Benzine

Twee jongens komen bij een service station. “Vlug geef ons elk een liter benzine!” Na tien minuten zijn ze weer te- rug. “Het was niet genoeg we moeten nog tien liter hebben!” De pompbediende vraagt:” Waarvoor hebben jullie toch al die benzine nodig?” “Stel alsjeblieft geen vragen, opschieten! De school staat in brand!”

Similar Posts

  • Wat een pech

    Farid rijdt met zijn VW-busje en gezinnetje (Fatima en negen schattige kinderen) voor het eerst naar de noordzeekust. In Scheveningen aangekomen bemerkt hij een plaatje met de tekst: ‘Duinenweg’. 

    ‘Gloeiende, gloeiende!’ klaagt Farid ‘Duinen zijn weg!’

    Even later merkt hij een plaatje met ‘Strandweg’ en daarna met ‘Zeeweg’.

    ‘Alles weg!’ klaagt hij nogmaals. ‘Wij dan maar beter teruggaan naar huis.’

    Het begint al te schemeren als een politiepatrouille Farid staande houdt.

    ‘Uw rechter voorlicht brandt niet,’ meldt de agent. ‘Lamp en licht ook weg!’ klaagt de radeloze man. ‘Geen nood,’ zegt de agent. ‘Drie kilometer verderop bevindt zich een benzinestation. Daar kunt u een nieuwe lamp kopen.’

    Farid is opgelucht dat hij geen boete heeft gekregen en rijdt verder. Even later arriveert hij bij het benzinestation en bemerkt een bordje met de tekst:

    ‘Halogeenlampen’…

  • Zwemdiploma

    Bij een kanoverhuurbedrijf huurt een man een kano en gaat ermee weg. Op de rivier slaat hij met kano en al om, maar hij komt niet meer boven. Omstanders besluiten de man toch maar te hulp te schieten omdat het zolang duurt. De politie is ook al gewaarschuwd en de man wordt uiteindelijk uit het water gehaald. De politie bekijkt de papieren van de man en ziet dat de man Belgisch is en dat er bovendien ook nog 3 zwemdiploma’s in z’n portemonnee zitten. Als de man bijkomt, vragen ze of hij zichzelf niet had kunnen redden. ‘Ik wist niet dat die diploma’s hier ook geldig waren!’

  • NIET BANG

    Gait heeft het over een dief die bij hem thuis ingebroken had.

    • Ja  mijn vrouw lag al in bed, toen ze de voordeur hoorde opengaan.

    Ze haalde haar deegrol tevoorschijn en begon hem links en rechts zodanig te slaan dat hij onmiddellijk weer de straat op vluchtte.

    • Nou, dat is moedig. Jouw vrouw is voor geen kleintje vervaard, zeg!

    Wat deed jij ondertussen?

    • Ik? Niks, ik was nog niet thuis.

    Ze dacht dat ik het was.

  • Boze Buurman

    M’n buurman kwam vorige week aan de deur met de vraag of onze huizen qua inhoud identiek waren. Ik zei dat dat inderdaad het geval was. Daarna vroeg hij me hoeveel rollen behang ik had gehaald voor de woonkamer die ik de week ervoor had behangen. Ik antwoorde: 17 rollen. Hij keek met grote ogen: ZEVENTIEN?….ik herhaalde mijn antwoord, inderdaad zeventien….

    Vandaag stond ie weer aan de deur, witheet van woede. Ik vroeg m rustig wat er aan de hand was. Hij antwoorde: “Ik heb godverrrregodver 17 rollen behang gekocht en nu heb ik er nondejuu 8 rollen van over die ik niet terug kan brengen!!!”….Ik lachte ‘n keer en antwoordde: ‘Da’s toevallig, dat had ik ook!”.

  • Kleine Bennie

    Kleine Bennie zit in de slaapkamerkast van zijn ouders met zijn pluchen beer te spelen. Zijn moeder komt met een vreemde man de slaapkamer binnen, ook om te spelen. Onverwachts komt Bennie’s vader thuis, de vreemde man wordt halsoverkop in de kast verstopt.
    Bennie fluistert: “Ik heb een pluchen beer en als je hem niet voor tien gulden van me koopt, ga ik huilen.” De man betaalt en een paar minuten later zegt Bennie: “Geef mijn beer terug, of ik ga huilen.”
    De beer verwisselt opnieuw van eigenaar. Even later begint Bennie van voren af aan: “Ik heb een pluche beer en als je hem niet voor tien gulden van me koopt, ga ik huilen.”
    Het spel herhaalt zich. Geruime tijd later is de kust vrij, de vreemde man verlaat de kast, 120 gulden armer en zonder beer. De volgende dag vertelt Bennie zijn moeder wat zich in de kast afgespeeld heeft. Zijn moeder stuurt Bennie onmiddellijk ter biecht. In de biechtstoel steekt Bennie van wal: “Ik heb een pluchen beer… “
    Van achter het gordijn: “Grote God! Begin je nu alweer!!!”

  • Ik ben een jongetje

    Twee baby’s (een meisje en een jongetje) liggen in hun bedje. Zegt het jongetje: “Ik ben een jongetje!” Daarop reageert het meisje: “Hoe weet je dat?” “Nou, als onze moeders weg zijn, zal ik het je laten zien.” Als even later de moeders de slaapkamer hebben verlaten vraagt het meisje: “Laat je me nou zien, dat je een jongetje bent?” “Natuurlijk!” Het jongetje doet de dekentjes opzij…….. “Kijk maar, blauwe sokjes!”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *