Uitknijper

Op de kermis staat een krachtpatser die een citroen helemaal uitknijpt. Er wordt een beloning uitgeloofd voor degene die er nog een druppel uitkrijgt. Allerlei sterke mannen knijpen in de citroen zo hard als zij kunnen, maar er komt geen druppel meer uit. Dan komt er een miezerig mannetje naar voren.

Hij knijpt een hele straal sap uit de citroen. Verbaasd vraagt de krachtpatser of het mannetje aan krachttraining doet. “Nee hoor”, zegt het mannetje, “ik ben belastingambtenaar.”

Similar Posts

  • Dromen

    Dirk komt bij de dokter en zegt, ”Dokter ik droom over hele rare dingen”. “Waarover droom je dan?” vraagt de Dokter. “Nou,” zegt Dirk “Ik droom over een paar schapen die aan het voetballen zijn.” “Geeft niet,” zegt de Dokter. “Ik geef je gewoon een paar pillen die u vanaf vandaag moet innemen.” “Kan dat niet vanaf morgen?” vraagt Dirk. “Ze staan vanavond in de Finale!

  • Het is ook nooit goed

    Kom je te laat op je werk, dan geef je een slecht voorbeeld. Kom je te vroeg, dan ben je een rondneuzer, of blij thuis weg te zijn.
    Blijf je overwerken, dan ben je een uitslover. Ga je op tijd weg, dan heb je geen hart voor de zaak.
    Pleeg je overleg, dan durf je zelf niet te beslissen. Doe je het niet, dan ben je eigenwijs.
    Neem je iemand apart, dan schep je onderonsjes. Doe je het niet, dan ben je onpersoonlijk.
    Ben je aardig, dan wil je de getapte man uithangen. Houd je afstand, dan heb je verbeelding.
    Kom je met nieuwe ideeën, dan ben je een nieuwlichter. Maar als je ze niet hebt, dan gaat er niets van je uit.
    Laat je anderen iets voor je doen, ben je een afschuiver. Pak je het zelf aan, dan ben je eigengereid.
    Hou je je stipt aan de voorschriften, dan ben je lastig. Als je het niet doet, ben je een slappeling.
    Heb je succes, dan heb je geluk gehad. Loopt het mis, dan weet iedereen het je te vertellen.
    Als je er niet meer bent, Dan was je een geweldige kerel!

  • Gesnurk

    Een handelsvertegenwoordiger, doodmoe, komt aan in een kleine gemeente waar er maar één hotelletje is. Tot overmaat van ramp, alle kamers zijn bezet. Hij smeekt de baas: “Leg me te slapen, eender waar, maar ik moet absoluut kunnen uitrusten.” “Wel”, zegt de hotelier, “ik heb hier een twee persoonskamer waar er maar één bed beslapen is. Als je met die man op een akkoord komt om de kamer en de prijs ervan te delen is dat voor mij goed. Maar, ik verwittig je, hij snurkt geweldig. Het is zelfs zo erg dat alle gasten ‘s morgens hun beklag erover maken.” “Maakt niks uit”, antwoordt de vertegenwoordiger, “ik ben veel te moe.” …De twee mannen komen tot een akkoord en nemen het avondmaal aan dezelfde tafel. ‘s Morgens komt de handelsvertegenwoordiger als eerste de trap af om naar het ontbijtzaal te gaan. Vrolijk fluitend en welgemutst de hotelbaas groetend. “Nou”, zegt deze, “zo welgezind? Heb je goed geslapen? Heeft hij niet gesnurkt?” “Zeker niet”, zegt de vertegenwoordiger, “geen enkel moment.” “Hoe is dat in Godsnaam mogelijk”, zegt de hotelbaas.

    “Heel eenvoudig”, zegt de vertegenwoordiger.

    “Ik kwam een beetje later dan hem de kamer binnen. Hij lag al op zijn bed. Ik heb hem een kus gegeven op zijn achterwerk en gezegd: Goedenacht, schoonheid. En die kerel heeft de hele nacht recht gezeten in zijn bed om me in de gaten te houden.”

  • Allemaal bezig

    • Belt een verzekeringsman op naar zijn cliënt. Neemt een klein meisje de telefoon op, waarop de man vraagt of hij haar vader mag spreken. Antwoordt het meisje fluisterend: “Dat gaat niet, die is bezig.” Dus de verzekeringsman vraagt haar naar haar moeder. Antwoord het meisje weer fluisterend: “Die is ook bezig.” “Nou, misschien is dan je oudere broer of zus thuis?” Zegt het meisje weer fluisterend door de telefoon: “Die zijn ook allebei bezig.” Nou die verzekeringsman denkt ook bij zichzelf; wat voor een huishouden heb ik nu weer aan de lijn. Dus hij vraagt het meisje maar wat ze eigenlijk aan het doen zijn. Waarop het meisje weer fluisterend antwoord: “Ze zijn mij aan het zoeken.”
  • Bouten

    Wanneer is me verveel, dan ga ik wel eens naar een pretpark. Ik neem dan altijd 2 bouten mee, en dan tik ik de persoon die voor me zit op de schouder en zeg dan; “Volgen mij komen deze uit uw karretje”.

  • 2+2+2=7

    Leraar: “als ik je 2 katten geef, nog eens 2 katten en nog eens 2 katten, hoeveel heb je er dan”? Johnny: “zeven, mijnheer”. Leraar: “”nee, luister goed… als ik je 2 katten geef, nog eens 2 katten en nog eens 2 katten, hoeveel heb je er dan”? Johnny: “zeven, mijnheer. Leraar: “wacht, ik neem iets anders, als ik je 2 appels geef, nog eens 2 appels en nog eens 2 appels, hoeveel heb je er dan”? Johnny: “zes”. Leraar: “Goed, nu, als ik je 2 katten geef, nog eens 2 katten en nog eens 2 katten, hoeveel heb je er dan”? Johnny: “zeven Mijnheer”! een kwade leraar: “waar haal je verdorie die zeven vandaan”???

    Een kwade Johnny antwoord: “omdat ik al een kat heb”!!!

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *