Similar Posts
Manier van denken
Jantje zit op school vraagt de lerares aan hem. Jantje er zitten vier vogels op een hekje. Komt er een jager aan en die schiet er één vogel af. Hoeveel vogels zitten er daarna nog op het hekje? Geen één zegt jantje. Hoezo dat dan vraagt de lerares. Nou zegt jantje; Als je er een af schiet vliegen de andere drie weg. “Nee”, zegt de lerares het antwoord is drie maar de manier waarop je denkt vind ik leuk. Nou zegt jantje dan heb ik ook nog een vraag. Er zitten drie vrouwen op een bankje. De eerste likt aan een ijsje, de tweede bijt in een ijsje, en de derde zuigt aan een ijsje. Wie van de drie is getrouwd? De lerares denkt diep na… ik denk dat het degene is die aan het ijsje zuigt. Nee, zegt jantje degene met de trouwring om haar vinger. Maar de manier waarop je denkt vind ik leuk
Lepel
Een dorpspastoor kreeg bezoek van een jongere collega. Tijdens het eten merkt de jonge pastoor op dat de oude pastoor veel zat te kijken naar zijn huishoudster. De jonge pastoor zei dit en de oude pastoor verzekerde dat er niks tussen hem en zijn huishouder was. Een week later vertelde de huishoudster dat er een lepel ontbrak. De oude pastoor belt naar de jonge collega en zegt: “Ik zeg niet dat je die lepel hebt, maar heb je hem, ja of nee?” Het antwoord van de jonge pastoor was: “Als je in je eigen bed sliep, meneer pastoor, had je hem allang gevonden!”
Waterput
Twee mannen lopen over een heide en zien een waterput. Ze lopen er naartoe en vragen zich af hoe diep die put eigenlijk is. Ze pakken een steentje, gooien het in de put, maar horen het niet de bodem raken. “Vreemd”, zegt de een. “Zou ‘ie zó diep zijn?” Ze gaan een grotere steen zoeken en gooien die ook in de put. Ze buigen voorover om te horen wanneer de steen de bodem raakt. Wéér geen geluid. Nu zien ze een hele grote zware steen, een grote rots, liggen en pakken die met z’n tweeën op. Ze strompelen naar de put en weten de rots over de rand te kieperen. Ze luisteren vol spanning en horen ineens hoefgetrappel achter zich. Ze draaien zich om en zien een geit keihard aan komen rennen en die duikt zo de put in. Stomverbaasd kijken ze elkaar aan. Na een kwartier komt er een herder aanlopen. “Hebben jullie mijn geit gezien?” “Nou”, zegt de een, “er dook hier net wel een geit met een rotgang deze put in.” “Nou”, zegt de herder, “dat kan niet want die zat aan een rots vast.”
Hond
Op de hoek van de straat staat een man met een hond naast hem. Een andere man komt voorbij, bekijkt de hond en vraagt: ‘Bijt uw hond?’ ‘Nee,’ zegt de man. De ander streelt de hond en wordt in zijn hand gebeten. Terwijl hij zijn bloedende hand met een zakdoek verbindt, zegt hij kwaad: ‘Ik dacht dat jij gezegd had dat je hond niet zou bijten!’ ‘Dat klopt,’ zegt de eerste man. ‘Maar dit is mijn hond niet…..’
Auto openmaken
Komt een dom blondje in een kroeg en vraagt aan de kroegbaas om een ijzerdraadje. Wat moet jij met een ijzerdraadje vraagt de kroegbaas. Wel, zegt het blondje, het portier van mijn auto is in het slot gevallen en de sleutels zitten nog in het contactslot.. De kroegbaas geeft haar het ijzerdraadje. Even later komt er een klant de kroeg binnen, dubbel van het lachen. “Wat heb jij een lol”, zegt de kroegbaas. “Ja”, zegt de man, er staat buiten een blondje haar auto open te maken met een ijzerdraadje. “Nou”, zegt de kroegbaas, dat is niks bijzonders, ik heb haar dat ijzerdraadje zelf gegeven. “Oke”, zegt de man, maar er zitten 2 domme blondjes achter in de auto aanwijzingen te geven.
KANGEROE OVER DE VLOER
Een kangoeroe wandelt een café binnen, gaat aan de bar zitten en bestelt een biertje. “Dat is dan vijfentwintig euro,” zegt de barman. De kangoeroe vindt dat wel een beetje duur, maar legt toch vijfentwintig euro op de toog, krijgt een versgetapt biertje voorgezet en begint er op zijn gemak van te drinken. Na een tijdje krijgt hij in de gaten dat het hele café naar hem aan het staren is. “Tjonge,” zegt hij tegen de barman, “de hele zaak is hier naar mij aan het kijken. Wel een beetje onbeleefd, vindt u ook niet?” “Je moet dat begrijpen,” zegt de barman, “wij krijgen hier niet vaak kangoeroes over de vloer.” “Nee, dat snap ik,” zegt de kangoeroe, “als je vijfentwintig euro voor een biertje vraagt…”



