Maar ik was nog niet klaar.’ 

    En hij gaat verder: ‘… ABER DER DIE DAS GEMACHT HAT, IST VERSCHWUNDEN.’

  • Een Spiegel

    Een boer werkt op zijn land en opeens ziet hij op de grond wat glinsteren. Hij stapt van zijn tractor, loopt naar het glinsterende object af en pakt het op. Het is een stuk spiegel. De boer had nog nooit eerder zoiets gezien en kijkt in het stuk spiegel. De boer zegt: “Hè, hij lijkt sprekend op mijn vader.” Tijdens het eten kijkt de boer nog een keer naar de spiegel. “Sprekend mijn vader”, zegt hij. Zijn vrouw vraagt: “Wat is dat, schat?” “O, niks hoor”, zegt de boer. Voor het slapen kijkt hij nog een keer in de spiegel. En weer sprekend zijn vader. Hij trekt zijn broek uit en stopt zijn spiegel in zijn zak. Zijn vrouw vertrouwd het niet en midden in de nacht wanneer haar man slaapt, kijkt ze in de zak van de boer. Ze haalt het stuk spiegel er uit en kijkt er goed in. Zegt de Vrouw: “Ik wist het wel, hij heeft een ander. En nog een lelijke ook!…”

  • De Moraal

    Kinderen van een lagere school krijgen les over moraal. Ze krijgen als opdracht thuis aan hun ouders te vragen een verhaal te vertellen waaraan een moraal hangt. Wanneer ze terug in de klas komen, mogen ze dat verhaal vertellen.
    Mieke vertelt:
    “Mijn ouders zijn kippenboeren, ze hebben een legbatterij. Op een dag hadden ze in de auto een mand eieren staan. Ze reden over een grote bobbel in de weg, waardoor de eieren braken”.
    De moraal luidt: “Wees zeer voorzichtig met fragiele voorwerpen”.
    Elsje vertelt:
    “Mijn ouders hebben ook een kippenboerderij, maar zij kweken kuikentjes. Op een dag hadden ze wel twintig eitjes. Ze verwachtten dus ook twintig kuikentjes. Ze verzorgden de eitjes heel goed, maar er zijn er maar vijftien van uitgekomen”.
    De moraal luidt: “Tel je kuikentjes pas als ze uitkomen”.
    Dan vraagt de juf aan Ellen:”En hebben jouw ouders ook een verhaal verteld?”
    “Ja”, antwoordt Ellen, mijn papa heeft ons verteld over zijn zus, tante Annie.
    Onze tante Annie woont in Amerika en is daar bij het leger. Ze is piloot bij de luchtmacht en heeft meegevochten in Irak. Op een dag werd haar vliegtuig geraakt en moest ze springen. Het enige dat ze bij zich had was een fles whisky, een machinegeweer en een zakmes. Terwijl ze aan haar parachute bengelde, dronk ze de fles whisky leeg, dan was ze die alvast kwijt.
    Toen ze beneden kwam, werd ze omsingeld door wel zeventig Irakezen. Ze pakte haar machinegeweer en schoot er vijftig van neer, toen waren haar kogels op.
    Met haar zakmes kon ze er nog vijftien doden, toen brak het mes af.
    De vijf laatste heeft ze met haar blote handen gedood.
    De juf kijkt Ellen ontdaan aan en vraagt na enige stilte: “En heeft je papa je ook een moraal bij dat verhaal verteld?”
    Ellen antwoordt: “Jazeker, je kunt beter uit de buurt van tante Annie blijven als ze gezopen heeft.

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *