Zuinig
Een Hollander komt bij de huisarts met een splinter in de tong. “Hoe is dat gekomen?”, vraagt de arts verbaasd. “Ik had een druppel jenever gemorst op een ruwe houten tafel.”, verklaart de Hollander.
Een Hollander komt bij de huisarts met een splinter in de tong. “Hoe is dat gekomen?”, vraagt de arts verbaasd. “Ik had een druppel jenever gemorst op een ruwe houten tafel.”, verklaart de Hollander.
Twee bowling teams, de ene allemaal blondjes en de andere brunettes, charteren samen een dubbeldekkerbus om mee te doen aan een toernooi. Het team van de brunettes zat in het onderste gedeelte van de bus, de blondjes boven. Beneden in de bus, bij de brunettes, ging het er heel plezant aan toe. Zingen, moppen tappen; de ambiance zat er goed in. Tot het een van de brunettes op viel dat het boven bij de blondjes wel heel stil was. Ze besloot poolshoogte te gaan nemen en ging naar het bovenste gedeelte van de bus. Wanneer ze boven kwam zag ze alle blondjes heel angstig in de stoelen zitten, allemaal met opengesperde ogen rechtdoor starend, de leuning van de zetel voor hun zo hard vastklampend dat hun knokkels er wit van zagen. De brunette vroeg : ”Wat is hier allemaal aan de hand. Bij ons beneden zit de ambiance er goed in…!”. Een van de blondjes keek verschrikt op, slikte hard en fluisterde : ”Ja, maar jullie hebben tenminste een chauffeur!”
Komt een man bij de fitness. Deze vraagt aan de instructeur met welk apparaat hij de meeste indruk kan maken bij de dames. De instructeur zegt als je naar buiten gaat dan vindt je om de hoek een pinautomaat.
Er komt een professor bij een universiteit kijken of de studenten wel slim genoeg zijn. Hij vraagt of de slimste student even bij hem wil komen voor een paar vraagjes. Nou dus die jongen komt naar de professor toe. En de professor begint met de eerste vraag:
“Hoe noemen we het ding om naar de sterren te kijken?”
Waarop de student antwoordt:
“Een telescoop.”
“Goed,” zegt professor, “en om naar bacterien te kijken?”
“Een microscoop.”
“Goed. En nu een lastige: Hoe noemen we het ding om door muren te kijken?”
Waarop de student vraagt:
“Kan dat dan?”
“Ja,” zegt de professor.
“Waarmee dan?” vraagt de student.
“Met een raam, mijn beste jongen, met een raam!”
Zegt een leraar tegen een leerling: “Ken jij Frans?”
“Jazeker meneer, Frans is mijn oom.”
“Nee, dat bedoel ik niet, spreek jij Frans?”
“Ja, meneer, elke zondag als hij bij ons op bezoek komt.”
“Nee, ik bedoel: versta jij Frans?”
“Ja meneer, maar dan moet hij wel Nederlands praten.”
Er komt een Belgische bouwvakker tijdelijk te werken op de bouw in Nederland. Als ze ’s middags gaan schaften pakken de Nederlandse bouwvakkers hun broodtrommel en hun thermosfles. Dan zegt de Belg: Wat hebben jullie daar dan voor ding.? “Tja”, zeggen de Nederlanders, dat is nu een thermosfles. Wat kun je daar mee doen dan “Daar kun je warm in houden wat warm moet blijven en koud in houden wat koud moet blijven.? Dat is handig denkt die Belg, dus hij koopt ook zo’n thermosfles. Een paar weken later komt ie weer in België op de bouw en daar zien zijn collega’s de thermosfles. Vragen ze: Wat hebt je daar dan? dat is een thermosfles, daar kun je in warm houden wat warm moet blijven en koud houden wat koud moet blijven.? Vragen zijn collega’s: Wat heb je er in dan?? Zegt die Belg: Koffie en een ijsje.?
Drie vrouwen vinden samen de dood na een verkeersongeval. Ze komen aan in de hemel en Sint-Pieter komt naar hun toe.
Hij zegt:”Er is maar 1 regel en die moet je altijd volgen en dat is : trap niet op de eendjes.”
De vrouwen gaan binnen en ja hoor allemaal eendjes, je kon er bijna niet naast trappen.
Een half uurtje later trapt de eerste vrouw al op een eendje. En jawel, eendje dood.
Sint-Pieter komt er al aan met een lelijke man. Hij ketent ze aaneen en zegt: “jij moet tot in de eeuwigheid vastgeketend blijven aan deze lelijke man.”
De andere vrouwen zijn voorzichtig, maar een drietal maanden later, heeft de tweede ook prijs, en ja hoor, St-Pieter komt er al aan met een lelijke man en ook zij wordt vastgeketend tot in de eeuwigheid.
De derde vrouw nu heeeeeeel voorzichtig, loopt na 6 maanden nog altijd rond en ze heeft nog niet op een eendje getrapt. Plots staat St-Pieter daar met een knappe jonge gast, een echte chippendale. En hij ketent hen vast en vertrekt. “Allee zegt die vrouw, wat heb ik gedaan om dat te verdienen?” “Wat gij gedaan hebt weet ik niet” , zegt de jonge gast, ” maar ik had op een eendje getrapt.”