De vijfhonderd-euro vraag

Een advocaat gaat op zakenreis naar het buitenland.

In het vliegtuig komt hij naast een blondine te zitten en denkt: Daar ga ik een spelletje mee doen.
Ze stemt er mee in en hij zegt: Ik stel jou een vraag en als je het antwoord niet weet moet je me vijf euro geven. Daarna stel jij mij een vraag en als ik het antwoord niet weet krijg je van mij VIJF HONDERD euro.
Zo gezegd zo gedaan en hij vroeg haar: Wat is de afstand tussen de aarde en de zon?
Waarop de blondine uit haar tas een briefje van vijf haalt en aan hem geeft.
Nu mag je mij een vraag stellen, grinnikte de advocaat.
Ze denkt even na en vraagt: Wat gaat met vier benen de berg op en komt met drie benen naar beneden?
Een beetje verrast door de bizarre vraag begint de advocaat na te denken. Na een minuut of tien zette hij zijn laptop aan en begon als een razende te zoeken op het net naar een soms vier, soms drie-benig wezen danwel fenomeen.
Een beetje geïrriteerd wendde hij zich tot de inmiddels slapende blondine (na ruim twee en een halfuur surfen)en overhandigde haar een cheque ter waarde van vijfhonderd euro. Ze nam het in ontvangst, draaide zich om en sliep rustig weer verder.
De advocaat kon het niet meer aan, maakte haar wakker en vroeg: Sorry hoor maar ik wil eigenlijk toch wel weten wat met vier benen de berg op gaat en met drie benen beneden komt?
Waarop de blondine een briefje van vijf uit haar tas haalt en aan de advocaat geeft.

Similar Posts

  • Twee tachtigers

    • Twee tachtigers Louis en Simon zitten op een bank in het park.
      Zegt Louis opeens: Ik heb zin in een ijsje!
      Simon: ” Ik zal ze gaan halen, wat wil je van smaak?”
      -“2 bollen chocolade en jij?”
      – “Voor mij twee vanille?”
      Antwoordt Louis: ” Je kunt het beter opschrijven, want je gaat dat zeker vergeten!” 
      -“Maar nee: de ijskar staat hier vlak voor ons”!
      -“Schrijf het op, want je gaat het vergeten, zeg ik u!”
      -“Nee, nee ik ga niks vergeten!”
      Simon staat grommelend recht:
      “Twee chocolat, twee vanille… twee ch?” 
      Na een lang kwartier komt Simon terug met twee braadworsten en twee zakjes frites.
      Zegt Louis “En waar is de mosterd ? ” “Gedoeme, vergeten !” “Zie wel dat je dat moest opschrijven !”
  • Doen of we getrouwd zijn

    Een man gaat met de nachttrein naar de wintersport.
    In de slaapcoupe komt hij tot de ontdekking dat hij de ruimte moet delen met een vrouw.
    Ze stellen zich aan elkaar voor. De vrouw gaat boven slapen, de man onder.
    Ze gaan in bed liggen, maar na een kwartier roept de vrouw:
    ‘Buurman, slaapt u al?’
    ‘Nee’, zegt de man. ‘Ik heb het nogal koud’, zegt de vrouw, ‘wilt u
    misschien het raampje dicht doen?’;
    ‘Natuurlijk’, zegt de man. Hij stapt uit bed, doet het raampje dicht en gaat weer liggen.
    Na een kwartier roept de vrouw: ‘Buurman, slaapt u al?’;
    ‘Nee’, zegt de man.
    ‘Het wordt nogal benauwd’, zegt de vrouw, ‘wilt u misschien het raampje weer open doen?’;
    ‘Oke’, zegt de man. Hij stapt uit bed, doet het raampje open en
    gaat weer liggen.
    Na een kwartier roept de vrouw: ‘Buurman, slaapt u al?’;
    ‘Nee’, zegt de man.
    ‘Het begint nu toch weer koud te worden’, zegt de vrouw, maar ik heb gezien dat daar in het kastje nog een deken ligt. Wilt u die misschien voor mij pakken?’;
    ‘We zouden natuurlijk ook kunnen doen of we getrouwd zijn’, zegt de man.’;
    ‘O, zou u dat willen?’, vraagt de vrouw.
    ‘Tuurlijk !’, zegt de man.
    ‘Ah, dat lijkt me ook wel fijn’, zegt de vrouw.
    ‘Mooi’ zegt de man, ‘Kom uit uwe nest, pak zelf dat deken, kruip weer in uwe nest ,houd uwe snater en laat me slapen !!!!!’

  • Schotten

    Twee Schotten verlaten hun stamkroeg na een stevige borrel.
    Terwijl ze over straat zwalken, roept de ene: “Wat gek zeg, ik zie alles dubbel!”
    Waarop de andere Schot zijn portomenee te voorschijn haalt en zijn vriend een bankbiljet van één pond geeft, met de woorden: “Hier heb je die twee pond terug die ik van je heb geleend”

  • Een Belg op de fiets

    Er komt een man op een fiets aangereden, vanuit België, Nederland binnen. Op de bagagedrager een zak met zand. Nederlandse douanebeambte: “Heeft u iets aan te geven?” Zegt de Belg: “Nee.” Douane: “Een Belg die niets smokkelt, asjemenou, wat heeft u dan in die zak?” Zegt de Belg: “Zand.” Tijdens de controle blijkt dat het inderdaad om zand gaat. Een week lang komt de man elke dag met zijn fiets bij de grens met een zak op de bagagedrager. Op de 8e dag wordt de douanebeambte toch wantrouwend. Douane: “Wat vervoert u in die zak?” Zegt de Belg: “Zand.” Douane: “Mmmmm, even kijken.” Deze keer wordt het zand gezeefd. Uitslag: alleen maar zand. Elke dag passeert de man met zijn fiets en een zak de grens. Na twee weken wordt het de douanier toch te bont en hij stuurt het zand naar een laboratorium voor nader onderzoek. Resultaat: het is alleen maar zand! Na twee verdere maanden van zandtransport houdt de douaneman het niet meer uit en hij zweert: “Ik geef u zwart op wit dat ik u niet zal aangeven, maar ik voel aan mijn klompen dat u iets smokkelt. Wat is het?” De man antwoordt: “Zoals u ziet, ik vervoer slechts een kleine hoeveelheid zand.”. De Nederlander is gefrustreerd en woedend en laat zich overplaatsen naar een andere grensovergang, specialiseert zich in zandsoorten en smokkeltrucs en het leven gaat verder. Na vijftien jaar wordt hij gepensioneerd en de dag nadien gaat hij de fietsende Belg bezoeken. “Nou zeg, luister eens. Jij hebt m’n leven grondig vergald, ik ben nu met pensioen, jij hebt gewonnen. Wil je me nou is precies vertellen wat jij eigenlijk smokkelde?!” 

    De Belg: “Fietsen!”

  • Das om!

    Een toerist doolt rond in de woestijn. Hij vergaat van de dorst en kan amper nog lopen. Plots verschijnt er een man op een kameel. Er hangen zo’n 30 dassen over zijn rechterarm.
    – Water roept de toerist.
    – Ik heb geen water, antwoordt de man op de kameel, maar ik kan u wel een prachtige das verkopen voor 15 euro.
    – Ik wil geen das, ik wil water, zegt de man.
    – Voor 25 euro krijgt u twee dassen.
    – Ik wil geen dassen! Zeg me gewoon waar ik water kan krijgen.
    – Oké. Ga de richting uit van waaruit ik kom. Even verder zult u een kleine palmboom en een gebouw zien staan. Daar kunt u water vinden. De man op de kameel galoppeert verder en de toerist volgt de aangewezen weg. Plots staat hij voor een restaurant.
    – Water, zegt hij tegen de man aan de ingang.
    – Ja, veel water hier, antwoordt hij.
    – Goddank, geef me snel een hele fles!
    – Het spijt me, meneer, wij bedienen alleen mensen die een das dragen.
  • Ambtenaren

    • Twee ambtenaren zitten te zuchten en kreunen op het werk. Ze zouden zo graag een dagje verlof nemen, maar de directeur heeft alle verlof opgeschort omdat er teveel werk is. Plots springt een van de twee recht. “Ik weet een manier om enkele dagen verlof te krijgen!” roept hij. “Hoe dan?” vraagt de ander. De man kijkt snel rond – niets te zien van de directeur. Hij klimt op zijn bureel, neemt enkele tegels van het valse plafond uit, klimt in het plafond. Dan slaat hij zijn benen over een metalen pijp, laat zich zakken en hangt zo met zijn kop naar beneden in het kantoor. Binnen enkele seconden staat de directeur er. “Wat is dat hier allemaal?” wil hij bars weten. “Ik ben een lamp” zegt de man. “Ik denk dat jij een beetje overspannen bent. Maakt dat je wegkomt, en dat is een bevel! Ik wil je hier minstens twee dagen niet zien!” “Ja meneer de directeur” antwoordt de man heel gedienstig; hij springt naar beneden, zet zijn computer af en verdwijnt door de deur. De tweede man zet zijn pc uit en staat ook recht, klaar om te vertrekken. “Hela, waar ga jij naartoe?” vraagt de directeur. “Naar huis. Ik kan niet werken in het donker…”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *