Zuinig
Een Hollander komt bij de huisarts met een splinter in de tong. “Hoe is dat gekomen?”, vraagt de arts verbaasd. “Ik had een druppel jenever gemorst op een ruwe houten tafel.”, verklaart de Hollander.
Een Hollander komt bij de huisarts met een splinter in de tong. “Hoe is dat gekomen?”, vraagt de arts verbaasd. “Ik had een druppel jenever gemorst op een ruwe houten tafel.”, verklaart de Hollander.
Mark Rutte komt bij een verkeersongeluk om het leven. Zijn ziel komt bij de Hemelpoort en wordt ontvangen door Petrus. “Welkom bij de hemel”, zegt Petrus. “Er is een klein probleem. Ik kan je niet zomaar binnenlaten. We zien zelden een zo hoog geplaatst persoon aan de Hemelpoort, zie je, dus weten we niet meteen wat we met jou moeten doen.” “Geen probleem, laat me gewoon binnen”, zegt de politicus. “Nou, dat zou ik wel willen, maar ik heb orders van hogerhand. Dit zullen we doen: je brengt 1 dag door in de hel en 1 dag in de hemel. Daarna kun je kiezen waar je de eeuwigheid wilt doorbrengen.” “Echt, ik weet het al. Ik wil naar de hemel”, zegt de politicus. “Het spijt me, maar we hebben hier zo onze regels”, zegt Petrus. Zo wordt de politicus door Petrus geëscorteerd naar de lift en ze gaan naar beneden, naar beneden en nog verder naar beneden naar de hel. De deuren gaan open en plotseling staat hij midden op een mooie groene golfbaan. Op een afstandje staat het clubhuis met daarvoor al zijn oude vrienden en andere politici met wie hij heeft gewerkt. Ze zijn allemaal heel blij en gekleed in avondtenue. Ze rennen naar hem toe, schudden zijn hand en halen de goede tijden op die ze hadden toen ze steeds rijker werden op kosten van de burgers. Ze spelen een prettig partijtje golf en bij het diner hebben ze kreeft, kaviaar en champagne. De duivel zelf is ook aanwezig, die waarachtig een vriendelijke kerel is en zich vermaakte met dansen en grappen vertellen. Ze hebben het geweldig samen en voordat hij het in de gaten heeft, is het tijd om te vertrekken. Iedereen neemt hartelijk afscheid van hem en wuift terwijl de lift naar boven gaat. De lift gaat omhoog, omhoog, omhoog en als hij stopt, staat Petrus hem al op te wachten. “Nu is het tijd om de hemel te bezoeken.”
In de hemel is het heel gezellig. Hij spendeert zijn tijd met het vergezellen van blije zielen die van wolk naar wolk dansen, de harp bespelen en zingen. Ze hebben het dus goed naar de zin, maar voordat hij er erg in heeft, zijn er 24 uur voorbij en komt Petrus naar hem toe. “Welnu, je hebt een dag in de hel doorgebracht en een dag in de hemel. Maak nu je keuze voor de eeuwigheid.” De politicus wacht even. Dan antwoordt hij: “Wel, Wel, ik zou het van tevoren nooit gezegd hebben, ik bedoel, de hemel was geweldig, maar ik denk toch dat ik beter af ben in de hel.” Aldus escorteert Petrus hem naar de lift en hij suist naar beneden, naar beneden en naar beneden. De deuren van de lift gaan open en hij staat in een dor landschap bedekt met vuil en afval. Hij ziet al zijn vrienden, gekleed in lompen, het afval oprapen en in zwarte zakken stoppen, terwijl er steeds meer afval naar beneden valt. De duivel komt naar hem toe en slaat zijn armen om hem heen. “”Ik begrijp er niets van”, stamelt Rutte. “Gisteren was ik hier ook en toen waren er een golfbaan en een clubhuis. We aten kreeft en kaviaar en we dronken champagne. We hadden het hier geweldig. Nu is er alleen maar een dor landschap vol afval en mijn vrienden zien er vreselijk uit. Wat is er gebeurd?” De duivel kijkt hem aan, lacht en zegt: “Gisteren waren we op campagne . . . vandaag heb je gekozen.” Boontje komt om zijn loontje
Drie Belgen en drie Nederlanders gaan samen met de trein op stap. De drie Belgen kopen elk een ticket aan het loket. De drie Nederlanders kopen samen maar één ticket. De Belgen zijn verwonderd: ‘hoe gaan jullie dàt doen’? ‘Dat zul je wel zien’ zeggen de Nederlanders. Op de trein begint de controleur aan zijn ronde en de drie Nederlanders gaan samen op één toilet. De conducteur controleert de kaartjes van de Belgen, alles ok. Hij komt bij het toilet, klopt op de deur en de Nederlanders schuiven hun ticket onder de deur. De conducteur controleert het ticket, zegt ‘ok.’ en schuift het terug onder de deur. De volgende dag nemen ze allen terug de trein. De drie Belgen kopen samen maar één ticket. De drie Nederlanders kopen er geen. De Belgen zijn nog meer verwonderd: ‘HOE gaan jullie DAT doen’? ‘Dat zul je wel zien’ zeggen de Nederlanders. In de trein begint de controleur aan zijn ronde en de drie Belgen gaan samen op één toilet. De drie Nederlanders gaan ook samen op één toilet; maar de laatste Nederlander klopt eerst op de deur van het toilet van de Belgen. De Belgen schuiven hun ticket onder de deur……………….
Rijdt een Arabier op zijn kameel, met zijn vrouw tien meter voor hem.Drie oude, wijze Arabieren zien het hoofdschuddend aan. Een van de oude mannen vraagt aan de man: “Waarom laat je jouw vrouw voor je, want in de Koran staat dat ze tien meter achter je moet rijden!”
“Dat is wel zo”, zegt de Arabier, “maar toen Mohammed de Koran schreef waren er nog geen bermbommen”
Een kleine jongen komt huilend thuis van school.
“Wel”, zegt zijn moeder (van nature blond),” wat scheelt er”?
“Ik heb een nul voor aardrijkskunde gekregen”, zegt hij, ”ik wist niet waar Polen ligt”.
“Verdorie”, zegt zijn moeder, “hoe kan dat nou, geef me even de kaart van Nederland.
Ze zoekt en zoekt maar vindt het niet en zegt: “Deze kaart is niet gedetailleerd genoeg, geef me maar de kaart van Twente.
Na lang zoeken zegt ze: “Dat is toch onmogelijk, ik vind het hier ook niet en toch kan het niet ver weg zijn want, onze werkster komt uit Polen en ze is altijd met de fiets”.
Een vrouw was het helemaal beu dat haar man telkens dronken thuis kwam. Ze besloot hem eens een lesje te leren en hem de stuipen op het lijf te jagen in de hoop dat hij tot inkeer zou komen. Op een avond trok ze een duivelspak aan en verstopte zich achter een boom. Toen haar man voorbij wankelde, sprong ze tevoorschijn en bleef met haar rode horens, drietand en lange staart dreigend voor hem staan. “W-wie ben jij?” vroeg de man stomdronken met dubbele tong. “Ik ben de duivel!” antwoordde de vrouw. “Nou, k-kom dan effe g-g-gezellig mee,” zei hij, “ik b-ben getrouwd met je zuster…”
Jantje die een beetje teveel gedronken heeft, waggelt een kerk binnen. Hij gaat in het hokje van de biechtstoel zitten, … en zegt niets. De verbijsterde priester hoest om zijn aandacht te trekken. Maar nog steeds zegt Jonas niets. De priester klopt vervolgens drie keer op de muur, dit in een laatste poging om Jantje tot spreken te krijgen. Ten slotte antwoordt Jantje, met een dubbele tong: “Je hoeft niet te kloppen, hier is ook geen papier!”