Bejaarden
Er zitten twee mannen in een bejaardenhuis.
Zegt de één tegen de ander:
Ik voel me weer zo jong;
ik heb wel 50 rondjes om het huis gelopen.”
Zegt de ander:
“Ik voel me ook weer zo jong;
ik heb weer in m’n broek geplast!
Er zitten twee mannen in een bejaardenhuis.
Zegt de één tegen de ander:
Ik voel me weer zo jong;
ik heb wel 50 rondjes om het huis gelopen.”
Zegt de ander:
“Ik voel me ook weer zo jong;
ik heb weer in m’n broek geplast!
Vraagt de een aan de ander: “Wat is de overeenkomst tussen een handgranaat en je vrouw”? Zegt de ander geen idee “wat is dat”? Zegt de eerste weer: “Als je van beide de ring aftrekt, dan kost het je je huis.”
Een militair wordt wegens straf, hij wedde te veel, overgeplaatst. Op zijn nieuwe kazerne meldt hij zich eerst bij zijn nieuwe commandant, die al op de hoogte was gesteld van de wed lust van de nieuwkomer. De commandant vraagt tijdens het eerste gesprek waarom hij zoveel wedde. “Gewoon, voor de lol”, zegt de militair. “Ik wed met u voor honderd euro dat u een moedervlek op uw linker bil hebt.” De commandant wist heel zeker van niet en neemt gelijk de uitdaging aan. Hij staat op, laat zijn broek zakken, en inderdaad, geen vlekje te zien. De militair, eerlijk als hij is, geeft hem direct honderd euro. Even later gaat de telefoon van de commandant. Het is de vorige commandant van de militair. Hij wilde weten of hij er al was. Glunderend vertelt de commandant dat de nieuwe militair er al is, en dat hij er zelfs al honderd euro aan heeft verdiend. Het is even stil aan de andere kant van de lijn…
“Je hebt toch niet toevallig je broek laten zakken he?! Want hij heeft met ons gewed voor duizend euro dat hij je binnen vijf minuten in je blootje zou zetten!!”
Een mevrouw komt met haar 14 kinderen bij de pastoor. De kleinste van 2 jaar oud komt bij de pastoor: de pastoor: “en jongen hoe heet jij?” Jongetje: “Jantje ” De volgende komt binnen. Pastoor: “en jongen hoe heet jij? ” Jongetje: “Jantje ” Pastoor: “Ah heet jij ook jantje? ” De oudste komt binnen(14 jaar). Pastoor: “En hoe heet jij jongen?” Jongen: “Jantje” Pastoor tegen moeder: Pastoor: “Heten al jouw zoontjes misschien Jantje.” Moeder: “Ja, dat is heel gemakkelijk: als ik roep:’Jantje opstaan’ staan ze allemaal op, als ik roep’ Jantje eten’ komen ze allemaal eten, als ik roep:’ Jantje slapen’ dan gaan ze allemaal slapen.” Pastoor: “En als je maar 1 iemand nodig hebt, hoe doe je dat?” Moeder: “Dan roep ik hun achternaam.”
De passagiers van een vliegtuig zitten allemaal op hun plaats en wachten op de piloten om te vertrekken. Twee mannen komen uit de personeelscabine achterin en stappen traag naar de cockpit. Ze dragen een pilotenuniform en een donkere bril. De ene heeft een hond aan een leiband en de andere tikt met een witte stok voor zich uit op de vloer. Ze bereiken de cockpit zonder problemen en sluiten de deur achter zich. Verschillende passagiers lachen wat zenuwachtig naar elkaar, fronsen hun wenkbrauwen of doen alsof ze het een leuke grap vinden. Enkele seconden laten starten de motoren en begint het vliegtuig over de startbaan te rijden. Het toestel gaat steeds sneller en sneller maar het stijgt niet op. Door de venstertjes zien de passagiers dat het vliegtuig recht op een uitgestrekt meer afstevent aan het einde van de startbaan. Het vliegtuig raast nu op zeer hoge snelheid vooruit en verschillende passagiers beginnen te beseffen dat ze nooit zullen opstijgen en dus in het meer terecht zullen komen. Er wordt uit vele kelen luid gegild en net op dat moment trekt het vliegtuig keurig op en komt het zonder problemen van de grond. De passagiers komen stilaan tot bedaren en praten nog wat na over die angstaanjagende “grap”. Enkele minuten later is het incident vergeten. In de cockpit betast de piloot het dashboard, vindt de automatische piloot en zet hem in werking. “Weet je wat me soms bang maakt?”, vraagt hij. “Nee”, zegt de co-piloot. “Een dezer dagen beginnen ze te laat te gillen en dan gaan we er allemaal aan!!”
Deze morgen zat ik op een bank in het park naast een vreemde zwerver.
“Vorige week had ik nog alles.” zei hij.
Een kok maakte mijn eten klaar,
mijn kamer werd gepoetst,
mijn kleren werden gewassen
en ik had een dak boven het hoofd.
Ik had toegang tot het internet,
beschikte over een fitnessruimte
en kon regelmatig een stapje in de wereld zetten.
Als ik eens een dagje lekker wilde niksen deed ik dat gewoon.”
“Maar wat is er dan eigenlijk gebeurd?”, vroeg ik,
“Drugs? Gokken? Een vrouw?”
“Neen”, antwoordde hij,
“Ik werd ontslagen uit een Nederlandse gevangenis.”
Man bij dokter: “Dokter ik word zo vergeetachtig en doof.”
De dokter kijkt eerst eens in het oor en ziet een wit puntje. Na wat gepruts met een pincet komt er een zetpil tevoorschijn!
Man: “Oh, nu snap ik ook ineens waar mijn gehoorapparaat gebleven is!”