Gesprek tussen chirurgen

De eerste zegt:

Ik heb het liefste een boekhoudstertje op mijn tafel.
Als je haar opensnijdt, vind je alle organen genummerd.
Verdomd makkelijk opereren.

De tweede zegt:
Ja, dat zal.
Ik had een elektricien. Alles in het lichaam was geordend en op kleurcode.

De derde zegt:
Nee, nee.
Mensen die in bibliotheken werken, die zijn het beste om te opereren.
Alles in hun lichaam ligt op alfabetische volgorde.

De vierde zegt hierop:
Ik heb het liefste constructiebouwers.
Die mannen hebben er begrip voor als je reserveonderdelen over hebt.

De vijfde zegt uiteindelijk:
Jullie hebben het allemaal goed mis.
Politieke leiders zijn het makkelijkst.
Geen ruggengraat, geen hart, geen ballen, geen hersenen
en je kunt ongemerkt hun reet met hun kop verwisselen.
Dat valt niemand op !!

Similar Posts

  • Niet vaak gezien

    Een muntstukje van 20 cent sterft en gaat naar de hemel. Daar aangekomen verbaast ze zich over de feestelijke ontvangst die haar te beurt valt. Alle engelen en Sint-Pieter begroeten haar met een hartelijke handdruk en drie dikke kussen en ze krijgt de beste plaats op de mooiste VIP-wolk. Ze krijgt daarbovenop ook nog eens twee persoonlijke butlers die haar bedienen als een koningin, en haar op haar wenken bedienen. Weinig later sterft een biljet van 500 euro en komt ook aan in de hemel. Maar het onthaal is duidelijk veel minder warm. Een van de engelen kijkt even op van zijn schrijfwerk en wijst dan het biljet van 500 koeltjes een plaats op een klein oncomfortabel grijs wolkje. Iedereen laat hem links liggen en niemand spreekt tegen hem. En dat terwijl iedereen zich de benen van onder het lijf loopt voor het muntje van 20 cent. Na een tijdje stelt het 500 euro-biljet toch de vraag aan Sint-Pieter: “Sint-Pieter, hoe komt het dat het stuk van 20 cent een vorstelijke behandeling krijgt en ik, het biljet van 500 euro, zo stiefmoederlijk behandeld word?” Sint-Pieter antwoordt droogjes :”Tja… we hebben U ook niet vaak gezien tijdens de mis.”

  • KANGEROE OVER DE VLOER

    Een kangoeroe wandelt een café binnen, gaat aan de bar zitten en bestelt een biertje. “Dat is dan vijfentwintig euro,” zegt de barman. De kangoeroe vindt dat wel een beetje duur, maar legt toch vijfentwintig euro op de toog, krijgt een versgetapt biertje voorgezet en begint er op zijn gemak van te drinken. Na een tijdje krijgt hij in de gaten dat het hele café naar hem aan het staren is. “Tjonge,” zegt hij tegen de barman, “de hele zaak is hier naar mij aan het kijken. Wel een beetje onbeleefd, vindt u ook niet?” “Je moet dat begrijpen,” zegt de barman, “wij krijgen hier niet vaak kangoeroes over de vloer.” “Nee, dat snap ik,” zegt de kangoeroe, “als je vijfentwintig euro voor een biertje vraagt…”

  • Gemeente wapen

    Ergens in de gemeente Dinkelland staat een groepje gemeente medewerkers een sigaretje te roken aan een bloemenperkje waar ze onkruid moeten wieden.

    Op de rugzijde van hun werkkledij staat het stadswapen van Dinkelland geborduurd.

    Een man uit het westen komt voorbij en fronst de wenkbrauwen.

    Enigszins geïntrigeerd door dit beeld, vraagt de westerling:

    “Waarom staat het stadswapen op uw werkkleding?”

    Waarop de arbeiders antwoorden : “Dat is onze sponsor.”

  • Doen of we getrouwd zijn

    Een man gaat met de nachttrein naar de wintersport.
    In de slaapcoupe komt hij tot de ontdekking dat hij de ruimte moet delen met een vrouw.
    Ze stellen zich aan elkaar voor. De vrouw gaat boven slapen, de man onder.
    Ze gaan in bed liggen, maar na een kwartier roept de vrouw:
    ‘Buurman, slaapt u al?’
    ‘Nee’, zegt de man. ‘Ik heb het nogal koud’, zegt de vrouw, ‘wilt u
    misschien het raampje dicht doen?’;
    ‘Natuurlijk’, zegt de man. Hij stapt uit bed, doet het raampje dicht en gaat weer liggen.
    Na een kwartier roept de vrouw: ‘Buurman, slaapt u al?’;
    ‘Nee’, zegt de man.
    ‘Het wordt nogal benauwd’, zegt de vrouw, ‘wilt u misschien het raampje weer open doen?’;
    ‘Oke’, zegt de man. Hij stapt uit bed, doet het raampje open en
    gaat weer liggen.
    Na een kwartier roept de vrouw: ‘Buurman, slaapt u al?’;
    ‘Nee’, zegt de man.
    ‘Het begint nu toch weer koud te worden’, zegt de vrouw, maar ik heb gezien dat daar in het kastje nog een deken ligt. Wilt u die misschien voor mij pakken?’;
    ‘We zouden natuurlijk ook kunnen doen of we getrouwd zijn’, zegt de man.’;
    ‘O, zou u dat willen?’, vraagt de vrouw.
    ‘Tuurlijk !’, zegt de man.
    ‘Ah, dat lijkt me ook wel fijn’, zegt de vrouw.
    ‘Mooi’ zegt de man, ‘Kom uit uwe nest, pak zelf dat deken, kruip weer in uwe nest ,houd uwe snater en laat me slapen !!!!!’

  • Vergeven

    De pastoor komt Marieke tegen op straat. Wat is er Marieke? Je kijkt zo triestig. “Och meneer pastoor” zegt Marieke, “je weet dat mijn Stef drinkt, maar nu krijg ik de laatste tijd ook nog slaag.” “Dat is wel erg” zegt meneer pastoor, maar probeer hem toch te vergeven!”

    “Dat heb ik al drie keer geprobeerd meneer pastoor, maar hij heeft een maag van beton!”

     

     

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *