Zuinig
Een Hollander komt bij de huisarts met een splinter in de tong. “Hoe is dat gekomen?”, vraagt de arts verbaasd. “Ik had een druppel jenever gemorst op een ruwe houten tafel.”, verklaart de Hollander.
Een Hollander komt bij de huisarts met een splinter in de tong. “Hoe is dat gekomen?”, vraagt de arts verbaasd. “Ik had een druppel jenever gemorst op een ruwe houten tafel.”, verklaart de Hollander.
Er komt een toerist bij het meer van Galilea. De toerist wil een boot tochtje maken naar de overkant en vraagt wat dat kost. De man van de boot zegt 500 euro, de toerist schrikt zich rot en vraagt waarom het zo duur is. De man vertelt dat op DIT meer, Jezus helemaal naar de overkant is gelopen. Waarop de toerist zegt: “Tja vind je het gek met deze prijzen.
Een klein oud vrouwtje gaat naar de dokter en zegt: “Dokter, ik heb een probleem met “scheetjes laten”, het stoort mij eigenlijk niet, want mijn winden zijn altijd stil en ze ruiken niet. Eigenlijk heb ik sinds ik hier binnen gekomen ben al minstens 20 winden gelaten. Je hebt er niets van gemerkt want ze ruiken niet en zijn altijd stil.”
De dokter zegt: “Ik begrijp het, neem deze pillen en kom volgende week nog maar eens terug.”
De week erna komt het vrouwtje terug bij de dokter.
“Dokter,” zegt ze: “Ik weet niet wat U mij gegeven heeft, maar mijn winden zijn nog steeds geluidloos, maar ze stinken verschrikkelijk !!”
De dokter zegt: “Goed zo, nu uw reukvermogen weer in orde is, zullen we nu eens kijken wat we aan uw gehoor kunnen doen.”
Een vrouw is eieren aan het bakken als haar man thuis komt. Hij wandelt de keuken in en begint onmiddellijk te roepen :
PASOP ! PASOP ! MEER BOTER!
DRAAI ZE OM ! DRAAI ZE OM!
BOTER , MEER BOTER, ZIE JE DAT NIET?
ZE GAAN AANBRANDEN ! PAS TOCH OP!
DRAAI ZE, DRAAI ZE !
SCHIET OP, HAAST JE, DRAAI ZE NU OM! NU!
PAS OP, TE VEEL BOTER, HET GAAT SPATTEN !
PAS OP! JE GAAT JE VERBRANDEN!
HOLA, HOLA, TE VEEL BOTER!
EN TE WEINIG ZOUT,
TE WEINIG ZOUT!………….
De vrouw is compleet uit haar lood geslagen en gilt: “Waarom schreeuw jij zo ? Wat is er met jou aan de hand ? ”
De man draait zich om en zegt heel kalm terwijl hij de keuken verlaat: “Gewoon, om je duidelijk te maken hoe het aanvoelt als jij naast me zit als ik met de auto aan het rijden ben”.
Een dorpspastoor kreeg bezoek van een jongere collega. Tijdens het eten merkt de jonge pastoor op dat de oude pastoor veel zat te kijken naar zijn huishoudster. De jonge pastoor zei dit en de oude pastoor verzekerde dat er niks tussen hem en zijn huishouder was. Een week later vertelde de huishoudster dat er een lepel ontbrak. De oude pastoor belt naar de jonge collega en zegt: “Ik zeg niet dat je die lepel hebt, maar heb je hem, ja of nee?” Het antwoord van de jonge pastoor was: “Als je in je eigen bed sliep, meneer pastoor, had je hem allang gevonden!”
Er komt een man op een fiets aangereden met een zak op de bagagedrager.
Douanebeambte: “Heeft u iets aan te geven?”
Man: “Nee”.
Douane: “Wat heeft u dan in die zak?”
Man: “Zand”.
Tijdens de controle blijkt dat het inderdaad om zand gaat.
Een week lang komt de man elke dag met zijn fiets bij de grens met een zak op de bagagedrager.
Op de 8e dag wordt de douanebeambte toch wantrouwend.
Douane: “Wat vervoert u in die zak?”
Man: “Zand”.
Douane: “Mmmmm, even kijken”.
Deze keer wordt het zand gezeefd. Uitslag: alleen maar zand.
Elke dag passeert de man met zijn fiets en een zak de grens.
Na twee weken wordt het de douanier toch te bont en hij stuurt het zand naar een laboratorium voor nader onderzoek.
Resultaat: het is alleen maar zand!
Na twee verdere maanden van zandtransport houdt de douaneman het niet meer uit en hij zweert:
“Ik geef u zwart op wit dat ik u niet zal aangeven, maar ik voel aan mijn klompen dat u iets smokkelt. Wat is het?”
De man antwoordt: “Fietsen”.
In een rechtbank in een kleine provinciestad had de openbare klager een oude dame als getuige opgeroepen. Hij vraagt haar: “Mevrouw Heinrich, kent u mij?”
Ze antwoordt: “Uiteraard! Ik ken u al van kleins af aan. En eerlijk gezegd, was u toen al een totale ramp. U hebt gelogen, mensen gemanipuleerd en uw vrouw bedrogen. U denkt dat u heel wat bent, maar eigenlijk bent u een complete nul. Ja, ik ken u.”
De aanklager is sprakeloos. Uit verlegenheid wijst hij met de vinger door de zaal en vraagt: “Mevrouw Heinrich, kent u de advocaat van de verdediging?”
Ze zegt: “Maar natuurlijk. Ik ken Meester Friedmeier al van toen hij nog een peuter was. Hij is vals, vooringenomen en heeft een alcoholprobleem. Hij kan geen normale relatie met mensen opbouwen en zijn kantoor ruikt muf. Niet te vergeten dat hij zijn vrouw driemaal bedrogen heeft. Een daarvan was overigens uw vrouw. Oh ja, ook hem ken ik.”
De advocaat van de verdediging zakt in de grond van schaamte. De rechter roept beide heren bij zich en fluistert: “Als iemand van jullie idioten op het idee komt om te vragen of ze mij kent, kom je hier 10 jaar niet meer binnen!