Goudvis

Kleine Nancy is in de tuin een gat aan het vullen, als de buurvrouw over de 
heg kijkt.
Ze is zeer nieuwsgierig wat Nancy aan het doen is, en ze vraagt: “Wat ben je 
aan het doen, Nancy”?

“Mijn goudvis is dood gegaan”,vertelt Nancy in tranen, zonder te kijken. “En 
ik heb hem net begraven”.

De buurvrouw is verwondert.
“Dat is een enorm groot gat voor jou goudvis, vindt je niet”? Nancy klopt het 
laatste beetje grond stevig aan, en antwoord: “Dat komt omdat hij nog in de 
maag van jou rot-kat zit”.

Similar Posts

  • Muizenplaag

    Een pastoor had erg veel last van muizen in de kerk.

    Die beesten renden zelfs tijdens de mis door de kerk.

    De pastoor strooide gif, zette klemmen, liet een paar katten los in de kerk, maar het hielp niets.

    Altijd liepen er wel weer muizen.

    Op een zondag, voordat hij met de preek zou beginnen, vroeg hij hulp van de beminde gelovigen, wie van hen een oplossing had tegen de muizenplaag.

    Een wat oudere vrouw staat op en zegt: “Pastoor u moet die muizen dopen”.

    “Dopen? mijn dochter.

    Hoe zo helpt dat dan?” vroeg de pastoor.

    “Jawel, meneer pastoor. Ik heb 11 kinderen, allemaal gedoopt en er komt er geen een meer in de kerk”.

  • Een vrije dag

    Twee medewerkers van een bedrijf zitten te zuchten en kreunen op het werk. Ze zouden zo graag een dagje verlof nemen, maar de baas heeft alle verlof opgeschort omdat er teveel werk is. Plots springt een van de twee op. “Ik weet een manier om enkele dagen verlof te krijgen!” roept hij. “Hoe dan?” vraagt de ander. De man kijkt snel rond – niets te zien van de baas. Hij klimt op zijn buro, neemt enkele tegels van het valse plafond uit, klimt in het plafond. Dan slaat hij zijn benen over een metalen pijp, laat zich zakken en hangt zo met zijn kop naar beneden. Binnen enkele seconden staat de baas er. “Wat is dat hier allemaal?”. “Ik ben een lamp,” zegt de man. “Ik denk dat jij een beetje overspannen bent. Maakt dat je wegkomt, en dat is een bevel! Ik wil je hier minstens twee dagen niet zien!” “Ja meneer de baas,” antwoordt de man heel gedienstig. Hij springt naar beneden en verdwijnt door de deur. De tweede man staat op en loopt ook snel naar de deur. “Hela, waar ga jij naartoe?” vraagt de baas. “Naar huis. Ik kan niet werken in het donker…”

  • Politicus

    Mark Rutte komt bij een verkeersongeluk om het leven. Zijn ziel komt bij de Hemelpoort en wordt ontvangen door Petrus. “Welkom bij de hemel”, zegt Petrus. “Er is een klein probleem. Ik kan je niet zomaar binnenlaten. We zien zelden een zo hoog geplaatst persoon aan de Hemelpoort, zie je, dus weten we niet meteen wat we met jou moeten doen.” “Geen probleem, laat me gewoon binnen”, zegt de politicus. “Nou, dat zou ik wel willen, maar ik heb orders van hogerhand. Dit zullen we doen: je brengt 1 dag door in de hel en 1 dag in de hemel. Daarna kun je kiezen waar je de eeuwigheid wilt doorbrengen.” “Echt, ik weet het al. Ik wil naar de hemel”, zegt de politicus. “Het spijt me, maar we hebben hier zo onze regels”, zegt Petrus. Zo wordt de politicus door Petrus geëscorteerd naar de lift en ze gaan naar beneden, naar beneden en nog verder naar beneden naar de hel. De deuren gaan open en plotseling staat hij midden op een mooie groene golfbaan. Op een afstandje staat het clubhuis met daarvoor al zijn oude vrienden en andere politici met wie hij heeft gewerkt. Ze zijn allemaal heel blij en gekleed in avondtenue. Ze rennen naar hem toe, schudden zijn hand en halen de goede tijden op die ze hadden toen ze steeds rijker werden op kosten van de burgers. Ze spelen een prettig partijtje golf en bij het diner hebben ze kreeft, kaviaar en champagne. De duivel zelf is ook aanwezig, die waarachtig een vriendelijke kerel is en zich vermaakte met dansen en grappen vertellen. Ze hebben het geweldig samen en voordat hij het in de gaten heeft, is het tijd om te vertrekken. Iedereen neemt hartelijk afscheid van hem en wuift terwijl de lift naar boven gaat. De lift gaat omhoog, omhoog, omhoog en als hij stopt, staat Petrus hem al op te wachten. “Nu is het tijd om de hemel te bezoeken.”

    In de hemel is het heel gezellig. Hij spendeert  zijn tijd met het vergezellen van blije zielen die van wolk naar wolk dansen, de harp bespelen en zingen. Ze hebben het dus goed naar de zin, maar voordat hij er erg in heeft, zijn er 24 uur voorbij en komt Petrus naar hem toe. “Welnu, je hebt een dag in de hel doorgebracht en een dag in de hemel. Maak nu je keuze voor de eeuwigheid.” De politicus wacht even. Dan antwoordt hij: “Wel, Wel, ik zou het van tevoren nooit gezegd hebben, ik bedoel, de hemel was geweldig, maar ik denk toch dat ik beter af ben in de hel.” Aldus escorteert Petrus hem naar de lift en hij suist naar beneden, naar beneden en naar beneden. De deuren van de lift gaan open en hij staat in een dor landschap bedekt met vuil en afval. Hij ziet al zijn vrienden, gekleed in lompen, het afval oprapen en in zwarte zakken stoppen, terwijl er steeds meer afval naar beneden valt. De duivel komt naar hem toe en slaat zijn armen om hem heen. “”Ik begrijp er niets van”, stamelt Rutte. “Gisteren was ik hier ook en toen waren er een golfbaan en een clubhuis. We aten kreeft en kaviaar en we dronken champagne. We hadden het hier geweldig. Nu is er alleen maar een dor landschap vol afval en mijn vrienden zien er vreselijk uit. Wat is er gebeurd?” De duivel kijkt hem aan, lacht en zegt: “Gisteren waren we op campagne . . . vandaag heb je gekozen.” Boontje komt om zijn loontje

  • Blond!!

    Er is een ploeg van het elektriciteitsbedrijf bezig hoogspanningskabels te spannen in het weiland, als er een blondje langs komt. Zij kijkt omhoog en begint keihard te lachen.

    Nog geen 5 minuten later gebeurt hetzelfde, één van de medewerkers begint zich eraan te ergeren en denkt bij zich zelf als dit nog eens gebeurt ga ik verhaal halen. En ja hoor nog geen kwartier later komt er weer een blondje voorbij en die komt niet meer bij van het lachen. Hij klimt naar beneden en vraagt:
    “Je bent al de derde die niet meer bij komt van het lachen, waar lachen jullie om?”

    Zegt het blondje: “Ach man, de koeien kunnen toch zo onder dat hek doorlopen.”

  • Das om!

    Een toerist doolt rond in de woestijn. Hij vergaat van de dorst en kan amper nog lopen. Plots verschijnt er een man op een kameel. Er hangen zo’n 30 dassen over zijn rechterarm.
    – Water roept de toerist.
    – Ik heb geen water, antwoordt de man op de kameel, maar ik kan u wel een prachtige das verkopen voor 15 euro.
    – Ik wil geen das, ik wil water, zegt de man.
    – Voor 25 euro krijgt u twee dassen.
    – Ik wil geen dassen! Zeg me gewoon waar ik water kan krijgen.
    – Oké. Ga de richting uit van waaruit ik kom. Even verder zult u een kleine palmboom en een gebouw zien staan. Daar kunt u water vinden. De man op de kameel galoppeert verder en de toerist volgt de aangewezen weg. Plots staat hij voor een restaurant.
    – Water, zegt hij tegen de man aan de ingang.
    – Ja, veel water hier, antwoordt hij.
    – Goddank, geef me snel een hele fles!
    – Het spijt me, meneer, wij bedienen alleen mensen die een das dragen.

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *