The Klengola Stars

Afgelopen dinsdag 7 oktober 2014 is Leo Engelbertink, zanger van “The Klengola Stars” op 77 jarige leeftijd overleden. Van diverse kanten is dit aan ons gemeld en één daarvan haalde een citaat van Leo, van onderstaand interview, naar voren en melde: “Als je dat leest, dan waan je je toch direct terug in vroegere tijden”.

Als eerbetoon aan Leo plaatsen we daarom nogmaals  dit interview. Als Leo dit kan lezen en hij hoort het bijgevoegde liedje dan weten we zeker dat hij uit volle borst mee zal zingen…..

=============================================================================

Onderstaand verhaal stond in het clubblad van FC Berghuizen. Met toestemming van Leo plaatsen we dit verhaal op onze site.

The Klengola Stars zijn in 1957 opgericht, ik was toen 20 jaar. Er zat letterlijk muziek in de familie. Vader was accordeonist en van hem moeten we de muzikale genen hebben. Mijn broers Bertus en Jannie speelden ook in de band. Wat een Klengola is? De naam werd gevormd door de eerste twee voorletters van de leden. Aanvankelijk had je de Klengolas, de eerste editie zeg maar. We speelden in de buurt. De Kul in Denekamp, de Bond aan de Molenstraat, café de Vluchte vooraan in Enschede, zaal Bruins en natuurlijk bij Kothman hier om‟n hook. Daw oet Berghoezen kwamen maakte wa indruk. Het repertoire? Alles wat populair was. Of het nu Duits, Engels of Nederlands was, het maakte niks oet. Heino, Elvis en zo meer. We hebben jaren gehad dat we 3 keer per week een bruiloft deden en altijd zo‟n 20 jaar lang elke zondagavond speelden. Er zijn periodes bij geweest van zo‟n 240 optredens per jaar. Nee, van een eigen plaat maken is het nooit gekomen. Wel zijn er plannen geweest, maar daar is het bij gebleven. Of wie ok over de grens spöln? Ja zeker. In Nordhorn hadden we 2 keer een contract van een half jaar. Tja en dan Berghuizen. Om de 5 jaar was er wel een jubileum en de jaarfeesten natuurlijk. Geheid volle bak bij Kothman. Ik speelde sax, een zeer swingend instrument. Als ik het ding aan de lip zette now dan moj eens zeen. Alle jongs meteen noar de wichter hen. Want dan wist‟n ze nig hoe snel ze op de dansvloer moss‟n komm‟n, haha! Als ik een ommetje maak dan word ik als oud Klengola Star nog steeds begroet. Leuk hoor!

Met vriendelijke groeten Leo Engelbertink.

Similar Posts

  • The Tremeloes

    The Tremeloes is een Britse groep die vooral succes had in de jaren zestig. Ze waren oorspronkelijk de begeleidingsband van Brian Poole.

    Als Brian Poole & the Tremeloes hadden zij in Engeland vanaf 1961 een reeks hits, waarvan Do you love me in 1963 aldaar de eerste plaats van de hitparade bereikte. Toen het niet meer boterde tussen de leden van de begeleidingsband en hun voorman, gingen ze in 1965 elk hun eigen weg. Brian Poole verdween al snel in de anonimiteit. De Tremeloes (Alan Blakley, Len ‘Chip’ Hawkes, Rick West en Dave Munden) waren echter regelmatig in de internationale hitparades te vinden.

    The Tremeloes begonnen in 1967 aan een half decennium van hits, te beginnen bij het door Cat Stevens geschreven Here comes my baby. Er volgden meer successen, waarvan Silence is Golden (1967) en My little Lady (1968) de grootste waren. De groep kenmerkte zich voornamelijk door pretentieloze uptempo songs, zoals Even the bad times are good (1967), Helule helule (1968) en Once on a Sunday morning (1969).

    Het nummer Yellow River werd hen aangeboden door componist Jeff Christie, maar ze brachten het aanvankelijk niet zelf uit. De band Christie – rond Jeff Christie en de broer van gitarist Alan Blakley – werd speciaal gevormd om het nummer uit te brengen, waarbij de zangpartij van Jeff Christie werd toegevoegd aan de reeds ingespeelde begeleiding van The Tremeloes. Het resulteerde in 1970 in een grote hit. The Tremeloes zongen ook You en What Can I Do? van Raymond O’Sullivan (die later bekend zou worden als Gilbert O’Sullivan). Begin jaren zeventig probeerden The Tremeloes een iets ‘ruiger’ image aan te meten met rockachtige singles als Blue Suede Tie. De laatste hit is ook uit die tijd, maar toch meer ‘poppie’: I Like it That way (1972).

    Net als veel andere bands uit de jaren zestig en zeventig zijn ook The Tremeloes bij tijd en wijle in ‘revivaloptredens’ terug te vinden. Dave Munden is in al die jaren de enige constante factor geweest, hoewel tegenwoordig ook Rick West (die zich weer Rick Westwood noemt) deel uitmaakt van de groep. Chip Hawkes heeft de groep een paar keer verlaten om vervolgens weer terug te keren, maar hij maakt de laatste jaren deel uit van de groep Class of ’64 met oud-leden van Smokie en The Rubettes.

    Band leden:

    • Brian Poole (Barking, 3 november 1941), zanger (tot 1966).
    • Alan Blakley (Alan David Blakley; Bromley, 1 april 1942 – 10 juni 1996), slaggitarist, pianist, zanger.
    • Ricky West (Richard Charles Westwood; Dagenham, 7 mei 1943), sologitarist, zanger.
    • Alan Howard (Dagenham, 17 oktober 1941), bassist, zanger (tot 1966).
    • Chip Hawkes (Leonard Donald Hawkes; Shepherd’s Bush, Londen, 2 november 1945), bassist, zanger (vanaf 1966).
    • Dave Munden (David Charles Munden; Dagenham, 2 december 1943-15 oktober 2020), drummer, zanger.

    Bron: Wikipedia

  • Yellow Stone

    3 weken geleden hebben we nog een foto van Yellowstone geplaatst en dat doen we vandaag weer. De reden daarvan is dat we van Gert Vos onlangs een biografie over zijn leven als muzikant hebben gekregen. Uiteraard zijn we Gert erg dankbaar en hopen dat meer muzikanten dit voorbeeld willen volgen en hun biografie willen doorsturen naar www.helenas.nl.

    De Biografie

    Het is 1988, ik ben net een paar weken uit militaire dienst en besluit dat ik, na jaren orgel les en thuis fröbelen, ga proberen aansluiting te zoeken bij een bandje.

    Het huiskamerorgel wordt ingeruild voor een “portable orgel”, waarbij moet worden opgemerkt dat bij “portable” moet worden verstaan dat je met minimaal 4 man dat ding tilt.

    En behalve het orgel maakt ook een enorme Leslie kast deel uit van het draagbare setje.

    In een lokaal weekkrantje zie ik een advertentie staan, hobbyband zoekt toetsenist.

    Als ik bel (email bestond nog niet) word ik gelijk uitgenodigd voor een auditie, toetsenisten waren kennelijk niet makkelijk te vinden. En zo gebeurde het dat ik met het orgel op de achterbank en de leslie kast in de kofferbak in mijn Opel Kadettje naar de plaatselijke speeltuin toerde. Door het gewicht van mijn nieuwe aanschaf leek het of ik ieder moment met het Opeltje zou opstijgen; de motorkap wees omhoog terwijl de vonken van de over het wegdek schurende trekhaak spatten. Maar ik kwam er mee op plaats van bestemming en na het spelen van een aantal liedjes was ik aangenomen. Ik zat in mijn eerste bandje!

    Het bandje was niet lang geleden opgestart en had nog geen naam. Daar werd hard over nagedacht en uiteindelijk werd gekozen voor de naam “Uptime”, een niets betekenend woord, maar zo wisten we bijna zeker dat er geen andere band was met dezelfde naam.

    We oefenden oeverloos, al hadden we nog niet alle benodigde apparatuur. Zo speelde de bassist bij gebrek aan basversterker over mijn lesliekast. Dat gaf een beetje het effect alsof hij met zijn bas in het aquarium stond te spelen, maar we konden in ieder geval van start.

    Helaas, al het repeteren ten spijt, bleven de optredens beperkt tot het muzikaal omlijsten van evenementen bij de speeltuin waar we oefenden. Het kwam niet echt van de grond, wat uiteindelijk resulteerde in een aantal wisselingen. Links en rechts mochten we wel eens een keertje spelen, maar een volle agenda werd het niet.

    Tot die avond toen ik thuis kwam na een repetitie en mijn vader mij wees op een briefje dat op tafel lag. Daarop stond een telefoonnummer dat ik moest bellen, ongeacht hoe laat het zou worden. Het was al na elven en ik voelde mij best bezwaard, maar mijn vader zei “bel nou maar”. Ik draaide het nummer en kreeg ene Alwie Middelkamp aan de telefoon. Hij was de drummer en leider van een gerenommeerde band uit Almelo. Hij vertelde mij dat zijn toetsenist uit Dinxperlo kwam en een band had gevonden die dichter bij hem in de buurt aan de weg timmerde. Hij stopte bij Yellowstone. Alwie was getipt door de eerste drummer van Uptime en had die avond tijdens de repetitie buiten staan luisteren. Blijkbaar was hij enthousiast over wat hij had gehoord want hij wilde mij graag als vervanger voor Bennie.

    Ik stond voor een moeilijke keus, want ik wilde mijn maatjes ook niet in de steek laten.

    Maar combineren was geen optie, met Yellowstone was je gewoon ieder weekend op pad.

    Dat trok mij natuurlijk ook wel. En zo besloot ik toch de stoute schoenen aan te trekken en me beschikbaar te stellen voor een auditie. De zanger van de band bracht mij een cassettebandje met opnames van een optreden zodat ik thuis alvast wat kon oefenen.

    Ik luisterde ernaar en was onder de indruk. Mocht ik echt in deze band spelen?

    Ik deed auditie in een boerenschuur in, als ik het mij goed herinner, de omgeving van Losser. Daar bleek ook gitarist Manuel Balfour zijn plek beschikbaar te stellen. Zijn vervanger werd Joop van Liefland, de man die enkele jaren later Ilse de Lange zou ontdekken.

    Het pleit was snel beslecht, het klonk goed en Joop en ik waren de nieuwe gezichten binnen de band Yellowstone. En na een aantal repetities stonden wij in februari 1990 voor het eerst op het podium bij zaal de Tankenberg in Oldenzaal. Mijn orgel had ik inmiddels verruild voor keyboards (en een set baspedalen om als duo de middagpartijen te spelen), en de Kadett had plaats gemaakt voor een Ascona.

     

    Ik beleefde er veel plezier aan om met deze doorgewinterde muzikanten op pad te mogen.

    Joop en bassist Bert Bokhove speelden ook zeer incidenteel in countryband Neighboars and Friends. Of ik het leuk vond om mee te doen, want met Pinksteren moesten ze optreden in de grote feesttent in Bornerbroek. Dat leek me een hele leuke uitdaging dus zei ik ‘ja’.

    Naast Joop en Bert bestond deze band uit zanger/gitarist/ presentator Johan Vollenbroek en drummer Willem Ulenreef. Voor deze gelegenheid zou ook een zangeres een aantal nummers meedoen. Het bleek de 16 jarige Ilse de Lange uit Almelo te zijn. Joop gaf haar al een tijdje gitaarles en ze bleek tevens een hele mooie stem te hebben. Ze traden al samen als duo op, en nu dus met band op de Pinksterfeesten. Na de Pinksterfeesten heb ik nog een paar optredens met Joop en Ilse mogen doen, onder andere voor KRO’s Country Time op, toen nog, Hilversum 2.

    Ik had inmiddels een vaste baan en in 1995 kocht ik mijn eerste huisje.

    Een opknappertje uit de jaren ‘30, maar ik was op mezelf en had het er prima naar m’n zin.

    Vlak voor ik in 1996 de badkamer wilde verbouwen raakte ik door een reorganisatie mijn baan kwijt. Ik raakte een beetje in paniek. Hoe ging ik nu alle kosten betalen?

    Ik zocht naar vacatures en kwam weer een advertentie tegen van een band die een toetsenist zocht. Het betrof dit keer zelfs een professionele band. Wow, hoe gaaf zou het zijn om met de muziek je boterham te kunnen verdienen?

    Ik belde, maar ze bleken reeds keus uit 13 toetsenisten te hebben. Blijkbaar waren er toch meer dan ik dacht. Niet lang erna kreeg ik een belletje terug. Het was Toon Eppink die zei dat ze me toch een kans wilden geven. Mijn vraag om welke band het ging bleef onbeantwoord. Toen ik zei dat de naam Toon Eppink me wel heel bekend voorkwam zei hij “dan kan ik het ow ok wal vertell’n, wi-j bunt The Spitfires”. Potverdikke, zou ik dat aankunnen? Ik twijfelde toen al vaak aan mezelf. Ik deed auditie en daarna was het best een lange tijd stil. Mijn vertrouwen en geduld raakten op en ik belde Toon terug met de vraag of ze er al uit waren. Hij zou het zo snel mogelijk laten weten. Een half uurtje later belde hij mij om te zeggen dat ze het wel “met mij wilden proberen”. Legendarische woorden die ik niet meer vergeet.

    Ik moest mijn maatjes van Yellowstone inlichten, die waren natuurlijk niet blij met mijn aanstaande vertrek, maar ze begrepen mijn situatie gelukkig wel. We schrijven augustus 1996, een maand later zat ik in de studio voor de opnames van de derde cd van The Spitfires. Zes jaar lang trok ik met de band, voorzien van een kaboutermuts, door het oosten van land. In 2003 eindigde het, zoals wel vaker in de muzikantenwereld, door interne strubbelingen. In de jaren die volgden speelde ik in diverse (vaak zelf opgerichte) bandjes en viel af en toe in bij Partyband Heer en Meester. In augustus 2023 werd ik daar de vaste toetsenist na het vertrek van Erik.

    Muziek maken houdt je jong, en met deze band is het plezier er weer zoals het vroeger was. Gewoon lekker samen een feestje bouwen en plezier maken. Dat hoop ik uiteraard nog jaren vol te houden, het leven is kort, dus je moet er van genieten!

    En dat doen we, met volle teugen !!!

    De muzikanten zijn: Alwie Middelkamp, Bert Bokhove, Gert Vos, Robert Preij en zangeres Mieke Döppen

     

     

     

  • Trio BK

    Het Trio BK uit Almelo in de schijnwerpers. Helaas weten we niet wat de achternamen van de muzikanten zijn maar dat ons ongetwijfeld een van de lezers vertellen. Mail naar helenas@gmail.com met al uw informatie. Ook als u nog foto’s heeft van bands uit het verleden of uit het heden dan willen wij die graag ontvangen.

    Trio BK 1a Trio BK 1b

  • Mieke Telkamp

    Afgelopen donder hoorden we via de radio het bericht dat Mieke Telkamp was overleden. Vele mensen hier in Twente en ook ver daarbuiten genoten in de vorige eeuw van haar platen. Derhalve plaatsen we dit artikel. De onderstaande tekst is overgenomen uit Wikipedia.

    Mieke Telkamppseudoniem van Maria Berendina Johanna (Mieke) Telgenkamp (Oldenzaal14 juni 1934 – Zeist20 oktober 2016) was een Nederlands zangeres. Ze is Nederland vooral bekend door het lied Waarheen, waarvoor, waarmee ze in 1971 haar comeback maakte.

    Telkamp heeft tussen 1953 en 1967 meerdere hits op haar naam geschreven. Ze werd in 1953 bekend met Here in my heart, een lied dat in 1952 door Al Martino werd gezongen. Daarna bracht ze succesvolle nummers uit als Nooit op Zondag en Eb en Vloed. Ook heeft ze veel succes in West-Duitsland gehad, met als grootste hit Prego, prego gondeliere, waarvan bijna een miljoen singles werden verkocht. Als pseudoniem gebruikte ze de naam Mieke Telkamp, omdat haar geslachtsnaam Telgenkamp ongeschikt werd bevonden om in West-Duitsland een carrière op te bouwen.

    Ze won in 1957 de eerste prijs, de Gouden Gondel, tijdens het Festival van Venetië. Zij heeft in 1962 aan het Songfestival van Knokke meegedaan en in 1964 in de Snip en Snap Revue gestaan.

    In 1967 trok ze zich op doktersadvies met buikklachten terug uit de showbusiness. Maar begin jaren 70 besloot ze om haar carrière nieuw leven in te blazen. Ze trad echter niet meer op in het land en beperkte het zingen tot platen-, radio- en televisiestudio’s.

    Na Telkamps terugkeer in de muziekwereld behaalde ze het grootste succes uit haar carrière. Ze ontving in 1971 haar eerste gouden plaat voor Waarheen, waarvoor, een nummer in de originele Nederlandse tekst van Karel Hille, geschreven op de melodie van Amazing Grace en waarvan in Nederland meer dan een miljoen exemplaren verkocht werden. Ze nam Waarheen, waarvoor samen met de Hi-Five onder leiding van Harry de Groot op naar een idee van Frank Jansen, die ook de productie deed. Het lied was jarenlang in Nederland het meest populaire lied dat bij uitvaarten gedraaid werd.

    Er is een cd verschenen met al haar Duitse successen, getiteld Tulpen aus Amsterdam, waarvan bijna een miljoen platen over de toonbank ging. Telkamp was de eerste Nederlandse zangeres die na de Tweede Wereldoorlog weer in het Duits zong, wat haar in de Duitstalige landen veel waardering heeft opgeleverd. Sinds 1955 verschenen in West-Duitsland vele platen, waarvan Du bist mein erster Gedanke de eerste was. Haar eerste Duitse titel Morgen komm’ ich wieder werd in 1953 alleen in Nederland uitgebracht en werd een groot succes.

    Telkamp was in 1978 de eerste persoon uit de showbusiness die werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. In 1990 trad ze voor het laatst officieel op.

    In augustus 2008 verscheen een dvd met de titel Alles voor jou, waarop van 40 liedjes beeldregistraties staan uit de periode 1959-1989.

    Op 13 december 2008 werd aan Telkamp een Diamanten Award uitgereikt bij Omroep MAX, voor de verkoop van 1 miljoen exemplaren van Waarheen, waarvoor.

    Op 10 maart 2011 nam ze bij Omroep MAX definitief afscheid van het grote publiek en leefde sindsdien teruggetrokken in Zeist. Ze overleed op 82-jarige leeftijd.mieke-telkamp-1

  • The Singing Trumpets

    Vandaag aandacht voor dit muzikale duo, Henk van Weenen uit Schinnen en Fred Krol uit Landgraaf (overleden 2016). In het verleden hebben deze mannen in ieder geval 1 single op genomen.

  • Jae East – Two Faces

    Van dit duo weten we alleen dat de zangeres vroeger veel met haar zus mooi tweestemmig zong in Geesteren en omstreken. Van de toetsenist Jae East kunnen wij helaas niets vertellen maar er zullen zeker bezoekers van deze site zijn die ons meer vertellen kunnen. Uw reactie horen wij graag.

2 Comments

  1. Als gitarist heb ik ook nog een tijdje bij De Klengola’s Stars gespeeld en later met De Klengola’s (Bennie en Henk Engelbertink)

  2. Hallo Anton,

    Leuk dat je reageert. Heb je misschien nog foto (s) van de Klengola Stars of de Klengola’s? Zo ja dan zou ik dolgraag een kopie willen hebben. Van de Klengola’s heb ik helemaal geen foto’s.

    mvg

    Frans

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *