Zuinig
Een Hollander komt bij de huisarts met een splinter in de tong. “Hoe is dat gekomen?”, vraagt de arts verbaasd. “Ik had een druppel jenever gemorst op een ruwe houten tafel.”, verklaart de Hollander.
Een Hollander komt bij de huisarts met een splinter in de tong. “Hoe is dat gekomen?”, vraagt de arts verbaasd. “Ik had een druppel jenever gemorst op een ruwe houten tafel.”, verklaart de Hollander.
Om 7 uur ‘s ochtends zit ik lekker te vissen langs het Amsterdam Rijnkanaal. De damp staat nog op het water. Ik zit net, komt er een man achter mij staan kijken. Het wordt acht uur, negen uur, tien uur, twaalf uur. Ik neem ’n boterhammetje en koffie en nog steeds staat die kerel achter mij naar m’n dobber te staren. Om 2 uur ‘s middags staat hij er nòg. Als ik om 7 uur ‘s avonds mijn spullen inpak, staat die vent nòg achter me. Ik zeg: “Meneer, u heeft nu 12 uur lang achter mij staan kijken. Waarom koopt u geen hengel? Kunt u zelf gaan vissen.” Zegt die man: “Sorry hoor, maar daar heb ik echt geen geduld voor . . . ”
Een man zoekt al dagen naar z’n hoed. Uiteindelijk is die niet te vinden. Hij beslist dan maar om zondags naar de kerk te gaan en achteraan plaats te nemen. Tijdens de dienst zou hij dan er vanonder muizen en een van de hoeden nemen die achteraan worden geplaatst. Die zondag gaat hij naar de kerk en zet zich achteraan. De dienst ging over de 10 geboden. De man bleef de gehele dienst zitten i.p.v. vroeger door te gaan en na de dienst gaat hij nog even bij mijnheer pastoor. ‘Vader,’ zegt hij, ‘ik moet wat bekennen. Ik kwam hier vandaag om een hoed te stelen, maar na jouw preek heb ik beslist dit niet meer te doen, waarvoor dank.’ De priester zei hem: ‘God zegene u mijn zoon! Was het tijdens m’n uiteenzetting over: ‘gij zult niet stelen’, dat je het besef kreeg dat je verkeerd zat?’
‘Neen,’ zegt de man, ‘het was tijdens je preek over overspel. Toen je daarover begon, wist ik weer waar ik hem had gelaten.’
Er zitten twee mannen in een bejaardenhuis.
Zegt de één tegen de ander:
Ik voel me weer zo jong;
ik heb wel 50 rondjes om het huis gelopen.”
Zegt de ander:
“Ik voel me ook weer zo jong;
ik heb weer in m’n broek geplast!
Een Nederlander en een Duitser zijn aan het jagen in een groot bos. Ze zien allebei een haas en schieten direct. Als ze bij de haas zijn zegt die Duitser: “Das ist mein haas, habe ich geschossen.” “Nou nee, ik dacht het van niet” zegt de Nederlander, “Jij hebt ‘m in zijn poot geraakt, en dat schot door zijn kop is van mij”. “Nein!” zegt die Duitser.“Echt wel!” zegt de Nederlander weer.
Ze komen er niet uit op deze manier. Dan zegt de Nederlander: “Ik stel voor dat we dit als mannen onder elkaar oplossen.” “Ok,” zegt de Duitser, “einverstanden. Wie dan?”
“Ik begin”, zegt de Hollander. Dus de Duitser gaat wijdbeens staan en krijgt me toch een schop … Huilend en rollend gaat ‘ie door het gras, na een kwartier staat ‘ie weer op, nog een beetje krom maar het ging wel weer.
“So.” zegt ie “und jetzt ist mein beurt.” “Nou”, zegt de Hollander, “neem jij die haas maar…”
Thijs zegt tegen zijn opa: Is er wel eens een jeugddroom van u in vervulling gegaan?
Opa: – Ja een. Toen de onderwijzer me vroeger altijd aan mijn haren trok wenste ik dat ik kaal was