Positief

Een Surinaamse zakenman moet op zakenreis naar het buitenland.
Hij roept zijn trouwe Javaanse knecht Tjokro en zegt hem dat hij op het huis moet passen en dat hij hem bij elk probleem dat zich voordoet moet bellen.
Na enkele dagen niets te hebben gehoord wordt de zakenman ongerust en belt zelf Tjokro op.
“Dag Tjokro, hoe gaat het?”
“Alles zéér slecht, meneer.”
“Waarom, wat is er gebeurd?”
“Ik heb steel van schop gebroken.”
“Maar Tjokro, potdomme, je hebt mij bijna een infarct bezorgd door te zeggen dat het slecht gaat en het is slechts de steel van de schop die gebroken is??”
Hij haalt eens diep adem en vraagt dan: “hoe is dat gebeurd?”
“Het gebeurde bij begraven van hond.”
“Wat, mijn hond?! Is ie dood? Hoe kan dat nu?”
“Hij in zwembad gevallen.”
“Maar Tjokro, hoe kan een terrier verdrinken, hij kon zwemmen als een vis!”
“Geen water in zwembad, hij erin spring, en is dood gevallen.”
“Hoe zo geen water in het zwembad, vorige week is het zwembad gereinigd en toen ik vertrok was het nog vol water!”
“Ja maar, water genomen door de brandweer om brand te blussen.”
“Welke brand, Tjokro?!”
“Huis is in brand gevlogen, meneer.”
“Mijn huis? Maar hoe is dat mogelijk?”
“Rouwdienst voor uw moeder, kaars te dicht bij gordijn en alles verbrand.”
“Is mijn moeder dood? Wij hebben vorige week pas haar 70ste verjaardag gevierd en zij was nog kerngezond!”
“Uw moeder kon andere nacht niet slapen, ging slaapmiddel vragen aan mevrouw, die was met uw beste vriend in bed en toen moeder is dood gevallen van de schrik.”
“Mijn vrouw heeft mij bedrogen met mijn beste vriend?? Kun je mij dan niets positiefs vertellen, Tjokro?”
“Jawel, meneer, herinnert u zich dat u 14 dagen geleden aidstest hebt gedaan?”
“Ja, en?!”
” Wel, is positief, meneer!”

Similar Posts

  • Moos

    Moos gaat voor het eerst in zijn leven skiën. Les nemen vindt hij zonde van het geld, dus suist hij bij zijn eerste afdaling, niet geremd door enige kennis of vaardigheid, met een noodgang over de zwarte piste.
    Waardoor hij een bordje ‘Lawine gevaar’ niet ziet. Als Moos, na een adembenemende afdaling, dankzij een bovenmenselijke inspanning nog net voor een vreselijk diep ravijn tot stilstand weet te komen, slaakt hij een diepe zucht van verlichting.
    Dat had hij beter niet kunnen doen.
    Tien tellen later ligt hij onder drie meter sneeuw. Onmiddellijk rukken de reddingswerkers uit. Zodra Moos gelokaliseerd is, steken ze een lange pijp in de sneeuw om Moos wat lucht te verschaffen. Moos ziet de pijp vlak boven zijn hoofd door de sneeuw verschijnen. “Wie is daar?” roept hij.
    “Het Rode Kruis,” roept men van boven.
    Waarop Moos zegt: “Maar, daar heb in Amsterdam al voor  gegeven.”

  • Een Belg

    Een Belgische dokter vraagt aan zijn stagiair om hem een voormiddag te vervangen. Toen hij terug kwam vroeg hij natuurlijk of alles goed verlopen was. ‘Ik denk het wel’ was het antwoord.

    ‘De eerste patiënt kwam binnen met verschrikkelijke hoofdpijn’. ‘En wat hebt ge gedaan’ vroeg de dokter? ‘Dafalgan voorgeschreven’ was het antwoord. ‘Uitstekend’ zei de dokter.

     ‘De tweede patiënt had last van maagzuur’. ‘En…?’ vroeg de dokter. ‘Ik heb Maalox voorgeschreven’. ‘Weer uitstekend’ zei de dokter.

    ‘Mijn derde patiënt was een hele mooie vrouw, zij kwam nogal hysterisch binnengelopen, kleedde zich volledig uit, ging op de tafel liggen’ en riep: ‘Help mij aub, dokter, het is al vijf maanden geleden dat ik nog een man heb gezien.’

    Waarop de arts vroeg:’en wat hebt ge daar mee gedaan’?

    ‘Oogdruppels voorgeschreven..’

  • Jezus kijkt naar je!

    Midden in de nacht drong een inbreker een huis binnen. Hij liet zijn zaklantaarn door de huiskamer schijnen, op zoek naar kostbaarheden. Toen hoorde hij een stem in het donker, die zei: “Jezus weet dat je er bent !” De inbreker kreeg zowat een hart verzakking, knipte zijn zaklantaarn uit en bleef stokstijf staan. Toen hij na een tijdje niets meer hoorde, schudde hij zijn hoofd en ging verder met zijn “werk”. Maar nèt toen hij de dvd-speler naar zich toe trok, zodat hij de bedrading los zou kunnen maken, hoorde hij, luid en duidelijk: “Jezus kijkt naar je !” Helemaal overstuur scheen hij met zijn lantaarn om zich heen, op zoek naar de plek waar de stem vandaan kwam. Uiteindelijk kwam de lichtbundel van zijn zaklamp in een hoek van de kamer tot stilstand, gericht op een papegaai. “Was jij dat, die tegen me praatte ?”, siste de dief tegen de papegaai. “Yes”, bekende de papegaai en krijste verder: “Ik wil je alleen maar waarschuwen dat hij naar je kijkt”. De inbreker ontspande zich weer een beetje: “Me waarschuwen, hè? En wie ben jij dan wel ??” “Mozes”, antwoordde de vogel. “Mozes ?”, lachte de inbreker, “wie noemt een vogel nu Mozes ?” “Hihi”, lachte de papegaai, “mensen die een Rottweiler Jezus noemen!”.

  • Hoogste eer

    Een paard en een ezel waren aan het twisten over wie van hun beide het hoogst aangeschreven staat.

    Dat is zeker het paard want ik mag trots zijn op mijn rijke verleden zei het paard.

    Waarop de ezel zegt : Helemaal niet, het is de ezel die het hoogst staat aangeschreven. Ik kan tenminste trots zijn op mijn toekomst! De techniek heeft het paard overbodig gemaakt, maar ezels zullen er altijd zijn…!

  • Een Priester

    Een jongetje stapte in de bus en ging naast een man zitten die een boek aan het lezen was.
    Hij zag dat de man z’n kraag achterstevoren droeg.
    Het jongetje vroeg waarom zijn kraag zo vreemd zat.
    De man, die priester was vertelde hem, “Ik ben een Vader”.
    Het jongetje antwoordde, “Mijn vader draagt zijn kraag niet zo”.
    De priester keek op van zijn boek en antwoordde,
    “Ik ben de vader van velen”.
    Het jongetje zei, ” Mijn vader heeft 4 zoons, 4 dochters en 2 kleinkinderen en hij draagt zijn kraag niet zo”.
    De priester, die nu ongeduldig werd zei, “Ik ben de vader van honderden”, en las verder in zijn boek.

    Het jongetje peinsde over dat laatste antwoord, leunde toen naar de priester en zei, “Misschien toch beter om in het vervolg een condoom te gaan gebruiken en je broek achterstevoren dragen in plaats van je kraag”.

  • Porsche

    Toen een 18 jarige jongen met een Porsche sportwagen thuiskwam stonden zijn ouders perplex. “Hoe kom je aan die dure auto ?” Op rustige toon antwoordde hij: “Ik heb hem vandaag gekocht.” “Voor hoeveel ?” wilden zijn ouders weten. We weten best wat een Porsche kost”. “Zei de jongen: “Deze heeft 15 Euro gekost.” “Wie verkoopt nou zo’n auto voor 15 Euro,” riepen zijn ouders in koor. “Een dame hier uit de straat, zij woont hier pas. Zij zag me op de fiets langs rijden en vroeg me of ik voor 15 Euro haar Porsche wilde kopen !”Is dat wel zuivere koffie,” stamelde de moeder “Wie weet wat ons nog meer te wachten staat en wat haar volgende zet is ?” “John, ga direct naar haar toe en zoek uit wat er aan de hand is.” De vader van de jongen ging naar het huis van de betreffende dame. Ze was op haar gemak petunia’s aan het planten in de tuin. Hij stelde zichzelf voor als de vader van de jongen aan wie zij een Porsche voor 15 Euro had verkocht en vroeg waarom zij dat gedaan had ?”Ach ,” zei ze, “Vanmorgen belde mijn man mij op. Ik dacht dat hij op zakenreis was, maar door een tip van een vriend vernam ik dat hij voorgoed met zijn secretaresse er vandoor was naar Hawaï.” “Hij vertelde dat hij blut was en vroeg me om de Porsche te verkopen en het geld daarvan naar hem over te maken. Dat heb ik dus gedaan.”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *