Gesprek tussen chirurgen

De eerste zegt:

Ik heb het liefste een boekhoudstertje op mijn tafel.
Als je haar opensnijdt, vind je alle organen genummerd.
Verdomd makkelijk opereren.

De tweede zegt:
Ja, dat zal.
Ik had een elektricien. Alles in het lichaam was geordend en op kleurcode.

De derde zegt:
Nee, nee.
Mensen die in bibliotheken werken, die zijn het beste om te opereren.
Alles in hun lichaam ligt op alfabetische volgorde.

De vierde zegt hierop:
Ik heb het liefste constructiebouwers.
Die mannen hebben er begrip voor als je reserveonderdelen over hebt.

De vijfde zegt uiteindelijk:
Jullie hebben het allemaal goed mis.
Politieke leiders zijn het makkelijkst.
Geen ruggengraat, geen hart, geen ballen, geen hersenen
en je kunt ongemerkt hun reet met hun kop verwisselen.
Dat valt niemand op !!

Similar Posts

  • Politicus

    Mark Rutte komt bij een verkeersongeluk om het leven. Zijn ziel komt bij de Hemelpoort en wordt ontvangen door Petrus. “Welkom bij de hemel”, zegt Petrus. “Er is een klein probleem. Ik kan je niet zomaar binnenlaten. We zien zelden een zo hoog geplaatst persoon aan de Hemelpoort, zie je, dus weten we niet meteen wat we met jou moeten doen.” “Geen probleem, laat me gewoon binnen”, zegt de politicus. “Nou, dat zou ik wel willen, maar ik heb orders van hogerhand. Dit zullen we doen: je brengt 1 dag door in de hel en 1 dag in de hemel. Daarna kun je kiezen waar je de eeuwigheid wilt doorbrengen.” “Echt, ik weet het al. Ik wil naar de hemel”, zegt de politicus. “Het spijt me, maar we hebben hier zo onze regels”, zegt Petrus. Zo wordt de politicus door Petrus geëscorteerd naar de lift en ze gaan naar beneden, naar beneden en nog verder naar beneden naar de hel. De deuren gaan open en plotseling staat hij midden op een mooie groene golfbaan. Op een afstandje staat het clubhuis met daarvoor al zijn oude vrienden en andere politici met wie hij heeft gewerkt. Ze zijn allemaal heel blij en gekleed in avondtenue. Ze rennen naar hem toe, schudden zijn hand en halen de goede tijden op die ze hadden toen ze steeds rijker werden op kosten van de burgers. Ze spelen een prettig partijtje golf en bij het diner hebben ze kreeft, kaviaar en champagne. De duivel zelf is ook aanwezig, die waarachtig een vriendelijke kerel is en zich vermaakte met dansen en grappen vertellen. Ze hebben het geweldig samen en voordat hij het in de gaten heeft, is het tijd om te vertrekken. Iedereen neemt hartelijk afscheid van hem en wuift terwijl de lift naar boven gaat. De lift gaat omhoog, omhoog, omhoog en als hij stopt, staat Petrus hem al op te wachten. “Nu is het tijd om de hemel te bezoeken.”

    In de hemel is het heel gezellig. Hij spendeert  zijn tijd met het vergezellen van blije zielen die van wolk naar wolk dansen, de harp bespelen en zingen. Ze hebben het dus goed naar de zin, maar voordat hij er erg in heeft, zijn er 24 uur voorbij en komt Petrus naar hem toe. “Welnu, je hebt een dag in de hel doorgebracht en een dag in de hemel. Maak nu je keuze voor de eeuwigheid.” De politicus wacht even. Dan antwoordt hij: “Wel, Wel, ik zou het van tevoren nooit gezegd hebben, ik bedoel, de hemel was geweldig, maar ik denk toch dat ik beter af ben in de hel.” Aldus escorteert Petrus hem naar de lift en hij suist naar beneden, naar beneden en naar beneden. De deuren van de lift gaan open en hij staat in een dor landschap bedekt met vuil en afval. Hij ziet al zijn vrienden, gekleed in lompen, het afval oprapen en in zwarte zakken stoppen, terwijl er steeds meer afval naar beneden valt. De duivel komt naar hem toe en slaat zijn armen om hem heen. “”Ik begrijp er niets van”, stamelt Rutte. “Gisteren was ik hier ook en toen waren er een golfbaan en een clubhuis. We aten kreeft en kaviaar en we dronken champagne. We hadden het hier geweldig. Nu is er alleen maar een dor landschap vol afval en mijn vrienden zien er vreselijk uit. Wat is er gebeurd?” De duivel kijkt hem aan, lacht en zegt: “Gisteren waren we op campagne . . . vandaag heb je gekozen.” Boontje komt om zijn loontje

  • Kiezen

    Een professor neemt het middagmaal in de kantine van de universiteit. Een student zet zich tegenover hem aan dezelfde tafel. De professor ergert zich hieraan en zegt:
    Een varken en een vogel lunchen niet samen.
    Zegt de student: Oke, ik vlieg wel naar een andere tafel.
    De professor is razend om dit antwoord en besluit om de student bij zijn volgend examen te buizen.
    Op het volgende examen kan de student echter perfect op alle vragen antwoorden en de professor besluit, door ervaring gelouterd, om een meerkeuze vraag te stellen. Hij vraagt: Op straat tref je twee zakken aan, in de ene steekt een stapel bankbiljetten en in de andere steekt verstand, welke kies je?
    De zak met het geld, zegt de student.
    Waarop de professor zegt: In uw plaats zou ik die met verstand genomen hebben.Waarop de student zegt:
    De mensen nemen meestal datgene dat ze niet hebben.

  • Controle van een Priester

    Een oudere priester heeft een jongere collega op bezoek. Tijdens het avondeten bemerkt de jonge priester het bevallige figuur van de huishoudster. Hij weet niet wat hij zich bij de relatie van de oudere priester met diens huishoudster moet voorstellen. De oude priester bemerkt de blik in de ogen van de jonge priester en verzekert hem dat er niets gaande is tussen hem en zijn huishoudster.

    Een week later merkt de huishoudster op dat er al een week een sauslepel ontbreekt. De oudere priester schrijft hierop een brief naar zijn jonge collega: “Ik zeg niet dat je de sauslepel hebt meegenomen, maar ik zeg ook niet dat je hem niet hebt meegenomen; een feit is wel dat hij nu al een week ontbreekt.”

    Enkele dagen later ontvangt de oudere priester een antwoord: “Ik zeg niet dat je met je huishoudster slaapt en ik zeg ook niet dat je niet met haar slaapt, maar feit is wel dat als je in je eigen bed sliep, je hem nu al wel gevonden zou hebben.”

  • Hond

    Om half twee ‘s nachts ging eergisteren de telefoon bij ons . Moeizaam kwam ik uit bed en vond op de tast de telefoon. “Spreek ik met meneer Osselaer?” vroeg een boze stem aan de andere kant van de lijn.

    “Ja, inderdaad,” mompelde ik .

    “Met Van Snick van de overkant. Ik bel even om te zeggen dat het geblaf van uw hond me gek maakt. Laat hem alstublieft onmiddellijk ophouden.”

    De volgende nacht om twee uur belde ik naar Van Snick. “Hallo?” mompelde hij slaperig.

    “Meneer Van Snick, met Osselaer van de overkant” riep ik door de telefoon!

    “Om twee uur ‘s nachts? Bent u gek geworden?”

    “Meneer Van Snick, ik bel even om te zeggen dat ik geen hond heb”.

     

  • Echtpaar

    Een echtpaar was boodschappen aan het doen en de hele stad was vol met winkelende mensen. Lopend door het winkelcentrum en kijkend naar de etalages blikte de vrouw ineens verwonderd opzij om te ontdekken dat ze haar man nergens meer zag. Ze wist dat ze nog veel te doen hadden en werd erg kwaad. Ze rommelde in haar handtas om haar mobieltje te zoeken, toen ze het gevonden had belde ze haar man en vroeg hem waar hij toch gebleven was. Haar man antwoordde kalm: “Liefste, herinner jij je die juwelierszaak nog waar we 5 jaar geleden waren en waar je helemaal verliefd werd op die diamanten halsketting die we toen helaas niet konden betalen, ik vertelde je toen ook dat ik hem eens op een dag voor je zou kopen”. De ogen van de vrouw vulden zich met tranen, ze begon zacht te huilen en terwijl ze een snik probeerde te onderdrukken fluisterde ze: “Ja, die juwelierszaak herinner ik me zeker nog”.

    “Wel”, zei hij, “ik zit in ‘t café er naast !”

  • Zuinig

    Een Marokkaan heeft een auto van twintig jaar oud.
    Die wil hij inruilen in de garage.
    ‘OK, zegt de garagehouder, ik wil de auto wel even bekijken!’
    Ze lopen samen naar buiten naar de auto.
    ‘Hoe oud is die auto?”
    “Twintig jare.”
    Ze gaan in de auto zitten, de garagehouder achter het stuur.
    ‘t plastiekhoesje van twintig jaar terug ligt nog steeds op de zetels.
    De garagehouder kijkt naar de kilometerteller en stelt verbaasd
    vast dat er in die twintig jaar maar 500 kilometer op de teller is gekomen.
    ‘Meneer, je hebt zeker gesjoemeld met de kilometerteller?’
    ‘Nee, meneer, is allemaal origineel zo.’
    Waarop de garagehouder: ‘Waar heb je die auto dan voor gebruikt?’
    Zegt die Marokkaan, “Had hem gekocht om mee te gaan werke”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *