Benzine

Twee jongens komen bij een service station. “Vlug geef ons elk een liter benzine!” Na tien minuten zijn ze weer te- rug. “Het was niet genoeg we moeten nog tien liter hebben!” De pompbediende vraagt:” Waarvoor hebben jullie toch al die benzine nodig?” “Stel alsjeblieft geen vragen, opschieten! De school staat in brand!”

Similar Posts

  • Lezen

    Lees de zinnen achter elkaar hardop voor.

    ik zo kat
    ik hou kat
    ik je kat
    ik een kat
    ik sukkel kat
    ik ongeveer kat
    ik veertig kat
    ik seconde kat
    ik van kat
    ik zijn kat
    ik werk kat
    ik af kat

    dit slaat nergens op die zinnetjes.

    Lees nu van de zinnen de middelste woorden achter elkaar op.

  • Jantje

    Jantje zegt tegen zijn moeder: “De burgemeester was vandaag op school.” Vraagt moeder: “En, had hij zijn ketting om?” “Nee hoor, hij liep gewoon los.”

  • Een aap in een café

    In een geheel leeg café stapt een aap naar binnen en gaat aan de bar zitten en besteld een biertje. De barkeeper denkt, “ik kan wel wat verdienen aan die aap”, het café liep toch al slecht. Hij brengt het biertje en zegt: “Da’s dan 25 gulden.” De aap trekt ergens uit z’n vacht een briefje van 25. Vervolgens besteld de aap nog een pilsje en de barkeeper zegt: “Da’s weer 25 gulden.” Zo gaat dat een tijdje door tot de aap 5 biertjes heeft gedronken. De barkeeper wil nu toch wel eens een praatje met de aap maken. Hij stapt op hem toe en zegt: “Dat gebeurt niet vaak, dat een aap in dit café komt”. “Nee” zegt de aap, “vind je het gek als je 25 gulden voor een biertje moet betalen.”

  • Auto rijden in de hemel

    Een man is dood gegaan en gaat naar de hemel. Bij de hemel gekomen gaat hij naar een garage. Hij koopt een hele mooie sportwagen van een bekend Duits merk. De verkoper zegt tegen hem dat de zelfde snelheden gelden als op aarde. Hij rijdt lekker door de hemel en op eens wordt hij ingehaald door een auto die wel 300 kilometer per uur gaat. Hij gaat naar de Petrus en zegt dat er een te hard gereden heeft. Petrus vraagt naar het kenteken. Robert zegt: JEZUS. Waarop Petrus antwoord: Laat maar zitten, is het zoontje van de baas!

  • Een Haas

    Een Nederlander en een Duitser zijn aan het jagen in een groot bos. Ze zien allebei een haas en schieten direct. Als ze bij de haas zijn zegt die Duitser: “Das ist mein haas, habe ich geschossen.” “Nou nee, ik dacht het van niet” zegt de Nederlander, “Jij hebt ‘m in zijn poot geraakt, en dat schot door zijn kop is van mij”. “Nein!” zegt die Duitser.“Echt wel!” zegt de Nederlander weer.

    Ze komen er niet uit op deze manier. Dan zegt de Nederlander: “Ik stel voor dat we dit als mannen onder elkaar oplossen.” “Ok,” zegt de Duitser, “einverstanden. Wie dan?”

     “Nou, kijk dan doen we zo, we gaan allebei een keer met de benen gespreid staan, en geven om de beurt de ander een enorme schop tussen de benen, wie het hardst schopt heeft gewonnen en die krijgt de haas. “Ok” “Ok, machen wir,”

    “Ik begin”, zegt de Hollander. Dus de Duitser gaat wijdbeens staan en krijgt me toch een schop … Huilend en rollend gaat ‘ie door het gras, na een kwartier staat ‘ie weer op, nog een beetje krom maar het ging wel weer.

    “So.” zegt ie “und jetzt ist mein beurt.” “Nou”, zegt de Hollander, “neem jij die haas maar…”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *