Huissleutel

Een alleenwonende man verloor zijn huissleutel. Hij belde zijn ouders die in een klein dorpje in het hoge noorden woonden; zij zouden de reservesleutel opsturen.
De man trok zo lang bij een vriend in. De volgende dag liep hij de postbode tegemoet, maar deze had niets bij zich.
De man mopperde: Ach ja, de post in dat boerengat werkt natuurlijk niet zo vlug, en ging weer voor een nacht naar zijn vriend. De volgende morgen reed hij weer naar zijn huis om de post op te vangen, maar was net iets te laat.
De postbode kwam net de tuin uit en zei: Ik heb de brief in de bus gegooid hoor!’

Similar Posts

  • Alcohol controle

    Een man komt uit een café, stapt zijn auto in en rijdt richting huis.
    Na 200 meter wordt de man aangehouden door een politieagent.
    Agent: “Goedenavond meneer, wij doen een alcoholcontrole. Wilt u even op het pijpje blazen?”
    Man: “Dat gaat niet want ik heb astma. Als ik op zo’n pijpje blaas heb ik voorlopig geen lucht meer.”
    Agent: “Gaat u dan even mee naar het bureau, dan kunnen wij een bloedproef doen.”
    Man: “Dat kan ook niet want ik heb bloedarmoede. Als u me een keer prikt, loop ik leeg.”
    Agent: “Dan vrees ik dat u even uit moet stappen en over die witte lijn moet lopen.”
    Man: “Dat kan ook niet.”
    Agent: “Waarom niet?”
    Man: “Ik ben stom lazarus.”

  • Dronken

    Een dronken man loopt de kerk in, neemt plaats in de biechtstoel en zegt verder niets. De pastoor kucht eens om de aandacht van de man te trekken, maar het blijft verder stil. In een laatste poging de man aan het praten te krijgen, bonkt hij op de wand. Daarop antwoordt de man: “‘t Spijt me jongen, maar ik heb ook geen papier”

  • Zatlappen

    Zitten 2 zatlappen aan de bar
    zegt de ene tegen de andere: Je krijgt de groeten van Connie
    zegt de ander: welke Connie? Ik ken geen Connie.
    de ander: Ja die met die groene haren..
    de ander: Nee sorry die ken ik echt niet..
    de ander: Jawel ken je wel
    de ander: Welke dan?
    de ander: ja Connie Feer

  • Supplies

    Een Amerikaan, een Hollander en een Japanner spoelen aan op een onbewoond eiland. De Amerikaan begint meteen de baas te spelen en zegt: ‘I take care of the food.’ Tegen de Hollander zegt hij: ‘You take care of the wood.’ En tegen de Japanner zegt hij: ‘You take care of the supplies.’

    Ze gaan alle drie weg. Tegen de avond komen de Amerikaan en Nederlander elkaar weer tegen op de afgesproken plaats, maar nog geen spoor van de Japanner. Ze besluiten om te wachten. En ze wachten…. en wachten… en wachten….. Maar de Japanner komt niet opdagen. ‘Zo, dan beginnen wij alvast te eten,’ zegt de Hollander tegen de Amerikaan. ‘Okay,’ zegt de Amerikaan. Opeens komt de Japanner uit de boom gesprongen, terwijl hij roept: ‘Supplies!’ .

  • Gelukkig

    Een dokter komt tijdens zijn ochtendwandeling een oudere gerimpelde vrouw tegen,
    ze zit voor haar huis een sigaar te roken, dus hij loopt naar haar toe en vraagt,
    “Ik kan het niet helpen, maar het viel me op hoe gelukkig u er uit ziet! Wat is uw geheim”
    “Ik rook elke dag 10 sigaren,” zei ze. “Voor ik naar bed ga, rook ik een grote lekkere joint.
    Afgezien daarvan, drink ik een hele fles Jack Daniels iedere week, en ik eet alleen maar junk food.
    In de weekends, gebruik ik veel pillen, heb ik veel onveilige wisselende seksuele contacten, en ik doe nooit aan welke vorm van sport dan ook.”
    “Dat is pas onvoorstelbaar! Hoe oud bent u?”
    “Vierendertig”

  • Gesnurk

    Een handelsvertegenwoordiger, doodmoe, komt aan in een kleine gemeente waar er maar één hotelletje is. Tot overmaat van ramp, alle kamers zijn bezet. Hij smeekt de baas: “Leg me te slapen, eender waar, maar ik moet absoluut kunnen uitrusten.” “Wel”, zegt de hotelier, “ik heb hier een twee persoonskamer waar er maar één bed beslapen is. Als je met die man op een akkoord komt om de kamer en de prijs ervan te delen is dat voor mij goed. Maar, ik verwittig je, hij snurkt geweldig. Het is zelfs zo erg dat alle gasten ‘s morgens hun beklag erover maken.” “Maakt niks uit”, antwoordt de vertegenwoordiger, “ik ben veel te moe.” …De twee mannen komen tot een akkoord en nemen het avondmaal aan dezelfde tafel. ‘s Morgens komt de handelsvertegenwoordiger als eerste de trap af om naar het ontbijtzaal te gaan. Vrolijk fluitend en welgemutst de hotelbaas groetend. “Nou”, zegt deze, “zo welgezind? Heb je goed geslapen? Heeft hij niet gesnurkt?” “Zeker niet”, zegt de vertegenwoordiger, “geen enkel moment.” “Hoe is dat in Godsnaam mogelijk”, zegt de hotelbaas.

    “Heel eenvoudig”, zegt de vertegenwoordiger.

    “Ik kwam een beetje later dan hem de kamer binnen. Hij lag al op zijn bed. Ik heb hem een kus gegeven op zijn achterwerk en gezegd: Goedenacht, schoonheid. En die kerel heeft de hele nacht recht gezeten in zijn bed om me in de gaten te houden.”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *