Huissleutel

Een alleenwonende man verloor zijn huissleutel. Hij belde zijn ouders die in een klein dorpje in het hoge noorden woonden; zij zouden de reservesleutel opsturen.
De man trok zo lang bij een vriend in. De volgende dag liep hij de postbode tegemoet, maar deze had niets bij zich.
De man mopperde: Ach ja, de post in dat boerengat werkt natuurlijk niet zo vlug, en ging weer voor een nacht naar zijn vriend. De volgende morgen reed hij weer naar zijn huis om de post op te vangen, maar was net iets te laat.
De postbode kwam net de tuin uit en zei: Ik heb de brief in de bus gegooid hoor!’

Similar Posts

  • Ik ben een lamp

    Een gek is ontslagen uit het gekkenhuis en gaat bij zijn broer op bezoek. De broer is ook niet helemaal honderd procent. De gek is nog geen kwartier bij zijn broer of hij staat al op de tafel te roepen “Ik ben een lamp, ik ben een lamp!”. Zijn broer belt naar het gekkenhuis en klaagt “Mooie boel is dat, mijn broer is nog geen kwartier binnen en hij staat al op de tafel te roepen dat hij een lamp is”. – “Stuur hem maar weer terug” zegt de telefoniste van het gekkenhuis. De broer reageert “Ja daag, dan heb ik geen licht meer!”

  • Metaaldetector

    Een jonge dame liep met haar metaaldetector van de parking over het veld naar de camping. Een boswachter hield haar staande en zei:
    “ik geef je een bekeuring, zoeken met een metaaldetector is hier verboden.”
    “Maar ik zoek helemaal niet”, repliceerde ze.
    “Ja maar je hebt er wel de uitrusting voor”, was zijn antwoord.
    “Dan dien ik een klacht in voor verkrachting”, zei ze.
    “Maar ik heb je toch helemaal niet verkracht.”
    “Nee maar je hebt er wel de uitrusting voor.”

  • Achternaam

    Een mevrouw komt met haar 14 kinderen bij de pastoor. De kleinste van 2 jaar oud komt bij de pastoor: de pastoor: “en jongen hoe heet jij?” Jongetje: “Jantje ” De volgende komt binnen. Pastoor: “en jongen hoe heet jij? ” Jongetje: “Jantje ” Pastoor: “Ah heet jij ook jantje? ” De oudste komt binnen(14 jaar). Pastoor: “En hoe heet jij jongen?” Jongen: “Jantje” Pastoor tegen moeder: Pastoor: “Heten al jouw zoontjes misschien Jantje.” Moeder: “Ja, dat is heel gemakkelijk: als ik roep:’Jantje opstaan’ staan ze allemaal op, als ik roep’ Jantje eten’ komen ze allemaal eten, als ik roep:’ Jantje slapen’ dan gaan ze allemaal slapen.” Pastoor: “En als je maar 1 iemand nodig hebt, hoe doe je dat?” Moeder: “Dan roep ik hun achternaam.”

  • Hoe oud ben ik?

    Meester is jarig. Hij vraagt aan de kinderen: “Raad eens hoe oud ik geworden ben.”
    Zegt Jantje: “58.”
    “Mis.”
    Zegt Marietje: “49.”
    “Ook mis.”
    Richie: “Meester, u bent 42 geworden.”
    “Goed zo, m’n jongen. Hoe heb je dat zo goed geraden?”
    “Nou meester, dat zit zo: mijn broer is 21 en da’s een halve idioot.”

  • Hoogste eer

    Een paard en een ezel waren aan het twisten over wie van hun beide het hoogst aangeschreven staat.

    Dat is zeker het paard want ik mag trots zijn op mijn rijke verleden zei het paard.

    Waarop de ezel zegt : Helemaal niet, het is de ezel die het hoogst staat aangeschreven. Ik kan tenminste trots zijn op mijn toekomst! De techniek heeft het paard overbodig gemaakt, maar ezels zullen er altijd zijn…!

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *